6 1 Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van woensdag 19 december 1956 RAADSVERGADERING ten 35 m'' is. Is dit laatste niet een eis, die in tal van grotere hotelbedrijven een beetje te ver ingrijpt? Spr. veronderstelt, dat verschillende hotelbedrijven wel lo kaliteiten hebben, die kleiner zijn dan 35 m2. Als het bedrijf in andere handen overgaat, mag men dan in die lokaliteiten geen biertje meer tappen of geen wijn meer schenken? Of geldt deze eis alleen voor lokaliteiten, waar geen tapkast aanwezig is Maar is dan deze grens van 35 m2 voor lokaliteiten, waar dus niet getapt kan worden, niet wat te hoog? De Voorzitter antwoordt de heer Van der Veen op zijn vraag, of omtrent dit voorstel de mening van de organisaties, die er mee te maken hebben, is gevraagd, dat dit niet het geval is geweest. Hij zal in het dossier hebben gezien, dat wel een rapport is gevraagd van de commissaris van politie en bovendien is aan de Ver eniging van Nederlandse Gemeenten gevraagd, hoe het elders ter zake is gesteld. Wat het vragen van de mening der organisaties betreft, zou men zich hier in de eerste plaats moeten afvragen: welke organisaties? Men zou dan toch aan de ene kant de organisaties van belanghebbenden bij deze bedrijven en aan de andere kant de organisaties op het gebied van de drankbestrij ding hebben moeten vragen en dan zou men hoogst waarschijnlijk toch wel tegenstrijdige adviezen krijgen, die er ten slotte toe zouden dwingen zich over deze zaak opnieuw een eigen mening te vormen. B. en W. hebben echter gemeend voldoende houvast te hebben enerzijds aan het advies van de commissaris van politie en anderzijds aan de inlichtingen, die zij van de Ver eniging van Nederlandse Gemeenten hebben gekregen. Die inlichtingen zijn van dien aard, dat in een aantal min of meer vergelijkbare gemeenten Haarlem, Apeldoorn, Hilversum, Amersfoort, Dordrecht, Eind hoven, Enschede, Vlissingen, Rijswijk, Velzen ver ordeningen van dezelfde strekking van kracht zijn. Spr. zou ook nog de gemeente Groningen kunnen noe men; ook in haar verordening ter zake komt een be paling voor, dat, als er een tweede lokaliteit is dat is dan, waarop de vraag van de heer De Jong betrek king' heeft men daarvoor in het algemeen de grootte van 35 m2 heeft aangehouden. In de praktijk en de praktijk dateert in een aantal der genoemde gemeen ten zelfs al van ver voor de oorlog (Enschede van 1935, Dordrecht van 1933) is gebleken, dat dit geen bezwaren ontmoet. Door het vaststellen van een ver ordening als de onderhavige verandert in feite niets. Er kan alleen iets gaan veranderen, als op een bepaald moment overschrijving van een vergunning of verlof A wordt gevraagd. En dan hebben B. en W. ook nog de mogelijkheid tot ontheffing, wanneer door overschrij ving een bestaande zaak op naam van een ander komt te staan. Daardoor behoeven ook bestaande zaken niet op een zodanig punt te worden gebracht als de heer De Jong zopas even scheen te vrezen. Spr. gelooft, dat hij hiermede de gestelde vragen wel volledig heeft beantwoord. De heer Van der Veen gelooft, dat het inderdaad niet bijzonder van belang zou zijn te weten wat de organi saties op het gebied van de drankbestrijding zouden adviseren. Van meer belang lijken hem de adviezen van de Horeca- en werknemersorganisaties en van de Kamer van Koophandel. Het gaat er om, een bepaald soort inrichtingen op den duur te doen verdwijnen. Spr. kan daar tot zover ook nog waardering voor hebben, maar aan de andere kant gelooft hij, dat door de verordening, zoals die hier ligt, de instellingen, die overblijven, toch wel langzamer hand erg geüniformeerd worden. Hij vraagt zich af, of de verordening ter zake wel op de juiste manier is geformuleerd. Hij meent, dat hiervoor de adviezen van belanghebbenden nodig zijn. Inderdaad zal er op dit moment niet veel veranderen, omdat deze verordening ten doel heeft bij overdracht te gaan werken. Ze is dus ook niet urgent. Spr. zou dan ook willen verzoeken dit voorstel aan te houden tot een volgende keer om overleg te plegen met de organisaties. Hij kan zich zeer goed voorstellen, dat het doel ook bereikt kan worden met een soepeler verordening. Spr. meent, dat hier grote soepelheid vereist wordt. De heer K. de Jong wil graag verklaren, dat hij dankbaar is voor datgene wat de Voorzitter heeft ge zegd, vooral t.a.v. de mogelijkheid tot ontheffing, waar door afwijking van de voorwaarden kan plaats hebben. Hij gelooft, dat door een soepele toepassing van de verordening de bezwaren, die hij zopas naar voren heeft gebracht, wel kunnen worden ondervangen. De Voorzitter zou de raad de gedachte van de heer Van der Veen om dit voorstel aan te houden, toch willen ontraden. Spr. gelooft, dat men, wanneer men aan de Horeca- organisaties hierover advies zou vragen, vooruit wel weet, hoe dit advies zal luiden. Dat is de ervaring met deze dingen en spr. denkt niet, dat zulks in dit geval anders zal zijn. De heer Pols: Dat gaat ons te ver. De Voorzitter: Het is vrij eenvoudig. Het Drankwet besluit dus het besluit tot uitvoering van de Drank wet schreef een oppervlakte voor van 35 m2 en een hoogte van, naar spr. meent 3 m (dit zou spr. even moeten nakijken) en hier wordt voorgesteld om de oppervlakte te vergroten tot 50 m2 en de hoogte te bepalen op 3.50 m. Dat zijn eigenlijk de hoofdzaken van deze wijziging. Daar worden dan nog een paar bijkomstige bepalingen betreffende bepaalde voorwaar den aan toegevoegd. Spr. gelooft, dat dit alles nog wel zeer overzichtelijk is en dat de behoefte om een en ander nogmaals te overwegen, bij de raad in zijn geheel toch onmogelijk heel groot kan zijn. Als de raad het voorstel wil aanhouden, dan wordt dat natuurlijk van de zijde van B. en W. wel aanvaard, maar het college voor zich ziet het nut er niet van in. Spr. vraagt, of de heer Van der Veen van zijn sug gestie i.z. aanhouding een voorstel maakt. De heer Van der Veen vindt geen steun in de raad. Dan heeft de Voorzitter in dat opzicht de mening van de raad wel juist gepeild. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. De heer Van der Veen verzoekt aantekening, dat de gehele V.V.D.-fractie tegen is. Punten 22 en 23 (bijl. nos. 290 en 302). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Hierna sluit de Voorzitter de vergadering. van woensdag 19 december 1956 Aanwezig: 32 leden. Afwezig: de heer Pols. Twee vacatures. Voorzitter: de heer Mr. A. A. M. van der Meulen, burgemeester. Te behandelen punten: 1. Mededelingen. 2. Voorstel tot het benoemen van leden van het bestuur van de gemeentelijke instelling voor maat schappelijk hulpbetoon, wegens periodieke aftreding van mevrouw A. van den Burg-van der Poel en de heren P. J. Mani en J. Venema (bijlage no. 313). 3. Benoeming van twee leden van de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs, wegens periodieke aftreding van de heren dr. J. A. Brons en ir. G. L. Walther. 4. Benoeming van een curator van het stedelijk gymnasium, wegens periodieke aftreding van de heer ir. J. J. M. Vegter. 5. Benoeming van twee gedelegeerden in het be stuur van de stichting „Het Baken", alhier. 6. Voorstel tot het aankopen van de percelen Bleker- straat no. 9 en Houtstraat no. 104, van W. Hoff te Haarlem, resp. van C. H. Heiner, alhier, en J. Heiner te Tilburg (bijlage no. 316). 7. Voorstel tot het aankopen van een tweetal stro ken grond, gelegen aan de 3e Klanderijdwarsstraat, van J. de Jong en T. Osinga, beiden alhier (bijlage no. 315). 8. Voorstel tot het verkopen van een strook grond, gelegen aan de oostzijde van de Kwartelstraat, aan U. Scheepstra te Amersfoort (bijlage no. 314). 9. Voorstel tot het verpachten van wei- en garde- niersland (bijlage no. 317). 10. Voorstel tot het vaststellen van de grenzen van de dorpen Goutum, Hempens, Teerns, Swichum, Wir- dum en Wijtgaard (bijlage no. 305). 11. Voorstel tot het vaststellen van het kostenbe- drag, als bedoeld in artikel 55 ter der lager-onderwijs- wet 1920 (bijlage no. 303). 12. Voorstel tot het vaststellen van het bedrag, als bedoeld in artikel 33, le lid, van het „Besluit buiten gewoon lager onderwijs 1949" (bijlage no. 304). 13. Voorstel tot het verlenen van medewerking aan het bestuur der stichting R.K. kleuterschool Leeuwar den-West, voor de stichting van een R.K. kleuterschool aan de Sweelinckstraat (bijlage no. 309). 14. Voorstel tot het verlenen van medewerking aan het bestuur der Vereniging tot stichting en instand houding van scholen met de Bijbel te Huizum voor de aanschaffing van banken voor de school voor gewoon lager onderwijs aan de Julianalaan (bijlage no. 310). 15. Voorstel tot het toekennen van vergoedingen, als bedoeld in artikel 13 der lager-onderwijswet 1920 (bijlage no. 311). 16. Voorstel om te verklaren, dat de instandhouding van de „Zonnebloemcursus", verbonden aan de stichting „Het Baken", alhier, nodig wordt geoordeeld (bijlage no. 312). 17. Voorstel tot het overdragen in eigendom van grond, gelegen ten zuiden van de Esdoornstraat, aan de Vereniging voor Christelijk Kleuteronderwijs, alhier, ten behoeve van de bouw van een kleuterschool (bijlage no. 306). 18. Voorstel tot het overdragen in eigendom van grond, gelegen aan de Averkampstraat, aan de Rooms- Katholieke Schoolvereniging, alhier, ten behoeve van de bouw van een school voor gewoon lager onderwijs (bijlage no. 308). 19. Voorstel tot het toekennen van een toeslag voor krotopruiming aan Y. Borger te Goutum (bijlage no. 321). 20. Voorstel tot kapitaalverstrekking aan de buurt en speeltuinvereniging „Insulinde en omstreken" (bijlage no. 322). 21. Voorstel tot het wijzigen van de gemeentebe groting en de begroting der energiebedrijven, voor het dienstjaar 1956 (bijlage no. 319). 22. Voorstel tot het wijzigen van de gemeentebe groting en de begrotingen van het woningbedrijf en der openbare werken, voor het dienstjaar 1957 (bijlage no. 320). 23. Voorstel tot het aangaan van een gemeenschap pelijke regeling met de provincie Friesland en een aan tal in die provincie gelegen gemeenten, met betrekking tot de behartiging van de belangen van de watersport en van andere vormen van recreatie op en aan de wateren in de provincie Friesland (bijlage no. 318). 24. Voorstel tot het wijzigen van het besluit, rege lende de vergoeding voor door de brandweer te ver richten wachtdiensten bij openbare vermakelijkheden e.d. in verenigingslokalen (bijlage no. 307). Punt 1. De Voorzitter deelt mede: A. dat Ged. Staten van Friesland hebben goedgekeurd: 1. de raadsbesluiten van 17 oktober 1956: a. tot het afstaan in erfpacht van een perceel bouw terrein, gelegen aan de westzijde van de Franklin- straat, hoek Willem Loréstraat, aan de N.V. Bouwkas Nederlandse Gemeenten te Assen; b. tot het afstaan in erfpacht van twee percelen bouwterrein, gelegen aan de zuidzijde van de Julianalaan, aan de C.V. „Fries Bouwbedrijf", alhier; c. tot het garanderen van de geldleningen, welke zullen worden gesloten door de N.V. Intercom munale Waterleiding Gebied Leeuwarden; d. tot het aankopen van de percelen Westerstraat no. 63 en Blekerstraat no. 20, van A. F. J. de Vos en mej. M. J. de Vos, resp. van P. Winsemius, allen alhier; e. tot het aankopen van een strookje grond, ge legen aan de Van Sijtzamastraat, hoek Van Asbeckstraat, van mevr. P. Smedinga-Boorsma e.c., alhier; 2. het raadsbesluit van 7 november 1956 tot het af staan in erfpacht van een perceel bouwterrein, ge legen aan de zuidoostzijde van de Aert van der

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1956 | | pagina 1