Wat de heer Van Balen Walter wilde zeggen houdt daar wel degelijk verband mee. De Voorzitter: Het is alleen een kwestie van proce dure, waar het hier om gaat. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van B. en W. 3. een verzoek van K. Nieuwsma, alhier, om te be vorderen, dat de voor zijn woning Noordersingel 100 staande boom wordt geveld. B. en W. stellen voor, dit verzoek ter afdoening in hun handen te stellen. Dienovereenkomstig wordt besloten. 4. bericht van verhindering van mevr. Heijmeijer- Croon. Voor kennisgeving aangenomen. Punt 3 (bijl. no. 98). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 4 (bijl. no. 101). De voordrachten van B. en W. luiden als volgt: gem. kleuterschool no. 14: mej. S. Dijkstra, alhier; gem. kleuterschool no. 15: mevr. H. Palsma-de Wal, alhier. Benoemd worden de voorgedragenen, met 32 stem men (1 bilj. blanco). Punt 5 (bijl. no. 109). De aanbevelingen van B. en W. luiden als volgt: a. lerares in de aardrijkskunde: mej. A. Hootsen te Almelo; b. leraar in de aardrijkskunde: H. de Boer te Sneek. Benoemd worden de aanbevolenen, met 32 stemmen (1 bilj. blanco). De heren K. de Jong en Wiersma vormden het stem bureau. Punt 6 (bijl. no. 103). De heer IJtsma heeft geen enkel bezwaar tegen dit voorstel en ook niet tegen het volgende op de agenda. Hoe eerder aan de mens-onterende toestand in deze buurten een einde komt, hoe liever het spr. c.s. is. Er- bestaat bij hen veel belangstelling voor voorstellen tot aankoop van dergelijke panden en spr. gelooft, dat dit niet alleen zo is in zijn fractie, maar in de gehele raad. Op een gegeven moment echter komt de vraag op: Hoever zijn we nu? Spr.'s verzoek is het volgende: Zou de raad bij de stukken overgelegd kunnen worden een overzicht van panden, vooral in de IJsbaanwijk en aan Achter de Hoven, die nu in het bezit van de gemeente zijn? Het zal misschien mogelijk zijn, zo'n lijst regel matig bij te werken. Thans krijgt de raad telkens een voorstel, dat een bepaald perceeltje gekocht wordt, maar verliest de zaak verder uit het oog. Spr. c.s. zouden ook in deze graag op de hoogte blijven. De Voorzitter heeft even de wethouder van Openbare Werken aangekeken en hij is het er met hem zonder woorden over eens geworden, dat geredelijk aan het verzoek van de heer IJtsma zal kunnen worden vol daan. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punten 7, 8 en 9 (bijl. nos. 108, 102 en 99). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 10 (bijl. nos. 81 en 111). De heer Drentje is het gebleken, dat het bestuur van de Vereniging van Volkstuinders te Huizum ge noegen heeft genomen met wat van de zijde van het I gemeentebestuur is voorgesteld. Het bestuur beschouwt I het vrije gebruik van de in de vorige vergadering ge noemde 20 are, die niet weer wordt verhuurd, als een tegenprestatie van de gemeente voor de tot 1 novem ber verkorte huurtijd. Deze tegenprestatie is vergroot, I doordat genoemde vereniging ook nog het vrije ge bruik van andere percelen heeft, die niet in het huur contract zijn opgenomen. In ieder geval is nu tegemoet gekomen aan het belangrijkste bezwaar, dat spr. in de vorige vergade ring heeft geuit. Er is nu overleg gepleegd en er is overeenstemming bereikt. Hij kan dan ook nu met het j voorstel akkoord gaan. De heer Van der Schaaf (weth.) constateert met ge noegen, dat de heer Drentje zich achter het voorstel plaatst, maar spr. meent even iets te moeten recht zetten, waar de heer Drentje zegt: Er is nu aan iets tegemoet gekomen, waaraan de vorige keer niet was voldaan. De zaak ligt n.l. precies zo als in de vorige S vergadering, zodat een opmerking, alsof de situatie iets gewijzigd zou zijn, niet juist is. De heer Drentje meent, dat er toch wel iets ver anderd is. Er is nu overleg gepleegd. En dat wilde hij slechts even zeggen. De heer Van der Schaaf (weth.) moet trachten de- zelfde hardnekkigheid op te brengen als de heer Drentje. Deze zegt nu nog weer iets anders dan hij in eerste instantie heeft gezegd, n.l.: Er is nu overleg gepleegd. Er is nu, aldus spr., door het bestuur van de vereniging instantelijk verklaard, dat het met het voor gestelde instemt. Dit was de vorige keer niet het ge val, maar dat mocht van de zijde van B. en W. toch worden aangenomen, omdat het destijds zo overeen gekomen was en waartegen van de kant van de ver eniging geen protest was ingekomen. De instemming is nu vervangen door een pertinente instemming. Spr. I kan dus de heer Drentje i.z. diens laatste opmerking I niet helemaal gelijk geven. Enfin, U bent nu uitge- I praat, zo besluit spr., en ik eveneens. (Gelach.) Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel I van B. en W. Punt 11 (bijl. no. 100). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 12 (bijl. no. 97). De heer Pols zegt, dat dit voorstel eigenlijk niet nieuw is. Spr. heeft zijn gedachten daarover al eerder ken- I baar gemaakt en hij heeft er later ook nog wel eens jfe met de wethouder over gesproken. Hij wil hier nu niet I al te veel meer van zeggen. Zijn standpunt is wel be- I kend. Met het eerste deel van het concept-raadsbesluit. I n.l. met wat vermeld staat onder a, b en c, gaat hij graag akkoord. Wat betreft het voorgestelde sub e, handhaaft spr. zijn bezwaar; hij vindt dat iets zo be langrijks als het kernfysisch onderzoek niet op deze Hf wijze: „ieder, die een klein beetje geeft, kan meedoen", gesteund moet worden. Deze zaak speelt hier nu voor de tweede keer en spr. blijft het wat klein, wat stun telig en wat stumperig vinden. Hij heeft er geen andere j woorden voor. De heer Tiekstm (weth.) kan kort zijn. Het is pre cies, zoals de heer Pols zegt: De raad heeft over deze zaak al eens eerder zijn mening uitgesproken en die I mening was in overeenstemming met het destijds door B. en W. gedane voorstel. Het standpunt van de raad (1 is dus bekend. Spr. maakt bezwaar tegen de woorden „klein, stun- J telig en stumperig", Hij gelooft niet, dat men de activi teiten van de K.E.M.A. i.z. het kernfysisch onderzoek met die woorden kan kenmerken. Dit misverstand moet uit de weg geruimd worden. De heer Pols zegt, dat hier inderdaad van een ern stig misverstand sprake is, want als spr. het zo gezegd heeft, heeft hij het in elk geval niet zo bedoeld. Hij vindt echter de manier, waarop het geld bij elkaar wordt gebracht, ten enenmale stumperig. Er is nog een instantie, die ook in deze richting werkt en dat botst wel eens hier en daar. Spr. meent, dat deze zaak meer van rijkswege moet worden georganiseerd. Dit onder zoek is, ook als spr. oordeelt naar wat hij er van ge zien heeft, belangrijk, maar de manier van financiering blijft hij stumperig vinden. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 18 (bijl. no. 107). De Voorzitter deelt mede, dat er nog een paar adres sen zijn ingekomen, maar omdat dit laat geschiedde, konden deze niet bij de stukken ter visie worden ge legd. Het ene is een adres, dat gisteren is ingekomen, van Mr. H. Hendriks, Floris Versterstraat 8, en het andere is van een aantal bewoners uit diezelfde omgeving Breitnerstraatvan L. Dorhout en anderen. Deze in gezetenen maken hierin bezwaar tegen het bouwplan voor 270 woningen. Zij zijn n.l. van mening, dat hun woningen, die aan de noordzijde van de Breitnerstraat en omgeving staan, in waarde zullen dalen door de uitvoering van het genoemde plan, terwijl ook nog de vraag opgeworpen wordt, of dit plan wel in overeen stemming is met het uitbreidingsplan. Spr. meent hiermede wel de inhoud kort te hebben weergegeven. Hij maakt daar nu mededeling van, want als de adressen bij de ingekomen stukken voor de volgende raadsvergadering zouden worden gelegd en de raad zou vanavond besluiten conform het voorstel van B. en W., zou het natuurlijk niet prettig voor de raad zijn, als hij van deze adressen zou horen en voor de adressanten zelf zou het ook niet prettig zijn. Van wege echter de korte tijd, dat de adx-essen in het bezit zijn van B. en W., heeft spr. niet anders kunnen doen dan ze hier ter tafel te leggen. Mevr. Ringenaldus-Van der Wal wil namens de fractie van de P.v.d.A. graag verheugenis uitspreken over dit plan. Het betekent immers een stap vooruit om uit de grote woningnood te komen, waarin ook Leeuwarden zich nog steeds bevindt en die veel ellen de en leed veroorzaakt. Behalve aan bouw van wonin- jgen voor grote en middelgrote gezinnen is thans ook gedacht aan 48 woningen voor alleenstaanden en wer kende vrouwen. Dat verheugt spr. c.s. te meer, omdat tot nu toe aan die groep vrouwen, die werken in beroep en bedrijf, steeds niet werd gedacht en die toch ook in onze gemeente van behoorlijke omvang is. Spr. zou willen besluiten met de wens, dat de diverse woningbouwverenigingen het voorbeeld van dit voor stel zullen volgen. De hear Santema seit, dat ek de c.h.fraksje bi- hoefte hat har tofredenheit to bitsjügjen, foaral mei de 48 wenten foar 2 persoanen. Dat is in kategory, jdy't maklik to fordielen is yn in groep fan minsken, dy t noch yn it folie libben steane, en in groep fan lju, dy't minoftomear al büten it libbensproses steane, yn dy sin, dat hja mei pinsioen binne of soksahwat en sünder mis wol yn oanmerking komme soenen foar ünderdak yn in tohüs foar alden fan dagen. It is de j earste kear, dat B. en W. mei in ütstel komme, ek wenten to bouwen fan öfmiettingen en ynrjochting, dy't sokke minsken passé. Dat fine spr. c.s. hiel bi- langryk en hja kinne net oars as dêr tige tofreden mei wêze. As men de tekening sjocht, dy't fan dit greate affearen by de stikken lei, dan kriget men yn- died in idé, hoe't aensens de wand wêze sil fan de Julianaleane. Der steane nou al in pear kompleksen en oare, by de saneamde West-Yndyske buert, binne hast al wer klear. Mar strak treft men dus oan de rjochterkant, oan de noardkant, fan de Julianaleane noch twa of trije rigels fan dy etaezje-wenten oan. Nou freget spr. him wol öf, oft op 'en dür it oansjen tan sa'n greate leane net hwat ryklik ientoanich wurde sil. En is der wol genöch rekken halden mei it byld jtan e strjitte troch yn dit gefal it middelste kompleks a in soarte fan „hofke" to meitsjen, sa as it yn 'e stikken stiet? It is natuerlik in ünderbrekking, mar om in groep etaezje-wenten in „hofke" to neamen, dêr moat wol in bytsje fantasije by. As spr. de tekening sjocht en hy libbet him yn 'e wurklikheit yn, dan stelt hy him mear in yngong of in foarfront fan in kaserne of in sikehüs as wenten foar. Nei syn idé doar dit plan der wol to wêzen, mar hy wit net, oft it op 'en dür wol foldwaen sil. Hy mient to witten, dat hjir yn it ütwreidingsplan oarspronklik blokken tocht binne, dy't minoftomear heaks op 'e as fan 'e Julianaleane stiene en dat hie dan in byld west, dat nei spr. syn idé in hiele bulte foardielen hie, ü.o. dit, dat yn de strjitten, dy't nei de Julianaleane tarinne sille en flankearre wurde troch de hege muorren fan de etaezje-wenten, de ynfloed fan 'e sinne folie greater wie as nou 't hja opsteld wurde lyk as optheden de bidoeling is. Oan de foarkant fan de Julianaleane ommers is de measte sinne en de efterkant jowt in bulte skaed. En foaral de wenten, dy't oan 'e Breitner-, de Jan van Mabuse- en de Floris Versterstrjitte steane, sille fan gefolgen de skea hawwe, dat harren minoftomear de sinne bi- nommen wurdt. Spr. soe graech witte wolle, oft hy mis is, as hy opmerkt, dat de oarspronklike opset in lyts bytsje oars west hat. Spr. mient dat üt it rieas- brief ek to lézen, hwer't stiet: „Het plan wijkt op enkele punten van het uitbreidingsplan af. Deze af wijking is echter niet principieel, maar betreft in hoofdzaak de situering van de blokken". Spr. mient, dat de situearring fan de blokken oarspronklik wie lyk as hy oan j own hat, n.l. yn de rjochting süd-noard, yn tsjinstelling dus mei de rjochting, sa as dy op 't eagen- blik is, n.l. east-west. Spr. leaut, dat men hjir yn Ljouwert yndied net üntkomme kin oan al mear en mear kompleksen heech- bou. Yn it forline is der hjir tige tsjinoan skoarre, mar nou rize hja oeral yn West, East en Süd üt 'e groun. En dat makket in geweldige foroaring yn it stêdsbyld. Fan datoangeande soe men oppasse moatte foar hwat men hjir foar it neislachte docht. Yn dy sin wurdt Ljouwert aensens ek in stêd, dy't hielendal it karakter bigjint to fortoanen van wenkasernes. Hy freget yn dit forban de oandacht foar de artikels, dy't de léste dagen yn ien fan 'e kranten steane oer de wentebou. Hjiryn wurdt wiisd op de greate foroaringen, dy't har yn 'e léste tiid foardogge en dy't sünder twivel konse- kwinsjes hawwe, dy't noch net oer to sjen binne. Hwat bliuwt oer fan it karakter fan üs stêd, sa freget spr., as men dizze etaezje-wenten nou wer yn sa'n great tal delset? Dit binne inkelde tinzen, dy't him bikroepen, doe't hy de stikken bistudearre en yn de Vertrekkamer de tekeningen der ris nést lei. Spr. wachtet mei bilang- stelling öf hwat de wethalaer op syn fragen anderje sil. De heer Bootsnia wil zich in de eerste plaats aan sluiten bij de woorden, die mevr. Ringenaldus namens de fractie van de P.v.d.A. al heeft gesproken. Het ver heugt ook spr., dat hier tegemoet gekomen wordt aan de wensen i.z. woningen voor onvolledige gezinnen. Daar zit echter toch iets aan vast wat bij spr. een vraag doet rijzen, die hij nog wel onder de aandacht van het college zou willen brengen, een vraag n.l. in zake de huurdifferentiatie. Spr. weet uiteraard, dat de gemeente de huur niet vaststelt. De cijfers, die hier gegeven worden, zijn dus meer ter bepaling van de gedachten, maar juist waar de gemeente de huisves tingscapaciteit moet opgeven, zou spr. t.a.v. de op vatting van dit begrip toch wel gaarne een nadere ver klaring willen hebben. Gaat men voor het bepalen van de huisvestingsca paciteit louter uit van het aantal personen, dus conform het raadsbesluit van 2, 4 en 7 personen, dan ligt daar een verhouding in van 1 2 3Spr. wil geenszins beweren, dat dit een juiste huurverhouding zou weer geven, maar dit is toch in feite de huisvestingscapa citeit. Er komen echter andere factoren bij; uitgaande bijv. van de oppervlakte der woningen men houde spr. ten goede, dat hij niet tot in decimalen heeft ge rekend; hij heeft gewoon de oppervlakte tussen de buitenmuren genomen en daarbij voor de grotere wo ningen de balkons buiten beschouwing gelaten en ook cle trappenhal, die gemeenschappelijk is; hij heeft dus

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1957 | | pagina 2