43
2
troffen. Gedeeltelijk wordt deze werkloosheid veroor
zaakt door de teruglopende conjunctuur en kan dus
hopelijk worden beschouwd als zijnde van min of meer
tijdelijke aard. Dit betekent echter allerminst, dat men
er daarom niet al te veel aandacht aan behoeft te be
steden. Een ieder staat daarvoor nog te helder voor
de geest de rampzalige tijd van de dertiger jaren. Het
is daarom naar de mening van spr. c.s. een absolute
noodzakelijkheid, dat er voor het opvangen van deze
werkloosheid projecten moeten worden aangesneden,
die als aanvullend werk kunnen worden uitgevoerd.
Zij betreuren het dan ook zeer, dat, niettegenstaande
hun waarschuwingen, de voorraad uitgewerkte plannen
voor dit soort werken zo gering is. Met grote aandrang
willen zij B. en W. verzoeken, hierin zeer spoedig ver
betering te brengen. Werkzaamheden ten behoeve van
het recreatie-gebied Grote Wielen/Kleine Wielen komen
hiervoor naar hun mening zeker in aanmerking.
Naast deze conjuncturele werkloosheid heeft men
echter, vooral in de drie noordelijke provincies, te
kampen met een steeds toenemende structurele werk
loosheid. Niettegenstaande ook uit Friesland velen emi
greren en de migratie, vooral naar het westen van ons
land, zeer groot is, moet helaas worden geconstateerd,
dat de werkgelegenheidssituatie in Friesland, ook on
danks de toegenomen industrialisatie-actie, niet wezen
lijk is verbeterd. En deze toestand is wel zeer benau
wend.
Spr. zou hier enkele stellingen willen lezen, die dooi'
een van de inleiders op het op 8 maart j.l. door de
P. v. d. A. te Assen gehouden congres te dezer zake
werden verdedigd.
„De in de laatste jaren eerder toegenomen dan ge
daalde migratie vanuit de noordelijke provincies zal
in de komende decenniën voortgaan."
„Deze eenzijdige migrantenstroom draineert de
noordelijke provincies, waardoor bevolkingsopbouw,
sociale structuur en welvaartsverhoudingen worden
scheefgetrokken."
„Wil men deze ontwikkeling stuiten, dan zal verdere
industrialisatie en ontwikkeling van de diensten
sector noodzakelijk zijn."
„De industrialisatie zal dan alleen het gewenste
effect hebben, als gestreefd wordt naar regionale
concentratie, die zowel uit planologisch, als uit
economisch en sociaal oogpunt wenselijk is."
„Om dit doel te bereiken, is een reeks op elkaar
afgestemde maatregelen nodig; deze kunnen worden
onderscheiden in die, welke gericht zijn op ver
betering van het economische, sociale en culturele
klimaat en die, welke meer direct de vestiging van
bedrijven stimuleren."
„Al hebben provinciale- en gemeentebesturen een
belangrijke taak, het doel zal niet worden bereikt
zonder grote medewerking van de rijksoverheid."
„De rijksoverheid zal hierbij de kosten moeten af
wegen tegen de baten, inclusief de niet in geld uit
drukbare, en de resultante moeten vergelijken met
die van de zeer kostbare projecten, die met name in
het westen worden ontwikkeld om de bevolkingsaan
was te kunnen opvangen."
„De huidige werkloosheid, die met name in de
noordelijke provincies relatief hoog is, vestigt op
nieuw de aandacht op de structuur van dit gebied,
die ondanks de na de oorlog genomen maatregelen
nog zeer zwak blijkt te zijn, en daarmee op de
urgentie van een complex van doelgerichte maat
regelen."
Daar spr.'s fractie deze stellingen volledig onder
schrijft, staat zij op het standpunt, dat alles zal moeten
worden gedaan om tot een planmatige bestrijding van
de werkloosheid te komen; daarbij zal er voor moeten
worden gewaakt, dat door te veel commissoriaal werk
de uitvoering van beraamde plannen wordt getraineerd.
De nood is hoog, er zal snel gehandeld moeten worden.
Naar onze mening zal Leeuwarden in de gelegenheid
moeten worden gesteld om, meer dan tot dusver moge
lijk is geweest, industrieën aan te trekken. Goede ver
keerswegen, zowel te land als te water, zijn aanwezig;
maar voor het scheppen van een gunstig industrieel
klimaat is meer nodig. Buiten industrieterreinen, die
vanzelfsprekend zullen moeten worden aangelegd, zal
de energievoorziening natuurlijk niets te wensen mogen
overlaten; voldoende en goede huisvestingsmogelijkheid
is gebiedende eis; er zal voldoende recreatiemogelijkheid
moeten zijn en er zullen voorzieningen moeten worden
getroffen om tot culturele en maatschappelijke ont
plooiing te kunnen komen. De industrievestigings
premieregeling, welke thans alleen geldt voor ontwik
kelingsgebieden, zal naar de mening van spr. c.s. moeten
worden uitgebreid tot het gehele noorden. Leeuwarden
met zijn praktisch niet stijgend en op dit ogenblik
misschien zelfs wel dalend inwonertal moet hiervoor
zeker in aanmerking komen.
Spr. c.s. weten, dat de oplossing van het werkge
legenheidsvraagstuk in het noorden en alles wat daar
mede samenhangt niet van eng gemeentelijk standpunt
mag worden bekeken, maar zij behoeven ook niet te
vergeten, dat Friesland tot het noorden behoort en dat
Leeuwarden de hoofdplaats en het centrum van deze
provincie is. Zij hebben er het volste vertrouwen in,
dat het college van B. en W. de belangen van de ge
meente op de juiste wijze zal behartigen; de fractie
van de P. v. d. A. zegt alle medewerking toe om tot een
zo gunstig mogelijk resultaat te komen.
In de bij de ontwerp-begroting gevoegde „nota met
betrekking tot de woningbouw" verwijzen B. en W.
naar een eerdere nota betreffende deze materie. Daarin
wordt o.a. gesteld, dat, om tot opheffing van de woning
nood te geraken, er de komende 10 jaren per jaar
ongeveer 770 woningen moeten worden gebouwd. In de
vorige begrotingsvergadering werd reeds gezegd, dat
er enig optimisme voor nodig was om te veronder
stellen, dat dit aantal te realiseren zou zijn. De hoop
werd echter uitgesproken, dat er door de koppeling
van de bouwvolumetoewijzing aan de plaatselijke
bouwcapaciteit gunstige perspectieven zouden ontstaan.
Inmiddels is deze regeling weer ongedaan gemaakt en
heeft onze gemeente slechts een toewijzing voor de
bouw van 500 woningen gekregen. Dit aantal zal wel
iswaar wat hoger worden, omdat ook Leeuwarden wel
een deel zal krijgen van de extra toewijzing van 3000
woningen, maar het aantal van 770 wordt zeker niet
gehaald. Ook over 1957 heeft Leeuwarden wat dat be
treft al een grote achterstand; in het afgelopen jaar
kwamen immers slechts 594 woningen gereed. De toe
komst blijft dus wel zeer somber. Spr. behoeft niet
nog eens weer de onhoudbare toestanden te schilderen,
die door het tekort aan woongelegenheid ontstaan.
Sprekende over de noodzakelijke uitbreiding van blijven
de werkgelegenheid, heeft spr. reeds gewezen op de
samenhang tussen industrieel- en woonklimaat; hij vol
staat nu dus met B. en W. de volle steun van zijn
fractie toe te zeggen bij hun pogingen om voor de
gemeente de meest gunstige resultaten te bereiken.
Met grote voldoening hebben spr. c.s. kennis genomen
van het feit, dat Leeuwarden van de Bank van Neder-
landsche Gemeenten een lening, groot 5 miljoen, heb
ben aangeboden gekregen. Nu kunnen de werkzaam
heden aan de nieuwe veemarkt en die, welke hiermede
verband houden, althans voortgang vinden. Ook kunnen
de wonden in de walmuren worden geheeld en is het
mogelijk voorzieningen te treffen voor de verdere ont
sluiting van het industriegebied. Dat het nu eindelijk
mogelijk is het sportterrein te Wirdum aan te leggen,
verheugt spr. c.s. zeer. Prettig is het ook te vernemen,
dat, dank zij de voorkeurstoewijzingen uit de rente-
spaarbrieven ten bedrage van f775.000,de U.T.S.
en een school aan de Julianalaan kunnen worden ge
bouwd.
Het economisch getij is gekeerd, de gevolgen daar
van zal het gemeentebestuur zich duidelijk voor ogen
moeten stellen; het zal er rekening mee dienen te hou
den, dat Nederland moeilijke tijden tegemoet gaat.
Moge aan allen, die op verantwoordelijke posten staan,
de wijsheid en de kracht worden gegeven om die maat
regelen te treffen en die besluiten te nemen, welke er
toe zullen bijdragen, dat de moeilijkheden zo goed
mogelijk worden opgevangen.
De heer K. de Jong noemt als een van de zaken, die
de a.r. fractie na aan het hart liggen, de zelfstandigheid
der gemeente. Deze zelfstandigheid wordt nu reeds jaren
bedreigd door een onbevredigende financiële verhouding
tussen het rijk en de gemeenten. De destijds ingestelde
commissie-Oud had ten doel: te komen tot herstel van
de financiële zelfstandigheid der gemeenten. Het rap
port, dat toen door deze commissie werd geproduceerd,
vei'scheen in omstandigheden, die nogal van de huidige
vex'schillen.
De reactie van regex-ingszijde, met betrekking tot
dit px-obleem de laatste maanden naar voren gebracht,
laat duidelijk zien, dat voorshands niet meer te bereiken
is dan „eexx betere verdeling tot stand te brengen van
de voor de gemeenten ter beschikking komende totale
middelen". Geziexx de ervaringen, nu gedurende enkele
jax-en opgedaan met de mogelijkheid om subjectieve
verhoging van de algemene uitkering per inwoner uit
het gemeentefonds te ontvangen, is er aanleiding om
de vx-aag te stellen, of de wetgever ïxxet dit systeem
moet doox'gaan. Bij eexx objectieve verdeling van de
beschikbare middelen zal elke gemeenteraad moeten
trachten met het objectief aan de gemeente toekomende
deel het gemeentelijk financieel beleid te doen beheer
sen. Daarmee zal de genxeentelijke zelfstandigheid en
de eigen vex*antwoordelijkheid van de plaatselijke be
stuursorganen in hoge mate zijn gediend. Het lijkt spr.
c.s. gewenst, dit nog eens duidelijk te stellen, omdat de
praktijk van de laatste tijd ons leert, dat het in feite
de centrale overheid is, die door middel van de door
haar gehanteerde kraan der financieringsmiddelen niet
alleen uitmaakt hoeveel werken gefinancierd en daarna
uitgevoerd mogen wox-den, maar die ook de beslissing
neemt welke werken preferentie in uitvoering dienen
te bezitten, door alleen voor de door haar uitgekozen
werken de middelen beschikbaar te stellen. Deze ont
wikkeling vervult hun met zorg en zij willen hier na
drukkelijk tegen protesteren. De gemeentelijke auto
nomie komt door deze ontwikkeling danig in de klem
te zitten.
Een volgend punt, dat in de a.r. fractie leeft, betreft
de verhouding tussen het college van B. en W. en de
gemeentex'aad. Deze verhouding is in Leeuwarden ge
lukkig gunstig te noemen. Toch heeft spr.'s fx'actie wel
het bezwaar, dat de raad met betrekking tot belang
rijke zaken meexmialen op zeer korte termijn een be
slissing heeft te nemen. Nu is in de mem.v.a. toege
zegd, dat het college zal bezien, in hoeverre van be-
langrijke stukken vroegtijdig afschriften aan de x'aads-
leden kunnen worden gezonden. Spr. c.s. verwachteix
van deze toezegging index'daad een vex'betering, maar
zouden nog gaarne iets verder gaan, door te vragen
om tussentijdse informatie, voor zover dit althans be
langrijke zaken betreft.
Met betrekking tot de woningbouw zouden zij de
volgende opmerkingen willen plaatsen:
1. Hun interesseert in het bijzonder, of het z.g. plan-
Zwolsman zal worden uitgevoerd. Zij wensen het
college en daarin ook de raad geluk met het feit,
dat de rente, welke over de financieringsmiddelen
voor het uitvoeren van dit wex*k betaald moet wor
den, voor zover boven 4 liggende, door het rijk
zal worden vergoed. Deze beslissing komt in sterke
mate tegemoet aan een van de grootste bezwaren,
welke de a.r. fractie, bij de behandeling van dit plan
in de raad, destijds had. De huur kan nu belangrijk
worden verlaagd.
Wat spr. c.s. vervolgens interesseert, is de vraag,
of er nog veranderingen in het plan zelf zijn aange-
bx'acht, die ten doel hadden toch maar beneden de
z.g. curvepxljs te komen met de aanneemsom. Wan
neer deze vraag bevestigend beantwoord wordt, dan
zouden zij gaarne vernemen, welke deze verandexln-
gen zijn. Is het juist, dat bij de afvoexleidingen van
de closets van etex-nit gebruik zal worden gemaakt
in plaats van gietijzer, zoals hier ter stede algemeen
gebruikelijk? Komen de versoberingen niet in strijd,
noch fonneel noch materieel, met de plaatselijke
bouwverordening? Zij hopen, dat het college een
zekere ongerustheid, die bij hun met betx-ekking
tot dit punt aanwezig is, zal kunnen wegnemen.
2. De raad nam in zijn vorige vergadering de be
slissing tot het opstellen van een plan tot het bouwen
van 882 woningwet-woningen in het uitbreidings
plan „'t Nijlan". Spr. c.s. zouden gaarne van het
college vernemen, of het hun mening deelt, dat deze
gemeente in zeer sterke ixxate behoefte heeft aan
arbeiderswoningen. De plannen, die de laatste maan
den de raad gepasseerd zijn, lijken hun ïxiet alle
voldoende ingesteld en afgestemd te zijn op het
plaatselijke huurniveau. Leeft bij het college de
mening, dat genoemde 882 woningen in het bij
zonder zullen moeten voldoen aan het huurpeil, dat
betaald kan worden door die grote groep van woning
zoekenden, die hoe langer hoe meer achtex'op dreigt
te gex-aken, n.l. die der arbeiders?
3. Het zal de raad niet bevreemden, wanneer van de
zijde van spr. c.s. een meer regelmatig contact met
de bestux-en van de woningbouwcorporaties gevraagd
wordt. Na hetgeen hierover in de vorige x-aadsver-
gadering is gezegd, meent spr. thans met deze
woox-den te kunnen volstaan.
4. Bij de vorige begrotingsvex-gadering werd door spr.'s
fractie enige aandacht besteed aan het plan om te
komen tot het bouwen van een bejaardencentrum.
Hoewel zij zich er akkoord mee kunnen verklaren,
dat prioriteit dient te worden verleend aan het
bouwen van een verzox-gingscentx'um voor chronisclx-
zieke bejaarden, meent zij toch, dat hiermee het
vx-aagstuk van de huisvesting van bejaarden onvol
doende aandacht heeft. In het decembei'-nummer
van het maandblad van de Nationale Woningraad
„De Woningbouwvex'eniging" komt een zeer lezens
waardig artikel voor van de heer J. Oostexlxuis, di-
x-ecteur van de Nederlandse Centrale voor Huis
vesting van Bejaarden. Deze schrijver toont duidelijk
aan, dat de huisvesting van bejaarden zich in de
komende jaren in steeds sterkere mate als een pro
bleem aan de maatschappij zal presenteren. In ge
noemd artikel wordt voorts aangegeven, in welke
vormen men de huisvesting tot een oplossing kan
bx'engen en welke facetten aan de oplossing van
dit vraagstuk zijn verbonden. Spr. c.s. zouden B. en
W. willen vx-agen, of zij, na hetgeen hierover bij
de vorige begroting door dezen is geproduceerd in
een uitvoerige nota, ook verdere plannen hebben met
betrekking tot dit vraagstuk. Naar de mening van
spr. c.s. is op dit probleem ten volle de stelregel
van toepassing „stilstand is achteruitgang". Het
heeft hun verheugd, dat het college bij de planning
van de bouw van 270 woningen aan de Julianalaan
een aantal bejaard en woningen een plaats heeft ge
geven. Zij zouden de vraag willen stellen, of het in
de toekomst meer in deze richting gestuurd kan
worden. Er zijn tal van bejaarden, die zich zelf op
deze wijze kunnen helpen. Bij een bejaarden-centrum
is er een betx-ekkelijk kleine categorie, die hiexwan
gebxmik kan makexx, althans zonder dat hierbij fi
nanciële steun dient te worden geschonken. Bij het
bouwen van bejaaxdenwoningen in nox'male woon
wijken is de kans om tot opschuiving te gex'aken
h.i. het gx-ootst. Het verlaten van een te groot huis
door bejaarden zal dan kunnen plaats vinden, wan
neer eerst voldoende gelegenheid is gegeven om in
een klein gerieflijk en passend huis onderdak te
vinden, zonder dat subsidie of steun aanvaard be
hoeft te worden.
5. Spx\ x-aakt nu het probleem van de opschuiving bij
de volkshuisvesting aan. Naar de mening van henx
c.s. zal zich bij voortgang van het tempo, waarin nu
gebouwd wordt, in steeds sterkere mate de nood
zaak van opschuiving doen gevoelen. Wanneer de
bouw niet voldoende op het huurniveau is ingesteld,
zullen na vexioop van enkele jaren de woningzoeken
den, die de huur kunnen betalen van de nieuwge
bouwde woningen, direct geholpen kunnen worden,
terwijl de man met de kleine beurs zal moeten
wachten tot er gezinnen uit de z.g. oude woning
voorraad naar de nieuwbouw gaan ver-huizen. Het
is spr. c.s. bekend, dat het college met deze pro
blemen worstelt. Hun vraag is, of B. en W. ook
bepaalde lichtpunten zien in dit moeilijke vraagstuk
en hoe zij dit probleem denken aan te pakken.
Een laatste punt, waaxwoor spr. c.s. menen nog aan
dacht te mogen vragen, is de vx-aag, in hoeverre het
mogelijk zou zijn, de gemeente Leeuwarden tot ont
wikkelingsgebied verklaard te zien. Zij namen met be
langstelling kennis van hetgeen hieromtrent door het