f b. tot het aangaan van een onderhandse geldlening, groot f 1.100.000,met de N.V. Bank voor Ne- derlandsche Gemeenten te 's-Gravenhage; B. dat is ingekomen: 1. een rapport omtrent controle van de leges- en voor- schotkas en de kledingadministratie van de politie en de brandweer. Al deze mededelingen worden voor kennisgeving aan genomen. 2. een verzoek van burgemeester en wethouders der gemeente Finsterwolde om adhesie te betuigen aan het door een aantal Nederlandse geleerden aan de Minister van Oorlog en Marine gericht schrijven inzake de gevaren, verbonden aan kernexplosies. B. en W. stellen voor om dit verzoek niet in behan deling te nemen, als zijnde niet ondertekend. Dienovereenkomstig wordt besloten. Punten 2 en 3 (bijl. nos. 130 en 134). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. wordt, wel antwoorden, dat het het stellige voornemen van het college is om binnen de nu gevraagde termijn tot een uitbreidingsplan in hoofdzaak voor dit gebied te komen. Er wordt veel op gezet om dit doel te berei ken. Maar zo iets kan uiteraard nog tegenlopen. Het zou ook kunnen zijn, dat een voorstel van B. en W. aan de raad gedaan, niet de vereiste meerderheid krijgt. B. en W. kunnen het dus niet garanderen, maar het is wel zeer bepaald het streven, om de thans voorgestelde termijn de laatste verlenging van het besluit te doen zijn. Oan it adres fan 'e hear Santema soe spr. sizze wolle, dat de gedachte om dit ütwreidingsplan to bineamen mei de namme it Aldlan him persoanlik tige sympatyk is en dat hy dus yn it kolleezje wol ütstelle wol om dizze namme oer to nimmen. Dy soe hiel goed passe by de namme it Nijlan. Dêrom wol spr. oan de hear San tema wol tasizze, dat hy hjir syn bést foar dwaen sil. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorste! van B. en W. Punten 12 t.e.m. 18 (bijl. nos. 133, 131, 139, 143, 136, 137 en 146). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 4 (bijlage no. 144). De voordracht van B. en W. luidt als volgt: mej. T. G. Oltmans te Middenmeer. Benoemd wordt de voorgedragene, met alg. stemmen. Punt 5 (bijlage no. 145). De voordracht van B. en W. luidt als volgt: J. Ronner te Purmerend. Benoemd wordt de voorgedragene, met alg. stemmen. Het tweede gedeelte van het voorstel van B. en W. wordt z.h.st. aangenomen. De heren Drentje en Santema vormden het stem bureau. Punten 6 t.e.m. 10 (bijl. nos. 142, 148, 141, 135 en 138). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 11 (bijlage no. 140). De heer K. de Jong vraagt niet het woord, omdat zijn fractie niet met dit voorstel akkoord zou gaan. Het tegendeel is het geval: zij steunt het van harte. Wèl zou spr. willen vragen, of het college ook een idee heeft, wanneer dit uitbreidingsplan klaar komt. Het lijkt spr. c.s. wel gewenst, dat er een bepaalde mate van zekerheid in dezen bestaat. Ook voor de dienst lijkt hun dit nuttig in verband met de werkwijze en uitvoering. Is het de bedoeling en deze vraag zouden zij graag bevestigd zien dat dit de laatste ver lenging is, die met betrekking tot dit uitbreidingsplan wordt voorgesteld, zodat binnen het jaar het definitieve uitbreidingsplan kan worden verwacht? De hear Santema soe, nou't dit punt oan 'e oarder is, wol efkes fan de gelegenheit gebrük meitsje wolle om de oandacht derop to fêstigjen, dat ek foar dit üt wreidingsplan in namme bitocht wurde moat. Nou't it plan Nijlan al bistiet, wie it net ünaerdich, dat dit plan, dat öfsletten wurdt troch de grinzen, dy't yn de stik ken neamd wurde en dy't allegearre op it Huzumer Aldlan lizze, bineamd wurdt mei de namme fan Aldlan. Heechstwierskynlik kin de ütspraek fan de namme N ij lan, hwer't op it eagenblik twivel oer bistiet by in party minsken, fêstlein wurde troch de namme A1 d- lan tsjin de namme N ij lan oer to stellen. De heer Van der Schaaf (weth.) kan op de vraag van de heer K. de Jong, of er iets geruststellends ge zegd kan worden ten aanzien van de termijn van ver lenging, die nu weer voor dit uitbreidingsplan gevraagd Punt 19 (bijlage no. 132). De heer K. de Jong c.s. komt het voor, dat dit een te belangrijk punt is, om het als hamerstuk te laten passeren. Spr. zou er enkele opmerkingen aan vast willen knopen. Enkele maanden geleden is er een voorstel aan de raad geweest om het terrein van de Kleine Wielen aan te kopen. Er is toen, als spr. het goed begrepen heeft, bij een deel van de bevolking enige deining ontstaan, er werd gezegd: hoe kan men zo'n geval als de Kleine Wielen aankopen? Als spr. echter dit plan nader be kijkt, komt hij tot de ontdekking, dat het een goed besluit is geweest. Hij meent, dat hij hier melding van moet maken, mede om de aanvankelijke deining weg te doen nemen. Leeuwarden is, wat recreatiegelegenheden betreft, altijd zeer stiefmoederlijk bedeeld geweest; spr. ge looft, dat dit voorstel wijde perspectieven opent; dat het in ieder geval de achterstand zeer duidelijk en con creet inhaalt. Hij c.s. juichen dit van harte toe, ook in verband met de opmerkingen, die zij bij de laatste be grotingsbehandeling hebben gemaakt t.a.v. het in dustriële klimaat. Zij hebben de indruk, dat het ook in dit opzicht gunstige perspectieven opent. Met be trekking tot de werkloosheid moet het eveneens van uitermate groot belang worden geacht. Het punt werk loosheidsbestrijding ook in het voorstel van B. en W. vermeld heeft tevens de aandacht van spr. c.s. Zij hopen alleen, dat B. en W., als de werkloosheid zal af nemen en men niet al te zeer gebruik van dit project, zal maken, niet al te afhankelijk zullen zijn van uit voering in D.A.C.W.-verband. Of heeft het college zich daar min of meer op vastgelegd? Hoe groot is dit werk als D.A.C.W.-project; hoeveel man-uren zitten er in? Wordt het tempo niet te veel vertraagd, wan neer de werkloosheid zou afnemen Spr. c.s. zouden deze recreatie-gelegenheid zo spoedig mogelijk in ex ploitatie willen zien genomen. Er wordt hier gesproken van twee gemeenten en het rijk. Is ook bekend, welke exploitatievorm zal worden gekozen? Wordt het een stichting met drie participan ten of wordt het een kwestie van twee gemeenten? Misschien kan spr. daarover ook enkele nadere inlich tingen krijgen? De heer Bootsma zegt, dat hetgeen de heer De Jong naar voren heeft gebracht grotendeels overeenkomt met wat spr. namens zijn fractie wil verklaren. Van het voorstel van het college om een voorberei dend krediet van f 25.000,beschikbaar te stellen ten behoeve van de plannen tot het aanleggen van een recreatiegebied rond de Kleine Wielen, waaromtrent de raad in augustus 1957 reeds diverse inlichtingen van B. en W. heeft ontvangen, is in spr.'s fractie met alge mene instemming kennis genomen. Hij c.s. willen dan 3 ook niet nalaten om hun verheugenis over dit voorstel uit te spreken. De gemeente Leeuwarden is van nature niet rijk voorzien van recreatiemogelijkheden en door buitenstaanders wordt maar al te vaak beweerd, dat het gemeentebestuur te weinig aandacht aan dit pro bleem zou schenken. Men vergeet daarbij echter, dat het scheppen van bij de natuur aangepaste recreatie terreinen niet een kwestie is van enkele jaren, maar dat hiervoor gerekend moet worden met tientallen van jaren, alvorens een beplanting het grote publiek ten volle aanspreekt. Dat het door samenwerking met een buurgemeente en alle bij het plan „Kleine Geest" be trokken instanties is mogen gelukken om het gebied rondom de Kleine Wielen te bestemmen tot recreatie gebied o.m. voor de stad Leeuwarden, juichen spr. c.s. ten zeerste toe en zij zijn er van overtuigd, dat met dit plan naast het reeds in uitvoering zijnde plan de Fros- kepölle, de kinderboerderij met omgeving en het ont worpen recreatiegebied in het zuidwesten van de ge meente een steentje wordt bijgedragen tot verhoging- van de aantrekkelijkheid van de stad. Uiteraard zal de uitvoering van deze plannen ten zeerste afhankelijk zijn van de beschikbaar komende middelen. Daar al deze werken vrij sterk arbeidsintensief zijn, zullen ze mede werkgelegenheid kunnen bieden aan velen, die anders op uitzending naar elders of op steun zouden zijn aangewezen. Spr. wil echter gaarne dit ook in aansluiting op wat de heer De Jong zeide de wens uitspreken, dat de uitvoering van deze werken niet al te veel afhankelijk zal worden gesteld van het al of niet aanwezig zijn van een grote arbeidsreserve. Re creatiemogelijkheden staan in zeer nauwe relatie met woongelegenheid en, mede gelet op de reeds eerder door spr. genoemde reeks van jaren, nodig om een dergelijk gebied tot ontwikkeling te brengen, is een spoedige en voortvarende aanpak zeer noodzakelijk. Ten slotte kan spr. niet nalaten te pleiten voor een zo ruim mogelijke openstelling van deze nieuwe en ook reeds bestaande plantsoenen voor een gepaste be nutting van de grasvlakten. Dat zulks niet altijd met vernieling behoeft gepaard te gaan, heeft de stad Gro ningen bewezen, waar de stadsbevolking het afgelopen warme weekend een dankbaar gebruik maakte van de recreatiemogelijkheden van de openbare plantsoenen. Op dit terrein ligt uiteraard een moeilijke, maar mooie taak voor allen, die iets met de opvoeding van de jeugd hebben te maken en het is uiteindelijk voor de jeugd van thans, dat plannen als het voorliggende worden ontworpen. De verdere voorstellen van B. en W. zien spr. c.s. op niet al te lange termijn met belangstelling tegemoet Zij willen bij voorbaat de grootst mogelijke steun aan deze plannen toezeggen. De heer Pols wil zeer gaarne namens zijn fractie met de heren K. de Jong en Bootsma mee juichen. Dit plan kan alleen maar de recreatiemogelijkheden van Leeu warden ten goede komen. Wel zijn er bij spr. c.s. nog een paar vragen gerezen. De eerste is deze: Het is al weer geruime tijd geleden, dat in de raad is gesproken over een ander plan. Er zou toen rekening gehouden worden met de paarden sport cn er zijn ook een sintelbaan en een ijsbaan ge noemd. De tweede vraag is: Is door dit nieuwe plan het cndere van de baan, en, als deze vraag bevestigend wordt beantwoord, een derde vraag: zullen dan bij het nieuwe plan in de naaste toekomst ook de genoemde mogelijkheden van het vorige kunnen worden ver wezenlijkt De hear Van der Meer c.s. is dit ütstel ek tige sym patyk. Wol hawwe hja noch in pear fraechjes. Foarst: Is it ek bikend, hoef olie agraryske groun op dizze ma llear oan syn bistimming üntlutsen wurdt En twad it folgjende: It swimbad Greate Wiellen skynt net sa bést co foldwaen. As spr. it goed bigrepen hat, leit dat oan it wetter. In „goocheme" opmerking miskien, mar men kin sizze, dat men der smoarriger ütkomt, as men der yn giet. (De hear Van der Schaaf (weth.): Dat hinget der fan óf, hoe't men der yn giet!) (Laitsjen.) Spr. wit net, oft de wethalder by him seis to riede gean is. (De heer Schootstra: Hij is tenminste op de hoogte!). Spr. wol allinnich freegje: Hoe sil it komme mei it wetter fan it nije swimbad, hwant de groun fan de Lytse Wiellen sil like feanich wêze as dy fan 'e Greate Wiellen. De heer Van der Schaaf (weth.) wil graag even iets zeggen van enkele punten, die door verschillende leden van de raad zijn aangesneden. Spr. zal dan misschien enkele vragen overlaten waar de Voorzitter op zou kunnen antwoorden, omdat deze enige besprekingen in intergemeentelijk verband heeft meegemaakt en er dus misschien iets meer van kan zeggen. De heren De Jong en Bootsma hebben beiden de aandacht gevestigd op het belang van een dergelijk plan met betrekking tot de uitbreiding van de recreatie mogelijkheden, tevens in verband met het industriële klimaat en spr. mag wel zeggen, dat deze gedachten- gang ook een van de drijvende redenen voor het col lege is geweest om in deze richting werkzaam te zijn. Het beheer van dit recreatiegebied zal, omdat het ligt op het gebied van de gemeente Tietjerksteradeel, waarschijnlijk moeten worden gegoten in de vorm van een stichting, waarin de beide gemeenten twee hoofd violen spelen en waarbij mogelijk nog andere partici panten kunnen worden ingeschakeld. Hoe de verhou ding tussen deze participanten zal moeten zijn, daar over is thans nog niet veel te zeggen, want daarbij komt natuurlijk ook de vraag aan de orde, hoe een eventueel nadelig saldo over de deelnemers zal moeten worden verdeeld. Dat is een aangelegenheid, die nog niet rond is, waarever nog onderhandelingen ter af sluiting moeten worden gevoerd. Ook zal veel afhangen van de vraag de heer Bootsma heeft dit al terecht opgemerkt In welk tempo komen de middelen be schikbaar voor de realisering van het plan? De re creatiemogelijkheid in Leeuwarden is wel zodanig ge ring, dat iedere uitbreiding welkom is en spr. voor zich zou dus liever niet de mate van arbeidsreserve hier beslissend zien worden. Wel ziet hij aankomen, dat de financiële middelen bepalend zullen zijn. In welke mate kunnen deze, hetzij door middel van D.A.C.W.-rege- lingen, hetzij langs andere weg, aan de gemeente toe vloeien, ten einde te komen tot realisering? Dat een plan als dit uit de gewone, niet verhoogde, uitkering van het gemeentefonds zou kunnen worden gefinancierd, is niet erg waarschijnlijk. Men moet dus de bottle neck hier zien in het beschikbaar komen van de middelen. Een voortvarende aanpak is van het college wel te verwachten en de wens, die de heer Bootsma heeft ge uit t.a.v. de openstelling van de grasvlakten van dit recreatiegebied voor het publiek, kan het college voor lopig in zijn oor knopen. De heer Pols heeft de paardensport ter sprake ge bracht; spr. zal daarop maar niet ingaan, want dan heeft hij toch het nare gevoel, dat hij een beetje buiten de orde is. In verband met het onderhavige plan ziet spr. die wens niet gerealiseerd worden en in verband met andere plannen praat hij er liever niet over. Wat terzake van andere plannen t.a.v. de paardensport zou kunnen gebeuren, vindt hij een beetje ver van huis. De fraech fan de hear Van der Meer oer de kwaliteit fan it swimwetter yn de Greate Wiellen en yn it nije bad lit spr. leaver oan de hear boargemaster oer. Hjirmei soe hy dus bislute wolle. Voor de Voorzitter zijn er inderdaad nog enkele vra gen, die door de wethouder niet zijn beantwoord, ter beantwoording overgebleven. Dat is in de eerste plaats de vraag van de heer Van der Meer, hoeveel agrarische grond bij realisering van dit plan aan zijn bestemming zal worden onttrokken. Dat is op het ogenblik niet te zeggen, omdat in de stukken daarvan geen berekening is gemaakt. De be doeling is wel, om zoveel mogelijk agrarische grond voor zijn oorspronkelijke bestemming te sparen door, zoals men vermoedelijk op de schetstekening wel ge zien zal hebben, singelaanleg toe te passen, zodat de grootste gedeelten van de percelen, waarop beplanting zal plaats hebben, toch als weide zullen kunnen worden behouden. Dit geldt niet voor het terrein met zijn boom- of struikbeplanting rond de plas en het gedeelte met beplanting ten noorden van de plek, waar het nieuwe zwembad is gedacht. De hoeveelheid grond, die dus aan zijn agrarische bestemming zal worden onttrokken, zal

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1958 | | pagina 2