kandidaten horen noemen, ook omdat hij geen voorbe sprekingen heeft meegemaakt. Hij zal zijn stem be palen, nadat hij gehoord heeft wie de kandidaten zijn De heer Mani lijkt het wel juist om op dit ogenblik even te herinneren aan een verklaring, die namens de democratische fracties direct na de Hongarije-beweging is opgesteld en in de raad afgelegd. Spr. gelooft, dat niet een van de fracties daaraan iets heeft af te doen of er aan toe te voegen en dat hij met dit antwoord aan de heer Beuving wel kan volstaan. De Voorzitter vraagt, wie van de raadsleden nog het woord verlangt; hij zou dan nu willen voorstellen over te gaan tot stemming voor de benoeming van de eerste wethouder. Tot leden van het stembureau worden aangewezen de heren Santema en IJtsma. De heer Beuving heeft de Voorzitter toch verzocht, omdat hij niet bij de voorbesprekingen aanwezig was, de kandidaten te noemen. Nu kan spr. niet stemmen. De Voorzitter heeft niet aan de voorbesprekingen deel genomen en kan de heer Beuving dus geen kandidaten noemen. Deze heeft het wel aan spr. gevraagd, maar over diens hoofd heen aan de raad. Spr. heeft gevraagd, of nog iemand van de raads leden het woord verlangde. De heer Beuving heeft het woord gevraagd, maar zegt, dat de Voorzitter zijn vinger niet heeft gezien. Hij had de heer Mani nog willen vragen, de kandidaten te noemen. De Voorzitter zegt, dat de heer Beuving het woord al heeft gehad. De discussie is nu gesloten. De raad is nu tot stemming overgegaan. Benoemd wordt de heer J. T. Vellenga, met 32 stem men (1 bilj. van onwaarde en 3 blanco). De heer Mani deelt mede, dat de kandidaat voor de tweede vacature de heer J. Tiekstra is. Benoemd wordt de heer J. Tiekstra, met 35 stemmen (1 bilj. blanco). De heer K. J. de Jong zou als kandidaat van zijn fractie de heer Mr. J. van der Schaaf willen noemen. Benoemd wordt dé heer Mr. J. van der Schaaf, met 29 stemmen (de heer K. J. de Jong 3 stemmen en 4 bilj. blanco). De heer Van der Veen wil, voor zover het nodig is, de raad de suggestie doen om voor de vierde vacature de heer Pols te stemmen. Benoemd wordt de heer Pols, met 33 stemmen (de heer Mani 1 stem en 2 bilj. blanco). De Voorzitter zou dan nu allereerst de nieuw gekozen wethouders hartelijk geluk willen wensen met hun be noeming en daarbij de hoop uitspreken, dat hun wet houderschap zal zijn in het belang van de gemeente Leeuwarden en ook tot hun eigen voldoening zal mogen strekken. En ten slotte zou spr. hun willen verzoeken om achter de tafel van B. en W. de voor hen bestemde zetels te komen innemen. Punt 3. De Voorzitter kan mededelen, dat het college de raad uiterlijk op 25 september a.s. de begroting voor het jaar 1959 hoopt aan te bieden. Dit heeft tot gevolg, dat de sectievergaderingen kunnen worden gehouden als volgt: le sectie op 13 oktober, de tweede op 14 oktober en de derde op 16 oktober a.s. Het sectieverslag wordt uiter lijk op 21 oktober door het college ingewacht en dan zal, nadat de memorie van antwoord de raad heeft bereikt, de behandeling van de begroting in de zitting- van de raad op dinsdag 18 november kunnen plaats vinden. Spr. kan daaraan toevoegen, dat het in zijn bedoeling ligt, om de volgende gewone raadsvergadering uit te schrijven op 3 weken na vanavond en dan telkens weer om de 3 weken. De eerstvolgende gewone raadsver gadering zal worden gehouden op woensdag 24 sep tember; de daarop volgende zullen op 15 oktober, 5 november, 26 november en 17 december a.s. plaats vinden. Punt 4. De verdeling geschiedt als volgt: eerste sectie: de heren Jongbloed en Bootsma, mevr. Heijmeijer-Croon, de heren J. de Jong, Beuving en Hartstra, mevr. Boersma-Hemminga en de heren J. de Vries, Balt, J. H. de Vries en Mr. Keuning; tweede sectie: mevr. Ringenaldus-van der Wal, en de heren Kamstra, B. van der Veen, Spiekhout, IJtsma, Van der Heijde, Mr. B. P. van der Veen, ten Brug, Heidinga, Bosgraaf en W. M. de Jong; derde sectie: de heren Engels, K. J. de Jong, Mani, Santema, Ir. van Balen Walter en Taylor Parkins, mevr. Hiemstra-Molenaar en de heren Klijnstra, Dr. Hoekstra, Volbeda en Venema. De Voorzitter merkt op, dat de loco-burgemeester ambtshalve voorzitter van de eerste sectie is; het is regel, dat voor de beide overige secties i.z. het voor zitterschap, door de andere wethouders te vervullen, wordt geloot. Deze loting kan echter op het ogenblik nog niet plaats hebben, omdat uit de aard van de zaak het college nog geen loco-burgemeester heeft kunnen aanwijzen. De wet schrijft niet voor, dat de loting van de wethouders plaats vindt in de plenaire raadszitting. Dat kan ook achteraf gebeuren. Dat zal in dit geval dus wel moeten geschieden. T.z.t. krijgt de raad daar dan wel mededeling van. Punt 5. De heer Beuving moet ook protest aantekenen tegen het buitensluiten van zijn persoon, wat betreft de com missies van bijstand; spr. noemt dit een ondemocratische manier van handelen, die hij hier wel vaker aan de orde heeft gesteld. Spr. wil dit protest de vorm geven van een voorstel, zodat elk der raadsleden zich per soonlijk kan uitspreken. De Grondwet schrift voor, dat iedere Nederlander, die in een openbaar lichaam is gekozen, de mogelijkheid moet hebben de werkzaam heden in dat lichaam ten volle te kunnen nakomen. De Voorzitter deelt mede, dat hem bereikt heeft een voorstel, ondertekend door het lid van de raad de heer Beuving en luidende als volgt: „Ondergetekende verzoekt de raad de commissies van bijstand zodanig samen te stellen, dat elk lid hier in is opgenomen, nodig om zijn raadswerk volledig te vervullen". Dit voorstel kan dus mede onderwerp van de be raadslagingen uitmaken. Spr. vraagt, of nog iemand van de raadsleden het woord verlangt. De heer Ivlijnstra is het t.a.v. dit geval voor een groot deel met de heer Beuving eens, n.l. wat betreft het democratische beleid. Een lid van de raad, door een deel van de Leeuwarder gemeenschap gekozen, welke partij hij of zij dan ook moge zijn toegedaan, behoort z.i. volledig ingeschakeld te worden in het gemeente werk. Zolang de C.P.N. niet buiten de wet gesteld is, heeft zij volgens spr. ook het recht om aan alle ver gaderingen deel te nemen. Nu niemand meer het woord verlangt, stelt de Voor zitter voor om tot stemming over te gaan. Spr. is even te gauw. Hier ligt een voorstel en dat moet ten slotte ook volgens de regels tot afdoening komen. Spr. vraagt, of de heer Beuving stemming verlangt. De heer Beuving antwoordt bevestigend. De Voorzitter zegt, dat dan over dit voorstel gestemd moet worden. 3 De heer Van der Veen vraagt, of het nog even voor gelezen kan worden. De Voorzitter wil het nog wel even doen, maar had het zopas ook al voorgelezen. Hier wordt dus het ver zoek aan de raad gedaan, om de commissies van bij stand zodanig samen te stellen, dat elk lid hierin is opgenomen. De beraadslagingen waren eigenlijk al gesloten. Spr. stelt dus voor om tot stemming over te gaan. Het voorstel-Beuving wordt verworpen met 34 tegen 2 stemmen (die van de heren Beuving en Klijnstra). Benoemd worden: de heer Ir. van Balen Walter (met 35 stemmen), de heer Bootsma (met 35 stemmen), de heer Heidinga (met 34 stemmen) en mevr. Ringenaldus- van der Wal (met 35 stemmen)1 bilj. blanco en 1 bilj. voor een der vacatures blanco. Punt 6. Benoemd worden: de heer Balt (met 35 stemmen), de heer Klijnstra (met 33 stemmen), de heer Venema (met 34 stemmen) en de heer J. de Vries (met 34 stem men); de heer Beuving 2 stemmen; 1 bilj. blanco en 2 bilj. voor een der vacatures blanco. Punt 7. Benoemd worden: de heer Bosgraaf (met 33 stem men), de heer J. de Jong (met 35 stemmen), de heer W. M. de Jong (met 35 stemmen) en de heer B. van der Veen (met 34 stemmen); mevr. Heijmeijer-Croon 1 stem; 1 bilj. blanco en 2 bilj. voor een der vacatures blanco. Punt 8. Benoemd worden: de heren Ir. B. C. van Balen Walter en B. B. Hartstra (beiden met alg. stemmen), de heer Santema (met 35 stemmen) en de heer Taylor Parkins (met alg. stemmen); de heer Beuving 1 stem. Punt 9. Benoemd worden: de heren Van der Heijde, K. J. de Jong, Kamstra en J. H. de Vries (allen met alg. stem men). Punt 10. Benoemd worden: de heren W. M. de Jong, Mr. Keuning, Mani en Mr. van der Veen (allen met alg. stemmen). Punt 11. Benoemd worden: mevr. Boersma-Hemminga en mevr. Heijmeijer-Croon (beiden met 35 stemmen) en de heren Dr. Hoekstra en Santema (beiden met alg. stemmen); de heren Beuving en Klijnstra (elk 1 stem). Punt 12. Benoemd worden: de heren Balt, Kamstra en IJtsma (elk met 35 stemmen); 1 bilj. blanco. Punt 13. Benoemd worden: sub 1: mevr. Boersma-Hemminga en Dr. Hoekstra; sub 2: mevr. Ringenaldus-van der Wal en de heer Bosgraaf sub 3: de heren Ir. van Balen Walter en Tiekstra; sub 4: de heren Klijnstra en Volbeda; sub 5: de heren Bootsma en Heidinga; sub 6: de heren Bootsma en K. J. de Jong; sub 7: de heren ten Brug en Heidinga; sub 8: de heer Van der Heijde en mevr. Hiemstra- Molenaar; sub 9: de heren Engels en Vellenga; sub 10: mevr. Ringenaldus-van der Wal en de heer H. Bakker (directeur gem.dienst voor sociale zaken), allen met alg. stemmen sub 11: de heer Bootsma (met alg. stemmen) en de heer Taylor Parkins (met 35 stemmen)de heer Ir. van Balen Walter (1 stem) sub 12: de heren Jongbloed en Klijnstra (beiden met alg. stemmen). Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1958 | | pagina 2