'i v 39 «waJi.-.'rJfj De vergadering wordt om 7.45 uur heropend. Volgno. 82. Jaarwedden van de ambtenaren der ge meentepolitie f 1.099.900, Mevrouw Bingenaldus-van der Wal: Ik zou toch graag eens uw aandacht vragen voor de vacature van een vrouwelijke inspecteur voor de kinder- en zeden politie, al weet ik wel, dat dit niet een zaak is, die tot de bevoegdheid van de raad behoort, maar de porte feuille van u. Naar mjjn mening is het noodzakelijk, dat in deze vacature in onze gemeente met tussen de 80 en 90.000 inwoners wordt voorzien. Als we enigs zins op de hoogte zijn met het werk, dat door de beide vrouwelijke inspecteurs bij de dienst van politie in het verleden is gedaan, dan weten we, dat dit werk van groot belang is. Destijds is er wel in de plaatselijke pers over geschreven en ook hebben genoemde func tionarissen wel over haar werk verteld op ouderavon den, in verschillende vergaderingen van vrouwen enz. Ook is mij bekend, dat ouders vaak haar raad vroegen over moeilijkheden, betreffende hun kinderen. Dat alles is naar mijn mening wel van groot belang, vooral in deze tijd, waarin veel gewelddadigheid wordt bedre ven en onze opgroeiende jeugd in gevaar verkeert. Denken we alleen maar aan de ontsporingen ten ge volge van het alcoholmisbruik door jonge mensen, met alle gevolgen daarvan. De heer Joh. de Jong: De vraag, die ik zou willen stellen, is ook in de sectievergadering aan de orde ge weest. Ik weet wel, dat dit onderwerp niet tot de com petentie van de raad behoort, maar misschien mag ik u, als hoofd van de politie, dan by deze verzoeken in welwillende overweging te nemen om de politie deze zomer, die volgens de voorspelling weer prachtig zal worden, toe te staan in overhemd dienst te doen. Het is toch een wat vreemd gezicht, als hier in de stad de rijkspolitie in de zomer heel sportief in overhemd fietst en de gemeentepolitie in zware tuniek in de zonneschijn het verkeer regelt of andere dienst doet. Zonder tuniek mag dan misschien niet gekleed staan, maar ik zou er de aandacht op willen vestigen, dat de politie in Amsterdam en in Rotterdam in de zomer en nog wel tijdens het bezoek van de Sjah van Perzië ook zonder tuniek dienst deed. Ik hoop, dat u dit verzoek van mij in welwillende overweging zult willen nemen en de zaak met de commissaris van po litie zult kunnen regelen. De heer Hoekstra: Het is mij ter ore gekomen, dat de bezetting van de afdeling verkeerspolitie uiterst ge ring is, te gering voor een stad als Leeuwarden. Mis schien hebt u dat ook vernomen of hebt u die indruk ook en indien dat het geval is, dan zou ik graag wil len, dat daar zo mogelijk verbetering in kan komen. De verkeerspolitie laat zich zelf soms uit in deze geest, dat ze niet in staat is om aan alle eisen te voldoen bij verkeersopstoppingen en bij bijzondere gelegen heden. De Voorzitter; Voor mij blijft dus de rest van de vra gen. Ik zou willen voorstellen, dat we niet in onderlinge gesprekken vervallen, want dan vrees ik, dat we hele maal niet klaar komen. Het zal toch al een toer zijn. Dat is ook een reden, waarom ik toch wel graag de raad in overweging zou willen geven om niet te praten over zaken, die toch eigenlijk niet tot zijn com petentie behoren. Er zijn er heel veel in deze be groting, waar wel bedragen voor moeten worden ge voteerd, ten aanzien waarvan de raad zich van bespre king moet onthouden. Ik noem maar eens de ppost voor Maatschappelijk Hulpbetoon, de post voor bijzon dere scholen en ik kan er nog wel meer noemen. Het lijkt mij dus wel juist om zich daaromtrent beperkin gen op te leggen. Ook al, omdat het juist om de rege len van het spel in deze te volgen, maar dat neemt niet weg, dat ik de gestelde vragen wel wil beantwoorden. Ik wil mevrouw Ringenaldus wel graag zeggen, dat ik ook van mijn kant even overtuigd ben als zij is van de wenselijkheid van het hebben van een vrouwelijke inspectrice van politie. De grote moeilijkheid is alleen, dat de geschikte dames voor deze betrekking zo slecht te vinden zijn. Ondanks daartoe gedane pogingen is het ons niet mogen gelukken om na het vertrek van de laatste inspectrice een geschikte opvolgster te vin den, maar wanneer wij daar wel de kans toe zien, dan zullen wij bepaald niet aarzelen om weer een dergelijke functionaris te benoemen. De vraag van de heer De Jong ligt een beetje in hetzelfde vlak, maar ik zou, om hem niet helemaal ontevreden te laten, willen zeg gen, dat dit ook wel een zaak is met meer dan één kant, omdat dan nieuwe kleding zal moeten worden aangeschaft, en dat geeft dus speciaal voor de jongere leden van het politiepersoneel weer een vergroting van hun kledingschuld, die soms aanmerkelijk is. Dat is een van de aspecten van het geval. Het is ook heel merkwaardig, dat juist van de kant van de vakbewe ging, voor zover mij bekend althans, nooit een wens gedaan is zoals die, door de heer De Jong geuit, maar ik ben van mijn kant graag bereid die wens opnieuw met de commissaris van politie te bepraten. De sterkte van het politiecorps dit in antwoord op de vraag van de heer Hoekstra is in het alge meen niet aan de ruime kant. Zij is hier 140 man, en als wij daar de zieken en degenen, die met vacantie- verlof zijn, aftrekken, en rekening houden met het 3- ploegen-stelsel en de verdeling in de verschillende on derdelen, dan zal het voor iedereen wel duidelijk zijn, dat er voor elk onderdeel op een bepaald ogenblik niet veel personeel overblijft. Uw opmerking over de ver keerspolitie geldt ook voor de straatpolitie en bij tijd en wijle ook voor andere delen, maar daar is nu eenkeer niets aan te doen, gegeven het feit, dat de sterkte niet uitgebreid kan worden. Die is door de minister vast gesteld en de minister is niet bereid om hoger te gaan dan 140 man, Volgno. 82 wordt onveranderd vastgesteld. Volgno. 100. Bijzondere verkeersmaatregelen f 8.100,—. De hear Santema: Jo binne bigoun mei to sizzen, dat it needsaeklik is in oplossing foar it forkear to finen. Dat is üs fansels wol düdlik, mar ik leau net, dat it der mei de konkurrinsje fan de N.S. better op wurden is. Wy hawwe der fan hearre meijen üt'e kran- te, mar ek wurde wy nou üt'e memory fan antwurd gewaer, dat yndied de Spoarwegen fan datoangeande hielendal net mei plannen komme en nou blykt it, dat wy hielendal gjin plannen hawwe. Doe't ik riedslid waerd dat is nou goed 10 jier forlyn wie ien fan myn earste reizen nei gemeentlike ynstansjes nei de direkteur fan iepenbiere wurken, om my foaral oer dit probleem foarljochtsje to litten. En doe wist ik al hiel düdlik fan in plan. Der is hielendal gjin plan, seit men. Sa waerd dizze saek destiids ek foardroegen yn'e krante en dat kaem my einliks as lid fan'e gemeenterie to nei, omdat ik wist, dat der wol deeglik plannen bi- stienen. Wy kinne seis oer lange tiid net forwachtsje, dat it kopstasion, de ideale oplossing, ta stan komme sil. Mar de mooglikheit is der. Dat is foar üs „in wolkje as in mans han". Lit dat noch yn in takomst wêze, dy't miskien de earste jierren net forwurklike wurdt, yn alle gefal is der üt te kondensearjen, dat de Spoar wegen der op gjin stikken nei ta genegen binne, om ta dy radikale oplossing oer to gean. It is foar üs fan üntsettend folie bilang, dat der op de ien of oare ma- near yn forsjoen wurdt, hwant hwat dér yn it südlik diel fan'e gemeente wennet, sil alle dagen konfron- tearre wurde mei de aloan greater wurdende chaos fan it forkear, dy't him dér foardocht. It komt faek ge- nöch foar, dat de auto's oan de Huzumerleane ta stea- ne. En dat it diel fan de Sudergrêftsw&l, dat oanslüt oan it Suderplein, ek fol sit en dat oan alle oare kan ten rigelen fan auto's steane, dy't it hiele forkear op ek it Suderplein sahwat blokkearje. En nou liket it üs sa nuver en frjemd ta, dat de Spoarwegen net op ien of oare manear meiarbeidzje wolle. Tominsten dy yndruk makket it. Wy hawwe ommers it nuvere forskynsel, dat der just op spitsüren in trein fan Ljouwert foart giet of earst in trein fan Grins binnenkomt en fuort dêrnei ien fan Ljouwert fuortgiet. It kin jin dus oer- komme, dat men as der ek noch in rangearstel efter- oankomt, in menüt as tsien yn it hertsje fan'e stêd op ien fan de drokste plakken wachtsje moat. Ik snap net, dat dér net hwat oan to dwaen is. Soenen b. en w. by-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1960 | | pagina 21