10
1
RAADSVERGADERING
Punt 23.
De heer K. J. de Jong: Het is mede namens de heren
D. Bosgraaf en J. Bootsma, dat ik het volgende aan
de gemeenteraad rapporteer. By uw besluit van 22
juni 1960 werden ondergetekenden benoemd tot leden
der commissie voor het nazien van de gemeentereke
ning over het jaar 1959. Op 11 juli 1960 hebben zy zich
van deze taak gekweten en de rekening, alsmede de
daarbij overgelegde bescheiden onderzocht. By het
onderzoek van de jaarrekening 1954 heeft de destijds
fungerende commissie instemming betuigd met het
voorbehoud, dat het Centraal Bureau voor verificatie
en financiële adviezen der Vereniging van Neder
landse Gemeenten heeft gemaakt met betrekking tot
de dienst der openbare werken over 1954. Voornoemd
Centraal Bureau voor verificatie en financiële advie
zen heeft ook aan de rekening van openbare werken
over 1957, evenals over 1955 en 1956 het geval was,
haar goedkeurende verklaring menen te moeten ont
houden. Uit de overgelegde correspondentie is de com
missie tot haar voldoening gebleken, dat met ingang
van 1 januari 1960 verschillende administratieve maat
regelen zijn getroffen die het Centraal Bureau voor
verificatie en financiële adviezen aanleiding hebben ge
geven te verklaren, dat de bezwaren tegen de admi
nistratieve organisatie bij de dienst der openbare wer
ken, voorzover deze de regeling der interne controle be
troffen, zijn komen te vervallen en dat deze bezwaren
met ingang van het boekjaar 1960 voor het bureau
niet langer een belemmering opleveren ten aanzien van
de voor de jaarrekeningen van genoemde dienst af te
geven goedkeurende verklaring.
Met betrekking tot de jaarrekening van het grond
bedrijf over 1957 heeft het Centraal Bureau voor veri
ficatie en financiële adviezen een voorbehoud gemaakt
in verband met het nog niet voorhanden zijn van kost
prijsberekeningen en van volledige nacalculaties van
het aantal grondplannen. Het bureau deelt in aanslui
ting hierop mee, dat inmiddels met ingang van 1959 de
nodige maatregelen zijn getroffen, die tot een belang
rijke verbetering van deze zaken zullen leiden.
Op grond van ons onderzoek stellen wij u overigens
voor te besluiten de vorenstaande rekening voorlopig
vast te stellen en wel:
de inkomsten van de gewone dienst op f 37.545.859,87
de uitgaven van de gewone dienst op f 37.581.289,35
nadelig slot f 35.429,48
de inkomsten van de kapitaaldienst op f 100.569.513,54
de uitgaven van de kapitaaldienst op f 114.270.292,29
nadelig slot f 13.458.378,67
De Voorzitter: Ik dank u en de gehele commissie
zeer en ik stel de raad voor om conform het advies
van de commissie te besluiten.
De heren wethouders worden geacht niet aan dit be
sluit te hebben meegewerkt.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van b. en w.
Punt 24 (bijlage no. 192).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van b. en w.
Punt 25 (bijlage no. 193).
De heer Drentje: Tijdens de behandeling van de ge
meentebegroting heb ik er op aangedrongen wat meer
geld beschikbaar te stellen voor kleine, althans weinig
kostbare, verbeteringen van verschillende scholen. En
de wethouder heeft toen geantwoord, dat dit heel moei
lijk ging, door onze moeilijke financiële omstandig
heden. Bij de gewone voorgestelde posten was echter
ook een stelpost van f 95.000,die nog een nadere
verdeling behoefde en als ik het goed begrepen heb,
dan is deze nadere verdeling nu bij deze begrotings
wijziging geschied. Ik weet niet meer, of het in de
secties of in de vergadering is geweest, maar in ieder
geval heb ik ook wat gezegd over de Menno van Coe
hoornschool. Het was mij n.l. bekend, dat het personeel
van de Menno van Coehoornschool herhaalde malen er
op aangedrongen had kleine verbeteringen in de school
aan te brengen. Daarover had het ook geadresseerd aan
het college van b. en w. en dat alles had geen voldoende
resultaat gehad. Een van de verlangens van de ouder
commissie en van het personeel van de school betrof de
kapstokken in de gang. Nu zie ik tot mijn grote vreug
de hier bij deze begrotingswijziging tweehonderd gul
den bestemd voor nieuwe kapstokpennen. Het is in
ieder geval iets. Ik vind het jammer, dat er nu blijkbaar
geen nieuwe gordijnen, die het personeel ook gevraagd
heeft, kunnen komen. Je steekt bij wijze van spreken
zo met je vingers door de oude heen. De nieuwe bord
stellingen die men vroeg, omdat het bestaande type
verouderd was, schijnt men dus ook al niet te kunnen
krijgen. Dat vind ik ook erg jammer, omdat we in
deze zelfde raadsvergadering voor een andere school wèl
geld beschikbaar hebben gesteld voor het vernieuwen
van bordstellingen. Ik zou dan ook willen vragen: Kan
die post op een of andere manier ook nog iets worden
verhoogd of kan er een andere manipulatie plaats vin
den, waardoor aan deze toch werkelijk zeer geringe
verlangens van het personeel en van de oudercommissie
van deze school tegemoet kan worden gekomen
De Voorzitter: Inderdaad is het juist, dat, zoals de
heer Drentje heeft opgemerkt, de stelpost van
f 95.000,nu althans ten dele zijn bestemming gekre
gen heeft. De andere opmerking van de heer Drentje
over de gordijnen en de nieuwe bordstellingen zou ik
niet zo direct kunnen beantwoorden. Ik wil de heer
Drentje wel met genoegen toezeggen, dat dat punt nog
wel eens bekeken kan worden. Verder zou ik op dit
moment niet kunnen gaan. Het gaat hier over de be
groting van 1960, die het college en ik mag aannemen
ook uw raad grote zorgen baart vanwege het grote
tekort dat zij aantoont.
Hiertoe zou ik me dus graag willen bepalen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van b. en w.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van woensdag 24 augustus 1960
van woensdag 24 augustus 1960
Aanwezig: 34 leden.
Afwezig: mevr. Hiemstra-Molenaar en de heren
Mani en mr. Van der Veen.
Voorzitter: de heer mr. A. A. M. van der Meulen,
burgemeester.
Te behandelen punten:
1. Mededelingen.
2. Voorstel tot het verlenen van ontslag aan R.
Dunant, onderwijzer aan de Keizersgrachtschool (u.l.o.)
(bijlage no. 199).
3. Voorstel tot het overplaatsen van J. Krottje, on
derwijzer aan de Menno van Coehoornschool I (g.l.o.)
en T. Kramer, onderwijzer aan de Vijverschool I
(v.g.l.o.) naar de Perkschool (u.l.o.)
(bijlage no. 197).
4. Voorstel tot het benoemen van een leraar in de
handelswetenschappen aan de gemeentelijke H.B.S.-A
(bijlage no. 196).
5. Voorstel van het College van Curatoren van het
Stedelijk Gymnasium tot het benoemen van een leraar
in het Hebreeuws voor het cursusjaar 19601961.
6. Voorstel tot het aankopen van het pand Wester
straat no. 8 en van een perceel grond, gelegen aan de
westzijde van de Nieuwe Houtstraat, hoek IJsbaanstraat
f bijlage no. 200).
7. Voorstel tot het verkopen van een perceel grond,
gelegen aan de Van Loonstraat, aan de Coöperatieve
Inkoopvereniging „Oostergo" u.a., gevestigd te Leeu
warden
(bijlage no. 203).
8. Voorstel tot het afstaan in erfpacht van een per
ceel bouwterrein, gelegen aan de westzijde van de Taan-
derij, hoek Vollerij, aan het Aannemersbedrijf J. G.
Visser N.V., alhier
(bijlage no. 198).
9. Voorstel tot het onteigenen van gronden, gelegen
tussen de Dokkumer Ee en de Groningerstraatweg
(bijlage no. 201).
10. Voorstel tot het onteigenen van gronden en op
stallen, gelegen tussen het Rengerspark, de Spanjaards
laan en de Blekerstraat
(bijlage no. 202).
11. Voorstel tot het verlenen van medewerking aan
het bestuur van de Vereniging voor Christelyk School
onderwijs, alhier, voor het aanschaffen van leermidde
len ten behoeve van de scholen voor uitgebreid lager
onderwijs aan de Margaretha de Heerstraat 1 en de
Karei Doormanstraat 22
(bijlage no. 194).
12. Voorstel tot het aangaan van een onderhandse
geldlening, groot f 2.749.000,met de N.V. Bank voor
Nederlandsche Gemeenten te 's-Gravenhage
(bijlage no. 195).
13. Voorstel tot medewerking aan de bouw van 152
woningwetwoningen op terreinen, gelegen aan de noord
zijde van de Vollerij en aan de westzijde van de Spin-
nery
(bijlage no. 204).
Punt 1.
De Voorzitter deelt mede:
A. dat Gedeputeerde Staten van Friesland hebben
goedgekeurd de raadsbesluiten van 13 juli 1960:
1. tot het bekrachtigen van de aankoop van het per
ceel Blekerstraat no. 52;
2. tot het aankopen van een strook grond, gelegen aan
de noordzijde van de Swichumerdyk te Wirdum van
Joh. Bakker, aldaar;
3. tot het aankopen van de N.B. Bouw- en Aannemings
bedrijf „Friesland", alhier en tot het verkopen aan
H. Geveke, alhier, van grond, gelegen aan het
Europaplein;
B. dat zijn ingekomen rapporten omtrent controle van
de kas en de administratie van de ambtenaar, belast
met de controle op en de inning van de vermakelijk
heidsbelasting, omtrent controle van kas en boeken van
de gemeente-ontvanger, omtrent controle van de ad
ministratie van het Grondbedrijf, alsmede omtrent kas-
opneming en controle van de administratie der Open
bare Werken.
Deze mededelingen worden voor kennisgeving aan
genomen.
Punten 2 en 3 (byiagen nos. 199 en 197).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van b. en w.
Punt 4 (bijlage no. 196).
De aanbeveling van b. en w. luidt als volgt:
M. de Jong, ec. drs. te Amsterdam.
De heer Van Kalen Walter: Waar ik wel iets van
zou willen zeggen, betreft niet zozeer de persoon van
de voorgedragene, als wel de procedure. Het is mij op
gevallen, dat daar bij de stukken een mededeling was,
dat er een aantal sollicitanten was. Het juiste aantal
weet ik niet meer, maar in elk geval was er een aan
tal sollicitanten, terwijl bij de stukken alleen maar de
sollicitatiebrief van de voorgedragene aanwezig was.
Het lijkt mij toch geen juiste procedure, dat de raad
zich niet persoonlijk kan oriënteren in deze en dus een
voudig heeft te accepteren de mededeling, dat de andere
candidaten niet geschikt, of niet bevoegd, of wat dan
ook zyn. Naar mijn mening zou het juister zijn, dat
toch alle sollicitatiebrieven bij de stukken aanwezig zijn.
De heer Tiekstra Iweth.): Ik kan geloof ik kort op
de opmerking van de heer Van Balen Walter antwoor
den, omdat, zoals ook het rapport van de directeur aan
geeft, één van de sollicitanten onbevoegd was voor alle
vakken en geen van de resterende 10 voor alle vakken
de vereiste bevoegdheden bezat, met dien verstande,
dat de nu voorgedragene deze bevoegdheden op dit
moment allemaal wel heeft. En het ligt voor de hand
(en het feit, dat dit zou worden bereikt was ook te
voren al bekend), dat, ingeval het mogelijk is iemand
te benoemen, die voor alle vakken de bevoegdheden
heeft, deze candidaat de voorkeur verdient boven alle
andere en ook voor benoeming dient te worden voor
gedragen. Ik geloof, dat daarmee op de vraag van de
heer Van Balen Walter wel een volledig antwoord is
gegeven en ik geloof ook, dat we ons gelukkig mogen
prijzen voor het feit, dat deze volledig bevoegde can
didaat benoemd kan worden.
De heer Van Kalen Walter: Uiteraard was mij be
kend wat de heer wethouder heeft verteld; het stond
ook allemaal in de stukken te lezen. Hij heeft my ver
der helemaal niets meegedeeld wat ik niet wist. Niet
temin blijf ik bij mijn mening, dat de raad zich moet
kunnen oriënteren over deze onbevoegdheid wanneer er
meerdere sollicitanten zijn. En er zijn meerdere sollici
tanten. De raad heeft het recht om te weten wie ge
solliciteerd hebben. Ik geloof, dat dat toch eigenlijk
een juist inlichten van de raad is en het was ook alleen
daarom, dat ik deze opmerking heb geplaatst. De fei
telijke gegevens waren mij wel bekend.
De heer Tiekstra (weth.): Misschien kunnen we dus
het gesprek stoppen met mijnerzijds de bereidheid uit
te spreken, dat wij de raad bij een volgende gelegen-