1
RAADSVERGADERING
muieren, dat de urgentie van dit voorstel gelegen is in
de voor 1960 benodigde middelen. Wanneer dus in 1961
de normale procedure kan worden gevolgd, is er naar
mijn overtuiging geen enkel bezwaar een voorstel tot
een geldlening ter zake normaal in de raad te bren
gen. Het kan zich evenwel voordoen, dat de zaak in
1961 opnieuw door bijzondere omstandigheden acuut
wordt en we toch van de gegeven machtiging gebruik
gaan maken. Is dat het geval, dan ben ik gaarne bereid
de heer De Jong toe te zeggen, dat b. en w. in zo n
situatie toch stellig nog even overleg met de Financiële
Commissie zullen plegen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van b. en w.
Punt (bijlage no. 271).
De hear Jongbloed: Wy hawwe it niis ek al ris oer
doarpen hawn en nou binne wy wer oer üs doarpen
gear. Ik fyn, dat de strjittebilèsting dér nochal aer-
dich omheech lutsen wurdt, n.l. fan 8 en 4 pet. op 10
en 5 pet. As wy nou ris efkes forgelykje mei de doar
pen yn in gemeente, hwer't wy tsjin oan libje: Idaer-
deradiel, dêr bistiet in heffing fan 6 en 3 pet. en nou
giet it hjir fuortendaliks omheech ta 10 en 5 pet. De
doarpen fan Ljouwert falie, tink ik, ek wol ünder de
plattelansdoarpen. Is der net in mooghkheit om de doar
pen to halden op 8 en 4 pet.? Ik woe de wethaider
dêr wol ris oer heare.
De heer Xiekstra (weth.)Ik geloof, dat ik een
voudig kan vaststellen, dat de door de heer Jongbloed
bedoelde mogelijkheid er niet is. Het systeem dus van
de tarieven-verschillen tussen platteland en stad is bij
deze straatbelasting niet gehanteerd. Dit kan nu ook
niet worden ingevoerd. Dat zou leiden tot een mindere
opbrengst en ik geloof, dat de raadsbrief met betrek
king tot dit voorstel duidelijke taal spreekt. Er wordt
n.l. van ons geëist, dat wij de straatbelasting op uit
niveau brengen. En als wij dit niet zouden doen, wordt
de eventueel mindere opbrengst gekort op onze uit
kering. Dat betekent dus, dat we in dat geval twee
maal het bedrag zouden moeten missen. Voor gemeen
ten die niet in dezelfde omstandigheden verkeren als
de gemeente Leeuwarden die bij herhaling subjec
tieve verhoging van de algemene uitkering vraagt
en een sluitende begroting hebben, bestaat de noodzaak
van verhoging van deze tarieven natuurlijk nog niet.
Straks echter, als de nieuwe financiële verhouding tus
sen rijk en gemeenten (gerekend met ingang van 1
januari 1960) een feit zou kunnen worden „bestaat"
durf ik niet te zeggen zal het beeld wel volkomen
omkeren; dan zullen dus ook voor het platteland wel
hogere tarieven worden geheven.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van b. en w.
Punt lij (bijlage no. 275).
De heer K. J. de Jong: Het is niet de gewoonte, dat
de voorstellen tot wijziging van de gemeentebegroting
zulke vrij belangrijke punten bevatten als hier het
geval is, al weet ik wel, dat er reden voor is. Bij punt 1
wordt voorgesteld om een bedrag van f 1.230.000,
beschikbaar te stellen voor een nieuw industrieterrein
ten westen van de Zwette. Het is een zeer belangrijk
geval en daarom meen ik, dat er wel even enige aan
dacht aan besteed mag worden. Ik veronderstel, dat dit
voorstel het gevolg is van het vlotte verloop met be
trekking tot de uitgifte van het industrieterrein dat
aan de oostkant van de Zwette gelegen is. Wanneer
dat terrein nu inderdaad bijna uitgegeven is, dan zou dat
dus betekenen, dat wij reeds op zeer korte termijn weer
een terrein dat meer dan dubbel zo groot is als het
hier voorgestelde, bezet gekregen hebben met in
dustrieën. Het gaat met dit tempo de goede kant uit.
Wanneer dit zo doorgaat, zal het tegelijkertijd bete
kenen, dat we dan wel heel snel moeten trachten ons
best te doen om na dit terrein nog meer grond daar
voor beschikbaar te krijgen. Is die mogelijkheid aan
wezig? Is daar voldoende ruimte voor? Zijn daar maat
regelen voor getroffen? We moeten naar mijn mening
nog iets verder vooruitzien. Ik zou er wel graag een
beetje meer van weten.
De heer Van der Schaaf (weth.)Wat betreft de
vraag van de heer De Jong, kan ik zeggen: Ja, er is
nog wel weer mogelijkheid voor uitbreiding. De z.g
Hof van Eecen komt nog disponibel. We streven er naai
om die ook in eigendom te krijgen. Deze ligt in het
nog te annexeren gebied en heeft een omvang van ten
naaste bij 45 hectare, zodat we dus, nadat we dit ter
rein hebben aangelegd, onze blik weer richten op het
dan volgende stuk en wij hopen, dat we dat in het
zelfde vlotte tempo zullen verwerven.
De hear Santema: Soe ik wol efkes freegje meije,
hwer't dy Hof van Eecen leit Ik haw wol sa n bytsje
in idé. Is it miskien by Schuurmans syn fjürwurk
fabryk
De hear Van der Schaaf (weth.)It leit westlik fan
de eardere Swette en noardlik fan de spoarlyn Ljou
wertHarns.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van b. en w.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
Verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van woensdag 7 december I960
van woensdag 7 december 1960
Aanwezig: 34 leden.
Afwezig: de heren Ten Brug, Mani en mr. Van der
Veen.
Voorzitter: de heer mr. A. A. M. van der Meulen,
burgemeester.
Te behandelen punten:
1. Vaststelling van de notulen van de raadsvergade
ringen van 27 april 1960, 22 juni 1960, 13 juli 1960, 3
augustus 1960, 14 september 1960 en 5 oktober 1960.
2. Mededelingen.
3. Voorstel tot het benoemen van een lid van het
bestuur van de Stichting Volkscrediet
(bijlage no. 284).
4. Voorstel tot het benoemen in tijdelijke dienst van
leraren aan de Middelbare Handelsavondschool
(bijlage no. 279).
5. Voorstel van het College van Curatoren van het
Stedelijk Gymnasium tot het benoemen in tijdelijke dienst
van een leraar in de Oude Talen.
6. Voorstel met betrekking tot de instandhouding van
de scholen voor gewoon lager onderwijs te Goutum, Wir-
dum, Lekkum en Hempens
(bjjlage no. 290).
7. Voorstel tot het instellen van een rechtsvordering
tegen H. Mollinga te Sneek
(bijlage no. 286).
8. Voorstel tot het beëindigen van de overeenkomst
niet de gemeente Idaarderadeel, betreffende de beweeg
bare brug te Aegum
(bijlage no. 283).
9. Voorstel tot het overnemen in eigendom van de
grond van de stoepen, gelegen voor de percelen Voor
streek 24 en 32 en voor het perceel aan de Konings
straat, hoek Voorstreek
(bijlage no. 280).
10. Voorstel tot het overdragen in eigendom van
grond, gelegen aan de Jan Tooropstraat, aan de school
stichting ,,St. Joannes de Dooper"
(bijlage no. 278).
11. Voorstel tot het overdragen in eigendom van
grond, gelegen aan de Robert Kochstraat, hoek Archi-
pelweg, aan de vereniging voor Christelijk Schoolonder
wijs
(bijlage no. 281).
12. Voorstel tot het overdragen in eigendom van
grond, gelegen aan de M. H. Trompstraat, hoek Vijver
straat, aan de vereniging voor Christelijk Schoolonder
wijs
(bijlage no. 296).
13. Voorstel tot het verhuren van twee kantoorruim
ten van het Openbaar Slachthuis
(bijlage no. 282).
14. Voorstel tot het stichten van een openbare lagere
school voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijk
heden
(bijlage no. 292).
15. Voorstel tot het verlenen van medewerking voor
de stichting van een Christelijke school voor kinderen
met leer- en opvoedingsmoeilijkheden
(bijlage no. 293).
16. Voorstel tot het waarborgen van de betaling van
rente en aflossing van aan een aantal bouwspaarders te
verstrekken hypothecaire geldleningen
(bijlage no. 285).
17. Voorstel inzake het aantrekken van tijdelijke fi
nancieringsmiddelen ter voorziening in de behoefte aan
kasgeld, gedurende het jaar 1961
(bijlage no. 287).
18. Voorstel inzake het vaststellen van het krediet in
rekening-courant bij de N.V. Bank voor Nederlandsche
Gemeenten, voor het jaar 1961
(bijlage no. 288).
19. Voorstel tot het aangaan van een onderhandse
geldlening, groot f 121.000,
(bijlage no. 289).
20. Voorstel inzake het uitbreiden van het aantal
lijnen van de stadsautobusdienst
(bijlage no. 291).
21. Voorstel tot het bouwen van een beweegbare
brug over de Harlingertrekvaart
(bjjlage no. 294).
22. Voorstel tot het wijzigen van de begroting voor
het Grondbedrijf en voor de Reinigings- en Ontsmet-
tingsdienst, alsmede van de gemeentebegroting voor het
dienstjaar 1960
(bijlage no. 295).
Punt 1.
De notulen worden onveranderd vastgesteld.
Punt 2.
De Voorzitter deelt mede:
A. dat is ingekomen een brief van het lid van de ge
meenteraad, de heer J. Klijnstra, houdende de medede
ling, dat de door hem in de raadsvergadering van 16
november j.l. geplaatste opmerking omtrent het niet
hebben ontvangen van de raadsvoorstellen, opgenomen
in de bijlagen nos. 258 en 259, voorbarig was, omdat hem
naderhand was gebleken, dat deze voorstellen wel in
zijn bezit waren;
B. dat Gedeputeerde Staten van Friesland hebben
goedgekeurd de raadsbesluiten van 26 oktober 1960 tot:
1. het verkopen van bouwterrein, gelegen ten noorden
van het Schapendijkje, aan de fa. Oosterhof's Aan
nemersbedrijf te Grijpskerk/Leeuwarden;
2. het verkopen van een strook grond, gelegen aan de
Harlingertrekweg, aan de fa. Jongia, alhier;
3. het aankopen van verschillende percelen met op
stallen, gelegen in te saneren stadsdelen;
4. het verpachten van diverse wei- en gardenierslanden
5. het garanderen van de betaling van hoofdsom, rente
en aflossing van een door de stichting „De Nieuwe
Leeuwarder Jachthaven" te sluiten geldlening;
6. het aangaan van geldleningen tot een bedrag van
ten hoogste f 9.000.000,voor de bouw van op
stallen op het nieuwe veemarktterrein;
7. het aangaan van een geldlening, groot f 758.000,
met de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten te
's-Gravenhage;
C. dat zijn ingekomen rapporten omtrent controle van
kas en boeken van de gemeente-ontvanger, omtrent kas-
opneming en controle van de administratie van de Ener
giebedrijven, omtrent controle van de administratie van
het Grondbedrijf, alsmede omtrent controle van de voor-
schotkas en de leges-administratie van de afdeling Bur
gerlijke Stand der gemeente-secretarie.
B. en w. stellen voor deze mededelingen voor kennis
geving aan te nemen.
De heer Heidinga: Ik had graag een vraag willen
stellen over de huurschuld van het Kinderdagverblijf.
Ik meende echter, dat hierover iets opgemerkt wordt in