V 28 daarenboven werd nog een vrij gering percentage ik geloof 1 of 2 van de netto-recette (d.w.z.: de recette exclusief de vermakelijkheidsbelasting) als huur bijbetaald. Het is mij ook bekend, dat er in den lande verschillende methoden zijn ter berekening van deze huren en dat één van die methoden, die ook wel wordt toegepast bij verschillende verenigingen, is een vrij hoog aandeelpercentage van de recette als huur te heffen. Daarbij voorkomt men dan in ieder geval, dat men elk jaar opnieuw over een huurovereenkomst moet gaan onderhandelen. Het schijnt wel, dat overeenkom sten moeizaam tot stand komen, maai- ondertussen draait de elektriciteit door; het lampje brandt nog al tijd en er wordt nog steeds gevoetbald. Daar zit iets vertroostends in: Het gaat toch wel door. Maai' mis schien is het mogelijk om een langer lopende over eenkomst te sluiten. Tot slot de opmerking, dat ik bereid ben het College de vraag in overweging te geven, of de methode van de heer Keuning ook aanbeveling verdient bij de vast stelling van de voorwaarden, waaronder het bestuur van de Sportstichting dit hoofdveld kan verhuren aan de voetbalvereniging „Leeuwarden". De hear Santema: Ik freegje my óf, oft ta passing fan dizze recettehier net bitsjut in automatysk de han boppe de holle halden fan de fuotbalforiening „Leeu warden". Stel ris foar, dat dizze foriening strak net mear dy hichte opbringe kin as dy't hja op it eagen- blik hat en stadichwei öfsakket, sadat de recettes dus idere kear minder wurde, soenen wy dan eigentlik net automatysk in forkearde tastan biwurkje en soenen wy dan dêrmei de bilangen fan oare fuotbalforieningen net yn 'e wei stean? Wy moatte hjir uterst forsichtich mei wêze, soe ik sizze. Dizze saek hat by myn witten inkelde jierren forlyn hjir ek al oan de oarder west en doe is fia de Sportstifting in frij hwat greate garansje op it kleed kommen, hwat ek al mear yn it foardiel is fan de fuotbalforiening „Leeuwarden" en as wy nou op dizze manear troch geane, dan sjoch ik dér dochs op 'en dür wol hwat biswieren yn. Hwat de hear Keu ning wol, is my noch net hielendal düdlik, maar miskien kin hy dan nei itjinge hy yn earste ynstansje sein hat dizze saek noch ris in bytsje better taljochtsje. Jitris, ik foar mysels haw it gefoel, dat wy hjir tige hoeden wêze moatte. De heer Keuning: De heer Santema vraagt mij mijn suggestie nog toe te lichten; ik meen, dat ik in dit op zicht vrij duidelijk geweest ben. Ik geloof juist, dat de gemeente Leeuwarden er groot belang bij heeft, dat het hoofdveld van „Cambuur" inderdaad ook geld op brengt. Wanneer men nu als de heer Santema zou zeggen: „Kijk eens, als het met de voetbalvereni ging „Leeuwarden" achteruit gaat en deze dus bij wijze van spreken door haar te hoge lasten niet meer in staat zou zijn haar spelersmateriaal, haar training e.d. op peil te houden, dan betekent dat doodgewoon, dat de voetbalvereniging „Leeuwarden" dezelfde kant uitgaat als „Frisia" en op een gegeven ogenblik moet zeggen: We kunnen „Cambuur" ook niet meer beta len. Maar dan heb je als Gemeente niets meer, dan heb je dus ook geen vermakelijkheidsbelasting en dan zit je ook met je garanties voor de Stichting Sport- belangen. Ik geloof juist, dat het op dit moment een gemeentelijk belang is, een financieel belang van de Gemeente, om een dergelijke regeling te treffen. Daar door zullen de eventueel zeer goede jaren van de ver eniging de gemeente Leeuwarden ook meer en de slechtere jaren misschien minder opbrengen. Het is m.i. evenwel niet uitsluitend een financiële zaak, maar ook een zaak van recreatie, die door middel van deze vereniging aan vele duizenden mensen wordt verschaft, niet alleen aan Leeuwarders zelf, doch ook aan vele mensen uit de omgeving van Leeuwarden. Wat het antwoord van de Wethouder op wat ik ge zegd heb betreft, ik hoor, dat hij dus wel volkomen mijn mening deelt over de zeer ernstige achterstand in de sportveldenvoorziening. Wanneer het inderdaad nu niet mogelijk is met een zeer uitgebreide rijksmede werking door middel van de Dienst Aanvullende Civiel-technische Werken of iets dergelijks sport velden uitgevoerd te krijgen ik denk hier spe ciaal dus aan het Nijlanplan dan geloof ik toch, dat wij ons ernstig zullen moeten beraden, of er dan niet op een andere manier sportvelden zullen moeten komen. De toestand op dit gebied is hier wel slecht en wordt alleen maar slechter doordat meer en meer sportvelden moeten wijken voor de stadsuitbreiding. Ik begrijp overigens wel, dat de heer Wethouder zich t.a.v. de onderhandelingen met de voetbalvereniging „Leeuwarden" ietwat op de vlakte houdt, dat hij eventueel bereid is deze suggesties van mij in overweging te nemen en dat hij op het ogenblik omtrent de draagkracht en de mogelijkheden zowel van die vereniging als van de Gemeente nog niet een duidelijk antwoord zal kunnen geven. Ik wil in dit geval graag genoegen nemen met zijn antwoord, dat hij dus een zekere mate van koppeling die in het ver leden in een zeer geringe mate plaats vond, nu wel in veel sterkere mate zal willen toepassen en dat hij in ieder geval bereid is dit punt in overweging te nemen, zodat ik hierop dan ook niet verder inga. De hear Hartstra: De Wethalder docht my in bytsje huverjen, as ik tink oan it sportfjild fan Wur- dum. Wy binne tankber foar it wiidweidich bigeliedend skriuwen dat hjir by kommen is, maar wy sille fansels noch tankberder wêze, as het réalisearre wurdt. Dan hawwc wy yn de seksje frege en de hear Van der Veen hat der strak yn syn algemiene biskóging ek op attendearre hoe't it stiet mei de forfanging fan de Wilhelminabaen. It antwurd is: „Het is ons op dit ogenblik tot onze spijt niet mogelijk hierover mede delingen te doen". Nou kin dy spyt twaledich wêze: men kin spyt hawwe, dat men der noch neat oan dien hat en men kin spitich wêze, dat men hjir yn de Rie gjin meidielingen mei dwaen oer de foardering dy't der makke is. Dêr soe ik graech hwat neijers oer witte wolle. De heer K. J. de Jong: Het stilzwijgen op de sug gestie, door de heer Keuning hier gedaan, wil niet zeg gen, dat wij zonder meer achter zijn bedoelingen staan. Ik zou alleen graag eens willen afwachten, wat de Wethouder na informatie bij het bestuur van de Sport stichting hierover te berde kan brengen; dan kunnen we ons daarna erover beraden. De heer Volbeda: We hebben gehoord uit de be spreking, dat de toestand van de sportvelden over het algemeen niet best is en daarom zou men iedere ver betering toejuichen. Ik wil dat ook graag doen, mits dat niet inhoudt, dat andere takken van sport daarvan min of meer de dupe worden. En dan bedoel ik dit: Een paar jaar geleden is er voor de kaatsvereniging „Het Plein" het kaatsen ligt mij na aan het hart een oplossing gevonden met de Stichting; er is toen een ander terrein beschikbaar gesteld. Ik meende nu te weten, dat men aan de Borniastraat het terrein van F.V.C. gaat verbeteren. Op zichzelf is dit toe te juichen, maar dat houdt in, dat men gaat drai neren, dus gaat graven. Nu zou dit kunnen betekenen, dat de kaatsvereniging „Onderling Genoegen" in Hui- zum dit jaar geen oefenterrein heeft en dat zou mij ontzettend spijten. Ik zou daarom graag een beroep op het College willen doen alle maatregelen te treffen die mogelijk zijn om te dezer zake met de Sportstich ting tot een overeenstemming te komen, zodat ook de leden van genoemde kaatsvereniging hun sport kunnen blijven beoefenen. De heer Heidinga: Ik had wel verwacht, dat één van de Wirdumers over het sportterrein in Wirdum zou beginnen en gelukkig heeft de heer Hartstra dat reeds gedaan. Ik wil er ook even iets van zeggen. Ik vind het een fantastische bijlage die wij hebben gekregen, een school-voorbeeld van de ambtenarij in Nederland. In 1946 begonnen met voorbereidingen voor een sport terrein, zijn we na ongeveer 9 plannen, waarvan de grootte van de bedragen die het moet kosten, varieert van f 4.000,via f 5.000,f 150.000,f 112.000,— en f 90.000.tot f 70.000,nu, veertien jaar verder, aan het 9e of het 10e plan toe. Ik hoop dus, dat we nu het 10e er door krijgen! De hear Tiekstra (weth.)Earst dus in andert oan de hear Santema. Dizze freget him óf, oft it idé fan 29 de hear Keuning net ynhaldt, dat troch de Gemeente de fuotbalforiening Ljouwert automatysk de han boppe de holle halden wurde soe. Hy is fan bitinken, dat soks by de garansje dy't destiids jown is, ek it gefal west hat. Dat is in „hardnekkig" misforstan, mar it is net sa. De fuotbalforiening Ljouwert bitellet n.l. al hielendal foar de oplossing dy't destiids foun is foar de finansiéle situaesje fan dizze organisaesje. Dat komt dêr op del, dat de Stichting Bevordering Sportbelangen it jild rinteleas krige hat en 4y2 rinte werombart fan de fuotbalforiening Ljouwert, mei de bidoeling, dat de rinte fan it jild, dat dêrtroch by elkoar brocht wurdt, brükt wurdt om oare sporten dy't dat nedich hawwe, hwer mooglik finansiéle help en bystan to bieden. Hjir bitellet dus it bitelle fuotbal foar de amateur sport en ik leau, dat net sein wurde kin, dat dêrtroch de fuotbalforiening Ljouwert de han boppe de holle hal den is. Ik leau ek, dat de hear- Santema dat in bytsje forkeard sjocht, omdat en dat hat de hear Keuning ek düdlik makke it koppeljen fan de hier oan de recette rjocht op en del giet mei de draechkrêft. En ik soe sizze: in binliker oplossing is der hast net to bitinken, hwannear't men der fan ütgiet, dat binammen de recette hjir it alderwichtichste punt is foar de hüs- halding fan dizze fuotbalforiening. By de oare sport- forieningen spilet dy recette lang sa'n greate rol net en ik leau, dat men ünridlik is mei to ünderstellen, dat dizze fuotbalforiening troch de fan de hear Keuning ütstelde regeling yn in bifoarrjochte posysje pleatst wurde soe. Dat is sa net, tinkt my, der wurdt foar bitelle en dübel en dwêrs. De heer Keuning heeft dus nader ingehaakt op het betoog van de heer Santema en ik moet dus toch wel blijven volstaan met wat ik heb gezegd. Ik geloof, dat niemand in deze vergadering anders had kunnen ver wachten dan dat ik bereid ben de gedachte van de heer Keuning in het College mee in overweging te nemen. Hierbij deel ik dan nog mee, dat het voorgestelde recettepercentage en men heeft dat in de begroting kunnen vinden op 3% afstuitte en dat een nader voorstel van de Sportstichting op dit ogenblik zelfs al enigermate hoger is komen te liggen. Maar goed, dit punt zullen wij toch wel nader overwegen. De hear Hartstra hie it oer bylage 2, fan de mem.f.a., en dêrfan hat de hear Heidinga sein, dat het in „schoon voorbeeld", ik soe hast sizze in „school-voorbeeldis. Ik kin hjir net mear fan sizze as dat it Kolleezje it eigent lik mei de hearen alhiel iens is en dat, as it oan it Kolleezje lei, nije wike of hjoed al bigoun wurde soe mei it sportterrein yn Wurdum. Sa leit it en ik leau, dat ik dêrmei neat to folie siz, hwant sa't de Rie der oer tinkt en praet, sa tinke en prate wy der ek faek oer yn it Kolleezje fan B. en W. It is in drövige saek stadichoan, dat alles sa lang duorje moat. En as alle doarpen fan dizze greatte in goed sportterrein hawwe, dan kin ik my foarstelle, dat men dan wol ris hwat kitelhoarnich wurdt en seit: Hwannear komme wy yn Wurdum nou ris oan it fuotbaljen en koerbaljen ta? De hear Hartstra kin der lykwols wis fan wêze, dat B. en W. „niet afhouden, maar doorgaan", en hy kin der dan ek wol op rekkenje, dat wy ek al üs bést dwaen sille, dat it sportterrein yn Wurdum der dochs, net- tsjinsteande alles, komt. Allinnich hoopje ik net, dat dy plannen 12 V2 jier aid wurde. Dan hat de hear Hartstra it ien en oar sein oer de Wilhelminabaen; hjir moat ik persistearje by it ant wurd dat jown is yn dc mem.f.a. Op dit eagenblik fait der oer de forfanging fan de Wilhelminabaen noch neat to sizzen. Miskien is der in mooglikheit, dat de Rie der yn koarten wol hwat mear fan hearre kin, mar op dit stuit kin ik der bislist net mear fan sizze. De heer K. J. de Jong heeft gezegd, dat uit het stil zwijgen van de zijde van hem c.s. niet mocht worden geconcludeerd, dat men stilzwijgend akkoord zou zijn gegaan met de gedachte van de heer Keuning. Ik zie het gebeuren, dat op deze wijze ieder raadslid even duide lijk maakt, hoe hij er over denkt. Dan weten B. en W. ook meteen, hoe de Raad er over denkt uiteraard, maar ik geloof toch wel, dat ik aan de heer De Jong in overweging mag geven hier eens over na te denken. Overigens moet ik er op attenderen, dat deze discussie in de Raad wel een soort van „hearing" is. De ver huur is echter bij raadsbesluit bij gelegenheid van de oprichting van de gemeentelijke Sportstichting inder daad gedelegeerd aan het bestuur van de Sportstichting, maar B. en W. stellen de voorwaarden vast. De Raad kan er dus bij gelegenheid wel weer naar vragen, maar het wordt niet aan de Raad voorgelegd. Dat mis verstand zou ik graag meteen uit de weg willen rui men, want anders zou de heer De Jong verwachten, er vanavond of morgen weer mee geconfronteerd te worden; dat is dus in deze procedure niet het geval. De heer Volbeda heeft even geattendeerd op de po sitie van de kaatsvereniging „Onderling Genoegen". Ik zal dit puntje doorgeven aan de Leeuwarder Sportstichting en dan zal deze, mogelijk in overleg met andere verenigingen, moeten zien, dat voor de oefen gelegenheid van deze kaatsclub een andere oplossing wordt gevonden. Ik kan, geloof ik, hiermee in tweede instantie volstaan. De begroting van dc „Leeuwarder Sportstichting" wordt z.h.st., overeenkomstig het voorstel van B. en W., vastgesteld. Aan de orde is de Gemeente-begroting. De Voorzitter: Hierbij zullen weer subsidiepunten ter sprake komen, maar ik hoop telkens bij de desbe treffende post daar nog even de aandacht op te vestigen. Personeelsaangelegenheden. De heer Spiekhout: Uw antwoord in de mem.v.a., dat de invoering van het ideeënbussysteem enige ver traging ondervond en dat in verband daarmee nog geen ideeën zijn ontvangen, is een mysterieus antwoord. Is het systeem nu al ingevoerd of is het niet ingevoerd? En ik zou willen vragen: Zo neen, wanneer denkt men daartoe over te gaan? Het lijkt me toch niet een punt, waarvoor zoveel voorbereiding nodig is. De heer Velienga (weth.): Er is een redactie van een systeem voor de ideeënbus in B. en W. geweest, die door mij namens B. en W. in de vergadering van de Commissie voor Georganiseerd Overleg is besproken. Wel was hier- en daar wat verschil van mening over bepaalde artikelen en de interpretatie daarvan. Naar aanleiding daarvan is de zaak opnieuwe in B. en W. geweest. Toen is de definitieve redactie vastgesteld en daarmee zou het systeem dus kunnen worden inge voerd. Dat betekent o.m. twee dingen: a. dat er bussen moesten worden besteld; die zijn inmiddels besteld; b. dat het ons goed leek een soort prospectus van spel regels te ontwerpen, zodat dus alle leden van het ge- meentepersoneel die iets wilden doen, ook wisten, hoe het moest, wat er aan vast zat, enz. Het schrijven van wat ik dus even „het systeempje van spelregels" noem, is vertraagd geworden door het feit, dat de man van de afdeling Personeelszaken, die dit zou verzorgen, in be slag werd genomen deels door de afwikkeling van de zaak van de werkclassificatie, deels omdat hij betrok ken was bij een paar' nieuwe indelingen van de werk tijd in verband met de arbeidstijdsverkorting bij een paar vitale bedrijven van de Gemeente hier in de stad. Maai' die kwestie van de spelregels is op een oor na gevild. Zodra dat klaar is en dus alle leden van ons personeel er kennis van hebben genomen, hoe die zaak kan worden en moet draaien, worden de bussen ge plaatst en dan hopen we dus, dat er wat „uit de bus" komt. Dan is die zaak „in de bus". Volgno. 30. Jaarwedden van de ambtenaren en be dienden der gemeentesecretarie, de concierge en de boden en van het kantoor van de gemeente ontvanger f 664.040, De heer Spiekhout: Bij dit volgnummer werd ge vraagd: Hoe komt het, dat het personeel gelijk geble ven is, terwijl de werkzaamheden toch toenemen? Toen ik die vraag onder ogen kreeg, dacht ik: Nu kunnen we straks eens vernemen, wat de rationalisatie van de dienst door aanschaffing van moderne boekhoudma chines enz., heeft uitgewerkt. Het stelde mij dus een beetje teleur, dat geantwoord werd: We hebben wel

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1961 | | pagina 15