2
Punt 1.
De Voorzitter deelt mede:
A. dat Gedeputeerde Staten van Friesland hebben
goedgekeurd:
1. het raadsbesluit van 7 december 1960 tot het onder
hands aanbesteden van de bovenbouw van een be
weegbare brug over de Harlingertrekvaart;
2. het raadsbesluit van 28 december 1960 tot het ver
strekken van een geldlening, groot f 409.550,aan
de „Stichting Leeuwarder Industriegebouwen";
3. het raadsbesluit van 8 februari 1961 tot het instel
len van algemene warenmarkten (wijkmarkten)
4. de raadsbesluiten van 12 april 1961:
a. tot het aankopen van het perceel IJsbaandwars-
straat 17;
b. tot het aankopen van een grondstrook, gelegen
langs de Marshallweg;
5. de raadsbesluiten van 3 mei 1961:
a. tot het afstaan in erfpacht van een perceel
bouwterrein, gelegen aan de westzijde van de
Marningeweg, aan N. Hoekstra, alhier;
b. tot het verhuren van gedeelten van het perceel
Arendstuin 41 aan het Instituut voor de Gees
telijke Gezondheidszorg in Friesland, alhier;
c. tot het aankopen van het perceel Spanjaards
laan 30;
B. dat bij Koninklijk Besluit van 10 april 1961, no. 15,
alsnog goedkeuring is verleend aan het raadsbesluit
van 7 oktober 1959 tot het verkopen van een perceel
bouwterrein, gelegen ten noordoosten van de Juliana-
laan en aan de oostzijde van de Hobbemastraat, aan de
Kerkvoogdij van de Hervormde Gemeente Huizum, al
hier;
C. dat zijn ingekomen:
1. het besluit van de voorzitter van het centraal stem
bureau, waarbij de heer H. Jellema, alhier, benoemd
is verklaard tot lid van de Gemeenteraad in de
vacature, ontstaan door het ontslag van de heer
J. de Vries;
2. een rapport omtrent controle van de leges-admini
stratie van het Bureau Huisvesting.
Deze mededelingen worden voor kennisgeving aan
genomen.
Punt 2 (bijlage no. 163).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 3 (bijlage no. 164).
De aanbeveling van B. en W. luidt als volgt:
de heren D. Beeksma en J. Hofma te Leeuwarden,
F. Koornstra te Wirdum,
W. Kuitert te Leeuwarden,
J. de Lange te Hempens,
T. Roorda te Wytgaard en
D. Wijma te Leeuwarden.
Benoemd worden de heren Beeksma, Hofma, Koorn
stra, Kuitert, De Lange, Roorda en Wijma, met alg.
stemmen.
De heer Mr. van der Schaaf komt ter vergadering.
Punt 4 (bijlage no. 166).
De voordracht van B. en W. luidt als volgt:
de heer C. J. Swart te West-Terschelling.
Benoemd wordt de heer Swart, met alg. stemmen.
Punt 5 (bijlage no. 165).
De voordracht van B. en W. luidt als volgt:
1. de heer B. van der Wal, onderwijzer aan de Wisses-
dwingerschool (u.l.o.);
2. de heer J. A. Tolsma, onderwijzer aan de Perk-
school (u.l.o.);
3. de heer R. Zijlstra, onderwijzer aan de Wissesdwin-
gerschool (u.l.o.).
Benoemd wordt de heer Van der Wal, met 33 stem
men (1 stem op de heer Tolsma).
Punt 6.
De aanbeveling van het College van Curatoren luidt
als volgt:
de heer D. D. Osinga, alhier.
Benoemd wordt de heer Osinga, met alg. stemmen.
Punt 7.
De aanbeveling van het College van Curatoren luidt
als volgt:
Ds. Ph. Loggers, alhier.
Benoemd wordt Ds. Loggers, met alg. stemmen.
Mevr. Ringenaldus-Van der Wal en de heer Drentje
vormden het stembureau.
Punt 8 (bijlage no. 161).
De heer Van Balen Walter: In de vergadering van
28 december j.l. heeft onze fractie zich verzet tegen
het voorstel om een rechtsvordering in te stellen tegen
de heer Backer. De Raad is destijds niet met onze be
zwaren akkoord gegaan. Het voorstel, dat nu voor ons
ligt, is een logische en door ons voorziene consequentie
van het destijds getroffen besluit. Onder die omstan
digheden menen wij ons nu niet tegen dit voorstel te
moeten verzetten.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punten 9 t.e.m. 12 (bijlagen nos. 168, 160, 155 en 159).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 13 (bijlage no. 162).
De Voorzitter: Er is in de laatste bijlage bij dit voor
stel (ontwerp-besluit no. 7522 h) een kleine vergissing
geslopen. Onder II wordt voorgesteld om de behande
ling van de onder I bedoelde rechtsvordering zo nodig
voort te zetten in hoger beroep en cassatie. Te veel
is daarbij het „hoger beroep", want hoger beroep is
in een geval als dit niet aanwezig; er is alleen een
cassatiemogelijkheid. Ik verzoek U daarom de woor
den „hoger beroep en" te schrappen.
Z.h.st. wordt daarna besloten overeenkomstig het
voorstel van B. en W. (met inachtneming van de aan
gebrachte wijziging in het ontwerp-besluit no. 7522h).
Punten 14 t.e.m. 17 (bijlagen nos. 169, 158, 157 en 175).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 18 (bijlage no. 167).
De heer Van der Schaaf (weth.): Het leek het
College juist, dat, voordat dit onderwerp in behandeling
wordt genomen, nog even wordt medegedeeld, dat het
College voorstelt om alsnog een tweetal wijzigingen
aan te brengen en wel n.a.v. hetgeen in de Commissie
Openbare Werken is besproken. De meerderheid van
deze Commissie heeft zich met het plan kunnen ver
enigen, maar toch uiting gegeven aan een tweetal wen
sen, die dan de volgende zijn:
De ene betreft de situering van het blok Hdat op de
tekening, die bij de stukken ter inzage heeft gelegen,
staat geprojecteerd ten zuiden van de Egelantierstraat.
Het College stelt voor dat blok overeenkomstig de
wens van de Commissie Openbare Werken in meerder
heid ten noorden van de Egelantierstraat te stichten.
Ter toelichting kan ik het volgende mededelen. Het
College is er met de Commissie Openbare Werken van
overtuigd geworden, dat de waarde van de woningen
van dat blok H(in totaal 90 stuks) door die verplaat
sing wordt vergroot. Deze woningen zullen dus alle
een verbetering t.o.v. de zonnestand verkrijgen en ze
3
zullen alle aan de zijde, waar de woonkamer is gelegen,
een breder veld van uitzicht hebben. Het is misschien
goed, dat ik voor degenen, die het wensen te zien, deze
kaart hier nog eventjes disponibel houd. Het tweede be
langrijke punt van deze wijziging is dit: aan de klach
ten en de bezwaren, die zijn geuit van de zijde van de
bewoners van de straat, waar die particuliere flats
staan, wordt op deze wijze volledig tegemoet gekomen.
Dit brengt mede, dat het blok G ook een kleine ver
schuiving ondergaat, waardoor voorkomen wordt, dat
de blokken H en G één lange rechte wand zouden vor
men. De bedoeling is nu, dat blok zo op te stellen, dat
men toch nog een zekere verspringing krijgt. Dat is
de ene wijziging.
De tweede wijziging is deze: De liften, die zijn ge
projecteerd in de blokken H en H en die volgens de
tekening op één plaats zouden stoppen en nog wel op
een plaats, die niet erg gunstig leek, zullen nu een
stopplaats krijgen bij alle drie woonlagen. De meer
kosten daarvan vallen mee; die bedragen per blok bijna
f 1.500,en er is ons verzekerd, dat de exploitatie-
opzet voor de lift in deze H- en H '-blokken nog wel
enige ruimte laat en dat dus de exploitatielasten uit
dezen hoofde niet behoeven te worden verhoogd.
Resumerende herhaal ik de twee wijzigingen: ver
plaatsing van het blok H met een geringe verschui
ving van het blok G en het voldoen aan de wens van
de Commissie Openbare Werken t.a.v. de liften.
Misschien mag ik van de gelegenheid gebruik maken
om mijn verontschuldiging aan te bieden voor het feit,
dat ik te laat ter vergadering ben gearriveerd. Het
kwam doordat een naar mijn mening nogal onbesuisde
jongeman mijn auto geblokkeerd had, zodat ik met
een taxi naai- hier ben moeten komen. Ik verzoek U
die verontschuldiging wel te willen aanvaarden.
De Voorzitter: Die verontschuldiging zal de Raad on
getwijfeld graag aanvaarden.
De heer Heulinga: Dit punt van de agenda geeft ons
aanleiding tot het maken van enige opmerkingen.
Door het bouwen van deze 498 woningen en 15 win
kels zal het uitbreidingsplan 't Heechterp zijn voltooi
ing kunnen vinden. Op zichzelf juichen wij het toe, dat
de voor bebouwing bestemde terreinen systematisch
worden volgebouwd en dat er hier en daar niet jaren
lang braakliggende terreinen overblijven, maar het is
ons niet onverschillig, hoe deze terreinen worden
volgebouwd. En naar onze mening valt er dan wat
't Heechterp betreft niet veel te roemen. Het Friesch
Dagblad noemde dit stadsdeel enige weken geleden een
steenwoestijn en die indruk wordt door deze bouw in
derdaad bevestigd. De gevels van de nu ontworpen
woningen wijken niet af van hetgeen er reeds staat.
Doordat de thans te stichten gebouwen nog belangrijk
hoger zijn dan die, welke er al staan, wordt het fa-
briekachtige, of zo men wil, het op een kazerne gelij
kende, nog meer geaccentueerd. Dit klemt het aller
meest voor de drie woonblokken, die geprojecteerd zijn
aan de Groningerstraatweg. Zouden hier volgens het
plan in eerste aanleg woonblokken van 8 woonlagen
komen, thans wordt er voorgesteld hiervan 10 woon
lagen te maken, waardoor deze bebouwing, gezien in
het raam van de Groningerstraatweg, grandioos uit de
toon valt. Het zou o.i. wel aanvaardbaar zijn geweest,
wanneer er een aardige bebouwing rond het verkeers
plein, dat daar straks komt, zou zijn ontworpen. Het
Europaplein moge als voorbeeld dienen, dat het anders
kan en goed kan en dat het ook kan geschieden door
vaklieden uit onze eigen stad. Dat is echter aan de
Groningerstraatweg niet mogelijk, omdat hier reeds be
bouwing aanwezig is. Naar onze mening is het de taak
van de ontwerper om allereerst te zorgen voor een
aanvaardbare bebouwing van de riante invalsweg, de
Groningerstraatweg, en in de tweede plaats deze be
bouwing harmonisch aan te sluiten bij de achterlig
gende. Hier geschiedt het precies andersom; de drie
hoge flats dienen om wat er achter ligt te markeren.
Er lijkt ons geen enkele reden aanwezig om dit te doen,
ook wanneer we letten op het esthetisch effect van
het hele complex.
Het aanzien van de andere woonblokken (aan de
Egelantierstraat enz.) geeft eveneens geen enkele re
den voor bewondering. Alles hetzelfde patroon. Is dat
nu beslist noodzakelijk? Naar onze mening niet. Wij
denken hier bijv. aan de woningbouw van Patrimonium
in de omgeving van de Pieter Stuyvesantweg. Door
variatie in de architectuur heeft men daar heel aardig
het stadsbeeld verfraaid en naar onze mening het
woonklimaat veraangenaamd. Het lijkt er echter veel
op in 't Heechterp, dat alles wordt opgeofferd aan het
rationele bouwen; alles gelijk en zo vaak mogelijk her
halen. Nu zou ik de laatste zijn om niet te erkennen,
dat dit, wat de exploitatie betreft, zeer bepaald voor
delen heeft. Een groep aannemers heeft ditzelfde meer
malen bij het College van B. en W. bepleit, n.l. continu
en rationeel bouwen. De Leeuwarder aannemers heb
ben echter altijd een nul op het request gekregen. Zodra
er echter een bedrijf als de Intervam op het toneel is
verschenen, wordt zelfs het beeld van een gehele
w ij k opgeofferd aan de rationalisatie van de bouw.
Nu willen wij best aannemen, dat het College hier niet
de omstandigheden heeft kunnen leiden, doch geleid is
geworden door de omstandigheden, maar voor de Leeu
warder aannemers blijft het zuur. Dat is echter maar
terzijde.
De tot in het ongerijmde doorgevoerde rationalisatie
springt sterk in het oog bij de twee blokken maison
nettes, die gebouwd zouden moeten worden aan de
Kastanjestraat en aan de Egelantierstraat. De hoogte
van deze bebouwing maakt het noodzakelijk, dat er
een lift komt. De liftschacht is echter niet in de be
bouwing opgenomen, maar die poot men heel gewoon
in de voortuin. Hier doet men eenvoudig de lift er buiten
om de regelmatige herhaling van de eenheden niet te
verstoren. Deze liftschacht, gewoon vier muren en een
dak, is dan weer met een loopbruggetje verbonden aan
de galerijen van de woningen. Onoverdekte loopbruggen.
Dit lijkt veel op sommige graanpakhuizen hier ter
stede. Men heeft daar bij het water een opzuiginstalla-
tie voor het graan en door een koker verdwijnt het
graan dan in het pakhuis. Zo ook hier: de mensen gaan
omhoog in de koker, gaan door het verbindingsbrug
getje en zo verdwijnen ze in het mensenpakhuis.
Uit hetgeen gezegd is zal U gebleken zijn, dat wij
tegenover dit plan zeer gereserveerd staan, voorzover
het betreft het architectonisch aanzien en tevens wat
de situering van de bouwblokken aan de Groninger
straatweg aangaat, maar ook de indeling van de kleine
woningen aan de Groningerstraatweg is beslist niet
mooi. Die kunnen wij zeker niet roemen. De maison
nettes worden bij ons nog wel aanvaardbaar geacht en
dat er winkels in dit gebied gebouwd zullen worden,
verheugt ons echt, maar naar onze mening hadden die
er eigenlijk voor een deel al moeten zijn, gezien het
aantal mensen, dat daar al woont. Maar nogmaals, het
knelpunt bij onze fractie zijn de kleine woningen, waar
uit de drie flatgebouwen aan de Groningerstraatweg
bestaan. Deze kleine woning, waarvan 240 stuks zullen
worden gebouwd, is te klein en bovendien van een
slechte indeling. De woningen worden in de bestrij-
vingsbrief 4-persoons woningen genoemd. Ze bevatten
ook werkelijk 2 slaapkamers. Het ene slaapkamertje
is echter meer een smal vertrekje, als het ware een
verbrede gang. Tegen één van de langsmuren kunnen
twee één-persoons-bedden achter elkaar staan; dan
blijft er nog een smal paadje voor over. Dat noemt
men een slaapkamer. Als hier vier personen in dit huis
moeten wonen, moet het gezin van een bepaalde sa
menstelling zijn en anders gaat dat helemaal niet. Dan
is het maar een 3-persoons woning. Bovendien is de
gehele indeling- niet fraai. De wasplaats met het lavet
ligt tegen een slaapkamer aan. Mijn ervaring is, dat
de vrouwen graag die wasplaats bereikbaar hebben
vanuit de keuken. Dat ligt trouwens ook voor de hand.
Dat zal, dacht ik, mevrouw Ringenaldus mij ook wel
willen toestemmen. Ons grootste bezwaar is echter, dat
hier wordt overgegaan tot de bouw van 240 van der
gelijke woningen. Dit zet een bepaald stempel op het
woningbcleid van Leeuwarden. Neem nu eens de drie
plannen van zeer recente datum. Het eerste is het plan
van 318 woningen in 't Nijlan, tot de bouw waarvan
de Raad heeft besloten op 2 december 1959. Hiervan is
nog niets gebouwd, maar er zijn bij deze 318 woningen
95 kleine, zoals er hier ook worden voorgesteld. Na het
agendapunt, dat we nu behandelen, volgt er een voor-