10 11 deze aanbesteding maar één niet-erkende aannemer uit de bus is gekomen, zijn oorzaak vindt in het feit, dat dit enige malen voorgekomen is bij andere. Ik heb soms in een ondeugend ogenblik wel eens de gedachte gehad, dat de conjunctuur en de verzadigdheid van werk misschien ook een rol spelen, maar dat is dan ook een ondeugend ogenblik geweest. De heer Engels heeft een bepaald concrete vraag gesteld en ik geloof, dat die in de loop van het betoog ook wel is beantwoord, Inderdaad is het een feit, dat deze aanbesteding gebonden was aan het door mij reeds genoemde reglement; dit reglement le verde volgens de procedure deze ene inschrijving op en daarom is in dit geval, zoals ik al een- en andermaal heb gezegd, de zaak volkomen dui delijk. Ik stel het dan ook op prijs te verklaren, dat ik mij in dit geval ten enenmale stel achter de houding die de adjunct-directeur in dezen op de aanbesteding zonder dat hij zich a tête reposée daarover kon bera den, heeft ingenomen. De Voorzitter: Dan stel ik nu voor hierover de be raadslagingen te sluiten en indien de Raad hiermede akkoord gaat, dan rijst de vraag, of iemand van U stemming over dit voorstel verlangt. De heer Heidinga: Moet ik het zo begrijpen, dat aan neming van dit voorstel inhoudt, dat de Gemeenteraad er mee akkoord gaat, dat dit werk opgedragen wordt aan De Ruiter en Holtjer? De Voorzitter: Dat wordt niet aan de Raad gevraagd, mijnheer Heidinga; er wordt alleen een aanvullend kre diet van f 81.650,aan de Raad gevraagd. Ik herhaal mijn vraag: Wenst iemand van U stem ming over dit voorstel? De Raad wenst geen stemming. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Dan schors ik voor enige tijd deze vergadering. De Voorzitter: Ik heropen deze vergadering en stel aan de orde: Punt 28 (bijlage no. 283). De heer Bootsma: Dit punt, n.l. het voorstel inzake het aanleggen van een recreatieterrein in het Nijl&n het staat hier een klein beetje uitvoeriger omschre ven heeft zeker ook weer de instemming van onze fractie. Het is dus in de allereerste plaats, dat ik, ook namens mijn fractie, blijdschap er over wil uitspreken, dat dit punt vanavond op de agenda prijkt. En temeer waar Uw College ook meent, dat dit wel zo urgent is, dat dit niet als aanvullend, maar als geheel vrij werk uitgevoerd zal dienen te worden, op grond van de over weging, dat de opheffing van verschillende sportterrei nen, gevolg van de stadsuitbreiding en mede van de industrialisatie van onze Gemeente, het noodzakelijk maakt, dat op zo kort mogelijke termijn in de behoefte aan sportvelden wordt voorzien en dan niet alleen sportvelden voor de actieve, maar ook voor de passieve recreatie. Gelegenheid voor beide soorten recreatie zal ook wel geboden kunnen worden in dit plan. Ook wij zijn er van doordrongen, dat dit hoogst noodzakelijk is, maar o.a. het aantal voetbalvelden, dat hier geprojec teerd is, is nauwelijks voldoende om datgene wat ver dwijnen gaat te vervangen. Er kan dan ook zeker nog niet gesproken worden van een uitbreiding op de tota liteit hier in onze Gemeente. Behalve dat wij dus deze verheugenis over het voor stel, zoals het hier ligt, kunnen uitspreken, menen wij toch wel op een paar punten speciaal de aandacht te moeten vestigen. Dat is in de eerste plaats, dat wij eigenlijk van oordeel zijn, dat in de parkeergelegenheid in de omgeving van dit recreatiegebied toch eigenlijk onvoldoende is voorzien. Er is wel een bepaald gedeelte van het plan (het definitieve of misschien nog niet ge heel definitieve, maar althans het nader uitgewerkte plan, dat enigszins afwijkt van datgene wat wij bij de stukken gekregen hebben), voornamelijk in de omge ving van het zwembad, waar een aantal wagens ge parkeerd zal kunnen worden. Bij de Van Loonstraat is ook ergens, in de omgeving van de tennisbanen, een parkeerhaven gedacht en, volgens mij verstrekte in lichtingen, zou men er niet voor terugschrikken om ook eventueel in de groenstrook, geprojecteerd aan de oost zijde van de Middelzeelaan, over te gaan tot het maken van parkeerhavens. Ik meen echter, dat wij hier onvol doende rekening houden met het steeds groter worden van het wagenpark van de burgerij; in de ruimste zin van het woord zou ik er haast aan toe willen voegen, want ik zie er ook van komen, dat de sportbeoefenaren steeds meer met een eigen vehikel naar deze terreinen zullen komen. Dat is dus één punt, waar wij de aandacht nog speciaal op wilden vestigen. Een ander punt is de outillage van de sportvelden. Ergens in de raadsbrief staat, dat in het krediet, dat wij nu gaan uittrekken, nog niet begrepen zijn de kleed ruimten, de kleed- en wasgelegenheden, dus in feite de outillage. Op enkele andere sportterreinen hier in de stad is dit ook zo gebeurd, maar eigenlijk heeft men ten aanzien daarvan iets andere overwegingen laten gelden. In die gevallen werden de velden zelf als aan vullend werk uitgevoerd, in welk raam de kleedruimten eigenlijk minder goed passend waren; deze komen dus achteraan. Ik kan me ook wel indenken, dat het, daar deze velden een bepaalde periode nodig hebben, voor dat ze bespeeld kunnen worden, niet rendabel is al direct te beginnen met deze gebouwtjes op te trekken. Ik zou er echter toch wel op willen aandringen hiermee niet te lang te wachten en toch nog ook met de verdere uitwerking hiervan de nodige spoed te betrachten. Wel licht dat het daardoor mogelijk zal zijn bij de ingebruik stelling van deze terreinen t.a.v. de outillage, voor wal betreft kleed- en wasgelegenheid, ook de nodige voor zieningen te treffen. Een ander facet, dat hierbij naar voren komt, is, dat er in de behoefte aan een bepaalde recreatie, hoewe daar toch een vrij groot gedeelte van onze bevolking ook wel belang bij heeft, in dit recreatieplan niet is voorzien; er is n.l. geen vast complex van volkstuinen geprojecteerd. Men kan natuurlijk ook van dit plan niet een schaap met vijf poten maken. Het project is vrij druk bezet, maar ik meen toch, dat er in één van de hoeken van dit terrein, n.l. in het meest noordooste lijke gedeelte, waar de oude boerderij staat en waar ook een speeltuin gepland is, misschien een bescheiden, zelfs een te bescheiden, gedeelte gereserveerd zou kunnen worden voor een klein vast complex van volkstuinen Hier staat in deze hoek wel vermeld „speeltuin", maai die gehele hoek, die daar boven de opritten naar het nieuwe viaduct ligt, is ook al bij de laatste plannen niet in overeenstemming met het kaartje, dat ons hier aan geboden is. Ik geloof, dat wij dan het gedeelte van onze bevolking, dat een volkstuin wenst, toch ook nog eigen lijk een hart onder de riem zouden steken, als wij doen blijken, dat het ons ook ernst is om hieraan tegemoet te komen. Ik weet wel, dat wij een aantal jaren gele den een plan hebben aangenomen voor een complex van vaste volkstuinen ten zuiden van het Van Harinxma- kanaal, maar een ieder van ons zal er van overtuigd zijn, dat de realisering daarvan nog wel verscheidene jaren op zich zal laten wachten. Ik zou dus speciaal dit onderdeel nog in de aandacht van het College wil len aanbevelen, te meer daar ik toch mag aannemen, dat het complex, zoals het hier getekend staat, niet zijn definitieve vorm heeft en dat hier, zonder dat ge weld gedaan wordt aan het hoofdstramien, toch nog wel iets te verwezenlijken zou vallen. Een andere sport, die in Friesland zeker niet op de allerlaatste plaats staat, maar die in Leeuwarden, dat toch ook een bepaalde aantrekkingskracht uitoefent op de plattelandsbevolking, heel vaak beoefend moet wor den op een paar toevallig overschietende hoekjes, is de kaatssport. Wij hopen, dat het mogelijk zal blij ken ook ten behoeve van deze kaatssport een be paald terrein aan te wijzen, dat daarvoor ook werkelijk geschikt is. Ik heb mij n.l. laten vertellen, dat een voet balveld zonder meer niet geschikt is voor kaatsveld. Toen wij vroeger kaatsten, deden we het op de straat stenen en dat ging ook altijd goed, hoewel er wel eens een bal naast in plaats van in het perk kwam. Maar de serieuze beoefenaars van deze sport zouden toch zeker graag zien, dat hun verlangens ook eens ge honoreerd zouden worden. We zijn nu op het ogenblik allemaal wel erg ver heugd, dat dit plan hier op tafel ligt en dat geldt zo wel voor het recreatieplan in zijn geheel als voor het zwembad in het bijzonder, maar een ander punt is: Wanneer zal dit werkelijkheid worden? Er wordt wel gesproken over een bepaalde termijn, waarbinnen dit technisch mogelijk zal zijn, maar hier is toch nog een kwestie van financiering en van dekking daarvan. Ik zou dus ook graag van het College, tenminste als dat mogelijk is, willen vernemen, of men hieromtrent ook bepaalde verwachtingen koestert en in hoeverre naar buiten uitgedragen kan worden, dat dit plan op vrij korte termijn werkelijkheid zou kunnen worden. De behoefte eraan is er; dat staat vast. Dat is ook door het College in het voorstel onomstotelijk gesteld, maar ik geloof toch, dat het zowel voor de Raad als voor de burgerij wel van belang zou zijn, wanneer men ook een iets meer positief geluid zou kunnen vernemen om trent de financiële mogelijkheden. Ik geloof, dat ik hiermee wel de vragen die bij ons opgekomen zijn, heb weergegeven en ik zou het hier dus in eerste instantie graag bij willen laten. De heer Hoekstra: In onze fractie zijn de verschil lende problemen, door de heer Bootsma aangehaald, ook besproken en hij zal ook wel vele anderen be halve mij de woorden uit de mond genomen hebben. Ik wil mij dus bekorten, maar toch nog even met nadruk de aandacht vestigen op de kwestie van het parkeren, want zowel op dit kaartje als in de andere stukken die ter visie lagen, is naar onze mening in de parkeer- mogelijkheden onvoldoende voorzien. Ik acht het voorts van groot belang elk der ver schillende verenigingen, die U hier al reeds naar voren heeft gebracht in de raadsbrief wordt o.a. gespro ken over hockey, voetbal, enz. te vragen naar de bijzondere eisen voor het inrichten van het veld voor hun sport. Ik heb mij n.l. laten vertellen, dat de Ned. Heide Mij. in dit opzicht wel wat globaal te werk gaat en misschien althans vroeger was dat zo niet geheel capabel is om aan de specifieke eisen voor de velden te voldoen. Dan is het ons, evenals de heer Bootsma, opgevallen, dat hier niet sprake is van een kaatsveld en dat heeft ons buitengewoon teleurgesteld. Wij zouden er graag op willen aandringen een of ander veld, zoals ik het zie het handbalveld, tevens voor het kaatsen in te rich ten. De verdere opzet zal nog wel aan wijzigingen en aan discussies onderhevig zijn, zodat ik het graag hierbij zou willen laten. De hear Santema: Ut namme fan üs fraksje mei ik forklearje, dat wy oer it algemien wol ynnommen binne mei dit plan. Wy hiene eigentlik hast net tinke kinnen, dat binnen sa'n koarte tiid hjir al sokke reéle plannen foar üs lizze soenen, ek mei in frij greate kans om binnen net al to lange tiid ütfierd to wurden. Dêrfoar üs tige tank oan it Kolleezje. Men fielt it eigentlik by it sjen fan dit plan krekt sa oan as it yn it riedsbrief biskreaun stiet: „De beslotenheid van de hof van het kleedgebouw met de verschillende doorkijken kan tel kens een verrassend effect geven, waardoor de wijd heid van het bassingedeelte na het doorwaden van de waadgoot een gevoel van bevrijding kan doen ont staan." Wy hiene it wurd „lyrysk", dat al ris faker yn de Rie brükt is, hjir ek op'e lippen en wy binne der bliid om, dat ek it Kolleezje fan B. en W. dit sa sjoen hat, alhoewol der in biheining by stiet: „het kan een gevoel van bevrijding opleveren". In bult fan hwat de hear Bootsma hjir sein hat en hwat nochris wer ünderstreke is troch de hear Hoek stra, libbe ek by üs. Binammen miene wy ek, dat der in keatsfjild komme moat. De Ned. Heidemij. sil miskien üt reden fan syn ünbikendheit mei dit stik Frysk- nasionale sport der net oan tocht hawwe. De suggesty fan de hear Hoekstra om bygelyks ien fan de oare fjilden dêrfoar to bistimmen, kin üs weardearring en ik soe hast sizze ek üs meistimming hawwe. Fierders moat ik my dochs wel efkes distansiearje fan it stanpunt fan de hear Bootsma, hwannear't hy seit, dat yn ien fan dy uterste hoekjes yn it noardeas- ten noch in terreintsje reservearre wurde moat foar üs folkstünders. Wy binne der fan oertsjüge, dat de folks- tünündernimmers in kategory fan boargers yn üs Ge meente foarmje, dy't alle mooglike weardearring for- tsjinnet. Mar oan de oare kant giet it üs wol hwat to fier om dit ek al ünder it ünderwerp „sport" gear to bringen. De rekréaesje, dér soe men it ünderbringe kinne, mar dat is in kwestje, dy't men dochs wol wer efkes bisjen moat yn it forban fan de oare fjildtsjes, dy't dêr lizze. It is nou ienkear in feit, dat in folkstün yn in kompleks oare fjilden, sij it dan ek, dat it hjir yn de uterste noardeast-hoeke frege wurdt, altiten hwat in rommelich idé jowt. My komt yn 't sin de diskusje, dy't wy yndertiid hawn hawwe, doe't bisletten waerd om it folkstünterrein oan de südkant fan it Van Harinxmakanael to „plannen". Der is doe ütdruklik by sein, troch mear as ien riedslid, foar safier ik wit, dat wy der foar soargje moasten yn forban mei de ynfals- wei, dat dat kompleks sa kreas wêze moast, dat wy üs der net oer hoegden to skamjen. Yn alle gefallen like it my om dat foar to kommen better ta, dat ek dit lytse terrein der net foar binutte wurdt. Foar it grea- tere gehiel liket my dit dochs wol it béste. De heer Kanistra: Bij de grote waardering voor dit plan die al is geuit, willen wij niet achter blijven, of schoon wij nog wel enkele opmerkingen willen maken en enkele wensen willen naar voren brengen. Het was te verwachten, dat er in de Raad een grote eenstemmig heid t.o.v. de verschillende punten zou bestaan, want ook in onze fractie is men al direct begonnen met te vragen: Waar is eigenlijk een parkeerstrook of een parkeerterrein? Dat is voor ons wel het grootste knel punt. Wij weten, dat het parkeervraagstuk op het ogenblik door het steeds toenemende wagenpark al heel moeilijk is, maar dat zal straks nog veel erger worden, want er komen al meer en meer wagens bij de sportterreinen. We weten toch zeker, dat degenen die straks naar deze terreinen gaan, gebruik maken, grotendeels tenminste, van een vervoermiddel, hetzij auto, brommer of wat voor voertuigen er maar meer meer zijn, tot autopeds toe. (Gelach.) Hoe men dat wil regelen, zou ik graag aan de bevoegde instanties wil len overlaten, hoofdzaak is, dat er parkeerruimte komt. Ik ben het met de heer Santema eens, dat we hier niet moeten beginnen maar dat is een persoonlijk stand punt met van deze stukken terrein nog iets af te nemen voor volkstuinen. Ik vind het prachtig als men zijn genoegen vindt in het werken in een volkstuintje. Wanneer de mensen wat ouder worden, willen ze zeer ze ker wel eens een of andere hobby hebben. Er zal echter voor een ander terrein gezorgd moeten worden, want ik ben het weer met anderen eens, die vragen: Waarom is hier niet een kaatsveld aangelegd? Kaatsen is toch een bij uitstek Friese sport. Wij mogen op dit recreatie terrein, als het straks gerealiseerd is, echt trots zijn, maar als daar de gelegenheid ontbreekt om de kaats sport uit te oefenen, meen ik toch wel, dat dat te be treuren is. Wanneer ik het kaartje voor me neem en ik zie in het noorden de kinderafdeling, dan komt de vraag bij mij op: Wat betekent dat zwarte plekje helemaal in de punt? Is dat misschien bedoeld als piasvijver? (De heer Van der Schaaf (weth.): Helemaal in die punt?) Ja, helemaal in de punt. (Grote hilariteit.) (De heer Van der Schaaf (weth.): Neen, daar is niet zo'n vijver). Ik hoor intussen, dat dat zwarte stipje een boerderijtje is. Ik neem dus op gezag van de Wethouder aan, dat er niet een dergelijke vijver is, maar ik zou toch graag willen, dat zoiets (Mevr. Heijmeijer-CroonEen spartel vijver.) wordt aangelegd. Hier moet dus een correctie op komen. En dan ben ik even optimistisch. Ik denk aan een mooie zomerse dag, wanneer moeder met haar kinderen daar een middag er waren destijds optimisten in ons midden, die zeiden een hele dag naar toe trekt, maar is daar dan gelegenheid om te zitten? Er is eigenlijk ook nergens een plaats voor toiletten en het zal toch ook nodig zijn, dat die er komen en ik geloof, dat het mogelijk is. Er zal ook wel een oppasser komen, bij wie een sleutel zal zijn te verkrijgen, want dat is mijn persoonlijke mening daar moet toezicht op zijn. Dan missen we in het plan ook nog een vrij trap veld, waar dus de jeugd, ook de rijpere jeugd, zich even kan uitleven, zonder dat ze entree behoeft te betalen. Ik meen, dat het wel dienstig is, die daar, zo mogelijk, ook nog in te plannen. Ook wil ik er nog even de aandacht op vestigen, dat met het oog op degenen, die daar langere tijd ver toeven, een theetentje wel echt op zijn plaats zou zijn.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1961 | | pagina 6