58 59 dit lijkt mij toch zonder meer een oplosbaar probleem en ik dacht niet, dat de fluoridering, als dit het enige bezwaar zou zijn, daar op af zou springen. De medische kant is uiteraard van groot belang, maar U zult van ons als raadsleden niet verwachten, dat wij hier een diepgaande medische beschouwing over dit punt gaan geven; wij zijn leken. Alleen de heer Hoekstra maakt op dat punt een uitzondering, maar aan de andere kant is het toch, geloof ik, nodig, nu dit probleem aan de orde komt, dat we onze mening vormen. Ik heb ook getracht dat te doen en mij daarbij uiteraard door wei-deskundigen zo veel mogelijk laten voor lichten. Ik heb getracht een eigen mening te vormen aan de hand van wat zowel vóór- als tegenstanders van fluoridering op dit punt hebben gezegd. Mijn conclusie is geweest, dat in de eerste plaats het effect van fluoridering op de bestrijding van de cariës een punt is, waar niet veel verschil van mening over bestaat. Fluoride is dus heilzaam voor de gebitten, vooral van de jeugd. Ik geloof, dat dat wel door bijna iedereen wordt aanvaard. Inzake de invloed op het gebit op oudere leeftijd is men minder zeker. Over de volstrekte onschadelijkheid is men niet zo eensgezind, maar ik geloof, dat het toch bepaald een kleine minderheid is, die nog gevaar vreest, maar die heeft dat gevaar ook nooit concreet aangetoond. Vele anderen daarentegen zijn ervan overtuigd, dat bij flu oridering met 1 deel op 1 miljoen, zoals wordt voorge steld, geen enkel risico wordt gelopen. En ik moet U zeggen, dat dat toch ook wel op heel wat statistisch materiaal steunt, op heel wat onderzoekingen, zowel in het buitenland als ook hier. En ik ben tot de overtui ging gekomen, dat het, menselijkerwijs gesproken, toch wel zeker is, dat er op dit punt geen gevaar te duchten is. Ik moge hierbij verwijzen naar de conclusie van het rapport van de Gezondheidsraad. Ook het tand artsen-congres heeft hier een uitspraak over gedaan, de Wereldgezondheidsraad heeft dit aanbevolen en ik meen, dat ook een congres van medici hier een uit spraak over heeft gedaan, maar dat heb ik zo gauw niet terug kunnen vinden. De Provinciale Raad voor de Volksgezondheid heeft, naar ik meen, ook over het medisch aspect een advies gegeven, dat positief was en gunstig t.a.v. fluoridering. De mensen, die dit ad vies gegeven hebben, zijn bepaald geen kwajongens en als men in ons toch nogal voorzichtige Nederland op dit terrein tot deze conclusie komt, dan is dat voor mij wel overtuigend. Het rapport van de Gezondheidsraad gaat ook wel degelijk in op de kritiek op de fluoride ring en ik geloof, dat die kritiek daarin toch wel af doende is weerlegd. Men is zo voorzichtig geweest, om naast de buitenlandse gegevens ook in ons land eerst nog weer zelf een experiment op touw te zetten, de gegevens van het buitenland te verifiëren en ook te bekijken, of misschien andere voedingsgewoonten hier ook andere aspecten te zien zouden geven. Het lijkt me dan ook toe, dat, medisch gezien, fluoridering wel ver trouwd is. Als alle toevoegingen aan levensmiddelen die we allemaal dagelijks slikken, zó degelijk onder zocht en getest waren op onschadelijkheid, dan zouden we heel wat geruster kunnen zijn. Dan kom ik tot het derde punt en dat is dan het principiële aspect. Daar heb ik over het algemeen toch wel veel gevoel voor. Het is een eis van democra tie, dat men ook voor afwijkende meningen,al is het de mening van een kleine minderheid, zoveel mogelijk res pect wil opbrengen en ze ook zoveel mogelijk wil ont zien. Dat behoeft men overigens in onze kringen niet te leren; bij ons waren toch de eersten die voor dienst weigeringsmogelijkheden hebben gepleit. Maar er moet natuurlijk in de praktijk geleefd worden en we weten allemaal, dat er allerlei gevallen zijn, waarin op dit punt een compromis gesloten moet worden. M.i. speelt ook de opvatting, dat men door bepaalde denkbeelden van een heel kleine minderheid niet het belang van een grote massa mag schaden, een grote rol. Ik kan per soonlijk die principiële bezwaren die dan wel worden aangevoerd, niet delen. Ik zal ze dus ook niet kunnen verdedigen. En ik herhaal in verschillende andere gevallen hebben ook toevoegingen aan levensmiddelen plaats, die praktisch door iedereen worden genomen. Nu is er soms wel de mogelijkheid bij dat soort dingen, als men het weet, om uit te wijken, maar, naar ik meen, is die mogelijkheid bij drinkwater er ook hoe wel ik me niet ontveins, dat dat voor die kleine minder heid dan wel bezwaren mee zal brengen. De Gezond heidsraad zegt, dat men dan maar fluorvrij drinkwater beschikbaar moet stellen, moet laten halen, maa. dat is natuurlijk geen kleinigheid. Ik weet niet, of dat praktisch uitvoerbaar is, maar ik meen gehooi d te hebben, dat men tegenvoordig ook door een voorzet- apparaat de fluor uit het water kan halen. Daarom geloof ik toch ook, dat dit principiële bezwaar niet houdbaar zal blijken te zijn, ook niet, omdat het water dat wij nü gebruiken, ook al geen natuurprodukt is. Wij halen er van alles uit en in bepaalde gevallen wordt er chloor aan toegevoegd. Ik geloof niet, dat men nu plotseling bij deze kleine fluortoevoeging dat alles zo sterk moet overdrijven. Bovendien is er een grool be lang mee gemoeid. Ik geloof, dat men het daar over het algemeen wel over eens is; de voordelen zijn heel duidelijk, zowel op het gebied van het voorkomen van de last die men heeft van een slecht gebit, als op eco nomisch gebied. En het tekort aan tandartsenhu.p in ons land, dat, zoals ik me heb laten vertellen, in de toe komst eerder groter dan kleiner zal worden, maakt het ook nodig om op andere wijze wat aan het tandbederf te doen. Hier zou men dus krachten door vrij krijgen, omdat duidelijk is aangetoond, dat fluor een heel goede werking heeft op het gebit, vooral als het bij kim leren wordt toegediend. Kortom, onze fractie is in overgrote meerderheid van mening, dat ook voor Leeuwarden fluoridering van het drinkwater nuttig en goed zou zijn. En ik geloof ook, dat het dan goed is, dat de Raad maar een uitspraak over deze zaak doet, zodat onze vertegenwoordigers in de aandeelhoudersverga dering weten, hoe de Raad er over denkt en da. zij dan ook maar duidelijk laten blijken, dat wij het nodig vinden, dat de wetenschap, die we nu hebben opgedaan op dit terrein, ook toegepast wordt in het belang van de bevolking van Leeuwarden. Hierbij zou ik het voorlopig willen laten. De heer Hoekstra: Ik ben blij, dat de heer Spiek- hout over de fluoridering het woord heeft gevoerd en dit mag ik wel beschouwen als aanleiding om het door mij beloofde gesprek aan te vangen. Ik heb de inö.uk. dat dit niet overbodig is, want heden, vóór de thee pauze in de middagvergadering, hoorde ik U toch nog even in min of meer officiële woorden zeggen, dat l' thee wenste te drinken zonder fluor. Maar dat zal U niet zo gemakkelijk vallen. Het doet mij genoegen want ik mag wel aannemen, dat U nogal veel en graag thee drinkt dat ik mag veronderstellen, dat Uw gebit wel in goede staat zal zijn, want thee is een van de grootste fluorleveranten bij onze voeding. En daar uit mag ik wel opmaken, dat U en U hebt dat ook vanmiddag al gezegd die Uw oordeel zeer terecht steeds baseert op dat van Uw adviseurs-deskundigen (wij hebben dat ook al bij de parkeervoorzieningen van U gehoord).dus nog niet geheel volledig op de hoogte is gesteld, al blijkt dit slechts uit deze finesse. Het is daarom van belang U over fluor nog iets te zeggen te méér, omdat dit ook ter sprake zou moeten komen bij het punt, dat samenhangt met de school tandartsen- zorg. De toestand der jeugdige gebitten in Friesland is waarschijnlijk nog erger dan elders in Nederland Ik heb tenminste vooral de tandartsen van het Friese platteland hierover gehoord en daar is de toestand vol gens hen schrikbarend. Volgens omvangrijke statistie ken die over miljoenen mensen handelen, drinken min stens 45 miljoen mensen ongestraft fluor in de concen tratie van 1 milligram op 1 liter. Men weet hierdoor de tandcariës opzienbarend te beperken. Kan dit hier niet geschieden? We mogen echter nooit op statistieken afgaan en het ligt dus ook niet in mijn bedoeling um aan de hand van statistieken dieper op deze zaak in te gaan. Ik zou dat liever willen doen aan de hand van de verschijnselen, die zich op dit gebied hier in Fries land afspelen. Hoe staat het hier eigenlijk met dit tandbederf? Heeft inderdaad hier 99 pet. van de men sen, ook van U zoals U hier zit, last gehad of nóg last van deze tandziekte? Dit zal misschien belangrijke in vloed kunnen uitoefenen op het uitbrengen van Uw stem aanstonds. (Gelach) Leed of lijdt dus inderdaad 99 pet. van de bevolking aan deze volksziekte, aan dit Randbederf? Het antwoord moet luiden: Ja. Deze st mis mag overigens wel als ziekte beschouwd wor de omdat niet alleen de pijn haar als ziekte stempelt, ni i ook omdat het ondermijning van de gezondheid in i t algemeen, maar vooral bij de opgroeiende jeugd m< zich mee brengt. In het bijzonder de gebitten van de jeugd zijn ernstig door het bederf aangedaan en speciaal die van de kleuters. In Friesland en wel op ht eiland Ameland zijn 501 kleuters ter zake geob- st eerd. 300 daarvan hadden een slecht gebit. De rest flii: beginnende cariës! Dit eiland zou zich zo schitte- |r< hebben geleend voor een nuttig sociaal-genees- jwi üg experiment, als dat nog nodig was geweest, p we leven wat deze cariësbestryding betreft in 'leen tijd, dat geen experimenten meer nodig blijken te Bij De profylactische waarde van het fluor in deze is Onomstotelijk aangetoond. In dit geval behoeft de Friese mens dus niet als proefobject te dienen. In Tiel fis li en er na 5% jaar al toe overgegaan de resultaten jvan de fluoridering van het drinkwater wereldkundig (te aken, terwijl toch de Gezondheidsraad, ingesteld de Minister, zich had voorgesteld dit pas na 15 jaar Ite doen. Maar na 5VZ jaar is daar al gebleken, dat het (nodig was de gunstige veranderingen door een een voudige en geringe vermeerdering van fluor in het drinkwater bekend te maken. Fluor zit n.l. normaal ook al in drinkwater; hier in Leeuwarden hebben we 0,1 milligram per liter drinkwater. Helaas (uit weten schappelijk oogpunt althans) heeft nu ook heel Gelder land besloten om fluoridering in te voeren en ook de veigelijk-stad Culemborg dreigt van fluor te worden (voorzien. Daarmee zou aan een zeer fraai onderzoek in het oog van de tandartsen, die op de nog volgende w> nschappelijke uitslagen van het onderzoek wach- t(. verloren gaan. Dat neemt echter niet weg, dat jv nu nog ieder jaar duidelijker blijkt, hoe gunstig d> fluor werkt. Ieder jaar blijkt het gunstige resultaat duidelijker, omdat steeds meer kinderen in Tiel vanaf hun geboorte fluor hebben gehad. Toen men op een g ven moment begon, kregen kinderen vanaf het 6e jaar en jonger fluor in het drinkwater; de gunstige invloed hiervan mag nu reeds voor deze kinderen 40 pet. vermindering van het tandbederf bedragen. De kin deren die vanaf de geboorte dit drinkwater hebben ge kregen, zijn al voor 60 pet. bevrijd van deze volksziekte. Hier in Friesland en dus met name op Ameland, zijn 501 kleuters gesignaleerd, die praktisch allen een aan getast gebit hebben; het is n.l. speciaal het melkgebit, dai zozeer door cariës getroffen wordt. Ik moet U zeggen, dat ik van de inlichtingen, die ik van de hierbij betrokken schoolarts heb gekregen, geschrokken ben. Ik heb vernomen, dat de schooltandartsen eenvoudig de verdere voorziening van de melkgebitten hebben op gegeven. Ze kunnen niet meer tegen het bederf op, ze zijn onvoldoend in aantal en worden onvoldoend aan gevuld. U weet, dat de Regering met de opleiding van v< oende tandartsen de grootst mogelijke moeite heeft. Mocht fluoridering niet ingevoerd worden, dan zal dit ongetwijfeld nog een domper zetten op de lust tot opleiding voor tandarts. Want hoe stelt U zich een ai voor die, terwijl hij het profylacticum in handen heeft, desalniettemin tegen de bierkaai moet vechten en al deze kinderen maar hulpeloos moet aanzien. Ik wil graag enkele ziektecijfers geven van de oudere kinderen op de lagere scholen. (Dit betreft dus niet in 'T het melkgebit, maar het blijvend gebit.) Van de 859 kinderen die hier worden gesignaleerd, hebben 109 een matig gebit en 9 een slecht gebit, maar deze cij fers zeggen nog niet zo bar veel, omdat de caviteiten van de rest (241) door de tandartsen gevuld zijn. Deze statistiek telt niet meer de reeds gevulde tanden en kiezen. Die worden eenvoudig weer als normaal gezien en wat er daarna weer ontstaat levert het cijfer 109. Het is op zichzelf schrikbarend, mogen we wel zeggen, dat hier in Friesland ook zebratanden door mottled disease, mottled enamel of hoe men dat ook maar wil noemen in de literatuur, aanwezig zijn, zij het helaas veroorzaakt door amalgaam-inleg, die er met pijn en moeite is ingezet: ten koste van lesuren, ten koste van nutteloze energie van één tandarts, die op haar eentje dit eindeloze werk niet aan kan; de cariës gaat daar naast rustig zijn gang. Naar aanleiding van volgnum mer 140 zou ik direct maar willen stellen, dat deze schooltandvoorziening, nu het er hier zo heen ligt, toch veranderd moet worden. Het is n.l. mogelijk in Am sterdam worden proeven gedaan en in het buitenland ook wel de tanden van de kinderen en in 't bijzonder hun melkgebitten, door hulpkrachten te laten bewer ken: in eerste instantie door ze in te smeren met één procent natriumfluoride. Deze uitwendige eenmalige behandeling per jaar brengt de cariës, zij het lang niet voldoende, dan toch wat terug. Dit is een voorstel dat ik nu hier wel in het midden breng, maar dat natuurlijk eerst in deskundige kringen besproken moet worden. Ik heb helaas niet de illusie, dat wij op dit gebied in Friesland vooraan zullen gaan. Wat zou het prachtig zijn geweest, als de door de Minister gewenste fluori dering van Ameland zou zijn doorgegaan; ik betreur het zeer, dat dit niet gebeurd is. Zo niet nü, dan zal toch op den duur de invoering van de door mij aange geven methode ernstig moeten worden overdacht. Die zal ongetwijfeld de belangrijke uitgavepost, die thans geschat wordt op f 12.630,drukken en bovendien veel beter passen in het lesrooster van het onderwijs. Gezien het gebrek aan tandartsen en gezien de onlust om als schooltandarts op te gaan treden, zijn wij hier nog een tijdlang gelukkig met onze enkele, maar arbeidzame krachten. Laten wij maar zeggen, dat 99 pet. van ons dus cariës heeft. Wanneer dit in de jeugd al zo begint, dan zal immers de toestand op oudere leeftijd nog minder zijn. En de vraag die hier dus allereerst in aansluiting op het betoog van de heer Spiekhout, mag worden be sproken, is deze: Is op oudere leeftijd deze gunstige fluor-invloed ook nog merkbaar? Daarop mag men ant woorden: Ja, dat is zo. Er treedt echter in de cariës- statistieken (ik zal daar weinig over zeggen) een kleine stijging op na het dertigste jaar. Wanneer ik mij dus hier weer in de eerste plaats op de praktijkervaring mag beroepen, dan kan ik zeggen, dat de tandartsen blij zijn, als ze een gebit ontmoeten, dat al langere tijd de invloed van fluor heeft ondergaan. Het is n.l. merk waardig, dat de ergste soort van cariës: de wortel- cariës en de cariës van de hals der tanden en kiezen, speciaal door de fluor wordt bestreden en haast wordt opgeheven. Dat geldt zeer in het bijzonder voor de snij tanden, wat heel belangrijk voor de dagelijkse omgang is. We moeten toch niet vergeten, dat onze tanden een zeer belangrijke rol spelen in onze fisionomie, in onze uitdrukkingswijze en bij ons spreken. Voor de snijtan den gaat het bederf niet met 60 pet. terug, maar met 90 pet. Bij 10 pet. van de betrokken kinderen komt nog cariës aan de snijtanden voor. Dat is dus wel erg merk waardig, en op oudere leeftijd inderdaad, mijnheer Spiekhout is deze invloed steeds duidelijker merk baar. Juist in de steden en plaatsen waar van nature uitermate veel fluor in het drinkwater zit, zoals in Aurora in Amerika en op andere plaatsen waar toch helemaal niets verontrustends is gebeurd, is de ont dekking gedaan, dat op latere leeftijd de gebitten van de gehele bevolking zo bijzonder goed waren. Wat ver der die onschadelijkheid van fluor betreft: in een stad in Amerika (nu ik daar ben, wil ik er graag blijven) waar veel te veel (z.g. veel te veel, want men kan niet zo gauw te veel krijgen) fluor in het water zit, hebben onderzoekers het vierde deel van de dodelijke dosis in eens ingeslikt. Zij hebben daar lichte walging van on dervonden; één ervan heeft iets gebraakt, maar zij hebben verder hun werkzaamheden rustig kunnen voort zetten. Het waren tandartsen en zo U weet, hebben strij ders voor het leven wel eens de eigenaardigheid zich zelve als proefobject te gebruiken, als ze er niet een ander voor kunnen vinden. Ook te Leeuwarden komt af en toe overdosering door vergissing voor; ook hier worden soms te veel fluor-tabletten gebruikt. Ik hoop daar nog over te spreken, want we zullen toch moeten aantonen, dat het speciaal en uitsluitend de waterleiding is, die als vehiculum in aanmerking komt. In streken waar men „te veel" fluor krijgt, heeft men jarenlang beslist alle overledenen op de sectietafel gebracht en hun botten onderzocht. Daarbij zijn geen verschijnselen van fluorose ontdekt. En deze mensen hadden meer dan 8 milligram per liter leidingwater dat is het 8-vou- dige van wat we hier zouden willen voorstellen ge slikt. Er zijn plaatsen waar de inwoners nóg meer slikken. Eindelijk na 20, 30 jaren van een gebruik van

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1962 | | pagina 30