2
Punt 7 (bijlage no. 74).
De heer Jellema: Uit de ter inzage gelegde stuk
ken blijkt, dat de Vereniging van Nederlandse Ge
meenten het van belang acht, dat de Nederlandse
Heidemaatschappij de architectuur van deze gymnas
tieklokalen heeft, wat, mèt het toezicht de Gemeente
f 39.000,kost. De Ned. Heide Mij. vindt het op haar
beurt van belang, dat een bepaald bedrijf de lokalen
bouwt. Of dit allemaal in het belang van de Gemeente
is, betwijfel ik. Maar het werkelijke belang, n.l. dat
van een spoedige totstandkoming van deze lokalen,
moet maar het zwaarst wegen.
Gaarne had ik nog enige inlichtingen:
1. Gelden de 140 werkbare dagen die in het bestek
genoemd worden, voor de drie lokalen gezamenlijk?
2. Moet er door onze Gemeente ook gewacht wor
den met de bouw, omdat er van de acht in Fries
land te bouwen gymnastieklokalen andere voorgaan?
Mocht dit het geval zijn, dan zou dit een groot bezwaar
zijn en zeker niet opwegen tegen het financiële voor
deel van het bouwen in één verband. Dit is een zeer
normale bouw, zonder ingewikkelde constructies waar
bij meermalen dezelfde hulpconstructies gebruikt zou
den kunnen worden, zodat volgens mij de gemiddelde
prijs van drie op normale wijze in onze gemeente te
bouwen gymnastieklokalen zeker niet veel hoger zou
worden dan die van de serie van acht over de gehele
provincie.
De heer Van der Schaaf (weth.): Bij het ontwik
kelen van dit plan is uiteraard ook wel bij de beoor
deling door B. en W. naar voren gekomen, dat hier niet
de normale vormen van het bouwen, van architectuur
etc. worden gevolgd. Dit lag nu eenmaal zo in dit pro
ject, dat door de Vereniging van Nederlandse Gemeen
ten en de Heide Mij. is ontwikkeld en wij hadden dus
de keus om dit te nemen of te laten staan, zoals de
heer Jellema ook wel heeft begrepen. Hij kwam zelf al
tot de conclusie, die overeenstemt met die van het
College, n.l. dat de bezwaren die hier ongetwijfeld wel
aan zijn, op de koop toe genomen kunnen worden. Ik
wil daarbij wel zeggen, dat wij van de kant van de
Gemeente en daarbij ook gesteund door andere diensten
van Gemeentewerken in de provincie Friesland en een
aantal in de provincie Limburg, er op hebben aange
drongen, dat hier toch iets moest worden geleverd, dat
van een aanvaardbare kwaliteit was. T.a.v. wat na een
vrij intensief overleg uit de bus is gekomen, hebben
wij voor ons, gezien de adviezen van onze technische
adviseurs, de overtuiging, dat dit een aanvaardbare
kwaliteit is.
Wat betreft het aantal werkbare dagen, ik meen te
weten, dat dat niet is voor 3 stuks, maar per stuk,
dus 140 dagen per stuk. Ik heb daar niet in het bij
zonder naar gevraagd, maar dat meen ik me toch wel
te herinneren.
Wat de datum van aanvang aangaat, men kan zo
spoedig mogelijk beginnen. En ik meen misschien
weet de heer Tiekstra dat beter te beantwoorden; deze
heeft op dit punt de besprekingen gevoerd, ik niet
dat de drie gymnastieklokalen voor Leeuwarden toch
wel de rij zullen openen.
De heer Tiekstra (weth.): Een kleine aanvulling
mijnerzijds op verzoek van de Wethouder van Open
bare Werken. Het staat niet vast, waar men in Fries
land met die projecten zal beginnen. Wat wel vast
staat is, dat, wat de bereikbaarheid en de bouwrijp
heid van de terreinen betreft, de zaak in Leeuwarden
het gunstigst ligt. Anderzijds is het natuurlijk ook zo,
dat het betreffende aannemersbedrijf met zijn opeen
volgende ploegen uiteraard op een bepaald ogenblik
met de acht lokalen tegelijk bezig zal zijn. Ik neem aan,
dat het de heer Jellema wel duidelijk is, dat bij wijze
van spreken de grondploeg enz. dit project van acht
gymnastieklokalen volgt. Ook andere, opvolgende tech
nici zullen in dit project van acht doorlopen. Het lijkt,
zoals de situatie op het ogenblik is, het meest waar
schijnlijk, gegeven ook het aantal van drie, dat men
in Leeuwarden gaat beginnen. Maar dat is een zaak,
die in nader onderling overleg wel verder geregeld
moet worden. Men zal echter niet eerst één lokaal in
Friesland helemaal afmaken en dan pas met het vol
gende beginnen. (De heer Jellema: Dan kunnen wij
ook wel de laatste worden.) Dat ligt zeker niet in de
bedoeling, omdat ik nu al weet, welke wél het laatst
wordt. En dat is Leeuwarden niet.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punten 8, 9 en 10 (bijlagen nos. 77, 75 en 76).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 11 (bijlage no. 79).
De heer K. J. de Jong: Een korte informatie. Heb
ik het goed begrepen, dat van het aanvankelijk ge
raamde krediet van f 1.160.000,uiteindelijk f 905.000,—
benodigd is, zodat dit ons zoveel meevalt, als het ver
schil tussen deze beide bedragen groot is?
De heer Tiekstra (weth.): Ik kan kort zijn. De heer
De Jong heeft het goed begrepen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 12 (bijlage no. 80).
De heer K-euning: Het voorstel, dat we hier ter
tafel vinden, doet mij en ik neem wel aan ook an
dere raadsleden nogal genoegen. In de eerste plaats
meen ik, dat het ook ons wel past om, evenals B. en W.
het in de raadsbrief doen, de heer Jonker die dus blijk
baar wil toelaten, dat in de kelderruimte een transfor
matorstation wordt ingebouwd en die daarvoor gener
lei vergoeding vraagt, onze erkentelijkheid te betuigen.
Nu is een bijkomende vraag, die ik naar aanleiding
hiervan stel, deze: Wij hebben in de Waag bij het
transformatorstation ook het schakelstation. Blijft dit
laatste nu voorlopig in de Waag of kan het ook in de
thans gevonden ruimte worden ondergebracht? Komt
hier dus uitsluitend het transformatorstation wat
oorspronkelijk ook het plan was op het terrein, dat
men eerst wilde kopen of het geheel, dat thans in
de Waag is, in deze kelderruimte?
De heer K. J. de Jong: Ik zou toch nog wel graag
even een informatie van het College willen hebben. Er
wordt ons voorgerekend, dat het bouwen van dit
transformatorstation ons in totaal f 34.000,kost. Om
te kunnen vergelijken en een oordeel te vormen, zou
het wel prettig zijn te weten, wat het ons gekost zou
hebben, wanneer we dat terrein, dat f 5.000,moest
opbrengen, gekocht hadden en daarop een normaal
transformatorstation hadden gebouwd. Misschien kan
de Wethouder mij dat mededelen.
De heer Pols (weth.): Ik ben blij, dat de heer
Keuning even zegt, dat het de Raad toch wel goed
moet doen, dat de heer Jonker dit zo met ons zal op
lossen. Wel wil ik er direct bij zeggen, dat ook de
eigenaar van het perceel, dat wij de vorige keer op
het oog hadden, al een zekere bereidheid had getoond
in die richting. Alleen zijn bij het onderhavige perceel
meer mogelijkheden. We kunnen hier een kelder maken,
waarvan de oppervlakte groter is dan die van het
terreingedeelte achter het pand van de heer Minks.
Het gehele schakelstation kan hier echter niet onder
gebracht worden. Voor het schakelstation, dat we aan
deze kant van de Nieuwestad dus nog moeten hebben,
wordt een mogelijkheid gezocht, want daar hebben we
beslist veel meer ruimte voor nodig. Wat we bij de
heer Jonker onderbrengen zijn de transformatoren plus
de bijpassende schakelaars. De transformatoren moe
ten kunnen wisselen, dus daar is een zekere schake
ling bij nodig.
De heer K. J. de Jong wil graag een vergelijking
trekken tussen de thans en de eerder voorgestelde op
lossing. Ik wil hem daarvoor enkele cijfers noemen.
Bij het graven van deze kelder moeten we aan grond
werk f 2.000,rekenen. De kelder kost, met het maken
van de vloer het dak dan in dit geval en de in
gang, 11 mille; voor de ijzeren deuren met de speciale
sluiting, die hiervoor nodig zijn, zijn we f 2.000,kwijt
en dan komen we dus op f 15.000,in totaal. In het
vorige geval hadden we eerst fundamenten moeten
maken en daarna het transformatorgebouw, ook met
een dak. Ik schat, dat we thans een mille of drie goed
koper uit zijn, maar een vergelijking is moeilijk, om
dat het hier om een oppervlakte van 20 m- en achter
het huis van de heer Minks om een van 13 m2 gaat.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
De Voorzitter: Hiermee sluit ik deze vergadering.
1
Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van woensdag 4 april 1962
RAADSVERGADERING
van woensdag 4 april 1962
Aanwezig: 36 leden.
Afwezig: de heer Mr. van der Veen.
Voorzitter: de heer Mr. A. A. M. van der Meulen,
burgemeester.
Te behandelen punten:
1. Vaststelling van de notulen van de raadsverga
dering van 31 januari 1962.
2. Mededelingen.
3. Verlenen van ontslag aan mej. D. M. Nieubuur
als lerares in de Wiskunde aan de Middelbare School
en H.B.S. voor Meisjes
(bijlage no. 82).
4. Benoeming van een hoofd aan de J. H. van
IJsselskoalle (g.l.o.) te Hempens
(bijlage no. 86).
5. Benoeming van een directeur van de Middelbare
Handelsavondschool
(bijlage no. 87).
6. Benoeming van een leraar in tijdelijke dienst in
de Aardrijkskunde aan het Stedelijk Gymnasium.
7. Benoeming in tijdelijke dienst van twee leraren
in de Oude Talen aan het Stedelijk Gymnasium.
8. Benoeming in tijdelijke dienst van een leraar in
de Oude Talen aan het Stedelijk Gymnasium.
9. Benoeming van een gemeentelijk inspecteur voor
het Bouw- en Woningtoezicht en wijziging van de Be
zoldigingsverordening 1960
(bijlage no. 85).
10. Aankoop van het perceel Spanjaardslaan no. 56
van en het verstrekken van een lening onder hypothe
cair verband aan J. Kooij, alhier
(bijlage no. 83).
11. Aankoop van het perceel Oldegalileën no. 281,
ten behoeve van de aanleg van de noordelijke ringweg,
van P. S. Timmermans, alhier
(bijlage no. 84).
12. Aankoop van het perceel Wissesdwinger no. 38
van H. J. Snoekc, alhier
bijlage no. 97).
13. Verpachting van de boerderij Groningerstraat
weg no. 389 aan W. Kuperus, alhier
(bijlage no. 98).
14. Uit de pacht nemen van een perceel land te
Wirdum
(bijlage no. 81).
15. Voeren van een rechtsgeding ter ontbinding van
een tweetal pachtovereenkomsten
(bijlage no. 99).
16. Bouw van abri's bij enkele bushaltes, het ver
strekken van kredieten en het aanvaarden van een
bijdrage hiervoor
(bijlage no. 94).
17. Toekenning van voorschotten op de vergoedin
gen voor de stichtingskosten, c.q. de huur- en exploi
tatiekosten, aan bijzondere kleuterscholen over het
jaar 1962
(bijlage no. 93).
18. Vaststelling van de volgende bezoldigingsmaat
regelen
a. van toepassing verklaren van het K.B. d.d. 30 juni
1960, S. no. 342, regelende de huurcompensatie per
1 augustus 1957
(bijlage no. 88)
b. van toepassing verklaren van het K.B. d.d. 5 maart
1960, S. no. 139, regelende de toekenning van een
duurtetoeslag over de jaren 1958 en 1959
(bijlage no. 89);
c. van toepassing verklaren van het K.B. d.d. 11 ja
nuari 1962, S. no. 7, regelende de toekenning van een
uitkering over het eerste kwartaal 1960 en vast
stelling van daarmede verband houdende wijzigingen
van de Bezoldigingsverordening 1948, de Loonrege
ling 1947 en de Bezoldigingsverordening 1960
(bijlage no. 90);
d. van toepassing verklaren van het K.B. d.d. 11 ja
nuari 1962, S. no. 7, regelende de huurcompensatie
per 1 april 1960
(bijlage no. 91);
e. een verordening tot het toekennen van een uitkering
ineens over het tijdvak van 1 april 1960 tot 1 mei
1961 en een daarmede verband houdende wijziging
van de Bezoldigingsverordening 1960)
(bijlage no. 92).
19. Verzoek tot het verlenen van een aanvullende
jaarlijkse bijdrage uit het Gemeentefonds met ingang
van 1962
(bijlage no. 96).
20. Wijziging van de Gemeentebegroting en van de
begrotingen van het Grondbedrijf, de Openbare Werken
en de Gemeentelijke Instelling voor Maatschappelijk
Hulpbetoon voor het dienstjaar 1962
(bijlage no. 95).
Punt 1.
De notulen worden onveranderd vastgesteld.
Punt 2.
De Voorzitter deelt mede:
A. dat Gedeputeerde Staten van Friesland hebben
goedgekeurd
I. het raadsbesluit van 29 november 1961 tot verkoop
van een perceel industrieterrein, gelegen aan de
noordzijde van de Insulindestraat, hoek De Ruyter-
weg, aan De Boer's Confectiefabriek N.V., alhier;
II. de raadsbesluiten van 10 januari 1962:
a. tot intrekking van het besluit van 22 maart 1961
inzake verkoop van een perceel grond, gelegen
ten westen van de Zwettestraat op het industrie
terrein Van Harinxmakanaal, aan J. Mellema,
alhier, alsmede van het besluit van 22 maart
1961 tot aankoop van een perceel grond, gelegen
aan de oostzijde van de Dokkumer Ee, van J.
Mellema, alhier, en tot het afstaan in erfpacht
van een perceel industrieterrein, gelegen ten
westen van de Zwettestraat op het industrieter
rein van Harinxmakanaal, aan de N.V. Ma
chinefabriek A. Bijlenga, alhier;
b. tot aankoop van het perceel Hoeksterpad no.
12d van H. Kamstra, alhier;
c. tot aankoop van twee percelen grond, gelegen
aan de Fabriekssteeg, van L. Looienga, alhier;
d. tot aankoop van een perceel grond, gelegen aan
de Nieuwe Houtstraat, van J. Spithoff, alhier;
e. tot aankoop van een perceel grond, gelegen aan
de Camstrastraat, van mevr. de wed. J. van der
Weide-Lanting te Buitenpost;
III. de raadsbesluiten van 31 januari 1962:
atot ruiling van grond, gelegen ten noorden en
ten noordoosten van de Asterstraat, met de Ver-
eeniging Leeuwarder Tehuis voor Dakloozen
„Practische Hulp", alhier;