over te spreken. Dat mag niet eerder dan nadat de
Raad voldoende door het College geïnformeerd is.
Wij vertrouwen, dat de Raad, in zijn geheel of an
ders in meerderheid, zich bij de door ons gestelde
vragen zal kunnen aansluiten en dat de Raad deze
avond de Wethouders, die kandidaat zullen worden ge
steld, zonder tegen-kandidaten zal willen benoemen.
De heer K. J. de Jong: Nu zowel van de zijde van
de P.v.d.A. als van de zijde van de K.V.P. die dan
ook namens de C.H.U. sprak een enkele opmerking
over de Wethoudersverkiezing gemaakt is, wil ik van
onze kant er ook wel iets van zeggen. Allereerst wat
die politieke zijde betreft, als ik het zo mag noemen.
Zoals de heer Kamstra die heeft ingeleid, meen ik, dat
nu door de K.V.P. en de C.H.U. als de beide partijen,
die het meest in dit verband in het geding zouden zijn,
deze verklaring is afgelegd, het ons ook beter voor
komt om deze politieke zijde te bespreken als wij van
de zijde van het College, wanneer dat straks benoemd
is, t.z.t. die informaties verstrekt krijgen, waar de heer
Kamstra om gevraagd heeft. Het lijkt ons dat op dat
moment, en dat kan best eens geruime tijd duren,
de gelegenheid geschikter is om over deze zaak te
spreken dan op dit moment. Maar op zichzelf is het
natuurlijk wel juist om die politieke zijde ter sprake te
brengen, maar juist omdat van de zijde van de C.H.U.
en de K.V.P. deze verklaring is afgelegd, kunnen wij
volstaan met te zeggen, dat wij er dan t.z.t. gaarne
op terug zullen komen. Wat de bestuurlijke zijde be
treft, waar de heer Kamstra op gewezen heeft, lijkt
het ons inderdaad juist, dat wij, vóór ons daarover uit
te spreken, duidelijke informaties moeten hebben en die
informaties moeten nog worden verstrekt en het is
logisch, dat die het best kunnen worden gegeven door
het College, dat straks gekozen wordt. Het zal hier
geen preadvies over behoeven uit te brengen. Het is
een verzoek uit de Raad en het College kan ons dus
de informaties die gevraagd zijn, verstrekken. Wij
kunnen ons daar volledig mee verenigen en wij zouden
in dat opzicht dus zowel wat het ene als het andere
punt, zowel wat de politieke als wat de bestuurlijke
zijde betreft, ons achter de suggestie van de heer
Kamstra willen plaatsen.
De heer Van der Veen: Het zou vreemd zijn als
ik in dit koor zou zwijgen, hoewel ik aan de reuk van
heiligheid, die aan deze tafel vast zit, moet wennen.
(Gelach) Laat ik voorlopig volstaan met te zeggen,
dat ik rustig afwacht wat de informatie, die U of het
College t.z.t. zal verschaffen, op zal leveren.
De Voorzitter: Ik geloof niet, dat U meent dat het
op mijn weg ligt, dat ik op de opmerkingen van de
heren Kamstra en De Jong een antwoord geef. De
vragen van de heer Kamstra zijn gesteld aan het toe
komstige College. Dat is er dus nog niet en ik ben dus
ook niet in staat om namens dat College op dit moment
een antwoord te geven, maar bovendien, de heer Kam
stra heeft duidelijk gezegd en de heer De Jong
heeft het herhaald dat men op dit moment ook geen
antwoord wenst. Ik geloof dus, dat het goed zal zijn, dat
wanneer straks het nieuwe College is gekozen, dit dan
deze zaak tot zich neemt en t.z.t. aan de Raad het
gevraagde preadvies zal uitbrengen. Ik zou dus nu
willen voorstellen om tot stemming over te gaan. Maai
er is zopas gevraagd de gelegenheid te mogen hebben
tot kandidaatstelling en ik geloof dus dat ik, voordat
de stemming plaats vindt, goed doe aan de Raad te
vragen of er uit zijn midden ook uitdrukkelijk kandi
daten worden gesteld.
De heer Bootsma: Wilt U in één keer of stuk voor
stuk? Ik meende me te herinneren, dat stuk voor stuk
de Wethouders gekozen werden en dan ook kandidaat
gesteld.
De Voorzitter: Het is inderdaad tot dusver gebrui
kelijk geweest geen bepaalde rangorde naar de porte
feuilles of leeftijd of wat dan ook in acht te nemen
zodat op dit moment deze materie volkomen blanco is
en het dus enkel gaat om het kiezen van vier Wethou
ders en ik zou dus aan de orde willen stellen de benoe
ming van de eerste Wethouder, de tweede, de derde
en de vierde.
De heer Bootsma: Dan zou ik namens onze fractie
als eerste Wethouder kandidaat willen stellen de heer
Tiekstra
Benoemd wordt de heer Tiekstra met 34 stemmen
(1 biljet blanco).
De heer K. J. de Jong: Namens onze fractie zouden
wij Mr. van der Schaaf als kandidaat voor de tweede
vakature willen stellen.
Benoemd wordt de heer Mr. van der Schaaf met 33
stemmen (de heer Bootsma 1 stem en 1 biljet blanco
De heer Bootsma: Voor de derde vakature zouden
wij de heer Vellenga kandidaat willen stellen.
Benoemd wordt de heer Vellenga met 34 stemmen
(1 biljet blanco).
De heer Van der Veen: Ik zou de Raad graag in
overweging willen geven om voor de laatste vakature
op de heer Pols te stemmen.
Benoemd wordt de heer Pols met 33 stemmen (2 bi
jetten blanco).
De Voorzitter: Ik wens de heren geluk met hun
benoeming en verzoek hun de voor hen bestemde zetels
in te nemen.
Punt 3.
De Voorzitter deelt mede, dat er berichten van ver
hindering zijn binnengekomen van de heren Ir. van
Balen Walter en J. de Jong.
Deze mededeling wordt voor kennisgeving aange
nomen.
Punt 4.
De verdeling geschiedt als volgt:
eerste sectie: de heer Bosgraaf, mevr. Ringenaldus-
van der Wal en de heren Boomgaardt, Ir. van Ba
len Walter, J. de Jong, Mr. van der Veen, Ten
Brug, Balt, Bootsma, Venema en Miedema;
tweede sectie: de heren Van der Heijde, Kingma,
Taylor Parkins, Jellema, W. de Vries, C. de Vries,
Volbeda, mevr. Boersma-Hemminga en de heren
K. J. de Jong, Hartstra en Santema;
derde sectie: de heren Klijnstra, Engels, mevr. Hiem-
stra-Molenaar, mevr. Heijmeijer-Croon en de heren
Mr. Keuning, Heidinga, Ytsma, Kamstra, Mani, Spiek -
hout en Heetla.
De Voorzitter: De loco-Burgemeester is nog niet
aangewezen, zodat ook de voorzitter van de eerste
sectie nog niet bekend is; derhalve kunnen ook de lo
ting voor de aanwijzing van een Wethouder als voor
zitter van resp. de tweede en de derde sectie en de toe
voeging van de resterende Wethouder aan de eerste
sectie niet plaats hebben.
Punt 5.
Benoemd worden de heren Boomgaardt, Mr. Keuning,
Mani en Mr. van der Veen met algemene stemmen.
Punt 6.
Benoemd worden de heren Bootsma, Heidinga, Jelle
ma en mevr. Ringenaldus-van der Wal met algemene
stemmen.
Punt 7.
Benoemd worden de heren Balt, Jellema, Klijnstra en
Venema met algemene stemmen.
Punt 8.
Benoemd worden de heren Bosgraaf, Heidinga, J. de
Jong en Spiekhout met algemene stemmen.
Punt 9.
Benoemd worden de heren Ir. van Balen Walter,
Hartstra, Santema en Taylor Parkins met algemene
stemmen.
Punt 10.
Benoemd worden de heren Bootsma, Van der Heijde,
K. J. de Jong en Kamstra met algemene stemmen.
Punt 11.
Benoemd worden de heren Taylor Parkins (voor
zitter), Ir. van Balen Walter, Boomgaardt, Heetla en
W. de Vries met algemene stemmen.
Punt 12.
Benoemd worden mevr. Boersma-Hemminga, mevr.
Heijmeijer-Croon en de heren Kingma en Santema met
.ilgemene stemmen.
Punt 13.
Benoemd worden de heren Balt, Kamstra en Ytsma
met algemene stemmen.
Punt 14.
Benoemd worden:
a. de heer Ir. van Balen Walter en mevr. Boersma-
Hemminga;
b. de heer Heetla en mevr. Ringenaldus-van der Wal;
c. de heren Ir. van Balen Walter en Tiekstra;
d. de heren Klijnstra en Volbeda;
e. de heren Bootsma en Heidinga;
f. de heren Bootsma en K. J. de Jong;
g. de heren Ten Brug en Vellenga;
h. de heer Van der Heijde en mevr. Hiemstra-Molenaar;
i. de heren Engels en Vellenga;
j. de heer H. Bakker (directeur gem. dienst voor so
ciale zaken) en mevr. Ringenaldus-van der Wal;
k. de heren Bootsma en Taylor Parkins;
1. de heren Kingma en Miedema;
m. de heren Spiekhout en Taylor Parkins;
n. de heren Ir. van Balen Walter en C. de Vries
(allen met algemene stemmen).
Het stembureau werd gevormd door de heren Mani
en Spiekhout.
De Voorzitter: Ik sluit hiermee deze raadsverga
dering.