6 zonder dat ze het normale verkeer over de omliggende wegen en straten belemmeren. In dit plan of in deze eventuele opdracht aan de Ned. Heide Mij. is dan nog niet begrepen het zwembad, dat toch ook een onder deel vormt van dit recreatiegebied en ik zou van deze gelegenheid dan toch wel gebruik willen maken om U te vragen, hoe het staat met de plannen daarvoor. Kan de aanbesteding van dit zwembad binnen niet al te lange termijn tegemoet gezien worden? Dit zal vermoe delijk een kwestie zijn van de rijksgoedkeuring, maar ik zou toch graag willen weten, hoe het hier nu mee staat, want we hebben in de gemeente Leeuwarden nu bepaald nog niet zwembaden te veel. Integendeel, we hebben er slechts één open bad en de toestand daar van wordt er ook niet beter op. De ligging aan de nieuwe rondweg wordt misschien niet ongunstiger dan aan de zeer slechte Badweg, maar hier zijn voorzie ningen toch ook dringend noodzakelijk en ik zou bij de beantwoording van mijn vraag ook heel graag wil len vernemen, hoe het hiermee staat. De heer Van der Schaaf (weth.): Ik zou graag de vraag willen beantwoorden over de parkeerruimte en dan kan de Wethouder van Sportzaken misschien de andere vraag voor zijn rekening nemen. De heer Bootsma heeft de vinger gelegd op het punt, dat inderdaad de voortdurende aandacht ver dient. In het plan waren oorspronkelijk opgenomen parkeerplaatsen voor 150 auto's in de buurt van het zwembad, zodat men dus bij druk bezoek daar gun stig gesitueerd kan parkeren. Dat cijfer van de aan wezige parkeerruimte voor fietsen en bromfietsen was gebaseerd op een aantal bezoekers van 2500. Nu is er natuurlijk een tendens van groei t.a.v. het aantal auto's en daarom is er dan ook nu nog aan een andere plaats gedacht, iets verder van het zwembad af, waar 110 auto's kunnen parkeren en dan zijn we op het terrein van het eigenlijke recreatiegebied wel uitgepraat, ten zij men dan natuurlijk van de terreinen, die in het plan als sportterrein of speelweide of hoe dan ook getekend zijn, een stuk zou willen afnemen en dat zou willen opofferen aan de parkeerruimte. Daar zijn we eigenlijk nog niet aan toe, maar er is wel iets anders en dat is, dat er met een geringe en naar mijn idee aanvaardbare opoffering van enig groen in de groen voorziening van het Nijlan, m.a.w. vlak tegenover het recreatiegebied, in de stroken langs de weg door dwars parkeren nog eens ongeveer 100 plaatsen kunnen wor den gevonden. Ik kom dan dus op 150 plus 110 plus 100 aan de overkant van de weg. En die vormen samen een parkeervoorziening, waarvan de ontwerpster van het plan, de Ned. Heide Mij., bij wie we de cijfers even hebben geverifieerd, dan ook zegt, dat ze toch wel ongeveer normaal is te achten bij een dergelijk object. Hetgeen niet betekent, dat er niet ooit een dag zal voorkomen, waarop men toch nog een beetje krap zit met parkeerruimte, maar het is hier ook, zoals bij vele andere dingen, het zoeken van een zeker even wicht. Men kan hier natuurlijk niet een parkeerruimte aanleggen in de orde van grootte van 1000 auto's. Dat is eigenlijk niet verantwoord, want er is tenslotte op een niet al te verre afstand ook nog uitwijkmogelijk heid voor parkeren. Die is weliswaar van secundaire kwaliteit t.o.v. dit terrein, maar wanneer er dus zeer veel auto's in de nabijheid zijn, dan kan men op de weekenden en 's avonds even onder het viaduct door, op het industrieterrein gaan rijden en in de straten daar kan dan toch ook nog een vrij groot aantal wa gens een plaats vinden, evenals op de openbare los- kade, die daar is en die ook een groot aantal wagens kan herbergen. En mocht het dan tenslotte heel erg zijn, dan zal men, wanneer dit recreatiegebied en ook het viaduct gereed zullen zijn, op een niet al te grote afstand als parkeergelegenheid in de derde linie het parkeerterrein van de nieuwe veemarkt vinden. Mis schien dat dit laatste niet anders doet dan een glim lach op Uw aller gezicht toveren daar zal ik me bij moeten neerleggen ik noemde het dan ook een par keerterrein in de derde linie en ik ben me er van be wust, dat het niet een in de eerste linie is maar het is tenslotte, ook al ligt het op verdere afstand, nog bruikbaar voor die enkele dagen, dat het dan enorm druk zou zijn. Wij menen dus, resumerende, dat we hier op het ogenblik bij een aantal van 260 auto's plus een uit breiding' voor 100 toch wel een aanvaardbaar niveau van parkeerruimte hebben. De heer Tiekstra (weth.)Ik kan niet zoveel ant woorden op de opmerking van de heer Bootsma. De financiering en de dekking van dit plan zijn geregeld. Als de Raad akkoord gaat met onderhandse aanbeste ding, mogen we reëel verwachten, dat de uitvoering in de loop van het volgend jaar ter hand kan worden geno men. Ik kan mij op het ogenblik niet duidelijker, niet concreter uitdrukken, doodeenvoudig, omdat men on der de tegenwoordige omstandigheden nooit precie weet, wat men op het laatst nog aan obstakels tegen komt. Het plan is uiteraard in dit stadium, precies zoals de heer Bootsma zegt, niet volledig. Wij zullen dus in de komende tijd tijdens de uitvoering van dit recreatiegebied ook nog met de z.g. meubilering bij de Raad terug moeten komen. Ik denk daarbij aan kleed gelegenheden, clublokaliteiten e.d. maar nog niet aa lichtmasten. Misschien is er wel een of ander, die deze zou willen verzorgen en dan zeggen we van harte Dank je wel. De heer Bootsma heeft nog een vraag gesteld over het in dit complex opgenomen of daarbij behoren zwembad en in de volgorde van urgentie ik geloof, dat dit in overeenstemming is met de opvatting van de Raad staat dit zwembad op nummer twee. Num mer één is het zwembad ,,De Kleine Wielen", waarvan ik de Raad wel kan vertellen, dat, naar op reële basis aangenomen mag worden, begin volgend jaar de rijk - goedkeuring kan worden ontvangen. De aanleg hi» - van kan zo snel mogelijk na de winter als die zal komen ter hand worden genomen, zodat het ge reedkomen voor het seizoen 1964 tegemoet kan wor den gezien. Hopelijk zal het mogelijk zijn om op en redelijk tijdstip ook de rijksgoedkeuring voor liet zwembad 't Nijlan te verwerven en dan is inderdaad de situatie ontstaan, die de heer Bootsma even ge schetst heeft. Hoewel de situering van het oude bad, dat de heer Bootsma toch wel lief is, dacht ik zo, minstens zo gunstig is als die van het nieuw gedacb bad, zal hij de kwaliteit, de omvang en de capaciteit van het nieuwe bad zeker prefereren boven het be staande oude bad. Ik geloof, dat hiermee wel ongeveei de vragen beantwoord zijn, die de heer Bootsma tot mij gericht heeft. Ik dank U allen voor Uw aandacht Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. De Voorzitter: Ik schors de vergadering voor de koffie. De Voorzitter: Ik heropen deze vergadering. Punten 20 t.e.m. 23 (bijlagen nos. 381, 364, 365 en 366). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Pimt 24 (bijlage no. 347). De Voorzitter: Dit punt is tot vandaag aangehou den, omdat de stemming over het amendement van de heren Keuning en C. de Vries geen resultaat gaf, m.a.w. omdat de stemmen staakten en allereerst is dus nu aan de orde de herstemming over dit amendement. Ik geloof niet, dat het nodig is, dat ik het opnieuw voorlees. Ik zou dus allereerst deze herstemming willen houden. Het amendement-Keuning-C. de Vries wordt ver worpen met 19 tegen 16 stemmen. Voor stemden de heren Klijnstra, Mr. Keuning, Kingma, Spiekhout, W. de Vries, Volbeda, C. de Vries, Ytsma, mevr. Ringenal- dus-van der Wal, de heren J. de Jong, Mani, mevr. Hiemstra-Molenaar, mevr. Boersma-Hemminga en de heren Hartstra, Venema en Bootsma. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. 7 Punt 25 (bijlage no. 370). De heer Van der Veen: Het voorstel vraagt niet veel geld, maar het is ook niet helemaal duidelijk. In de raadsbrief zeggen B. en W., dat er maar een be- rekkelijk klein bedrag mee gemoeid is dat is juist - en dat het risico klein is. Dat kan ik niet bekijken. De aanvraag van de vennootschap is gegrond op de j overweging, dat er meer bedrijfs- en waarborgkapitaal nodig is. Wat het bedrijfskapitaal betreft, ik begrijp niet, waarom er meer nodig is. Er wordt 10 pet. vol- gestort; dat zou dus ook op het bestaande kapitaal bij gestort kunnen worden in plaats van 20 of 30 pet. Dan was dat er ook; dus dat hele bedrijfskapitaal peelt nauwelijks een rol, stel ik me voor. Ik meen, dat het inderdaad gaat om het waarborgkapitaal en lat betekent dus, dat B. en W. dit risico weliswaar klein vinden, maar dat zij het toch wel gewenst achten dat waarborgkapitaal met 100 pet. te vermeerderen. Dan vraag ik me ook af, waarvoor dat nodig is. Het is mij niet helemaal duidelijk, want ik dacht, dat, wan neer een bouwspaarder in deze gemeente uit dit fonds ging bouwen en een krediet nodig had, de Gemeente dan dat speciale krediet ook nog een keer garandeerde. Ik begrijp wel, dat dat voor U reden kan zijn om te zeggen: Het risico is klein, maar dan blijft voor mij dus de vraag over: Vanwaar de noodzaak bij dit Bouwfonds om dan toch maar het dubbele aandelen kapitaal te hebben en dat slechts tot 10 pet. vol te storten, zodat ons de kans boven het hoofd blijft han gen, dat wij straks 85 pet. op het totale kapitaal moe ten bijstorten. Ik heb eigenlijk het gevoel, dat we dan dubbel garanderen. Misschien kunt U het duidelijker maken. De heer Tiekstra (weth.): Laat ik beginnen met te pogen aan te geven wat de functie is van een aan delenkapitaal bij een N.V. als die waarvan hier sprake is. Dat is het zuivere eigen vermogen en dus ook het nsico-dragende vermogen. Nu wordt de financiering bij een instituut als het Bouwfonds uiteraard, gegeven de functie van deze N.V., voor een groot deel verkre gen door vreemde middelen. Er ontstaat bij de ont wikkeling van de werkzaamheden en m.n. bij de snelle toeneming van het aantal bouwspaarders en de ver zwaring van de hypotheekportefeuille van deze N.V. een vrij groot verschil tussen het eigen vermogen en het vreemd vermogen. Uit mijn hoofd gezegd ik kan het ook wel nauwkeuriger aangeven beloopt op het ogenblik het geplaatste aandelenkapitaal rond 2.000.000,per balansdatum van 31 december j.l. Van die rond f 2.000.000,is, zoals ook in de stukken vermeld staat, 20 pet. gestort, maar uiteraard wordt als eigen vermogen aangemerkt de nominale waarde an het geplaatste kapitaal. Immers het niet gestorte deel is een vordering op de aandeelhouders. Nu geloof ik niet, dat de heer Van der Veen geneigd is, waar het dus uitsluitend gemeenten zijn, de solvabiliteit van deze debiteuren ook maar het minst in twijfel te trekken. Dat betekent laat ik het zo formuleren dat ook inderdaad de nominale waarde van dat niet gestorte deel van dit aandelenkapitaal volledig als eigen ver mogen kan worden aangemerkt. Dat was dus per laatste balansdatum rond f 2.000.000,Het vreemd vermogen evenwel was rond f 120.000.000,en nu kijkt men in financiële kringen uiteraard nog wel eens naar de verhouding tussen eigen kapitaal en vreemd vermogen en ik geloof, dat men, gegeven de cijfers die ik zoëven opnoemde, n.l. f 2.000.000,tegenover f 120.000.000,gevoeglijk kan zeggen, dat hier toch wel een groot verschil bestaat. De raad van commis sarissen en de aandeelhoudersvergadering is de raad van commissarissen daarin gevolgd heeft het dan ook nuttig en wenselijk geoordeeld het eigen kapitaal op te voeren, zonder daarmee evenwel direct ook de storting daarvan op te voeren. Dat betekent, dat op de tweede serie, de B-aandelen, maar 10 pet. gestort wordt en dat uiteraard het ongestorte deel, 90 pet., weer als vordering op de aandeelhouders op de balans voorkomt. Ik geloof, dat het voorstel hierdoor ook nog wel even in een ander licht komt te staan. Ik meen, dat dit praktisch neerkomt op verdubbeling van het geplaatste aandelenkapitaal. De heer Van der Veen heeft dan verder nog ge sproken over het feit, dat bij dit voorstel het zwaarte punt toch wel zal liggen bij de functie van het waar borgkapitaal, dat als garantie voor de geldgevers moet dienen. Nu speelt natuurlijk bij de hypotheekverstrek king mee en daar heeft de heer Van der Veen ook terecht op gewezen het feit, dat ook de bouwspaar ders de hypotheken verstrekt krijgen met gemeente lijke garantie, die dus in geval van eigen bewoning (en dat is praktisch altijd bij het Bouwfonds het ge val), op haar beurt weer voor 50 pet. gedekt wordt door een rijksgarantie. Dat is dus bij de regeling eigen-woningbezit het geval, maar de rijksgarantie heeft alleen betrekking op woningbouw, die mede met rijkspremie gefinancierd wordt, niet op woningbouw, die in de vrije sector wordt gepleegd. U hebt ook tot op heden voor dit stuk woningbouw geen garantie- voorstellen van ons gehad. Dat betekent dus, dat de functie van het waarborgkapitaal hier natuurlijk ver zwaard wordt. Tenslotte zou ik de opmerking willen maken, dat ook dit instituut onder toezicht staat van de Verze keringskamer en ook van die zijde zal men, hoewel dit niet met zoveel woorden genoemd is, dus ook nauw lettend acht slaan op de verhouding eigen vermogen vreemd kapitaal. Ik geloof, dat ik hiermee de opmerkingen van de heer Van der Veen wel beantwoord heb. Hij heeft ge lijk, wanneer hij zegt, dat het voor de Gemeente, finan cieel gezien laat ik het huiselijk formuleren min of meer lood om oud ijzer is. Financieel levert dit voor de Gemeente verder geen enkel vraagstuk op. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punten 26, 27, 27a en 28 (bijlagen nos. 369, 368, 383 en 379). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. De Voorzitter: Ik sluit hiermee deze raadsver gadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1962 | | pagina 4