voorbijgaan. Ik zou toch wel willen, dat een oplossing
voor de exploitatie van de baan werd gevonden, waar
door volop profijt getrokken kan worden, ten bate van
de gehele Leeuwarder gemeenschap, van de kwaliteiten
van het bestuur van Tjallinga. Ik hoop, dat, wanneer
die baan tot stand gebracht wordt, daar dus een modus
voor te vinden zal zijn. Anders dan de heer De Jong
zou ik er de voorkeur aan geven om de baan niet in
gemeente-exploitatie te houden, maar om die op de een
of andere manier particulier te doen exploiteren. Ik
kan mij voorstellen, dat de Gemeente de baan verhuurt
aan een stichting of welk orgaan deze zaak ook maar-
wil exploiteren. Ik geloof, dat het niet nodig is, dat de
totale financiering hoewel dat dus blijkbaar volgens
het voorstel nodig is tot in lengte van jaren door de
overheid gebeurt. Ik meen n.l., dat het enthousiasme bij
onze burger ij voor deze onderneming wel zó groot is,
dat wij ook financiële steun van de burgerij zouden
kunnen krijgen, wanneer we daar behoefte aan zouden
hebben. Tegen eventuele steun uit een toto-pot of
welke pot dan ook, zou ik geen enkel moreel bezwaar
hebben, evenmin natuurlijk als tegen grote manifesta
ties op zondag, hoewel ik niet weet, of wij direct al te
zwaar- aan grote manifestaties moeten denken. Ik kan
mij voorstellen, dat wij op dit moment moeilijk kunnen
overzien, hoe de exploitatie zal lopen, omdat dit eigen
lijk nieuwe dingen zijn. De mogelijkheid om schaatsen
rijden te beoefenen, zoals men dat vroeger beoefende,
wordt steeds kleiner. We mogen er, geloof ik, niet op re
kenen, dat wij in ons leven weer een winter zullen mee
maken als die, welke we nu hebben meegemaakt. We
zullen eerder moeten rekenen op winters, die bijzonder
weinig gelegenheid geven om werkelijk buiten schaat
sen te rijden. Ik geloof dus, dat er inderdaad meer
behoefte zal komen aan een overdekte baan, waar men
dus ook kan kunstrijden, waarvoor dank zij de wereld
kampioene, die tenslotte ook uit Friesland afkomstig is,
wellicht enige animo is gewekt. Ik stel me ook voor,
dat er wel belangstelling zal komen voor ijshockey,
wanneer hier inderdaad één of twee ijshockeybanen
zijn. Ik geloof, dat er in die richting nog wel verwach
tingen mogen worden gekoesterd en ik geloof, dat we,
als die zaak eenmaal draait, ook niet zullen ontkomen
aan een behoorlijke outillage niet alleen voor hockey
wedstrijden, maar ook voor toeschouwers, die die wed
strijden moeten kunnen bijwonen. Het is van belang,
straks in die zaak een behoorlijke exploitatie te krijgen.
Dat hoeft niet direct, dat kan inderdaad na verloop van
enige tijd en wanneer daar een stichting is, die dit met
enthousiasme onderneemt, dan lijkt me dit allemaal
best mogelijk. Ik ben dus werkelijk wel enthousiast.
Een ander punt en daar heeft geen van de heren
tot nu toe over gesproken, terwijl er volgens mij toch
wel over gesproken moet worden is, dat wij hier een
voorstel krijgen, dat, dacht ik, een beetje is geënta
meerd en aangebracht door iemand in Leeuwarden, die,
naar ik aanneem, wel een zekere mate van vakkennis
op dit terrein heeft, maar voor wie dit toch eigenlijk
ook een experiment zal zijn, terwijl er toch eigenlijk
ook weinig mogelijkheid is om terug te wijzen op al
opgedane ervaringen op dit stuk van zaken. Dat alles
vinden wij wel een beetje griezelig. Nu zijn wij in de
korte tijd die er beschikbaar geweest is, op de hoogte
gebracht met de mening van een maatschappij ik
mag de naam ook wel noemen de maatschappij
Grasso, die o.a. de Jaap Edenbaan heeft aangelegd en
die op het gebied van het aanleggen van koelinrichtin-
gen bijzonder grote ervaring heeft. Wij hebben dus
eigenlijk de indruk gekregen, dat het misschien ook
met deze dingen zo is, dat je veel kunt leren uit de
ervaring en dat de ervaring die Grasso opgedaan heeft,
ook voor onze stad wel eens een nuttige ervaring zou
kunnen zijn. Ik ben wel onder de indruk geraakt van
een stuk of wat bezwaren, welke zijn geopperd en vol
gens welke b.v. een baan, waar het water niet op
gebracht wordt via een benevelingsinstallatie, geen ijs
oplevert, dat bruikbaar zal blijken voor het doel, waar
voor het bestemd is. Ik heb ook gezien, dat in de aan
bieding die wij gekregen hebben, alle mogelijke garan
ties opgenomen zijn, maar b.v. geen garantie voor de
kwaliteit van de ijsvloer. Daar komt nog één ding bij.
Ik vind het eigenlijk altijd onplezierig, wanneer wij
hier moeten beslissen zonder dat wij eigenlijk enige
keus hebben. Zouden wij dit voorstel moeten aannemen
en zou er eigenlijk helemaal niet een andere mogelijk
heid bestaan, dan zouden wij misschien deze stap zon
der al te veeel gewetensbezwaren kunnen doen. Maar
zoals de zaak op het ogenblik ligt, vind ik het bijzonder
moeilijk deze stap te doen, zolang ik daarnaast niet heb
een offerte met enige omschrijving ook van een ander
en dan denk ik dus in de eerste plaats aan Grasso.
Ik geloof, dat dat de enige is, die daarvoor in aanmer
king komt. Zou het College meer van dit soort offertes
op tafel willen leggen, het zou er mij des te liever om
zijn; dat is wel duidelijk. De vraag is, of dit zoveel tijd
verlies zou geven, dat daardoor het gehele plan in
gevaar zou komen. Als dat zo zou zijn, dan zou dat
opnieuw een punt van overweging voor mij moeten
uitmaken, maar dan wil ik op dit moment al zeggen,
dat dit tijdargument nu al vele malen gebruikt is en
het is in hoge mate onplezierig, wanneer wij om der
wille van de tijd niet zouden kunnen doen wat wij an
ders bepaald zouden wensen. Dus ik zou werkelijk
moeite hebben om dat argument de doorslag te laten
geven. In ieder geval zou ik graag van het College
willen weten, welke aanleiding het heeft gehad zich uit
sluitend te oriënteren bij degene die deze offerte heeft
gedaan en dat niet te doen bij een ander.
Ik geloof, dat ik het daar voorlopig bij kan laten.
De heer Heidinga: Zoals de heer De Jong, mijn
fractievoorzitter, zonet al heeft aangekondigd, zou ik
graag enkele opmerkingen willen maken over enige
van de technische aspecten van dit plan van de kunst
ijsbaan. Ik wil allereerst zeggen: Ik vind, dat er nogal
moed voor nodig is om nu na deze bijna drie maanden
winter en terwijl de winter juist op de vlucht gegaan is,
hier in de Raad nog weer zo'n uitgebreide discussie over
het ijs te houden. (De heer Van der Veen: Een kwestie
van leeftijd.) In ieder geval ziet men hieruit, dat de
Raad het wel en wee ook van de ijssport zeer ter harte
gaat.
Allereerst wil ik dan iets zeggen over de betonvloer.
De constructie van deze kunstijsbaan wordt zo gedacht,
dat het buizennet het koelsysteem is aangebracht
in een betonvloer en nu zijn er heel veel verschillende
oplossingen daarvoor al gegeven. Dat laatste hebben
wij nu net vóór deze vergadering in de Commissie Open
bare Werken van de Wethouder mogen vernemen. Dus
we kunnen eigenlijk wel zeggen: Men is nog in het
stadium van experimenteren. Maar ik kan mij niet aan
de gedachte ontworstelen, dat het uiterst riskant zal
zijn dit buizennet in die betonvloer te leggen Ik heb
het zelf in mijn loopbaan als aannemer nog nooit an
ders meegemaakt, dan dat in beton een zekere krimp
optreedt en om die te ondervangen brengen wij in de
betonconstructies dilatatievoegen aan, opdat de uit
zetting daardoor kan worden opgevangen. En dat is
in deze vloer ten enenmale niet mogelijk. Het is een
vloer van 30 bij 60 m zonder enige onderbreking, zonder
enige voeg. In de tijd van vrijdag op zaterdag zal daar
een temperatuurverschil van vermoedelijk wel 15 gra
den en misschien nog wel meer in kunnen optreden. En
dat zal onherroepelijk naar mijn mening in deze vloer
zoveel krimp opwekken, dat hier haarscheuren in ont
staan. Wanneer het niet erger is dan dat, dan geloof ik,
dat wij ons nog gelukkig mogen prijzen. Naar mijn
persoonlijke mening zal ei scheurvorming optreden, die
erger is. Doch wanneer het alleen maar haarscheuren
zouden zijn, dan worden de handhaving en de duur
zaamheid van deze betonvloer al uiterst dubieus, want
vrijdags komt er dus urine en stalmest van het vee op
en dat zal in de haarscheuren dringen. Dat kan geen
mens verhinderen, geen sterveling. Door die urine zal
aan de buizen, die vrij dicht bij het oppervlak moeten
liggen om de nodige kou op te wekken mogen ze niet
te diep, anders zouden er te veel verliezen optreden
corrosie kunnen ontstaan. Dat zal naar mijn mening
ook niet uitblijven. In eerste instantie was degene, die
deze koelinstallatie aanbiedt, van het standpunt uit
gegaan, dat dc koelhuizen van plastic, van drakatyleen
zouden zijn. Maar zojuist hebben we gehoord, dat daar
weer van is afgestapt en dat ze dus nu van staal wor
den. Ik geloof, dat het daar beter om is, want met die
draka-buizen heeft men enkele jaren geleden in En
schede al eens uitermate slechte ervaringen opgedaan,
7
ook bij een kunstijsbaan. Die kunstijsbaan is zelfs nooit
in gebruik genomen; dat was onmogelijk. Die baan had
dezelfde buizen en er werd ook een pelcelkoeling toe
gepast. Het bleek, dat men de verbindingen van die
buizen nooit dicht kon krijgen. Dat heeft men ver
moedelijk hier tijdig in de gaten gekregen; daarom
deelt men dus vandaag nog weer mede, dat het stalen
buizen zullen worden. Om nog weer even bij het beton
terug te komen. Wanneer dit beton werkelijk afdoend
en houdbaar zal moeten worden gemaakt, dan zou het
wel eens kunnen zijn, dat er een veel dikkere beton
vloer moet worden toegepast en dat die helemaal moet
worden voorzien van een voorgespannen wapening. Nu
mag de heer Bootsma zeggen, dat het niet zo is, maar
het lijkt mij eigenlijk haast wel de enige oplossing,
want hier wordt nu rekening gehouden met een vloer
van 11 cm en op deze vloer worden dc veewagens met
het volle gewicht toegelaten. Ik hoop, dat de Wethou
der mij hierover nog wat naders kan vertellen, maar,
zoals dit op het ogenblik voor ons ligt, geloof ik niet,
dat het verantwoord is het te aanvaarden. Er zit nog
dit bij: wanneer die methode van bevriezing zal wor
den toegepast, die ons is medegedeeld die houdt dus
in: de vloer onder water zetten en dan door koeling
de ijsvlakte er op laten komen dan zal ook in de
eventuele scheuren die naar mijn mening niet kunnen
uitblijven, ijs optreden en daar zal dus mede de beton
vloer door worden vernietigd. Bovendien lijkt het mij
onmogelijk, om deze betonvloer van 30 bij 60 m zuiver
waterpas te maken. Ik geloof niet, dat er iemand is,
die dat kan. Het zal wel mogelijk zijn de vloer na het
storten zo af te werken, dat een aparte laag- vrijwel
zuiver waterpas wordt aangebracht, maar dan krijgt
men eigenlijk twee substanties: een afwerklaag en de
eigenlijke betonvloer en die laag zal door de grote
temperatuursverschillen onherroepelijk loslaten van de
ondervloer. Mede daaiom lijkt het mij vrijwel onmoge
lijk, dat de bevriezing anders geschiedt dan door ver
stuiving en versproeiing van het water. Maar ik hoop,
dat de Wethouder er zoveel meer van weet, dat hij
mij toch wat dat betreft tevreden zal kunnen stellen.
Er is inmiddels weer een nieuwe kant aan deze zaak
gekomen. Er is ons thans medegedeeld, dat er in de
onderbetonvloer er zijn n.l. twee betonvloeren, waar
tussen een isolatie is aangebracht nu een ver-
warmingsnet zal worden aangebracht. Het is een vreemd
geval: Je verwarmt de ene vloer en de bovenvloer koel
je af. Het werkt wat tegen elkaar, maar het zal wel
goed zijn. Misschien kan het wel. In ieder geval zou ik
toch wel graag willen weten wat de kosten zijn van
het buizennet in de ondervloer en de kosten van het
overgaan van plasticbuizen op stalen buizen. Beïnvloedt
dat de prijs, zoals die ons is aangeboden, en ook de
exploitatie Want wanneer men die ondervloer zal
verwarmen, dan zal men daar toch energie voor moe
ten gebruiken. Die warmte moet worden geproduceerd.
Dan misschien heb ik het ook al gezegd zullen
de auto's die op de vloer komen, ongetwijfeld hier en
daar wel eens olie laten vallen. Dat kan niet anders.
Dus wanneer men deze betonvloer goed zal willen ge
bruiken als een vriesvloer, dan lijkt het mij haast nood
zakelijk, dat die op de een of andere manier vrijdags
wordt afgedekt, opdat hij zuiver schoon blijft en zuiver
van kleur. Want het schijnt, dat zelfs de kleur van de
bovenlaag de ijsvorming beïnvloedt en de olie, die on
herroepelijk op de vloer komt door de auto's, zal dat
in behoorlijke mate beïnvloeden.
Dat waren zo een paar opmerkingen over de tech
nische kant van de zaak. Ik heb hiermee willen zeggen,
dat deze zaak naar mijn mening eigenlijk nog in een
experimenteel stadium verkeert. Dat is mijn indruk.
Ik geloof niet, dat dit allemaal reeds is doordacht, dat
hier de nodige adviezen van deskundigen al voor zijn
gevraagd en dat men hier reeds de beschikking heeft
over de nodige ervaring van anderen, waarmee wij
beslist ons voordeel zullen moeten doen. Daar deze
uitgave voor de Gemeente zeer groot is, zullen wij, als
wij niet alle aspecten van deze zaak kennen, niet ver
antwoord zijn deze uitgave te doen.
Aan het adres van de Wethouder van Financiën wil
ik nog even zeggen, dat het ook mij prettig heeft aan
gedaan, dat het College snel kan handelen. Of het
doelmatig kan handelen, wacht ik gaarne af.
De hear San tenia: Dit ütstel komt üs ek ünfor-
wachts oer. Wy hawwe yn de koarte tiid, dat wy üs
hjir op klear meitsje koene, ek alderhanne aspekten
bisjoen, mar oer it algemien bliuwe wy dochs wol hwat
ryklik yn de mist sitten. It kin net oars, dat it sa is.
Doe't de diskusje yndertiid yn de kranten oan de gong
wie om ek yn Ljouwert in kunstiisbaen to krijen, wiene
wy it der yn üs herte wol allegearre mei iens, dat
Ljouwert yn dizzen syn kansen net foarbygean litte
moast. Mar doe't dan it bislüt fallen is, dat it Hearren-
fean stipe wurde sil troch de Provinsje en noch in
oare ynstansje, mienden wy, yn it earstoan tominsten,
dat dizze saek foar Ljouwert fan de baen wie. Wy
binne der lykwols tige bliid om dat, al is de tiid fan
tarieding dan hwat ekstra koart, wy op dit momint
foar dit ütstel steld wurde. Wy moasten dizze joun
eigentlik in bislissing nimme kinne, mar sjoen it great
oantal fragen, dat om dizze kwesje noch hinne is, net
allinnich biliedskwesjes, mar binammen ek finansjéle
en technyske kwesjes, liket it hast wol ünmooglik.
dat wy nou al ta in bislüt komme kinne.
Tjallinga is dochs troch it ütwreidingsplan 't Aldlan
syn iisbaen kwyt rekke en oer net al to lange tiid sil
de Ljouwerter iisbaen Blekerstrjitte ek fuort moatte.
En op dat stuit hat Ljouwert net ien iepenloftbaen
mear. Neffens üs kin dat net bistean yn dizze stêd.
Nou is it foar de greate massa fan de bifolking dy't
wol gebrük makket foar in pear kwartsjes per joun
fan in iisbaen lyk as Tjallinga en de Blekerstrjitte aen-
sen heechistwierskynlik net mooglik om idere kear
lit üs sizze, foar in goune de kear, gebrük to meitsjen
fan de kunstiisbaen. Wy sille it dus yn de takomst noch
wol ris yn de gaten halde moatte, dat der nést in even-
tuéle kunstiisbaen dochs ek in baen wêze moat of
eigentlik mear banen hwer't men yn de iepen loft
it reedriden op bioefenje kin. Ik tink ek oan it Ielan.
En yn elts gefal wolle wy, nou't wy üs dizze joun
spésiael konsintrearje op de kunstiisbaen, B. en W. yn
oerweging jaen, dat sy dizze gedachte fan gewoane
folksiisbaen lyk as wy dy oant nou ta winlik ek hienen,
foaral net forjitte moatte. It is eigentlik sa: As B. en W.
net de gelegenheit to baet nommen hienen om de greate
fémerkhal aensen eksploitabel, tominsten foar in part
eksploitabel, to meitsjen en to bisiikjen, der hwat yn
to fêstigjen dat in sekere bydrage jaen koe ta it for-
lichtsjen fan de finansjéle lésten, dan soenen B. en W.
net goed foar harsels wêze. Men kin ik ek sa stelle: De
stêd Ljouwert soe net goed foar himsels wêze, as er
net oan alle kanten syn uterste bést dien hie om ek in
ynrjochting* lyk as dizze hjir yn de stêd to fêstigjen.
Ik woe noch efkes dit sizze. Op it eagenblik binne der
yn Nederlan trije fan dy kunstiisbanen. Dat is dochs in
lyts tal. En sjoen de geweldige propaganda, dy't op it
eagenblik ek fia televisy en radio makke wurdt foar
de kunstiisbaen, kin it net ütbliuwe, oft it ynstitüt fan
de kunstiisbanen yn Nederlan sil him ütwreidzje. En
dêrom is it noch net iens ünmooglik, dat der yn Frys-
lan yn de takomst twa fan dy iisbanen wêze sille.
Nou't de kans der blykt to wêzen om foar Ljouwert in
kunstiisbaen to kréearjen, moatte wy üs uterste bést
dêrfoar dwaen. Mar üs fraksje is fan bitinken, dat yn
dizze saek fierstentofolle fragen oerbliuwe, dy't wy
dizze joun heechstwierskynlik net bihannele krije.
Uteraerd binne wy natuerlik tige bilangstellend nei
hwat aensen de hearen Wethalders oer dizze kwesje
sizze sille, mar wy sille nou, leau ik, net ta in bifre-
digjend ein komme. Soe it miskien en dat is in
fraech, dy't ik to'n earsten graech oan it Kolleezje
stel ek mooglik wêze, dat wy de bislissing oer dizze
saek oant de folgjende gearkomste oanhalde? Ik leau,
dêr is net in kou mei om hals. As dizze saek oer trije
wike noch ris in kear oan de oarder komt en wy
stimme yn de Rie, dan leau ik net, dat dat ta skea fan
de Gemeente wêze sil.
Wy hawwe mei nocht heard nei hwat de hear De
Jong oan de ein fan syn taspi-aek sei oer de snein. Ek
wy soene der wol priis op stelle, dat, hwannear't even
tueel dizze kunstiisbaen der komt, dy sneins net brükt
wurde sil foar manifestaesjes, mar wy binne der ek
foar, dat dit safolle mooglik in skikking ünderinoar
wêze moat, omdat it in saek is, dy't de hiele gemeente
Ljouwert oangiet yn al har nuansearringen. Uteraerd
hawwe wy natuerlik ek gjin biswier, dat dizze kunst-