12 Punt 15 (bijlage no. 188). De heer Van der Veen: Ik heb niet helemaal begre pen uit de stukken wat nu precies allemaal wel bij die muziekschool hoort en wat eigenlijk meer zou ho ren bij het gebouw voor schone kunsten, waarvan ook sprake is. Ik twijfel wat over de conciërgewoning en de zaal voor 400 toeschouwers en zo; dat is mij niet helemaal duidelijk. Maar we horen daarover waarschijn lijk nog wel iets van het College. Ik kan nu al wel zeggen, dat ik wel bereid ben mee te gaan met de be schikbaarstelling van het voorbereidingskrediet voor de nieuwe muziekschool. Ik geloof inderdaad, dat we daar niet aan ontkomen, maai- ik wil dan ook meteen vastleggen, dat ik dat zie volstrekt los van eventuele plannen om te komen tot een gebouw voor schone kunsten. De hear Santema: Ut it ütstel en oare stikken bliek my, dat it wurklik tige urgint is, dat dizze nije musyk- skoalle der komt. Mar is der al ienige hoop en for- wachting, dat de forgunning hjirfoar fluch öfkomt, sadat wy der ek mei bigjinne kinne? De hier is opsein en hwêr moat de skoalle dan hinne? De heer Tiekstra (weth.): Ik geloof, dat het met het oog op de opmerking die de heer Van der Veen maakt, goed is, dat ik even in het kort zeg, wat precies de bedoeling van het voorstel is, omdat ik het ook met hem wel eens ben, dat de ter visie gelegde stukken misschien aanleiding zouden kunnen geven tot een mis verstand. Over het algemeen is het nuttig de Raad zo uitvoerig mogelijk in te lichten, maar het kan zich voordoen, dat daardoor een misverstand wordt gewekt. Het voorstel heeft uitsluitend betrekking op de muziek school. En het College ziet de noodzakelijkheid van het spoedig tot stand komen van een nieuwe muziekschool zeer beslist in. Vandaar het voorstel. Het College is op het ogenblik nog niet in die mate overtuigd van de noodzakelijkheid van het andere project: een ge bouw voor schone kunsten. Daarover zal nog verder overleg moeten worden gepleegd. De eerste taak is dus het vraagstuk van de muziekschool als zodanig op te lossen. De fraech fan de hear Santema is slimmer to biant- wurdzjen. It giet hjir n.l. noch mar om in tarissings- kredyt foar it meitsjen fan in sketsplan. Dan moat de twadde fase yngean en dan moat der dus in kredyt komme foar it meitsjen fan in definityf plan. As dat ré is, moatte der dus finansieringsmiddels socht wurde en wy hoopje, dat dy foun wurde foar it ta stan bringen dêrfan. Der moat in ryksgoedkarring foar kri- gen wurde fan de Minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid. Wy witte allegearre wol, dat sok- soarte fan dingen nochal hwat tiid freegje. Ik woe wol sizze, dat sawol it bistjür fan dy skoalle as it Kolleezje fan B. en W. der fan oertsjüge is, dat dit sa gau mooglik barre moat. Men wit, dat goedkarringen fan ynstansjes öfkomme, dêr't wy neat oer to for tellen hawwc, mar dy't alles oer üs to sizzen hawwe. Wy sille dus probearje moatte, sa nedich tusken-op- lossingen to finen, hwertroch de musykskoalle yn elk gefal net op strjitte hoecht to spyljen. De heer Heidinga: Er worden tegenwoordig in Ne derland vrij veel scholen gebouwd in een bepaald sys teem. Daar heeft men op het Departement nogal wat voorkeur voor en daarvoor verleent men ook nogal wat faciliteiten. Ik neem graag aan, dat het bij het College wel bekend is, maar om een dergelijke bouw te be spoedigen, zou toepassing van zo'n systeem verkieslijk kunnen zijn; daar zou nog wel heel wat tijdwinst in kunnen zitten. Misschien mag ik dat onder Uw aan dacht brengen. De heer Tiekstra (weth.)De heer Bootsma zegt bij interruptie wat al door mijn hoofd speelde, n.l., dat bij de bouw van de muziekschool uit akoestische over wegingen e.d., dus ook met betrekking tot de isolatie, een complex voorzieningen gevraagd wordt, dat natuur lijk bij een gewone school niet behoeft te worden aan gebracht. Daarbij komt en dat weet de heer Hei dinga, dacht ik, nog veel beter dan ik dat men, systeembouw toepassende, dan toch altijd een vrij groot kwantum lokalen moet produceren, wil men ook finan cieel niet al te ver uit de koers lopen. Overigens wil ik graag de opmerkingen van de heer Heidinga tot mij nemen en eens zien, of inderdaad bespoediging kan plaats vinden, als er een systeem gevonden zou kun nen worden, dat ook op de bouw van deze school zou kunnen worden toegepast. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punten 16 t.e.m. 20 (bijlagen nos. 190, 183, 182, 184 en 185). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 21 (bijlage no. 192). De heer Kingma: Het is me bij het nazien van de stukken opgevallen, dat deze geldleningen in 1965 ver strekt zullen worden. Nu heb ik mij afgevraagd: Is het nodig om nu al de voorzieningen te treffen, die het mogelijk maken om dan een lening te sluiten? De heer Tiekstra (weth.): De stortingsdatum van de leningssommen is op zichzelf niet zo essentieel. Het kan best zijn, dat die wat verder in de toekomst ligt, als men maar verzekerd is van het feit, dat de uit voering van bepaalde projecten voortgang kan heb ben door een vaste financiering, die bij contract is ge regeld. Tot dat moment kan men met kasgeldleningen, die meestal goedkoper zijn, de voortgang financieren. Het gebeurt veel vaker, dat het tijdstip van storting verder weg ligt al behoeft het natuurlijk niet 1980 te worden dan het moment, waarop de lening wordt gesloten. Daartegenover is uiteraard dat heeft de heer Kingma waarschijnlijk ook wel gezien een be- reidstellingsprovisie verschuldigd; het gebeurt niet voor nul centen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 22 (bijlage no. 189). De heer Heidinga: Ik weet wel, dat ik buiten de orde ben, maar ik wilde slechts even opmerken, dat ik graag had gewild, dat ook in de restauratie van het huis met de gladde gevel was voorzien bij deze wijzi ging van de gemeentebegroting onder punt 5. Had die niet mee gekund? De steunpalen staan er nu al zo lang in de Oude Oosterstraat; die moeten er toch ook eens weg. De Voorzitter: U is inderdaad buiten de orde. En U op dit slechte pad volgende, wil ik U toch zeggen, dat de plannen voor de restauratie van dit pand nog in behandeling zijn. Op het ogenblik kunnen zij nog niet in een geldbedrag en een begrotingswijziging wor den verwerkt. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Hierna sluit de Voorzitter de vergadering. De heer Bootsma: de voorzieningen. De akoestiek vraagt ook bepaal- 1 Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van woensdag 10 juli 1963 RAADSVERGADERING van woensdag 10 juli 1963. Aanwezig: 34 leden. Afwezig: de heren Bootsma en Spiekhout (met ken nisgeving) en Mr. van der Veen. Voorzitter: de heer J. Tiekstra, loco-Burgemeester. Te behandelen punten: 1. Vaststelling van de notulen van de raadsverga deringen van 18 april en 8 mei 1963. 2. Mededelingen. 3. Benoeming van: a. twee leden en een plaatsvervangend lid van de Commissie ex artikel 8 der Woonruimtewet 1947 (bijlage no. 206); b. een lid van de Commissie van bijstand voor de ge meentelijke kleuterscholen; c. een onderwijzeres aan de Tjerk Hiddesschool, aan de Parkschool en aan de Plataanschool (alle g.l.o.) (bijlage no. 211); d. een directrice van de Middelbare School en H.B.S. voor Meisjes (bijlage no. 223). 4. Overplaatsing van de onderwijzeres mej. J. Wit kamp van de Emmanuel Murandschool I (g.l.o.) naar de Plataanschool I (g.l.o.) (bijlage no. 205). 5. Aankoop van de percelen Spanjaardsstraat no. 22 en Nieuwe Houtstraat no. 24, resp. van B. Rijpstra en mevr. J. Roolvink-Wijngaarden, beiden alhier (bijlage no. 208). 6. Bekrachtiging van de aankoop van drie percelen grond nabij de Groote Wielen (bijlage no. 222). 7. Verkoop van een perceel bouwterrein, gelegen tussen de Bordineweg en de Mamingeweg, aan J. Vonk, alhier (bijlage no. 218). 8. Verkoop van een perceel bouwterrein, gelegen in het uitbreidingsplan „Wytgaard", aan L. Kingma al daar of anderen (bijlage no. 200). 9. Verkoop van een strook grond, gelegen ten noor den van de Jachthavenlaan, aan de N.V. Fries Isola tiebedrijf, alhier (bijlage no. 201). 10. Intrekking van het raadsbesluit d.d. 18 april 1963, waarbij een perceel grond ten oosten van de Mid delzeelaan en ten noorden van de Bordineweg in erf pacht werd afgestaan aan de C.V. „Fries Bouwbedrijf", alhier, en verkoop van dit perceel aan de Stichting Pen sioenfonds voor de Grafische Bedrijven te Amsterdam (bijlage no. 199). 11. Uitgifte in erfpacht van een perceel industrie terrein, gelegen in het industriegebied „De Zwette", aan Fa. Dirk de Vries en Co., alhier (bijlage no. 198). 12. Aangaan van een overeenkomst van ruiling van grond, gelegen aan de Mr. P. J. Troelstraweg, met J. Boersma en echtgenote, beiden alhier (bijlage no. 216). 13. Overname van grond van stoepen van diverse eigenaren (bijlage no. 195). 14. Verhuur van kantoorruimte van de Friesland hal aan: a. de Friese Coöperatieve Vee-afzetvereniging („F.C.E.") te Akkrum; b. de Onderlinge Verzekeringsmaatschappij Friese Boeren- en Tuinders Onderlinge, alhier, en c. de coöperatieve vereniging „Coöperatieve Raiffei- senbank Jorwerd" te Jorwerd en de coöperatieve vereniging „Coöperatieve Boerenleenbank Menal- dum" te Menaldum (bijlage no. 196). 15. Onttrekking aan het openbaar verkeer van een noordelijk gedeelte van de verbindingsweg tussen de Woudmansstraat en het Nieuwe Kanaal, alsmede van de aan deze verbindingsweg aansluitende loswal langs dit kanaal (bijlage no. 197). 16. Sluiten van een overeenkomst met het Kerkbe stuur van de Parochie van de H. Joannes de Dooper te Huizum inzake openstelling van het Kerkepad aldaar (bijlage no. 207). 17. Aanleg van een rijwielpad langs de zuidwest zijde van de Wergeasterdyk (bijlage no. 217). 18. Vaststelling van het uitbreidingsplan in onder delen voor gronden ten oosten van de Mr. P. J. Troel straweg (bijlage no. 214). 19. Vaststelling van het uitbreidingsplan in onder delen „Westeinde" (bijlage no. 215). 20. Onbewoonbaarverklaring van 50 woningen (bijlage no. 209). 21. Opheffing van de noodslachtplaats te Wirdum (bijlage no. 210). 22. Verlenen van medewerking ingevolge artikel 72 der lager-onderwijswet 1920 aan het Bestuur van de Vereniging tot stichting en instandhouding van scho len met de Bijbel te Huizum (bijlage no. 212). 23. Verlenen van medewerking ingevolge artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920 aan het Bestuur der Ver eniging voor Christelijk Schoolonderwijs, alhier (bijlage no. 203). 24. Verlenen van medewerking ingevolge artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920 aan de Nederlands Her vormde Schoolvereniging, alhier, voor de aanschaffing van leermiddelen ten behoeve van de Hervormde u.l.o.- school, Transvaalstraat 75 (bijlage no. 202). 25. Verlenen van medewerking ingevolge artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920 aan de Nederlands Her vormde Schoolvereniging, alhier, voor de aanschaffing van meubilair ten behoeve van de school voor u.l.o., Transvaalstraat 75 (bijlage no. 213). 26. Beschikbaarstelling van een krediet voor het bouwrijpmaken van gronden in het uitbreidingsplan 't Ielan (bijlage no. 220). 27. Beschikbaarstelling van een voorbereidingskre diet voor de bouw van een nieuw Gemeentelijk Tehuis voor Bejaarden (bijlage no. 221). 28. Oninvorderbaarverklaring diverse posten (bijlage no. 204). 29. Wijziging van de gemeentebegroting en van de begrotingen van de Geneeskundige- en Gezondheids dienst, het Grondbedrijf, de gemeentelijke Sociale Dienst en de Energiebedrijven, alle voor het dienstjaar 1963 (bijlage no. 219). 30. Wijziging van de gemeentebegroting, dienstjaar 1963 (bijlage no. 224). Punt 1. De notulen worden onveranderd vastgesteld. Punt 2. De mededelingen sub A en het rapport sub B wor den voor kennisgeving aangenomen. Sub C. De heer Kamstra: Ik ben het er volkomen mee eens, dat dit stuk in handen van B. en W. gesteld wordt om preadvies, want ik heb mij er eigenlijk toch wel een beetje over verbaasd, dat de aanvraag van deze adres sant geweigerd is. Zoals in het adres van de heer Tijse-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1963 | | pagina 1