4
periode, voor het jaar 2000, de aangetoonde hoeveel
heid gas te gaan gebruiken. En daar de aantoonbare
voorraad eigenlijk nog steeds groter is gebleken dan
men aanvankelijk op voorzichtige basis meende te
moeten schatten, ligt het voor de hand, dat men het
meeste belang heeft bij de grootverbruikers. Dit komt
dan ook wel in deze tarieven tot uiting. Al naar gelang
men meer gaat verbruiken, gaat het gas ook goedko
per worden. Men kan op deze tariefstelling in haar
totaliteit misschien aanmerken, dat het totaal of in
feite de inkoopsprijs misschien wel lager had kunnen
liggen. Juist deze inkoopsprijs echter is mee gebaseerd
op een totaal beleid van het Ministerie van Economi
sche Zaken, dat niet alleen de aardgaspositie in ogen
schouw heeft genomen, maar daarbij uiteraard ook de
andere energiebronnen heeft betrokken. Wij zouden dus
kunnen wensen, dat de inkoopsprijs lager was komen
te liggen, waarbij dan ook voor de kleinere verbrui
kers hier wellicht iets meer voordeel uit had kunnen
komen. Toch geloof ik, dat het gezamenlijk orgaan
hieraan gedaan heeft wat redelijkerwijze kon worden
gedaan en dat ook in de Tweede Kamer hierover wel
voldoende is gezegd. Dit is dus in feite een kwestie
geworden van landspolitiek, regeringspolitiek en niet
meer van gemeentepolitiek. Wanneer wijzelf als Ge
meente deze prijzen nog zouden wiilen drukken,
dan zou dat dus moeten gaan ten koste van ik durf
het woord haast niet te zeggen de winst die wij hier
dan uit zullen maken, de winst, die toch uiteindelijk min
of meer resulteert in het reserveren voor bepaalde
doeleinden. Ik zou toch wel graag willen, dat er juist
t.a.v. de mogelijkheden die dit gas biedt, voornamelijk
t.a.v. de verwarming, een goede voorlichting aan het
publiek wordt gegeven, opdat onjuiste voorstellingen,
die men wellicht daaromtrent heeft, worden gecorri
geerd. Het publiek is zo gauw geneigd te denken, ook
al verbruikt men slechts enkele kubieke meters, dat
men daar guldens beter van zal worden. Toch is dat
juist helemaal niet het geval, daar er voor de minimale
verbruikers eigenlijk nog niet eens de kostprijs uit
komt. Ik geloof, dat juist t.a.v. dit punt een goede
voorlichting zeer gewenst is en ik spreek de hoop uit,
dat deze voorlichting er inderdaad zal komen. Wij zul
len er ook niet aan behoeven te twijfelen, dat de Ener
giebedrijven dit zullen doen, maar ik wil dit toch graag
in de aandacht van het College aanbevelen.
De heer K. J. de Jong: Het zou misschien enig mis
verstand kunnen wekken, wanneer men zo zonder
meer leest: Wij krijgen nieuwe tarieven met ingang
van 1 januari.
Ik wilde slechts onderstrepen wat hier staat, n.l.,
dat voorlopig de oude bronnen nog intact blijven en
dat wij daaruit ons gas nog putten. Dat gas heeft een
hogere calorische waarde dan het gas dat uit Slochte-
ren komt, zodat wij dus ongetwijfeld bij het prijsstellen
van het gas straks toch nog hogere prijzen per m3
gaan betalen dan hier aangegeven is; er moet n.l. een
omrekening plaats vinden. Het staat duidelijk in de
stukken, dus het is geen nieuws, maar het leek me
toch wel van belang, dat dit duidelijk is, opdat men
niet gaat denken: wij betalen nu straks zoveel per m:J
gas als hier in de nieuwe tarieven is opgenomen.
Het tweede punt betreft de opmerking in de raads-
brief, dat de Gemeente nu het aardgasverbruik gaat
stimuleren en een penetratie van het aardgas in de
sector van de ruimteverwarming tracht mogelijk te
maken. Ik kom dan in het straatje van de heer Boot-
sma, die sprak over de voorlichting. Ik heb met be
trekking tot dit punt het laatste nummer van „De
Brandstof handel" van 22 november, nog eens even
gelezen, waar dezelfde tarieven, die wij hier in Leeu
warden hebben, gesteld worden tegenover de kosten
van een normale kolenkachel en dan komt men bij
het gebruik van 1125 m3 gas uiteindelijk nog twee
kwartjes duurder uit dan bij kolengebruik voor ver
warming. Dus U voelt wel, dat men bepaald niet mag
denken, dat nu ineens de ruimteverwarming stukken
goedkoper is, afgezien van het feit, welke verwarming
men prefereert in bepaalde gevallen. Er zitten wel
voordelen in bij een grotere afname, maar het is be
paald niet zo, dat door gasleverantie voor verwar
ming het gebruik van gas goedkoper zal zijn dan dat
van kolen.
Een derde opmerking betreft het punt, dat de heer
Bootsma ook aangehaald heeft: de tariefstelling. De
gedachten gaan bij ons een beetje in een andere rich
ting. Wij voelen er niet zoveel voor op openbare nuts
bedrijven winsten te behalen. In dit geval echter is
het duidelijk aanwijsbaar, dat onze tarieven niet hoger
liggen dan de norm die de Minister gesteld heeft. Wij
gaan hier nu precies hetzelfde tarief hanteren, dat de
Minister aangegeven heeft. Als het ook niet hoger ligt
dan wat in vergelijkbare gemeenten gevraagd wordt
en als ten gevolge van de positie die wij hier in Leeu
warden innemen met betrekkelijk oude gebouwen, oude
inventaris en oude leidingen hier met dit tarief nog
twee ton winst per jaar gehaald kan worden, dan zou
den wij dat, geloof ik, kunnen accepteren. Dan gaan
wij immers niet expres om winst te behalen een
hogere tariefstelling creëren. Wanneer dat het geval
zou zijn, dan zouden wij hier pertinent bezwaren te
gen inbrengen. Overigens geloof ik, dat het sympa
thieke in deze tariefstelling is, dat zij bedrijfszekev
is, en economisch goed ligt. Men weet hier, dat
hoe meer men afneemt, hoe goedkoper het wordt.
Dat krijgt men praktisch in iedere zaak zo en ik zou
wel willen, dat we dat over al onze bedrijven meer
zouden kunnen toepassen. Verschillende andere ge
meentebedrijven vragen voor bepaalde dienstverlenin
gen vergoedingen die zeker niet op deze zelfde tarief
stelling zijn afgestemd. Maar dat doet in dit verband
niet terzake. Ik kan mij in dit opzicht met deze tarief
stelling, vooral omdat ze van gezonde bedrijfseconomi
sche normen uitgaat, wel verenigen.
De hear Santema: Yn de seksjes is ris frege, hwêr-
om der net in Gasnota wie en dat wie foaral yn forban
mei de forskillende publikacsjes, dy't sa foar en nei
yn de parse forskynd wiene. Wy binne dus tige bliid,
dat nou yn elk gefal in diel dêrfan hjir foar üs leit en
dat wy dizze joun ta in bislüt komme moatte. It liket
üs as fraksje lykwols wol winsklik ta, dat wy in pear
algemiene opmerkings oer dizze kwesje meitsje. Wy
moatte hjir forklearje, dat wy biswier meitsje tsjin it
feit, dat it diel fan Nederlan hwer't dit gas oanwêzich
is, dér net mear fan profitearret. Der wurdt nou mar
in hiel lichte forgoeding jown foar it gebiet, dat de
trije provinsjes Fryslan, Grinslan en Drinte omfettet.
5% wurdt üs skonken. Ik stel my foar, dat de provinsje
Limburg en dan mei namme it südlike diel mear pro-
fitearre hat fan'e steatsminen dêrre as wy nou profi-
tearje sille fan dit ierdgas. En dat fine wy net moai.
Ik mei miskien noch yn it sin bringe de lüden fan de
hearen Okma en Pollema, ek fan de leste tiid, dy't
dei' düdlik op wize, dat it jin biwustwêzen in ryk ian
to wêzen bipaelde konsekwinsjes meibringt, ek tsjin-
oer de bifolking. Nou miene wy üt it ütstel fan B. en
W. düdlik to fornimmen, dat de greatforbrükers hjir
it meast fan profitearje en de lytsere forbrükers just
it minst en dat is dochs yn forban mei it fynplak fan
dizze biiangrike grounstof wierliken in tokoart. Wy
fine it ek net winsklik, mar it is al in feit eilaes, dat
de ryksorganisaesje, de Gasuny, dy't har mei de dis-
tribüsje fan dit ierdgas dwaende haldt, de steat dus
foar 10%, de steatsminen foar 40% en Shell en Esso
elts foar 25% hjir yn dielnimme. Wy hawwe de leste
tiid ünderskiedene lüden heard, byg. fan de boargc-
master fan Enskedé, Thomassen, dy's üs foarhaldt,
dat de kostpriis fan dit gas net mear as 3 of 4 sinten
is en wy hawwe yn de Twadde Keamer en dêrom
forwündert it my eigentlik, dat de fraksjefoar sitter
fan de P.f.d.A. sa'n mak lüd hearre lit it lüd heard
fan de hear Vondeling, dy't der yn dizze trant ek tsjin
protestearre hat. As wy dit ütstel goedkarre sille, dan
meije wy wol bitinke, dat it hjir om wichtige dingen
giet. Mar dér liket neat mear to foroarjen to wêzen.
De foriende gemeenten binne yn de organisaesje, dy't
ünderhannelingen fiert mei de Gasuny, fortsjintwur-
dige. Dy hat syn wurk al dien en dy hat üs as Ge
meente yn sekere sin ek foar in öfdiene saek pleatst.
Lykwols, dat wy hjir yn dizzen net mear yn to brin-
gen hawwe en dat wy ek noch tofreden wêze moatte
mei in koarting fan mar 5%, dat fyn ik wier spitich
en ik hie de bihoefte om dat nammens myn fraksje
hjir mei to dielen.
5
De heer KlijnstraAan deze gasbel, die al zoveel
besproken is, hoop ik niet veel woorden vuil te maken.
Ik noem het een nationale schande, dat deze gasbel op
de wijze, waarop ze geëxploiteerd wordt, tot ontwik
keling wordt gebracht. De heer Santema heeft het ook
I over de verdeling. Ik geloof, dat de mensen die er
over spreken, verstandig hadden gedaan, als zij hun
vertegenwoordigers in de Kamer en ook in het Minis
terie er tijdig op hadden geattendeerd. Het is helaas
iaar weinig gebeurd, maar ik behoef hier niet ver
der over uit te weiden, want we staan hier niet in de
Tweede Kamer. Het gaat hier om de Gemeente en nu
raag ik: Is het noodzakelijk er is hier en daar ook
al over gesproken dat de tarieven zoals ze hier
oorgesteld zijn, gehandhaafd worden Heeft men ook
li Friesland in het algemeen deze tarieven zo bepaald,
dat wij moeten zeggen: Daar huppelen we maar ach-
Ieraan, wij doen het ook maar zo? Ik dacht, dat, wan
neer wij de klasse drie en vier, de grootverbruikers
dus, een wat hogere prijs laten betalen bij de voor-
estelde tarifering is er ook nogal een groot verschil:
zo van een kwartje naar een dubbeltje en negen cent
per m3 gas -, dan ook de kleinverbruikers, die het
i.och in de eerste plaats nodig hebben en die op het
ogenblik voor de kolen een 15 gulden per hl moeten
betalen, misschien ook tot gasverwarming kunnen
overgaan en ook grotere verbruikers zouden worden,
dan ze nu zijn.
Ik zou graag nog willen horen, of in deze ook iets
mogelijk is.
De heer Engels: Het is niet mijn bedoeling over
landspolitiek te praten en zeker niet om de C.H. Mi
nister te verdedigen tegen onze C.H. afgevaardigde
Santema, maar ik wilde, nu hier door de heren Boot
sma en De Jong gesproken is over de ruirnteverwar-
ning, even vragen, of B. en W. in de raadsbrief niet
veel meer bedoeld hebben de centrale ruimteverwar
ming dan de ene kachel, die hier door beide sprekers
is genoemd.
De heer Pols (weth.)Er is gezegd, dat er over dit
onderwerp de laatste maanden al heel veel gesproken
is. Van verschillende raadsleden, die vanavond het
woord hierover hebben gevoerd, heb ik de indruk ge
kregen, dat ze over mijn hoofd heen eigenlijk een an
dere richting uit wilden praten. Dit onderwerp heeft
te maken met de landspolitiek. De Minister heeft ge
steld, dat hij deze zaak economisch wil bezien. Als de
heer Klijnstra zegt, dat het gas goedkoper moet wor
den, dan bekijkt hij het natuurlijk precies van de an
dere kant dan de kolenboer, die ik enkele weken ge
leden hier in Leeuwarden sprak en die zei: Ik vind het
een grof schandaal, dat men het gas in de toekomst
voor de aangekondigde prijzen gaat leveren; wij kun
nen ons straks wel opbergen. Ook dit vraagstuk kan
men dus van verschillende kanten bekijken en dat zal
ook wel zo blijven.
Ook de heer Bootsma heeft terecht gezegd, dat de
zaak van de nieuwe tarifering niet onverwachts kwam.
Wij verkeren in Leeuwarden in de gunstige positie,
dat wij eigenlijk helemaal het tarief kunnen volgen,
dat landelijk is overeengekomen. Er zijn in den lande
reeds in een paar gebieden de tarieven vastgesteld,
maar over het algemeen zit men hoger. Ik mag van
avond wel eens „het verleden voorspellen" dat is
soms prettig en in ieder geval is het gemakkelijk.
Toen wij enige jaren geleden, ook aan het eind van
het jaar, moesten kiezen tussen kraakgas en puur
aardgas, hebben we dat deels bewust, deels onbewust
gedaan, want het was een vrij onoverzichtelijk vraag
stuk. De raadsleden, die dat toen hebben meegemaakt,
weten, dat het uiteindelijk niet zoveel verschil maakte,
of we gingen kraken of op puur aardgas zouden over
gaan. Alleen zaten we met de moeilijkheid, dat bij
eventuele overschakeling op aardgas alle toestellen
moesten worden omgebouwd, wat een behoorlijk be
drag zou kosten. En U weet, dat het 3 miljoen heeft
gekost, maar ook, dat in Groningen, waarvan men het
inwonertal mag stellen op zo'n 130.000, terwijl Leeu
warden destijds een 80.000 had, nu al een 11 miljoen
begroot. Nog een aardigheidje terzake is, dat we des
tijds ook al moesten kiezen tussen vergoeding van lek
verlies over 20 jaar of over 5 jaar. (Over 20 jaar
kregen we uiteraard een lager bedrag per jaar uitge
keerd dan over 5 jaar). We hebben de termijn van 5
jaar en dus goed gekozen, want we hebben nu
al 3 jaren een hoge uitkering voor de lekverliezen ge
had, die bij het nieuwe contract zal vervallen.
Nu stelt de heer Bootsma, dat de nieuwe tarifering
voor de grootverbruikers gunstiger is. Ik geloof, dat
het woord „grootverbruikers" hier niet helemaal op
zijn plaats is. De steenfabriek in Leeuwarden gaat nu
al bijna een miljoen m3 afnemen; gelukkig is die er
tot nog toe niet overheen geweest, dan waren we haar
misschien als klant kwijt geraakt. Gaat dit bedrijf nu
echter over het miljoen heen, dan houden we het. Der
gelijke afnemers zijn volgens het nieuwe contract de
grootverbruikers, maar bij de voorgestelde tarifering
is er eigenlijk geen sprake van grootverbruikers, maar
van hen, die meer gebruiken, dus voor verwarming.
En dan kom ik bij de heer Engels. Men moet de
ruimteverwarming zien in verschillende categorieën.
Men kan één of twee kamers met gas verwarmen,
maar hier wordt meer gedacht aan verwarming van
de gehele woning. Men zegt, dat verwarming met gas
duurder is dan met kolen; daar kan men heel lang
over redeneren. Ik heb hier enige cijfers voor me. De
prijs per 1000 kg calorieën warmte is bij antraciet 3,98
ct. tot 4,49 ct. en bij een gasprijs van 16 ct. per m3 is
deze prijs 2,67 ct.; zó gezien, is gas belangrijk goed
koper. Gebruikt men nog meer, dan komt men aan
stonds in de buurt van 14 en 11 ct. per m3 gas. Dan
wordt de prijs per 1000 kg calorieën warmte 1,84 ct.,
terwijl men bij dezelfde warmte-calorieënhoeveelheid
bij gebruik van antraciet op 4,49 ct. komt. Als men
dus behoorlijk wat gaat gebruiken, is gas veel goed
koper. Daar het hier een zaak is van landspolitiek,
behoef ik er hier m.i. op het ogenblik niet verder op
in te gaan.
Als de heer De Jong stelt: als wij nu deze winst krij
gen, dan mogen we daar tevreden mee zijn, dan wil ik
toch nog even waarschuwen, dat in de toekomst eigen
lijk nog bewezen moet worden, dat er van winst sprake
zal zijn. De raadsleden hebben in de raadsbrief kunnen
lezen, dat wij voorlopig en ik hoop, dat dat nog wel
een behoorlijke tijd zal duren - aangesloten blijven
op de bron Rouveen. Dan houden we dezelfde samen
stelling van het gas, die we de laatste tijd gehad heb
ben. Worden we echter overgeschakeld op Slochteren-
gas, dan zullen we in calorieën achteruitgaan; dan
krijgen we gas van een kleine 8.000, terwijl Rouveen
gas van 8.800 calorieën heeft. Dat zal dus betekenen,
dat wc weer bij alle apparaten langs moeten. Van de
samenstelling er worden in Leeuwarden proeven
mee genomen zal het afhangen, hoe lang men met
de aanpassing werk zal hebben. Daar het om zo'n
24.000 apparaten gaat, zal dit wel wat kosten; iedere
gulden, die het per apparaat meer kost, betekent weer
een bedrag van f 24.000,
Ook is er in de raadsbrief op gewezen, dat, als het
gasverbruik gaat stijgen, er een ringleiding moet wor
den gelegd. Bij deze ringleiding moet met een hogere
druk gewerkt worden; dus zullen er hier en daar sta
tions moeten komen, waarin de druk weer naar bene
den wordt gebracht. Dit alles is een vrij kostbare
geschiedenis. We hopen echter, dat we er, wat
de winst betreft, behoorlijk af komen. Ik mag herha
len, dat Leeuwarden, doordat hier al ombouw heeft
plaats gehad, er veel gunstiger voor staat dan een
stad, die nog moet ombouwen, maar ik wil er wel de
nadruk op leggen, dat we nog niet weten, hoe het
komt met de kosten. We moeten daar ook een zekere
ervaring mee krijgen. Ik hoop dus, dat wij de oude
bron nog wat zullen houden.
De heer Klijnstra heeft gesproken over een natio
nale schande. Ik wil daar niet op ingaan. Hij vroeg:
Moeten we dit nieuwe contract nu sluiten? We moeten
helemaal niet. We hebben een contract met het staats-
gasbedrijf voor 20 jaar en dat mogen we wel houden.
De prijs van dat oude contract echter ligt stukken en
stukken hoger. We moeten op dit ogenblik dus, zo ge
zien, wel overschakelen. Willen we dat echter niet,
dan houden we rustig het oude contract.
De heer Klijnstra stelt ook, dat we de kleinere ver
bruiker wat meer tegemoet moeten komen. Daar zou
ik het volgende van willen zeggen. In de raadsbrief
wordt gesteld, dat bij 5 m3 verbruik ongeveer het knel-