12 de v.v. Leeuwarden 4% rente moeten betalen. En als dus de Stichting Bevordering Sportbelangen op het ogenblik beschikt over een kapitaaltje van ongeveer f 15.000,-dan is dat een rente-opbrengst, die van de v.v. Leeuwarden is genoten. Ik wil verder nog duidelijk maken, dat ook de lening, die nu wordt voorgesteld, op zakelijke basis wordt verstrekt. Degenen die thuis zijn op de geldmarkt, weten wel, dat het hier voorge stelde percentage van 3 y2 het gebruikelijke kasgeld- leningspercentage is. Daar zit dus verder geen enkele faciliteit in. Ik moet deze dingen wel met nadruk zeg gen, omdat anders de legendevorming, dat speciaal de v.v. Leeuwarden een wit voetje zou hebben bij het Gemeentebestuur, almaar doorgaat. Ik wil nog een opmerking maken over de stille subsidiëring. Ik wil er even nadrukkelijk op wijzen, dat als gevolg van de afzonderlijke huurvaststelling van het hoofdveld Cam- buur als onderdeel van het complex van Cambuur met al zijn bijvelden het dekkingspercentage van deze ge hele accommodatie 31 is. En dan neem ik een ander voorbeeld: de Greuns. Daar is het dekkingspercentage 4. Ik geloof, dat deze cijfers duidelijk spreken. In het ene geval legt de Gemeente er 96% bij als stille sub sidiëring op een complex velden, dat dus door ama teurverenigingen wordt bespeeld, in het andere geval 69%, maar dat wordt dan ook nog beïnvloed door de hoge huur of de hogere huur die de v.v. Leeuwarden betaalt. Ik wil hier nog aan toevoegen, dat het hele maal niet zo is, dat wij t.a.v. de amateurverenigingen verder niets doen. De Raad mag ook bekend zijn met de uitgetrokken stelpost van f 10.000,voor de sub sidiëring van de jeugdsport. Dat zal dus ook gedaan worden tegenover de jeugdafdeling van de v.v. Leeu warden; dat zijn ook amateurs. Dat zal evenzeer ge beuren t.o.v. andere verenigingen. Ik wil de Raad duidelijk maken wat de bijdrage van de v.v. Leeuwarden is geweest voor de verbetering van de accommodatie van het complex Cambuur en ik kom dan, meen ik, bij de heer Heidinga, die nagenoeg de zelfde verdediging ervoor heeft als ik. De v.v. Leeu warden heeft door eigen prestatie het clubhuis tot stand gebracht en, in geld uitgedrukt, zelf bijna f40.000,op tafel gebracht. Deze eigen bijdrage maakt het mogelijk, dat ook aan subsidiëringsvoor- waarden voor de nog te bouwen twee kleedlokalen op Cambuur ruimschoots wordt voldaan. Dat betekent, dat de v.v. Leeuwarden hiermee mede de accommodatie mogelijk maakt t.b.v. andere verenigingen, collega-ver enigingen mag ik wel zeggen. Men kan niet zeggen, dat de v.v. Leeuwarden beter wordt behandeld dan andere. Integendeel, van haar is tot op heden meer gevraagd dan van amateurverenigingen. Desondanks heeft deze zelfde vereniging, uit verantwoordelijkheid tegenover de eigen tak van sport bij andere verenigin gen, een bijdrage geleverd, waarmee deze zijn gebaat. Zowel de heer Heetla als de heer Heidinga hebben gesproken over de afrastering en de heer Heetla heeft gedaan, alsof er niets gebeurd was. Hij mag bekend zijn met het feit, dat het raadsbesluit tot vernieuwing- van deze afrastering al lang genomen is. Als ik een bedrag noem van f 260.000,zal hij weten, dat inmid dels een machtiging tot besteding wij moeten wach ten voor we tot aanbesteding van het project kunnen overgaan, op een machtiging van G.S. is binnenge komen en dat de aanbesteding inmiddels heeft plaats gevonden. Wij kunnen het echter van onze kant ook niet helpen, dat de leveringsduur voor de benodigde materialen een half jaar is. Er wordt aan gewerkt, dat er binnen afzienbare tijd een afrastering komt. Die zekerheid hebben we dus, maar daarmee is na tuurlijk de ongewenste situatie op dit moment niet verholpen. De heer Heetla moet deze dingen evenwel niet zeggen op een toon, alsof het College in gebreke is; dat is hier bepaald niet het geval. Gegeven het optreden van de heer Heidinga j.l. za terdag en mede gegeven de woorden die hij bij die ge legenheid heeft gesproken, heb ik zoveel waardering voor zijn sportiviteit, dat ik mij van een discussie met hem over zijn opvattingen bij voorkeur onthoudt. Ik meen, dat het in deze Raad mogelijk moet zijn, dat men, al heeft men dus bepaald zeer duidelijk verschil van mening, elkaar in zijn standpunt eerbiedigt en in die zin heb ik geen behoefte op wat de heer Heidinga principieel stelt, nader in te gaan. Het lijkt mij toe, dat ik de heer Keuning verder geen antwoord schuldig ben. Ik zou de heer Weide willen zeggen, dat zijn vrees voor een ongunstige concurrentie, wat betreft de publieke be langstelling voor de v.v. Leeuwarden, misplaatst is, dat daar althans veel minder sprake van is dan hij ver onderstelt. De Raad mag n.l. weten, dat ik niet alleen de wedstrijden van de v.v. Leeuwarden bezoek, maar ook nog wel de wedstrijden van de amateurverenigin gen. Daarbij verdeel ik dan mijn aandacht zo'n beetje over de verschillende clubs door de eerste helft te be zoeken bij de ene en de tweede helft bij een andere. Ik constateer daarbij dan altijd tot mijn voldoeninr, dat de publieke belangstelling ook voor de amateur wedstrijden hier in Leeuwarden vergelijkenderwijs - - de toets der kritiek kan doorstaan. Ik her inner mij, dat onlangs bij de ene club 800 mensen waren en bij de andere ruim 2000. En de bezoekers aantallen van deze orde van grootte bij een amateur wedstrijd zijn bepaald niet slecht. Ik hoop, dat de heer Weide heel goed heeft begrepen, dat juist het College en de wethouder in het bijzonder de ontwikkeling van de v.v. Leeuwarden op de voet volgt; we houden deze zeer zorgvuldig in de gaten. Dat ligt ook in de reden. Ik kom daar straks nog wel even op terug. Ik veroor loof me dan nog een vraagteken te plaatsen achter de wenselijkheid van spoedige promoties, want die kunnen weer snel verkeren in degradaties. Dat is nu eenmaal de „conjunctuurgevoeligheid" van het betaal de voetbal. Ik heb een deel van het betoog van de heer Engels al beantwoord, toen ik het had over de kasgeldlening tegen de gebruikelijke voorwaarden. De heer EngeL heeft dan nog verder de vraag gesteld, of het College bereid was eventueel ook dergelijke faciliteiten aan andere verenigingen te verlenen. Ik zou er op willen wijzen, dat ook met financiële hulp van de Gemeente, van de Plancommissie en financiële bijdragen van de voetbalverenigingen o.a. het halfverharde oefenveid van het sportveldencomplex De Greuns tot stand is gekomen. Het is nu eenmaal in het vlak van deze sub sidiëringen gebruikelijk, wenselijk en noodzakelijk, dat er een zeker percentage op tafel komt, zoals het bij het clubhuis van de v.v. Leeuwarden het geval is geweesi; en zoals het geldt voor andere situaties. Ik wil alleen wel aan de heer Engels zeggen maar dan spreek ik even voor mij persoonlijk dat ik, als er zich ge lijke gevallen voordoen, stellig bereid ben hierover se rieus overleg te plegen. Maar dan moet ik er bijvoe gen natuurlijk: in het kader van de overheidstaak, die op dit terrein bestaat. Ik wil verder verwijzen naai de f 10.000,subsidie voor de jeugdsport. Ik zou de heer Spiekhout willen vragen, waarop hij grondt, dat een groot deel van de bevolking het be taalde voetbal zou afwijzen. Ik ben er zeker van, voor al na de woorden van de heren Heidinga en Heetla, dat een deel van de bevolking dit afwijst. En dat is zijn goed recht. Maar is dit een groot deel van de be volking t Als we het totale bezoekcijfer zien aan het totale betaalde voetbal in den lande, dan, dacht ik zo, heeft juist een groot deel van de bevolking hiervoor veel belangstelling. En daaraan kan m.i. de overheid, los van het persoonlijke standpunt van de overheids functionarissen, niet passief voorbij gaan. Ik zal deze kwestie nog even heel kort en zakelijk be naderen. Hoe is de situatie? De gemeente Leeuwarden verhuurt dus via de gemeentelijke Sportstichting aan de v.v. Leeuwarden het hoofdveld van Cambuur op de voorwaarden die de Raad bekend kunnen zijn. Dit be tekent, dat, als deze voetbalvereniging niet in staat is deze huur op te brengen, de Gemeente dan prompt krediteur blijft. De Raad zal zich herinneren, dat daar kortgeleden nog enkele opmerkingen over zijn gemaakt, in het bijzonder door de heer Heidinga. Welke situatie ontstaat dan voor het College? Deze: Dat men de keus heeft: öf dit zich stilzwijgend maar te laten ontwikke len en het op het „rammelen van de pels" of „het grommelen van de Raad" te laten aankomen öf volle dig open kaart te spelen en de Raad te laten beslissen over de vraag, of men bereid is een zekere consolidatie van deze schuldpositie te aanvaarden. Ik wil er aan toevoegen, dat het dus op dit moment gaat om een risico voor de Gemeente van f20.000,—, waarbij ik na drukkelijk vaststel, dat daarmee uiteraard primair de 13 gemeentelijke vordering dient te worden verrekend, lijn dit is toch ook in overeenstemming met de opvat tingen van de a.r.-fractie. Ik wil alleen maar dit zeg gen: Door het feit, dat de Gemeente dit hoofdveld van ambuur exploiteert, is zij nu eenmaal deelhebster in het risico, dat deze exploitatie oplevert. We kunnen de zaak beter openlijk met elkaar op deze wijze af doen dan dat we deze zich min of meer stilzwij gend via onze krediteurenpositie laten ontwikkelen. Bovendien is de Gemeente zakelijk ook geïnteresseerd bij de handhaving van het betaalde voetbal, en wel in deze zin, dat daarmee ten eerste de maximale huur opbrengst van het hoofdveld Cambuur kan worden verkregen en ten tweede kan, zoals de heer Keuning opmerkte, daarmee ook een aanmerkelijk hogere opbrengst van de vermakelijkheidsbelasting worden ge- ..ïcasseerd. Dat is puur een vaststelling van de Wet houder van Financiën, die U, mijnheer de Voorzitter, liet woord hebt verleend. Maar ik kan mij ook voor stellen, dat de overheid zorgt voor een zeer belangrijk tuk passieve recreatie en we moeten dus wel weten, dat het gaat om tienduizenden, n.l. uit de stad en uit een groot deel van het omliggende gebied hier in Fries land. Het is echter niet alleen passieve recreatie, want een feit is nu eenmaal, dat de topsport een propagan distische waarde heeft voor de totale sportbeoefening. We hebben hier in de historie van de sport talloze voor beelden van. Ik denk aan de propaganda, die van het wereldkampioenschap van Euwe destijds uitging voor liet schaken. Dat heeft een grote mate van schaaklust opgeleverd. Ik wil maar niet over Sjoukje Dijkstra gaan praten; we hebben nog geen kunstijsbaan. (Ge lach.) Ik dacht zo, dat de Raad ook om deze redenen toch bepaald wel met dit voorstel mee kan gaan. Ik wil de Raad verder nog mededelen, dat op dit ogenblik de Stichting Bevordering Sportbelangen, in overleg met het departement Leeuwarden van de Maatschappij van Nijverheid en Handel bezig is aan een rapport over de totale situatie met betrekking tot het betaalde voetbal in Leeuwarden en tot de v.v. Leeuwarden. Wij hopen dat dit rap port spoedig klaar kan komen en dan zullen wij dus moeten zien, of het „noodverband" moet worden vervangen door een definitieve consolidatie van de fi nanciële positie van deze voetbalvereniging. Dan zul len we opnieuw kunnen praten over wat er moet ge beuren, als ons althans verzoeken terzake bereiken. Ik stel prijs op de mededeling van de heer Keuning, naar ik geloof, dat we na de totstandkoming van het rapport over die zaak nog weer eens, naar ik hoop, op een aangename toon moeten discussiëren. De heer Heetla: Het blijkt mij, dat de Wethouder toch een beetje beter kan voetballen dan ik in eerste instantie dacht, maar het heeft me toch niet helemaal bevredigd. Ik heb m.i. wel duidelijk genoeg gezegd, dat ik bij de stukken meer financiële overzichten zou willen hebben, ook van de Stichting Be vordering Sportbelangen. Ik zou wel eens wil len weten, wat de particuliere instanties hier heb ben ingebracht. Dat is mij ten enenmale ontgaan. Ik weet het dus niet. En bij iedere subsidie-aanvrage of geldlening is het toch gebruikelijk, dat financiële over zichten bij de stukken liggen. Ik kan er nog wel heel wat van zeggen, maar ik wil het hier bij laten. Ik wil het eigenlijk zo formuleren: Toen ik een subsidie vroeg - d.w.z. ik vroeg alleen maar voor het rusthuis van de Ned. Hervormde Diaconie, of de Gemeente de rente en aflossing van een lening wilde garanderen, wat de Ge- uieente uiteindelijk niets kostte, maar wat de diaconie minstens een half procent rente zou besparen is dat geweigerd met het motief, dat de Gemeente zich niet \ilde mengen in kerkelijke aangelegenheden. En dan zeg ik van mijn kant, dat de Gemeente zich dan ook niet moet mengen in de aangelegenheden van het be taald voetbal. De heer Heidinga: Er komen een paar hoofdpunten in deze besprekingen naar voren. Misschien mag ik nog wel kort even daarop ingaan. In de eerste plaats de kwestie van dë lening, die de Gemeente garandeert. Hier is dus een voorstel, dat de Gemeente f 20.000, zal lenen en dat zij bovendien garant voor de overige f 50.000,is. En dan komt direct de vraag: Hoever gaat dat? Uit deze besprekingen is m.i. toch wel heel duidelijk geworden, dat het een heel wisselvallige zaak is met de v.v. Leeuwarden. We kunnen het wenden of keren, maar ik geloof, dat we het allen met elkaar eens zijn, dat het succes in één seizoen kan omslaan in het tegendeel en dan is de Gemeente volledig aan sprakelijk voor de garantie. Nu kunnen we wel stellen, dat dit bedrag door derden is geleend, maar zij draagt de volle verantwoordelijkheid voor deze f 70.000,En zo zonder meer is eigenlijk vast te stellen, dat het niet verantwoord is, zoals deze vereniging en het betaald voetbal reilen en zeilen. We moeten er dus rekening mee houden, dat we zo maar die f 70.000,in deze put kunnen stoppen. Het tweede punt, dat in het oog springt in deze besprekingen, is de belangrijkheid van het woonkli maat van Leeuwarden; dat is eigenlijk een van de re denen om dit toe te staan. Is dat nu werkelijk van zo groot belang? Dan zou dat moeten blijken uit het be zoek aan de wedstrijden van de v.v. Leeuwarden. Daar blijkt het echter helemaal niet uit de Wethouder zegt hier net, dat hij ook geregeld de wedstrijden van de amateurvoetbalverenigingen bezoekt; kortgeleden maakte hij mee, dat bij een van de twee wedstrijden, die hij op één middag heeft bezocht, 800 bezoekers waren en bij de andere 2000. Bij zaterdagvoetbal zijn er ook wel eens 1000 of 1500 bezoekers. Ik heb speciaal de Leeuwarder Courant er even op nagelezen, hoeveel bezoekers er zondag bij de wedstrijd LeeuwardenBe Quick waren. Dat waren er 2500. (De heer Venema: Dat was in Groningen.) Nu goed, dan in Gro ningen. (Gelach) (De heer Venema: Je moet pra ten over iets, waarvan je verstand hebt.) Dat is leuk. U ziet, dat ik niet veel aandacht aan de zondagssport besteedt. Dat mag U gerust weten. Maar m ieder geval bewijst dit alleen maar het tegendeel. Wanneer zelfs bij een dergelijke wedstrijd in een cen trum van bijna 200.000 mensen maar 2500 belangstel ling hebben voor een wedstrijd in het betaalde voetbal, wat moet het dan in een centrum van 100.000 zijn? Dan zouden er, als die wedstrijd hier gespeeld werd, maar 1000 mensen geweest zijn. De sprekers tonen hier helemaal niet aan, dat het woonklimaat hier ge diend wordt door deze wedstrijden betaald voetbal, want de amateurvoetbalwedstrijden trekken evenveel publiek en ik dacht van nog meer. Aan het adres van de heer Engels wilde ik graag deze opmerking maken: Het eerste gedeelte van het betoog van de heer Engels was behoorlijk materialis tisch en onze mening is en ik hoop, dat dat ook zo mag blijven dat arbeid nog steeds geen koopwaar is. En dat moeten we wel goed vasthouden. De heer Engels heeft hier goed trachten aan te to nen, dat arbeid in onze maatschappij koopwaar is, maar daar moeten we beslist niet heen. De Wethouder heeft gezegd, dat de verhouding tus sen de Gemeente en de Stichting die de belangen van de v.v. Leeuwarden behartigt, op een puur zakelijke basis is gegrondvest. Het spijt mij, maar ik kan het echt niet zien, dat het een zakelijke basis is. Want één van de grondpijlers van die zakelijkheid zijn de transferbedra gen die aan de spelers worden uitgekeerd, dus eigen lijk vormt de waarde van de spelers daarvoor een on derpand. Mede daardoor worden er hoge verzekeringen op die mensen afgesloten. Nu is hier de opmerking gemaakt, dat er geen overeenstemming' is met slaven handel, maar dat is wel heel duidelijk het geval. De persoon vormt het onderpand van dit geld. Dat is toch niet iets wat in onze samenleving past. Wij geven als het ware hypotheken of een geldbedrag als onderpand voor een man die voetbalt. De Wethouder maakte een opmerking over het hoofdveld van Cambuur. En hij zei, dat de dekking van het totale complex 31% was en dat dat in hoofd zaak te danken was aan de activiteiten van de v.v. Leeuwarden. Daartegenover stelde hij, dat de dekking van het sportveldencomplex De Greuns slechts 4% was. Daar is één vraag bij, dunkt mij. Verliest de heer Wet houder hier ook uit het oog, dat het complex Cambuur al behoorlijk ver voor de oorlog is aangelegd en dat we hier dus met een bepaalde, veel lagere investering te ma ken hebben? Het sportveldencomplex De Greuns is na de oorlog aangelegd. De kapitaalslasten van dit com plex zullen veel en veel groter zijn. Het lijkt mij per-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1963 | | pagina 7