1
Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van dinsdag 17 december 1963
RAADSVERGADERING
van dinsdag 17 december 1963.
Aanwezig: 37 leden.
Voorzitter: de heer Mr. A. A. M. van der Meulen,
Burgemeester.
Te behandelen punten:
1. Vaststelling van de notulen van de raadsverga
dering van 2 oktober 1963.
2. Mededelingen.
3. Vaststelling van het uitbreidingsplan in onder
delen ,,'t Aldlan" (bijlage no. 361).
4. Verstrekking van voorschotten aan de Woning
bouwvereniging „Beter Wonen" en aan de Woning
stichting „St. Joseph" voor de bouw van resp. 431 en
404 woningen in het uitbreidingsplan ,,'t Ielan"
(bijlage no. 362).
Punt 1.
De notulen worden onveranderd vastgesteld.
Punt 2.
De berichten sub A en de rapporten sub B worden
voor kennisgeving aangenomen.
Punt 3 (bijlage no. 361).
De heer Bootsma: Nu ons dan, nadat het eerder
aangehouden is, dit uitbreidingsplan voor het gebied
'i: Aldlan heeft bereikt, hebben wij het met grote be
langstelling bekeken en het zal U zeker niet verwon
deren, dat eveneens de bezwaarschriften die hiertegen
ingekomen zijn en die door U zijn gerubriceerd en
behandeld in de raadsbrief, een punt van overweging
voor onze fractie zijn geweest. Wij zijn in de eerste
plaats erkentelijk voor de toezending van een afdruk
van dit plan, waardoor het mogelijk werd het iets
rustiger en iets vaker te bezien dan veelal mogelijk
is, wanneer de stukken alleen maar ter inzage liggen
op het Gemeentehuis. Bovendien zijn er nu een vrij
uitvoerige toelichting en memorandum bij. Wanneer
ik de raadsbrief min of meer op de voet volg, dan
kom ik daarin dus de bezwaarschriften tegen. Aan
de bezwaren van een der groepen komt het College
tegemoet in deze zin, dat er een gedeelte uit het plan
gelicht is, n.l. dat betreffende de aansluiting van de
z.g. „Kuiperweg" op de Schrans en de rondweg; Uw
College is van mening, dat dit punt nog nader zal
moeten worden bezien. Het spreekt vanzelf, dat wij
met grote belangstelling deze nadere uitwerking te
gemoet zien. Hoewel dit dus buiten het plan gelaten
is, is het uiteraard ook in onze fractie wel bekeken
en ik geloof, dat wij het ook wel met Uw College
eens kunnen zijn, dat er toch naar gestreefd zal moe
ten worden zo enigszins mogelijk hier een andere op
lossing te vinden, waardoor afbraak van de pas ge
stichte gebouwen achterwege zou kunnen blijven. Wij
moeten dit dus afwachten. Voorlopig blijft dit punt
buiten het uitbreidingsplan, maar ik hoop, dat wan
neer dit t.z.t. wordt aangeboden, daar een meer be
vredigende oplossing is verkregen.
T.a.v. de overige bezwaren verwijst U in hoofdzaak,
hoewel U erkent, dat hier door meerdere particulieren
een bepaald offer zal moeten worden gebracht, naar
de procedure, die hiervoor zal moeten worden ge
volgd. De benodigde grond zal n.l. hetzij door redelijke
aankoop, hetzij door onteigening verkregen moeten
worden. In het laatste geval zullen volgens de raads
brief de schadevergoedingen verzekerd zijn. Ofschoon
het zeker voor verschillende mensen vervelend zal
zijn, dat zij een eens verworven bezit zullen moeten
afstaan, moet deze zaak m.i. toch wel zo gezien wor
den, dat het algemeen belang vergt, dat hier een be
paalde doorbraak en afbraak zullen moeten plaats
hebben. Wanneer men het plan in zijn totaliteit be
ziet, dan kan dit welhaast niet anders. Een groep
belanghebbenden heeft nog gesteld, dat ze, als hun
bezwaar als zodanig zou worden afgewezen, dan een
wijziging van de bestemming van de terreinen ter
weerszijden van de „Kuiperweg", lopende vanaf de
Huizumerlaan tot de Potmarge, zou wensen en ver
zoeken. Uw College is daar niet aan tegemoet ge
komen en ook wel terecht m.i., want een bebouwing,
als door adressanten beoogd, met eengezinswoningen
langs dit gedeelte verkeersweg, dat straks een belang
rijk onderdeel gaat vormen van de aansluiting naar
het wegenvierkant, is, meen ik, niet mogelijk. Dit zal
temeer blijken, wanneer straks het structuurplan, dat
ons in uitzicht is gesteld, meerdere bekendheid zal
genieten. Ik geloof intussen niet, dat men zich over
de bedoelde afbraak direct zo erg ongerust behoeft
te maken, want voordat die aan de orde is, zal zeker
nog wel een reeks van jaren verlopen. En ik stel me
voor, dat de thans voor de landbouw en tuinbouw ge
bruikte terreinen eerder aan de orde zullen komen
voor de nieuwe straataanleg met de nieuwe bebou
wing. Wanneer het echter zover is, dat deze panden
werKeiijk zullen moeten verdwijnen, dan zou ik graag
nu de toezegging hebben, dat t.a.v. de vergoedingen,
waarover U enkele woorden in de raadsbrief heeft
staan, toch de nodige soepelheid en ook royaliteit zal
worden betracht. En niet alleen voor wat betreft de
vergoedingen, maar tevens wat aangaat de mogelijk
heid voor"die eigenaren, die elders nieuw zouden wen
sen te bouwen, ook daartoe een redelijke gelegenheid
te scheppen en hun in staat te stellen een woning te
verkrijgen die in overeenstemming is met datgene wat
zij zullen moeten opofferen.
Wanneer ik eens naga, wat er zoal in het plan zit,
dan ontmoet ik uiteraard een vrij groot aantal flat
woningen, voorts enige rijen eengezinswoningen, de
noodzakelijke openbare gebouwen, bijzondere bebou
wing en ook aan sport en andere recreatie is ruim
schoots gedacht. Wij kunnen alleen wensen, dat deze
voorzieningen gelijke tred houden met de totstand
koming van de woningen, dus niet al te veel achter
aan komen.
Dan is er ook op een tweetal plaatsen de mogelijk
heid tot bungalowbouw. Daarbij vragen wij ons even
wel af, of we in Leeuwarden met de bungalowbouw
op de goede weg zijn. Moeten we hier niet een moge
lijkheid scheppen om ook degenen hier ter stede, die
prijs stellen op een eigen huis met eigen erf en die
niet beschikken over de grote kapitalen, vereist voor
de bungalows zoals die nu in enkele uitbreidingsplan
nen zijn opgenomen, in de gelegenheid te stellen, een
bungalow te bouwen? En ik stel me zelfs voor, dat
bij hen, die zullen moeten verdwijnen uit bepaalde
eengezinswoningen, zeker wel belangstelling voor hun
passende bungalows zal bestaan. Moet het dus niet
mogelijk gemaakt worden in dit plan ook te komen
tot kleinere bungalows dan die, waarmee onze stad
op verschillende plaatsen nu is verrijkt? Ik mag dan
misschien wel de nadruk leggen op dat woord „ver
rijkt", want tot nog toe zijn er slechts kapitale bun
galows gebouwd. Ik wil niet beweren, dat de fraaiheid
altijd evenredig is aan het bedrag van de kosten die
hieraan besteed zijn, maar het is toch, dunkt mij, zeer
zeker mogelijk ook een kleinere bungalow te bouwen
en dan moet er onder „bungalow" zonder meer wor
den verstaan een woning, waarvan alle vertrekken
zijn gelegen op de begane grond. Over het aantal en
de grootte kan men aansluiten bij de Bouwverorde
ning, maar deze bungalowbouw moet mogelijk zijn en
naar onze mening ook bij een oppervlakte van 85 m2.
Misschien doet het een klein beetje vreemd aan, dat
ondergetekende als lid van de Commissie Ópen-
bare Werken nu dit geluid laat horen, terwijl een
raadsbrief is uitgegaan, waarin staat, dat de Com
missie Openbare Werken zich met het plan heeft
kunnen verenigen. Dit legt mij misschien enige
schroom op, maar het zal de leden en de voorzitter
van deze commissie zeker niet onbekend zijn, dat ook
in deze commissie wel vrij sterk in deze richting is
gesproken. Daarbij is eigenlijk gesteld, dat als opper
vlakte van de bungalows wel 125 m2 staat vermeld,
maar dat in deze bepaling toch ook wel een klein