II
hebben, te realiseren. Wanneer er dan in de loop
van de maand januari nog een tweede plan, en niet
een vervangend plan op tafel komt, dan zullen we
ook dat plan, zoals het er dan ligt, op zijn werkelijke
inhoud en vorm moetein beoordelen.
Overigens kan ik wel namens onze fractie zeggen,
dat we in grote lijnen veel aantrekkelijks in het
plan zien. De kwestie van de kosten en de daaruit
voortvloeiende huurprijzen is inderdaad belangrijk,
maar ik meen toch wei te mogen stellen, dat de plan
nen, zoals die hier ontwikkeld zijn, voor dat meerde
re ook een meerder woongerief zullen bieden. Ik
spreek hierbij alleen nog de hoop uit, dat ook de
uitvoering van dien aard zal zijn, dat men zal kunnen
zeggen, dat deze bouw aan de hoogste verwachtin
gen voldoet.
De heer Van der Veen: Ik wil beginnen met dezelf
de opmerking die ook de heer Bootsma heeft
gemaakt: dit is een tamelijk duistere geschiedenis.
Wij hebben zopas bij de voorafgaande mededeling
van de Wethouder gehoord, dat er bijv. een brief is
geweest van de Provinciale Directie met de mede
deling, dat de prijs te hoog was. Ik had het prettig
gevonden, als een dergelijke brief ter inzage had
gelegen, zodat wij enig idee hadden over de diver
gentie tussen de prijzen, die dan blijkbaar wel
geoorloofd geacht worden, en deze, die niet toelaat
baar zouden zijn. Wij weten nu niet, wat ons te
wachten staat. Ik neem aan, dat we op deze onge
bruikelijke dag vergaderen, omdat het College het
noodzakelijk vond, dat wij nu ik zou bijna zeggen
op de valreep van 1963 over deze aangelegenheid
spreken. Er zijn twee agendapunten geweest dat
is mij bekend maar ik neem aan, dat dit punt
ook van belang was. Ik vraag mij nu af, of er enige
reden is om te verwachten, dat dit plan, dat inu
blijkbaar dus te duur is, ooit in staat zal zijn om
de toegelaten prijs te halen. Als die kans feitelijk
gering is, dan heeft het weinig zin ons verder aan
dit plan vast te klampen. Dan kunnen we beter met
een tot de conclusie komen, dat dit dus niet reali
seerbaar is. Nu is zopas gezegd, ook al weer op de
valreep, dat die (gemeenten, die prijsmoeilijkheden
hebben, de mogelijkheid krijgen een contingent, dat
dit jaar niet gebruikt wordt, darn in het volgende
jaar te gebruiken. Ik weet niet, of de Wethouder
of het College bereid is daar een soort garantie op
te geven. Ik weet helemaal niet, of het geldt voor
elk contingent, dat nog niet gebruikt is, want zo'n
bouwplan wordt in de praktijk juist niet uitgevoerd,
omdat de prijs te hoog ligt. Dat is in het verleden
ook altijd zo geweest. Bovendien moet ik zeggen, dat
ik er bijzonder weinig voor voel een bouwplan uit te
stellen in de hoop, dat daar in de toekomst mis
schien wel eens iets van terecht kan komen. Wan
neer er een alternatieve mogelijkheid is zoals door
de Wethouder is gesuggereerd waardoor wij nu wèl
kunnen beginnen met het realiseren van het bouw
volume, dan is dat voor mij toch één vogel in de
hand, die ik liever heb dan tien in de lucht.
Dan is verder de gehele zaak wat duister. Wij
weten niet, wat er zich eigenlijk in de loop der tijden
heeft afgespeeld. Wij weten, dat er een bouwteam is
geweest, waarin een aantal woningbouwverenigingen
en een bouwcombinatie zaten en waarin de Gemeente
vertegenwoordigd was, evenals de architecten en Ra-
tiobouw, en wij lezen uit de raadsbrief, dat dat bouw
team enige veranderingen heeft ondergaan. Eén van de
woningbouwverenigingen doet er niet meer aan mee. Ik
vind het toch niet zonder belang om te weten, waarom
die woningbouwvereniging niet meer meedoet. Boven
dien deed aanvankelijk een Leeuwarder bouwcombi
natie mee. En nu krijgen wij plotseling gepresenteerd
Zwolsman, Intervam N.V., een aannemer, met wie wij
inderdaad iui Leeuwarden enige ervaring hebben,
maar niet een ervaring die, volgens mij althans, nu
zo bijzonder gunstig is uitgevallen. Hoe dan ook, ik
vind dit allemaal duister. Uit de aard der zaak heb
ben we ook wel hier en daar iets gehoord van wat
er zich mogelijk afgespeeld heeft. Ik weet daar het
fijne niet van. Maar ik vind toch, dat wij, voordat
wij over een dergelijk plan met een bijzonder grote
hoeveelheid woningen niet 800, maar een 2000 in
totaal een beslissing kunnen nemen, toch wel meer
informatie moeten hebben dan er op het ogenblik
ter beschikking is.
De heer Jellema: Direct bij de eerste behandeling
van dit plan in de Raad door de heren Van den
Broek en Bakema, in het bijzijn van architect Wit-
teveen en een vertegenwoordiger van Ratiobouw, heb
ik de vraag gesteld, of het split-level-type woning
wel rationeel te bouwen is. In de vergaderiang van 10
juli 1963 kreeg ik de kans nog eens te waarschuwen,
toen het punt Beschikbaarstelling krediet voor het
bouwrijp maken van gronden in het uitbreidingsplan
't Ielan, aan de orde was.
Ik wil dit uit het raadsverslag graag nog eens
woordelijk voorlezen
Daar antwoordt de Voorzitter, dat was toen de
loco-burgemeester, de heer Tiekstra: „Het College
heeft, zeer onvolledig zijnde het bestond toen uit
drie leden zich uitvoerig beraden over de vraag,
of het inderdaad verantwoord was nu nog met dit
beleid voort te gaan en heeft ook nadrukkelijk ge
zocht maar mogelijkheden voor het in de plaats van
deze plannen stellen van andere plannen, die mis
schien sneller te realiseren zouden zijn geweest. Alleen
wij zijn toen, ook al weer in verder overleg dat is
reeds gebleken uit de woorden van de heer Van
der Schaaf tot ide conclusie gekomen, dat de
sico's van overstappen op een andere lijn, wat betreft
het behoud van het contingent, veel groter waren dan
nu voortgaan op deze lijn, gegeven het moment, tot
waarop we in overleg waren gevorderd. En dat is
door de mededeling die de heer Van der Schaaf
omtrent het zeer recent plaats gevonden overleg
heeft gedaan, ook bevestigd." Ik heb toen gezegd:
„Ik wil eigenlijk wel mijn spijt erover uitspreken,
dat het College dit standpunt inneemt, dat het eigen
lijk niet ten halve wil keren op de weg, die volgens
mij verkeerd is. Ik heb destijds bij de bespreking
in de Raad direct gevraagd: Is dat split-level-sys-
teem rationeel? Toen ben ik met een kluitje in het
riet gestuurd door professor Van den Broek, die zei:
Het is rationeel door de grote aantallen."
Ik heb verder gezegd: „Dit systeem met verscho
ven bouwlagen (ongelijke hoogte) is niet rationeel te
bouwen. Ik geloof, dat wij hiermee een zeer duur
plan krijgen en daardoor met zeer hoge huren uit
de bus komen. En ik meen, dat dit niet in het belang
van onze gemeente is. Het College heeft dit nu wel
eenmaal besloten, maar ik hoop, dat het, als het
over een maand nog eens voor dit punt komt te
staan, zich dan wel zeer ernstig beraden wil en ook
zal vinden, dat het beter is ten halve te keren dan
ten hele te dwalen." Ik heb toen als antwoord weer
gekregen van de heer Van der Schaaf: „De heer
Jellema zegt: Het is beter ten halve te keren, dan
ten hele te dwalen. Dat is in zijn algemeenheid juist.
Maar ik verwijs hem naar de woorden van de heer
De Jong en dat is om nu maar klare taal te spre
ken dit: Als straks de woningbouwverenigingen aan
de Raad een woningbouwplan presenteren, dat haa
baar is, dan doet zich de vraag aan de Raad voor:
Wilt u medewerking verlenen aan de totstandkoming
van deze woningbouw door woningbouwverenigingen?
En dat is dan het punt, waarop de Raad kan spre
ken."
Nu is het dus weer zover, dat de Raad kan spreken.
En dan wil ik graag uitspreken, dat het architecten
bureau Van den Broek en Bakema en Ratiobouw
de gemeente Leeuwarden geen dienst hebben bewe
zen met eetn plan dat te hoog grijpt. De curveprijs
dat blijkt nu al is niet haalbaar. Kort geledei
las ik, dat één van de heren Van den Broek en Bake
ma in een rede zei: „De verstarring in de woning
bouw moet doorbroken worden, al zal dit met misluk
kingen gepaard gaan." Aan de Raad van de gemeen
te Leeuwarden de moeilijke taak, om de mislukkin
gen dan maar elders te doen plaats vinden. Was
de motie-Bommer niet aangenomen, dan stonden we
nu al met de rug tegen de muur. Het is mij bekend,
dat er woningen met dezelfde m3-inhoud gebouwd
kunnen worden, waarbij de gemiddelde huur niet op
een 26,behoeft te liggen, maar dichterbij de 18,-
Het is niet verantwoord ons gedurende jaren aan
zulke dure woningen te binden.
Dan had ik eigenlijk ook wel enige vragen over het
m
bouwteam. Waarom is op dat tweede bouwteam
teruggegrepen? Ik wilde wel graag weten: Wat is in
pr, centen het prijsverschil geweest tussen de eerste
en de tweede aannemingsmaatschappij? En is de nodi
ge zakelijke zorgvuldigheid betracht met de onder
handeling? Is niet, terwijl met de ene nog onderhan
deld werd, al op de volgende een beroep gedaan?
Hebben beide onder dezelfde voorwaarden een prijs
betekend en zit bij beide ook hetzelfde in die prijs
begrepen? Dan had ik ook nog deze vraag: Waarom
is Patrimonium uit dat tweede bouwteam gestapt?
Ik heb ook niet erg veel fiducie in de bouw van
Intervam; deze is al erg achter op het bouwsche-
m betreffende de flatwoningen. Ik acht het daarom
zeker niet gewenst, dat we ons nog jaren binden aan
deze firma.
De heer Heidinga: Vele van de vragen, die door de
voorgaande sprekers zijn gesteld, maak ik tot de
nnine. Er rijzen in onze fractie ook tal van vragen
over deze zaak; deze ligt ons heel moeilijk. Ik meen,
dat wij nog nooit eerder een voorstel in deze vorm
in de Raad hebben gehad. Het College heeft de Raad
altijd plannen ter «goedkeuring aangeboden of de
Raad verzocht geld beschikbaar te stellen voor een
plan, dat de toetsingsprijs haalde. Dat was een van
de normen; anders kwamen de plannen niet in de
Raad. Waarom wilt U nu deze vorm toepassen? Wat
zit er achter? Hebt U enige zekerheid of enig ver
moeden zelfs, dat deze toetsingsprijs binnen afzien
bare tijd zal worden gehaald? Anders zetten wij o.i.
door nu vanavond dit besluit te nemen, nodeloos de
woningbouw een tijdlang op slot. Dit lijkt ons het
paard achter de wagen spannen.
Wij zouden ook graag inlichtingen willen hebben
0' er de wijze waarop deze zaak gespeeld is, want
de Raad wordt over de gehele voorgeschiedenis mets
medegedeeld. Ik zou de ondeugende opmerking kun
nen maken maar dat mag ik eigenlijk niet doen
d t het College misschien denkt, dat wij een stel ja
broers zijn ein dat wij het voorstel toch wel aanne
men. Jain Publiek weet, dat er een voorgeschiedenis
P en wanneer men dan een raadsbrief krijgt, waarin
daarvan niets aan de Raad wordt meegedeeld, dan
zit er toch wel een klein beetje een luchtje aan.
vlag ik nog deze vraag stellen: De heer Van Nieuw-
kerk zo heet hij, geloof ik van Ratiobouw
t de heer Bakema is hier in de Raad op de man at
gevraagd, of het plan de toetsingsprijs zou halen.
Ze hebben beiden categorisch verklaard: Wy zorgen
t oor, dat de toetsingsprijs wordt bereikt. Heett het
College nu deze beide heren op het matje geroepen
en gezegd: „Heren, wij hebben nu een jaar lang deze
onderhandelingen gevoerd en nu puntje by paaltje
komt blijkt er van Uw toezegging niets te kloppen
Wat zeggen de heren daarop? Dat zou ik toch wel
vaag eens willen weten. Ik neem aan, dat dat plan
ook op het Ministerie wel is bezien. En zoals regel
worden de definitieve plannen meestal behoorlijk
besnoeid. Ik denk, dat dit dus hier ook wel het geval
zal zijn. Daarom zou ik ook nog graag willen weten:
Heeft het Ministerie zich ook uitgelaten over de
y. oomwaarde van deze woningen, zoals ze er nu uit
zien? Het is mij b.v. opgevallen, dat de halletjes in
het begin aardig ruim waren; het zijn nu gangetjes
geworden. Ik zou zeggen: als je je vrouw in dat
gangetje tegenkomt en ze is een klein beetje aan de
se kant, dan kun je elkaar niet passeren. (Gelach),
zou dus toch wei heel graag weten: Wat zijn de
acties van het Ministerie op het plan, zoals het nu
ingediend? Het lijkt ons n.l. toe, dat de werkelijke
v. oonwaarde, zoals de woningen van dit plan die nu
bicden, maar bitter weinig uitgaat boven die van de
woningen, die we de laatste jaren en voor ette
lijke duizenden guldens per woning minder heb
ben gebouwd. Dan rijst de vraag: Is het verantwoord,
dat we dit geld nu voor woningen met zulke hoge
huren besteden? Dat die huren er zouden uitkomen,
is zowel door de heer Jellema als door mij destijds
al in de betreffende raadsvergadering voorspeld. Wij
v roegen: Komt dit wel goed? Liggen de huren straks
niet tussen idle 30,en 40,
De heer Kamstra: Het is voor niet-bouwdeskun-
digen toch wel een klein beetje moeilijk. Wij hebben
niet het genoegen, dat wij bouwdeskundigen hebben
in onze fractie, waarin wij deze zaak uiteraard ook
besproken hebben. Maar de vraag kwam toch wel
naar voren: Waarom heeft Patrimonium zich terug
getrokken? Ik kam daar uit de raadsbrief niets over
te weten komen. En dan gaat men gissen. Dan vraagt
men zich af: Is het gebeurde in 't Heechterp mis
schien een van de redenen? Ik weet het niet. De heer
Jellema heeft de bouwtechniek naar voren gebracht.
Daar kunnen wij geen goed woord over zeggen, wamt
we weten het niet. Maar nu komt de vraag naar
voren: Is dit voorstel van het gehele College of van
een deel van het College?, want het bleek toch van
avond, dat hier geen algehele overeenstemming over
bestaat. En dan stel ik deze vraag, waarmee ik bij
de heer Bootsma terecht kom: Wanneer het werke
lijk mogelijk is dit plan uit te voeren want het
voorstel ligt er toch; dus voldoet het aan de eisem
waarom zullen we dan de twee overgebleven bouw
verenigingen niet de kams geven? Ik geloof, dat het
redelijk is die vraag te stellen en we zullen dan ook
graag van het College horen, welke bezwaren daar
tegen zijn. Verschillende sprekers althans hebben
bezwaren naar voren gebracht, maar wel een klein
beetje duister, dunkt mij. De vraagpunten bleven
bestaan en werden eigenlijk nog aangedikt. Ik wil er
wel graag wat meer over horen, zodat we, wan
neer we een beslissing moeten nemen, ook weten
waarover.
De heer Kingma: Dat dit zo langzamerhand een
zeer duistere zaak is, daarover zijn we het hier in
deze Raad wel eens en ook wel over het feit, dat
deze woningen aan de dure kant zijn. Maar ze heb
ben natuurlijk ook wel pluspunten. Ik heb eens even
over een ander punt gedacht, n.l. de centrale ver
warming. Die is inderdaad het staat ook in de
raadsbrief bijzonder goedkoop en dat maakt de
woningen natuurlijk wel aantrekkelijk.
Toch vraag ik me af, of iets dergelijks bij goed
kopere bouw ook niet mogelijk zou zijn.
En dan heb ik nog een andere vraag, die hier al
meer gesteld is: Waarom heeft men heel lang met
een Leeuwarder aannemerscombinatie onderhandeld
om op het nippertje later was haast niet mo
gelijk over te gaan op Intervam, zonder het mog
eens (tenminste dat blijkt nergens uit de stukken)
met een andere aannemer of aannemerscombinatie in
Leeuwarden of ergens in het noorden, te proberen?
We hebben toch met dat Zwolsmanconcern in Leeu
warden wel bepaalde ervaringen. Lopen de belangen
van de architecten Van den Broek en Bakema met
die van het Zwolsmanconcern parallel? Het is maar
een vraag. Maar men zou het bijna denken.
De heer J. de Jong: Over duistere punten gespro
ken, je kunt van een typograaf ook niet verwach
ten, Kamstra, dat hij op de hoogte is met de bouw
techniek. Wat een duister punt betreft, het volgende:
Ik heb het genoegen om namens deze Raad
deel uit te maken van het bestuur van een woning
bouwvereniging. Als zodanig stuit ik herhaaldelijk op
de curveprijs. Wie over de curveprijs het verlossen
de woord spreken kan, is een matador. Ik heb eens
het genoegen gehad in Den Haag kennis te maken
met een ambtenaar van het Ministerie van Volks
huisvesting en Bouwnijverheid. We hadden een gezel
lige avond en het gesprek kwam op onze functies.
Ik vroeg hem daarbij, mij eens uit te leggen wat de
curveprijs is. Hij zei: Mijnheer De Jong, dat kan ik
niet; dat weten ze op het Ministerie niet eens.
(Gelach). Maar wij hebben in deze Raad wel eens
vaker een ontwerp gehad, dat de curveprijs niet ha
len kon. Als een ambtenaar van het Ministerie mij
niet kan inlichten, wil ik het van onze Wethouder
van Openbare Werken ook niet verlangen, maar
misschien is er toch een weg om te weten te komen
wat nu eigenlijk precies de curveprijs is.
De heer Van der Schaaf (weth.): Het spreekt van
zelf, dat voor dit onderwerp een bijzondere belang
stelling bestaat en dat is de zaak ook zeker waard,
want wij hebben hier te doen met een voorstel, dat
beoogt in de gemeente Leeuwarden een stap vooruit
te doen in de richting van de bouw van wonin
gen met een andere en een hogere woonwaar-