Ik geloof, dat hij toch wel een zeer bijzondere positie heeft ingenomen, want ik heb hem speciaal opgebeld om hem te zeggen: Nu moeten we verschil maken met het voorstel, dat de dienst Openbare Werken betrof; daar staan wij als Commissie van bijstand voor de R.O.D. buiten. Het gaat onze commissie alleen om de eventuele verhoging van de tarieven. En dat vonden B. en W. eigenlijk een te klein vraagstuk om daar de gehele com missie voor bij elkaar te halen. Toen hebben we de leden een brief geschreven. We wilden graag vrijdagmiddag vóór vier uur van de heren horen, of ze akkoord gingen met de verhoging. En ik heb doorgekregen, dat alleen de heer Klijnstra tegen was, maar dat de andere heren ermee akkoord gingen. Nu hoor ik er dus wel wat vreemd van op, dat de heer Venema zegt er helemaal niets van af te weten, want die moet deze brief toch ook gekregen hebben. (De heer Venema: Nee, ik heb hem niet gekregen.) Dat is dus een moeilijkheid. De Commissie heeft de brief gekregen en U niet. Ik zal dit eens onderzoeken. Toen ik dus hoorde, dat alle heren, op de heer Klijnstra na, geen bezwaren hadden, heb ik de heer Klijnstra opgebeld. Van hem kreeg ik het zelfde te horen als wat hij hier zopas ter sprake bracht en toen heb ik gezegd: Daar hebben wij op dit moment eigenlijk helemaal niets mee te maken. Het gaat hier om de tarieven, die betaald moeten worden. De heer Klijnstra zei, dat hij de verhoging te zwaar vond. Ik kan hem echter wel zeggen, dat het nieuwe tarief niet boven de kostprijs uit komt. En als er straks nog één, twee of drie tonnen over zouden blijven en wij daarvoor onze diensten nog zouden moeten verlenen, dan zou de kost prijs van de verwisseling van een ton stukken en stuk ken hoger worden dan f 50,per jaar. Bovendien, een eigenaar krijgt voor de woningverbetering, die ontstaat door het aanbrengen van een closet, toch ook nog een bijdrage. En hij heeft het woongenot er toch ook van. En als het een woning betreft, die hij verhuurt, dan mag hij het weer door middel van huurverhoging terug vorderen. De heer Klijnstra vindt „een stok achter de deur" niet een juiste uitdrukking. Men kan ook wel een andere gebruiken, maar daar gaat het eigenlijk niet om. Ik geloof, dat we door deze kant uit te gaan toch niets anders doen dan wat de Raad ons bij de begroting eigenlijk zelf heeft gevraagd. We moeten, als we A zeggen, ook B durven zeggen. Uiteindelijk zullen alle tonnen moeten verdwijnen, want als er straks nog slechts een paar zouden overblijven, zou het verwisselen daarvan voor de Gemeente wel heel erg duur worden. Hoog kan ik echter het nieuwe recht het blijft toch nog maar f 1,per week voor het verwisselen van een ton niet vinden. De heer Klijnstra: De Wethouder heeft inderdaad met mij getelefoneerd, maar, zoals ik dus heb gezegd, van het advies van de Commissie van bijstand voor de Reinigings- en Ontsmettingsdienst is de Raad niets be kend. Alleen, naar ik nu hoor, wist een enkel commissie lid er iets van. Maar dat speelt dus in dit geval geen rol, ook niet, als een van die leden er tegen is. Ik dacht echter, dat het juister was geweest, dat dit uit de stukken was gebleken. Verder zegt de Wethouder: „Het tarief is nog gelijk aan de kostprijs. U behoeft er zich helemaal niet over te verwonderen; we moeten dat hebben". Maar dege nen, die buiten het aangegeven gebied vallen 6900 betalen het lage tarief. Alleen degenen, die toevallig het eerst aan de beurt zijn, wat het doen verdwijnen van de ton betreft, moeten straks f 50,in plaats van f 10,of f 13,betalen. Dat is toch zo (De heer Van der Schaaf (weth.)Zullen we de rechten voor allemaal omhoog brengen?) Dat is een andere zaak. Ik weet niet, of hier wel sprake is van een eerlijke verdeling der lasten, of dit wel sociaal is, om van socia listisch maar niet te spreken. Dat mag ik misschien ook niet verwachten. Ik noem dit een zeer onredelijke en onjuiste oplossing. Ik vind het helemaal niet erg, dat dit de Gemeente voorlopig wat blijft kosten. Het heeft toch al genoeg gekost. Eerst gaat het maar om 90 tonnen, maar straks komen er 7000. Dit is een zaak, die de gemeenschap ik durf dat woord hier gerust uit te spreken moet dragen. De heer Pols (weth.): Ik vind het wel moeilijk hier nog iets van te zeggen. De Raad oordeelt: Wij moeten in de toekomst van de tonnen af. En daar staat het College volledig achter. B. en W. hebben een plan ge maakt en nu hopen we, dat iedereen straks zal over gaan op closet, want inderdaad moeten uiteindelijk de tonnen verdwijnen. Als we niets doen, dan zijn er stel lig huiseigenaren, die het rustig zo laten. En nu zeg gen wij: Als U niet op closet overgaat, dan moet U meer reinigingsrechten betalen. Ik vind dat niet meer dan redelijk. Ik heb in het geheel geen behoefte hier nog meer van te zeggen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W., met aantekening, dat de heer Klijnstra tegen is. Punt 25 (bijlage no. 56). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Hierna sluit de Voorzitter de vergadering. Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van woensdag 11 maart 1964 RAADSVERGADERING van woensdag 11 maart 1964 Aanwezig: 35 leden. Afwezig: de heren Bosgraaf (met kennisgeving) en Mr. van der Veen. Voorzitter: Mr. A. A. M. van der Meulen, burge meester. Te behandelen punten: 1. Vaststelling van de notulen van de raadsverga deringen van 4, 17 en 18 december 1963 en 8 januari 1964. 2. Mededelingen. 3. Verlenen van ontslag aan mevrouw D. A. Posthu- ma-Hengelmolen als onderwijzeres aan de Aebinga- school (b.l.o.) (bijlage no. 75). 4. Verlenen van ontslag aan mevrouw E. de Vin-Ro- denhof als onderwijzeres aan de Coornhertschool (g.l.o.) (bijlage no. 78). 5. Benoeming van een onderwijzer aan de Van Syt- zamaschool II (g.l.o.) (bijlage no. 74). 6. Aankoop van het perceel IJsbaandwarsstraat no. 7 van H. T. Rooze en echtgenote, alhier (bijlage no. 61). 7. Aankoop van het perceel Oude Lekkumerdyk no. 4 van K. Oenema, alhier, en van de percelen Lekku- merweg nos. 59 en 61 van mevrouw J. A. de Wit-Corée te 's-Gravenhage (bijlage no. 79). 8. Aankoop van een perceel gardeniersland c.a., ge legen ten zuiden van de Jelsumervaart, van mevrouw P. Hettema-Adema c.s. alhier (bijlage no. 65). 9. Verkoop van een perceel bouwterrein, gelegen in het „Bungalowterrein Bilgaard" aan H. Faber, al hier (bijlage no. 73). 10. Verkoop van een industrieterrein, gelegen aan de James Wattstraat, aan de Kon. Maatschappij We genbouw N.V. te Utrecht (bijlage no. 82). 11. Verkoop van een industrieterrein, gelegen aan de Zwettestraat, aan de N.V. Centrale Zand- en Grint- handel voor Leeuwarden en omstreken, alhier (bijlage no. 72). 12. Aangaan van een grondruil met D. Hofstra en echtgenote, alhier (bijlage no. 70). 13. Verpachting van de boerderij 't Vierhuis met bijbehorende landerijen aan T. van der Werf, alhier (bijlage no. 59). 14. Verhuur van een kantoorruimte in de Friesland hal aan „Auto-Crediet N.V." te Amsterdam (bijlage no 67). 15. Verlenging van de met P. de Jong, alhier, ge sloten overeenkomst inzake de exploitatie van de buf fetten in het Beursgebouw (bijlage no. 60). 16. Aangaan van een overeenkomst met de voetbal vereniging „Friesland" inzake het verplaatsen van de opstallen van het sportterrein aan de Borniastraat naar het sportterrein aan het Bisschopsrak (bijlage no. 76). 17. Verlenen van medewerking ingevolge artikel 72 der Lager-onderwijswet 1920 aan het Bestuur van de Instelling van Liefdadigheid „St. Lucia" te Bennebroek (bijlage no. 77). 18. Bouw van een openbare kleuterschool aan de Accaciastraat (bijlage no. 71). 19. Aanschaffing van een nieuwe brandspuit (bijlage no. 66). 20. Vaststelling van een Verordening, regelende de instelling van een vakantieregeling voor verschillende groepen van winkels (bijlage no. 68). 21. Wijziging van de Bijdrageregeling Krotoprui ming (bijlage no. 62). 22. Verstrekking van een geldlening, groot f 200.000,aan de Stichting Volkscrediet (bijlage no. 64). 23. Garanderen van rente en aflossing van een door de stichting „De Nieuwe Leeuwarder Jachthaven" op te nemen krediet (bijlage no. 63). 24. Aangaan van twee 5% rentende geldleningen, elk groot f 1.000.000,— (bijlagen nos. 81 en 83). 25. Wijziging van de gemeentebegroting en van de begrotingen van het Grondbedrijf en de gemeentelijke Sociale Dienst voor het dienstjaar 1964 (bijlage no. 69). Punt 1. De Voorzitter: In de raadsverslagen van 4 en 18 december 1963 is een fout geslopen. Deze wijzigingen zijn reeds schriftelijk meegedeeld. Ik hoop, dat U hier mee akkoord kunt gaan. De notulen worden, zoals deze nader zijn gewijzigd, vastgesteld. Punt 2. Alle mededelingen worden voor kennisgeving aange nomen. Punten 3 en 4 (bijlagen nos. 75 en 78). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 5 (bijlage no. 74). Voordracht: de heer K. Smidt te Goutum. Benoemd wordt de heer Smidt, met alg. stemmen. Mevr. Hiemstra-Molenaar en Mej. Koehler vormden het stembureau. Punten 6 t.e.m. 17 (bijlagen nos. 61, 79, 65, 73, 82, 72, 70, 59, 67, 60, 76 en 77). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 18 (bijlage no. 71). De heer K. J. de Jong: Het opvallende bij dit punt is, dat het bedrag voor een kleuterschool met vier speel werklokalen f 350.000,moet kosten. Het bedrag is, vergeleken met wat we tot dusver voor kleuterscholen betaald hebben, bijzonder hoog. En wij hebben de in druk, dat dit voor een belangrijk deel zijn oorzaak vindt in het feit, dat destijds bij de opzet van dit uit breidingsplan onvoldoende rekening is gehouden met bijzondere bebouwing, wat zich thans wreekt deze school moet deels in een vijver geprojecteerd worden. Daardoor dreigt de bouw wel een bijzonder duur ka rakter te krijgen. Wij menen, dat naast de vraag, in hoeverre wij aan bijzondere bebouwing in de toekomst ruimte moeten geven, ook de vraag past: Moeten wij in het vervolg ook niet beter rekening met deze bij zondere bebouwing houden, zodat die niet in de knel komt? Er zijn ongetwijfeld bepaalde zaken, die in de toekomst meer urgentie vragen. Ik denk aan de par keerplaats en de speelplaats voor kinderen. Juist om dat de bijzondere bebouwing met haar verschillende aspecten ongetwijfeld een grotere plaats zal gaan in nemen dan we telkens gepland hebben, zullen we er meer plaats voor moeten inruimen. Ik zou willen vra gen: Is de planning inderdaad verkeerd geweest en in hoeverre dient hier de beleidslijn gecorrigeerd te wor den in de toekomst? De heer Van der Schaaf (weth.): Uiteraard is het begrijpelijk, dat de vraag, zoals de heer De Jong die stelt, rijst. Er is uiteraard wel een bepaalde planning geweest bij de opzet van deze wijk, maar naderhand zijn er behoeften opgekomen, die er nog ingepast moes ten worden, zodat de school, waarop natuurlijk wel was

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1964 | | pagina 1