8 9 tot de conclusie dat de oude veemarkt niet het goede terrein is en wel op grond van de volgende punten. In de eerste plaats de behoefte aan parkeerruimte in of nabij het centrum van de stad neemt enorm toe, veel sneller dan we twee drie jaar terug nog dachten. Dat overrompelt ons elke keer weer opnieuw en het zou dom zijn om een prachtige ruimte die we daar hebben, waar diverse andere steden jaloers op zijn, om die nu voor een bodeterrein in beslag te gaan nemen en aan de parkeermogelijkheid te onttrekken. Deze prachtige parkeerruimte zullen we ook als zodanig moeten gebruiken en ik ben bang dat, als we het bode terrein er zouden brengen dan over twee of drie jaar zou blijken dat we fout gedaan hebben. We hebben al een zodanig tekort aan parkeerruimte, dat we naar een verandering toe moeten. Ik geloof ook dat het in het belang van de middenstand is. Ik geloof dat er ook nog een schrijven van de middenstand is binnen gekomen, ik weet niet waar ik dat gehoord of gelezen heb, inhoudende dat voor hen het lastig zou zijn als het bodeterrein verder uit het centrum zou worden ge projecteerd. Maar de middenstand heeft er geloof ik juist in de allereerste plaats belang bij, dat de mensen in het centrum blijven komen en dat doen de mensen pas als ze de auto's kwijt kunnen, als de parkeerruim te niet al te ver daar vandaan is. We beleven nu al geregeld dat het Zaailand vol is en voordat we een paar jaar verder zijn, zullen we dat veemarktterrein bepaald nodig hebben. Dan een ander punt. De bode diensten op die oude veemarkt zullen nodeloos ver keersdrukte in of dichtbij het centrum teweegbren gen. Ik geloof ook niet dat het daarom verstandig zou zijn. Er wordt gesproken over extra kosten voor een tijdelijke voorziening. Ik geloof ook dat die kosten be paald niet lager zullen zijn dan het verlies wat we lijden doordat we eventueel op een terrein aan de bui tenkant van de stad een misschien iets te groot terrein zouden verharden. Ik geloof ook dat er voor een der gelijk terrein altijd wel een bestemming zou zijn te vinden die zelfs geen verlies zou opleveren. Naar mijn mening, ook naar de kant van de kosten ziende, zou het toch voordeliger zijn om niet de tijdelijke voorzie ningen daar aan te brengen, niet die laadperrons, om maar eens wat te noemen zoals in de aanbevelings brief staat, daar te brengen, omdat die kosten toch voor deze paar jaar dat het hier zou kunnen, niet ver antwoord zijn. Het argument van kostenverhoging voor de middenstand is genoemd, omdat de weg naar het bodeterrein langer zou zijn; ik weet niet of dat zo zal komen; het kon best zo zijn, dat ondanks de grotere afstand, indien maar sneller te bereiken, het een zodanige tijdwinst zou geven, dat het qua kosten voor de middenstand niet duurder is. Een belangrijk punt lijkt mij wel dit, het staat in de Raadsbrief ge loof ik en ook in één van de brieven die we nog ge kregen hebben, er zullen als dit bodeterrein verder van het centrum af komt, meer goederen door de bode diensten gehaald moeten worden, verplicht daartoe door de middenstand. Ik moet U zeggen dat ik dit niet zie. Ik dacht dat het meer die kant op zou gaan, dat nog meer de ophaaldiensten van het bodecentrum zelf, en er zijn nog een paar in de stad, worden ingescha keld; dat het meer gecentraliseerd zal worden, dat dus een klein aantal auto's deze goederen uit de stad zal ophalen inplaats van die bodediensten en dan kan ik me zelfs voorstellen, dat je niet een extra verkeers drukte krijgt, maar dat je op deze wijze zelfs minder verkeersdrukte krijgt. Het lijkt me toch altijd beter in dit opzicht dat je een aantal mensen hebt die bij di verse middenstanders goederen gaan ophalen, dan dat iedere middenstander afzonderlijk met zijn auto pro beert bij het bodeterrein te komen. Ik geloof niet dat dit een argument zal zijn om het in de binnenstad te houden. Ja, er zijn argumenten naar voren gebracht: het kostenverhogend element voor de bodediensten, het spreekt mij niet zo erg aan; dan zijn het de bodedien sten dus die iets meer moeten vragen voor de diensten die ze bieden. Daar zal dan tegenover staan dat de middenstand dat minder behoeft te doen, zodat ze uit eindelijk misschien niet duurder uit zijn. Ik geloof niet dat dat doorslaggevend kan zijn. Er is nog wel eens gesproken, in een van de brieven was dat, dat bode's voor de bewoners van dorpen nogal wat boodschappen in de stad doen. Het kan nog zo zijn, ik dacht echter dat dit tot kleinere proporties teruggebracht was, en dat dit binnen enkele jaren helemaal tot het verleden zal behoren. De motorisering neemt zodanig toe, dat de mensen boodschappen niet meer door een bode laten doen doch dat men zelf zijn inkopen in de stad gaat doen. En tenslotte als laatste argument zou ik willen noemen, hetgeen de Kamer van Koophandel heeft ge schreven, want dat is in wezen een pleidooi om niet in het centrum van de stad, maar om aan de rondweg ergens tot een bodeterrein te komen. Nu weet ik wel dat de conclusie van de Kamer van Koophandel is in gegeven vanwege de snelheid van realiseringsmogelijk heden: doe het dan voorlopig op de oude veemarkt; dat advies is echter ook al weer twee jaar oud. De ontwikkeling gaat zoveel sneller dat men uit die brief van de Kamer van Koophandel rustig mag concluderen dat het ook volgens deze instantie beter zou zijn om toch maar direkt over te gaan op een situering ergens aan de rondweg, aan de buitenkant. Op grond van al deze overwegingen, die natuurlijk voor een deel be rusten op subjectieve interpretaties, maar door gebrek aan verschafte cijfers moet men dat ook wel doen, komen wij tot de conclusie dat niet de oude veemarkt het terrein is waar we dit bodecentrum moeten ma ken. Dan rijst de vraag, waar dan? U hebt Cambuur onderzocht. Ik ben het er mee eens, dat dat niet de geschikte plaats zou zijn. U hebt ook de nieuwe vee markt in het onderzoek betrokken. Dat is eigenlijk heel logisch, want dat is een bijzonder aanlokkelijke plaats voor een bodeterrein, ik dacht dat we het daar allemaal over eens zouden zijn. Qua situering n.l. ten opzichte van de binnenstad. Ik dacht zelfs dat het af standselement van middenstand en bodediensten als we het daar zouden kunnen plaatsen, ook snel zou ver dwijnen. U komt tot de conclusie dat het daar niet kan, maar ik zou zeggen, is dat nu wel zo? Het kan best zo zijn, maar ik heb het gevoel, dat het nog niet voldoende is bestudeerd. Met name de grootte van het uitgezette terrein. Dat is meen ik twee of drie keer zo groot als het op het ogenblik bij de Oldehove is. terwijl een teruggang van de bodediensten zichtbaar is. Is het werkelijk nodig om het driemaal zo groot te maken en moet dat niet wat nader bekeken worden Komt men tot een terrein wat niet driemaal zo groot is, maar gelijk of iets groter dan het huidige bij de Oldehove, dan komt de situatie natuurlijk heel anders te liggen. Ik dacht dat dat nader bekeken moest wor den. De grootte van de loods, ik heb er zopas al iets van gezegd, moet die werkelijk zo groot; is dat nodig voor het bodeterrein? Het kan best zijn, dat de ont wikkeling meer gericht is op het gebruiken van die loods. Maar op het ogenblik is het dus bepaald zo, dat hij ook dienst doet als opslagplaats voor een firma; dat zou ook ergens anders wel kunnen. Een derde punt bij dat nieuwe veemarktterrein is, hoe laat komen die bodewagens daar en hoe zit het met de tijden dat het vee wordt aangevoerd, want het lijkt me vooral dat de aanvoer van het vee eventueel verwarring kan ge ven met aankomende bodewagens. Het kan best zijn, dat dit elkaar helemaal niet zal hinderen, dat het geen reden zal behoeven te zijn om het niet op de vrijdag ook daar te kunnen houden. Want we zijn het er alle maal over eens dat voor de andere vier dagen van de week het veemarktterrein een ideale plaats is. Alleen de vrijdag speelt ons dus parten en ik kan me best voorstellen dat van een onderzoek, waar we toch wel een paar deskundigen wat betreft verkeersstromen- planning bij zouden moeten hebben, de conclusie zou zijn: het hindert elkaar niet en misschien is het zelfs mogelijk door een versnelling van misschien één uur van öf bodediensten, öf veemarktaanvoer ik weet niet of die mogelijkheden er zijn maar dat hoor ik dan wel dat je dan toch dat nieuwe veemarktter rein alsnog geschikt zou kunnen maken, ook op vrij dagen, voor bodeterrein. Het spreekt vanzelf, dat dat financieel natuurlijk ook bijzonder aantrekkelijk zou zijn. Als derde is genoemd het Zwetteterrein. Als U dus tot de conclusie zou moeten komen, dat het nieuwe veemarktterrein er ongeschikt voor is, dan zou ik me inderdaad ook met het Zwetteterrein kunnen vereni gen. Als we niet een andere plaats wat dichter bij de rondweg, dat zou me wel welkom zijn, konden vinden, in het Aldlan of misschien in het noorden van de stad, dan vind ik ook de Zwette gezien de argumenten die ik zopas noemde, toch nog aanvaardbaar als plaats voor bodeterrein. Dit waren mijn argumenten om niet tot verplaatsing naar de oude veemarkt over te gaan. Ik neem aan, dat U meteen ook de tweede kwestie die er eigenlijk mee samenhangt, n.l. die bebouwing van die oostelijke kant van het terrein aan de orde stelt. Ik kan daar in een paar woorden af. We waren het overgens op dit punt niet zo met elkaar eens in de fraktie als over dat andere punt. Maar de meerderheid kwam toch eigenlijk wel tot de conclusie, dat het wel verstandig zou zijn om hier ook niet te overhaast te werk te gaan. Dat de ontwikkeling zodanig is, dat we echt niet we ten of we over 5, 6 jaar niet spijt zouden hebben dat we een terrein, zo in het centrum gelegen, bebouwd hadden. Wij willen eigenlijk liever nog eens even aan zien hoe de ontwikkeling is en of het werkelijk verant woord is om een project daar tot stand brengen, dat ook nogal verkeersaantrekkend zal zijn. Op die gronden zijn wij in meerderheid van mening, dat het verstandi ger is om nog niet te besluiten tot bebouwing van het oostelijk gedeelte van dat terrein. Wat we over een aantal jaren daarover zouden willen zeggen, weet ik dus niet; dat hangt van de ontwikkeling af. De heer K. J. de Jong: Na het gloedvolle betoog van de heer Spiekhout die dus eigenlijk een voorstander is van de verplaatsing van het bodeterrein niet naar het voorgestelde punt op de oude veemarkt, maar naar een plaats elders, liefst naar de buitenkant van de stad, wil ik toch van mijn kant wel enkele argumenten laten horen, die juist tot een ander standpunt komen en die juist een geluid laten horen van het wel verplaatsen naar de tegenwoordige oude veemarkt. Wanneer wij n.l. deze twee mogelijkheden naast elkaar stellen, ver plaatsing van het bodeterrein naar de oude veemarkt dan wel elders aan de buitenkant van de stad, en ik geloof dat dat eigenlijk de juiste stelling zou zijn, dan zijn er enkele punten die daarbij wel terdege een rol spelen. Een van de vragen die naar mijn mening zeer sterk aan de orde komt is deze: „waar heeft Leeuwar den, gezien in het kader van de ontwikkeling van het vervoer, het meest behoefte aan?" en dan zeg ik: „aan een zekere concentratie van het vervoer". We zien dat de Nederlandsche Spoorwegen in die buurt een station hebben en dat Van Gend en Loos zijn opslagplaats en station daar vlakbij heeft. We zien daarbij verder nog het Autobusstation en zouden we daarnaast ook nog het bodecentrum creëren, dan voelt U wel wat één ge concentreerde ligging betekent voor de hele ontwik keling van het vervoer en wat er mee samenhangt. Mij dunkt dat dat een heel belangrijk argument voor de verplaatsing naar de oude veemarkt is. Het punt waar de heer Spiekhout telkens mee naar voren komt, is het parkeervraagstuk. Ik heb daar wel begrip voor, maar ik wil daar toch een enkele opmerking over maken. In de eerste plaats is het zo dat, nu men dit bodeterrein verplaatst naar de oude veemarkt, het be paald niet zo gesteld kan worden dat de ruimte voor parkeren volledig en permanent in beslag genomen wordt door de bodediensten. Laat ik zeggen na vier uur 's avonds is het bodeterrein vrij en is het voor par keren ook vrij. Zaterdagsmiddags is het bodeterrein vrij en is het ook geschikt voor parkeren voor de men sen die op zaterdag in de stad komen. Dan komt daar bij, wanneer men het Oldehoofsterkerkhof vrij maakt, daar ook een parkeerruimte vrij dicht bij het centrum van de stad komt dat toch inderdaad een winstpunt is, gezien tegenover de situatie zoals die nu aanwezig is. Een volgend punt is, dat wij telkens nog zitten te wachten op een memorie van antwoord van B. en W. met betrekking tot sanering van de binnenstad. Daar is in voorzien om op betrekkelijk korte termijn een aantal parkeerplaatsen van 1200 1300, op iets lan gere termijn van 2000 en op nog langere termijn van 3000 parkeerplaatsen vrij te krijgen. Dan is dus het parkeervraagstuk in de binnenstad zeer geconcen treerd en zeer terdege aangepakt. Dan moeten we naar mijn mening nu niet doen of er niets gebeurt op dit gebied; er gebeurt wel terdege iets. En wanneer we dit daarnaast stellen dan geloof ik dat dit toch ook wel een argument is om nu dit parkeervraagstuk op dit punt, dat zo uitermate gunstig gelegen is voor bodecentrum, niet te overtrekken. Een volgend punt is dat de situatie in Leeuwarden juist zo bijzonder gunstig is om het bodecentrum daar te piaatsen op het oude veemarktterrein, omdat men een uitweg naar de rondweg heeft die rechtstreeks gaat via de Verlaatsbrug direct naar de rondweg en aan kan men alie kanten uitkomen. Het is dus een voordeel om het daar te doen in tegenstelling met tal van andere plaatsen die men met Leeuwarden verge lijkt, waar men wel naar de buitenkant van de stad het bodeterrein verplaatst heeft, en men in de binnen stad finaal knel gelopen is met de verkeerssituatie. Wanneer wij hier niet het voordeel hadden gehad, dat daar het veemarktterrein vrijkwam, door verplaatsing van de veemarkt, dan hadden we ongetwijfeld ook die keus niet gehad. Wij hebben nu die keus nog en we verkeren in een bevoorrechte situatie dat het bode centrum juist op die oude veemarkt kan, dat een bui tengewoon gunstige ligging heeft, in verband met de sterk geconcentreerde ligging van het vervoer, en dat daardoor juist in vergelijking met andere plaatsen, die deze uitwijkmogelijkheid niet hebben, juist een zeer sterk argument-pro is om het daar wel te doen. Nu zegt de neer Spiekhout: ja daar is een sterke ontwik keling gaande juist in die vervoerssituatie. In de ont wikkeling van de bodediensten neemt de concentratie hand over hand toe, het aantal bodediensten neemt van jaar tot jaar af en we hebben die concentratie nog niet gehad, hoe komt dat straks? Welnu, ik zou zeg gen wanneer die ontwikkeling zich voortzet, en dat Den ik wel met de heer Spiekhout eens, die concentra tie in het hele midden- en kleinbedrijf en ook in het vervoer neemt wel toe, dan heeft dat alleen maar tot gevolg, dat daardoor de parkeerbehoefte buiten de overkapping, als ik het zo mag noemen, kleiner wordt en dat de parkeermogelijkheid voor ander verkeer daardoor toeneemt. Dus m.a.w. dat kan alleen maar tot gevolg hebben dat er meer auto's gestald kunnen worden omdat er minder bodediensten vaste stand plaatsen hebben. Dat heeft bovendien tot gevolg dat de situatie onder de overkapping van het bodestation zelf waarschijnlijk dan aan betekenis gaat toenemen, dan zal het element van het overslagbedrijf daar eerder een toennemende functie in gaan uitoefenen. En wan neer ik dat zie, die ontwikkeling van dat overslagbe drijf en ik zie b.v. een plaats als Groningen, waar men juist in verband met deze ontwikkeling plannen ont wikkelt om een heel overslagstation 2 km buiten de stad te projecteren, dan krijgt U dus een ontwikkeling in de toekomst die veel groter is maar die ook een heel ander karakter draagt dan een bodecentrum dat wordt een overslagbedrijf en dat kunnen wij op dit moment niet doen, tenzij wij al die bodediensten die nog een totaal ander karakter vervullen, daarmee eco nomisch gezien de nek zouden omdraaien en boven dien daarmee de hele middenstand en het hele publiek van Leeuwarden op dit moment enorm grote schade zouden toebrengen. Wanneer dat misschien over 10 jaar wel mogelijk zou zijn dan krijgt men een andere situatie. En dan kan het nog best zo zijn, dat wanneer de heer Spiekhout nu eerst met de vrij zware investe ring komt op een terrein aan de rondweg, dat hij dan met tien of vijftien jaar toch nog eens een keer weer moet om zo'n groot overslagstation te maken. Dit vraagt in Groningen meende ik een investering van tien miljoen. Ik maak me sterk dat, wanneer wij het plan van de heer Spiekhout zouden doorvoeren, dat in vergelijking met de situatie nü op het oude vee marktterrein en wat hij wil aan de buitenkant van de stad, zo dat in beide gevallen zou moeten, dat dat in vergelijking met de investering een verschil zou ma ken van 1 op 10. Wanneer wij de oude veemarkt zou den kunnen gebruiken voor dit geval dan dacht ik dat de investering voor dit hele geval met een paar ton te bekijken zou zijn. Wanneer hij aan de buitenkant van de stad een nieuw terrein wil creëren en alle mo gelijkheden van bestrating en alles wat er mee samen hangt, ook wil in orde brengen, dan zit hij gauw op het tienvoud. Dit zijn toch ook dingen, waarvan wij ons wel af moeten vragen: wie zal dat betalen? Kun nen wij zonder meer maar zeggen: wij investeren daar straks maar 2 miljoen en dat moeten de bodediensten dan maar gaan betalen? Zijn deze in staat om dit be-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1964 | | pagina 5