m
f
RAADSVERGADERING
Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van woensdag 26 augustus 1964
van woensdag 26 augustus 1964
Aanwezig: 30 leden.
Afwezig: de heren D. Bosgraaf, J. ten Brug, P. J.
Engels, H. Jellema, H. Pols (allen met kennisgeving)
en de heren Ir. B. C. van Balen Walter en Mr. J. J.
Keuning.
Voorzitter: de heer Mr. A. A. M. van der Meulen,
Burgemeester.
Te behandelen punten.
1. Mededelingen.
2. Verlenen van ontslag aan J. Bieleveld als leraar in
het Duits en in het Nederlands aan de Gemeentelijke
Middelbare Handelsavondschool (bijlage no. 278).
3. Verlenen van ontslag aan M. Zijlstra als leraar in
het Duits aan de Gemeentelijke Middelbare Handels
avondschool (bijlage no. 279).
4. a. Benoeming van drie onderwijzeressen bij het
openbaar gewoon lager onderwijs (bijlage no.
272);
b. Verlenen van ontslag aan en benoeming van
een bestuurslid van de Stichting Volkscrediet
(bijlage no. 277).
5. Aankoop van de percelen Spanjaardsstraat 40,
Hovenierstraat 20 en Poppeweg 20, resp. van de erven
J. de Bruin, van E. E. Scholte en echtgenote en van
mevrouw T. Brinkman, allen alhier (bijlage no. 271).
6. Aankoop van een perceel weiland, gelegen aan
de noordzijde van het Van Harinxmakanaal, van J. K.
Hettema en echtgenote te Baard (bijlage no. 270).
7. Aankoop van twee stroken grond en water, ge
legen ten oosten van de Mr. P. J. Troelstraweg, van
mevrouw H. H. Landstra-Bender, alhier (bijlage no.
276).
8. Wijziging van de huurovereenkomst met de Stich
ting „De Nieuwe Leeuwarder Jachthaven", alhier (bij
lage no. 273).
9. Aanleg van een straat in het gebied, gelegen ten
zuiden van de Hempenserweg en ten westen van de
Wirdumervaart (bijlage no. 274).
9a. Voor kennisgeving aannemen van het besluit
van Gedeputeerde Staten van Friesland tot gedeeltelijke
goedkeuring van het raadsbesluit van 10 juli 1963 tot
vaststelling van het uitbreidingsplan „Westeinde" (bij
lage no. 281).
10. Vaststelling van de verlies- en winstrekening
over 1963 en de balans per 31 december 1963 van de
Stichting Volkscrediet (bijlage no. 275).
11. Instelling van een rechtsvordering ter vergoe
ding van aan het gemeentelijk riool-gemaal aan de
Egelantierstraat toegebracht schade (bijlage no. 269).
12. Wijziging van de gemeentebegroting en van de
begrotingen van het Grondbedrijf, het Woningbedrijf
en de Gemeentelijke Sociale Dienst voor het dienstjaar
1964 (bijlage no. 280).
Punt 1.
De punten A en B worden z.h.st. voor kennisgeving
aangenomen.
Sub C.
De heer Klijnstra: Ik wilde U er eerst gaarne op
attenderen, dat de bedoeling van mijn voorstel aan de
Raad in Uw mededelingen m.i. onvolledig is weerge
geven. Hierin wordt n.l. uitsluitend gesproken over het
vlaggen op 5 augustus. Maar mijn voorstel gaat ver
der en behelst het niet-vlaggen bij alle eventualiteiten
inzake het Huis van Irene de Bourbon Parma, waarbij
ik b.v. denk aan een eventuele gezinsuitbreiding. Wel
wil ik hieraan toevoegen, dat ik persoonlijk gaarne een
week lang wil vlaggen, indien deze prinses zich als een
soort verloren dochter weer tot haar ouders en tot
het Nederlandse volk zou wenden. Dit zou immers ook
een gebeurtenis zijn, haar Huis betreffende.
Het College stelt voor om met een pre.advies bij de
Raad terug te komen. Ik vind het een beetje vreemd,
niet wanneer het één of andere ingewikkelde zaak be
treft, doch dat is dit m.i. niet. Zo'n preadvies kan soms
na maanden weer bij de Raad komen en ik weet wel
5 augustus 1965 ligt nog wel ver in het verschiet, maar
ik weet niet, wanneer er een kleine Carlos geboren zal
worden, waarover de kranten hebben geschreven. In
verband hiermede zou ik gaarne een motie willen in
dienen, ondersteund door het mede-raadslid J. de Jong,
welke aldus luidt: „De Raad van de gemeente Leeuwar
den, in vergadering bijeen op woensdag 26 augustus
1964, spreekt als zijn mening uit, dat van de gemeente
lijke gebouwen niet gevlagd zal worden in verband met
verjaardagen of andere hoogtijdagen, het gezin van
Irene de Bourbon Parma betreffende". Deze houding
doet niets af aan onze verbondenheid met het Huis
van Oranje. Het gaat hier speciaal om onze houding
ten opzichte van het facisme.
De Voorzitter: Mijnheer Klijnstra, ik moet U even
interrumperen. Het gaat op het ogenblik alleen over
de procedure, die in dezen moet worden toegepast. U
heeft buiten de vergadering een voorstel ingediend en
B. en W. stellen aan de Raad een bepaalde wijze van
behandeling van het voorstel voor. En daar gaat het
op het ogenblik om. Het gaat dus nu niet om de in
houd van Uw voorstel. Als de Raad het voorstel van
B. en W. volgt, dan kan ook de inhoud later aan de
hand van het preadvies zo uitvoerig, als de Raad dat
zelf wil, besproken worden.
De heer Klijnstra: Dus U kunt het niet beschouwen
als een toelichting op deze motie?
De Voorzitter: Nee, natuurlijk niet. Die motie is
helemaal vreemd aan de orde van de dag. De Raad zal
staande de vergadering moeten beslissen, of hij dit wel
in behandeling zal willen nemen. Het Reglement van
Orde is punt 2, daar komen we straks aan toe.
De heer Klijnstra: Dan wacht ik dat gaarne af en
dan komt deze zaak waarschijnlijk een andere keer
aan de orde.
De heer Van der Veen: Kunnen we dit schrijven niet
meteen voor kennisgeving aannemen, dan zijn we er
maar af. Het is toch mosterd na de maaltijd.
De hear Boomgaardt: Ik wol it ütstel fan de hear
Van der Veen ündersteune en daliks mar bislute, dat
wy it skriuwen fan de hear Klijnstra foar kennisjowing
oannimme. Dan bliuwt de moasje op tafel lizzen fan-
seis, dy't nou yntsjinne is. En dan woe ik einliks de
suggesty dwaen, om der gjin diskusjes oer to hawwen.
Ik leau dat wy dan yn ien kear klear binne.
De heer Bootsma: Ik zie geen noodzaak om hier
van de gebruikelijke procedure af te wijken en ik zie
graag met belangstelling het preadvies van B. en W.
tegemoet, zonder me op het ogenblik er over uit te
laten hoe wij daar al of niet op zullen reageren. Ik
geloof, dat het niet meer dan normaal is, dat U hier
een preadvies over uitbrengt.
De hear Santema: Ik tink der krekt sa oer. Wy
moatte net ófwike fan de itige prosedure en mar stil
öfwachtsje, hwat B. en W. foar ütstel dwaen sille.
De heer Kamstra: Ik word ook haast wel gedwon
gen om er iets van te zeggen, want alle fracties zijn
aan het woord geweest. Ik dacht, misschien kunnen we
stilzwijgend de gewone procedure volgen. Het is toch
eigenlijk heel logisch, dat, wanneer er voorgesteld
wordt door het College een preadvies uit te brengen,
we dit zo behandelen en wachten tot een volgende