1
RAADSVERGADERING
->—ï«3
j'.
Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van woensdag 18 november 1964
van woensdag 18 november 1964
Aanwezig: 35 leden.
Afwezig: de heer Bosgraaf (met kennisgeving),
en de heer Heidinga.
Voorzitter: de heer Mr. A. A. M. van der Meulen,
Burgemeester.
Te behandelen punten:
1. Vaststelling van de notulen van de raadsverga
deringen van 15 juli, 5 augustus, 26 augustus en 16
september 1964.
2. Mededelingen.
3. Verlenen van ontslag aan mevr. C. Wolfard-
Bootsma als onderwijzeres aan de Wiardaskoalle
(g.l.o.) te Goutum (bijlage no. 353).
4. Aankoop van het perceel Badweg no. 1 van J.
Hoitinga en echtgenote, beiden alhier (bijlage no. 356).
5. Aankoop van het perceel Fabriekssteeg no. 10
en een perceel grond aan de 2e Korte Houtstraat van
resp. J. Westra en echtgenote, beiden alhier, en mevr.
S. Bosma-Bloemhof te Wolvega (bijlage no. 366).
6. Aankoop van een strook grond, gelegen aan de
noordzijde van de Van Loonstraat, van G. de Hey en
echtgenote, beiden alhier (bijlage no. 354).
7. Verkoop van een perceel bouwterrein, gelegen
ten noorden van de Tesselschadestraat, aan de Staat
der Nederlanden (bijlage no. 351).
8. Verkoop van een perceel bouwterrein, gelegen
aan de Tylkedam, aan M. Cohen, alhier, onder intrek
king van het raadsbesluit van 31 juli 1963, no. 9586b
(bijlage no. 364).
9. Verkoop van het schip „De Goede Verwachting"
aan L. Meeter, alhier (bijlage no. 372).
10. Overdracht van een perceel grond, gelegen aan
de noordzijde van de Beukenstraat, aan de Nederlands
Hervormde Schoolvereniging (bijlage no. 355).
11. Verpachting van diverse percelen land en een
boerenbehuizinge (bijlage no. 360).
12. Onteigening van het perceel Schrans no. 6 ten
behoeve van het verbreden en verbeteren van de
Schrans (bijlage no. 358).
13. Voeren van een rechtsgeding inzake de onteige
ning van gronden, gelegen in het uitbreidingplan „In
dustriegebied Schenkenschans" (bijlage no. 357).
14. Bouw van 23 autoboxen aan de noordzijde van
de Eikenstraat, onder intrekking van het raadsbesluit
van 3 juni 1964, no. 7131, sub III (bijlage no. 367).
15. Verlenen van medewerking ingevolge artikel 72
der Lager-onderwijswet 1920 aan het Bestuur der Ver
eniging tot Stichting en instandhouding van Scholen
met de Bijbel te Huizum (bijlage no. 370).
16. Verlenen van medewerking ingevolge artikel 72
der Lager-onderwijswet 1920 aan het Bestuur van de
Vereeniging voor Christelijk Schoolonderwijs (bijlage
no. 359).
17. Vaststelling van de vergoedingen voor vak.
onderwijs, als bedoeld bij artikel 36 van het Besluit
buitengewoon lager onderwijs 1949, over het jaar 1963
(bijlage no. 369).
18. Verlenging van de termijn, bedoeld bij artikel 8,
3e lid, van de Monumentenwet (bijlage no. 368).
19. Instelling van een Dienst voor Sociale Werk
voorziening (bijlage no. 365).
20. Verstrekken van een geldlening, groot
f 200.000,aan de Stichting Volkscrediet (bijlage no.
363).
21. Aangaan van een overeenkomst met de N.V.
Bank voor Nederlandsche Gemeenten inzake het krediet
in rekening-courant voor het jaar 1965 (bijlage no. 361).
22. Aantrekken van tijdelijke financieringsmiddelen
ter voorziening in de behoefte aan kasgeld gedurende
het jaar 1965 (bijlage no. 362).
23. Wijziging van de gemeentebegroting en van de
begrotingen van de Geneeskundige- en Gezondheids
dienst, het Woningbedrijf, het Grondbedrijf, de Open
bare Werken, de Sociale Dienst en de Energiebedrijven
voor het dienstjaar 1964 (bijlage no. 371).
Punt 1.
De notulen worden onveranderd vastgesteld.
Punt 2.
De mededelingen sub A, B en C worden voor kennis
geving aangenomen.
Sub D.
De heer Bootsma: Niet, dat ik het niet eens ben
met het voorstel om dit stuk ter fine van preadvies in
handen van B. en W. te stellen, maar toch rijzen er
enige vragen. De heer IJsselstein van Wytgaard stuurt
zijn schrijven n.l. in n.a.v. een mededeling, welke hij
op 9 september 1964 ontvangen zou hebben van het
Ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen.
Ik vraag mij af. of aan al de belanghebbenden, die
voorkomen op deze Monumentenlijst, volgens het raads
stuk, bij ons ingekomen op 14 september, dus 5 dagen
nadat de heer IJsselstein zijn mededeling zou hebben
bereikt, een mededeling is gezonden. Is het College dat
bekend? Als dat het geval is, zijn er dan niet meer
bezwaren binnengekomen of zijn al die bezwaren mis
schien verkeerd ingediend of is het adres van de heer
IJsselstein dan verkeerd ingediend, want het wil er
bij mij niet in, dat, als in dezen de normale weg is
bewandeld, alleen de heer IJsselstein een protest zou
hebben ingediend.
De Voorzitter: Eigenlijk had U deze vraag moeten
stellen bij punt 18 van de agenda.
De heer Bootsma: Dan was de brief van de heer
IJsselstein van de baan geweest.
De Voorzitter: Als wij afspreken, dat U Uw vraag
bij punt 18 niet herhaalt, dan zijn wij met dezelfde
moeite klaar (Gelach).
De hear Santema: Ik soe my wol oanslute wolle
by it ütstel fan B. en W. De motivearring yn it brief
fan IJsselstein ik wol net leauwe, dat bard is hwat
de hear Bootsma Ondersteld hat, n.l., dat it forkeard
yntsjinne is moat wol deeglik bisjoen wurde. Mar
it gefal moat neffens my oars biskóge wurde en wol
mei it each op histoarje, aldheitkunde en folkenkunde.
De heer Van der Schaaf (weth.): De vraag van
de heer Bootsma, of alle belanghebbenden een derge
lijke mededeling hebben ontvangen, kan ik uiteraard
niet categorisch beantwoorden, omdat deze medede
lingen niet door het Gemeentebestuur zijn uitgezonden,
maar door het Ministerie. Het is ons echter wel bekend,
dat zeer velen die wel hebben gekregen en ik dacht
dus, dat, als het daar perfect was georganiseerd en
dat neem ik aan dan alle belanghebbenden die heb
ben ontvangen. Dat was althans de opzet. Het is ook
bekend, dat over deze materie op de secretarie nogal
wat inlichtingen zijn gevraagd, maar uiteindelijk ligt
de beslissing over de vraag, of een perceel op de Mo-