9 hüs to gean, wylst lis tiid sa geweldich krap en bi- heind is. It is nou ienkear foar my in ünderdiel fan myn lidwêzen fan de Rie, dat ik my sa goed mooglik preparearje wol en it üntbrekt jin persoanlik dochs sa faek oan de gelegenheit en de mooglikheit om goed stüdzje to meitsjen fan de stikken. Ik soe dêrom noch dizze opmerking meitsje wolle: Ik bin it mei de hear Parkins wol iens, dat wy hjir byg. net it wurd horst" ynhelje moatte. De hear Parkins neamde it Horst Wesselliet, mar ik wol dan noch hiel ticht by hüs bliuwe en deroan herinnerje, dat de Dütsers ynder- tiid it fleanfjild dat hjir by de stêd leit, de „Flieger- horst" neamden. En as sadanich is dat wurd fansels wol foargoed fan ünpas yn in rounte fan nammen dy't op it forset slane. Mei foldwaning haw ik fornommen, dat by need de kommisje wol genegen wêze soe foar Razziastrjitte noch in oare namme to kiezen. Yn elk gefal ik bin it mei harren wol iens, dat it net nedich wêze sil op dizze saek werom to kommen. De heer Van der Veen: Het schijnt nodig te zijn, dat wij onze nationale reputatie als Raad van Leeu warden, dat wij ons bijzonder breedvoerig bezighouden met de straatnaamgeving, ook nu weer handhaven. (Stem: Daar doet U braaf aan mee.) (Gelach). Ja, ik ben bang, dat ik niet het voorstel behoef te doen de gehele Commissie straatnaamgeving maar af te schaf fen en het weer als vanouds aan B. en W. over te la ten om daarmee te voorkomen, dat we ten eeuwige dage, deze zelfde bezigheden krijgen. Ik zie echter niet, dat we hier ooit af komen. Het is inderdaad een feit, dat het hier veelal om subjectieve waardering gaat. En ons aller smaak is niet gelijk; het hangt ook geheel van onze opvoeding af. Ik ben groot geworden in een gezin, waar ze geneigd waren tegen mij te zeg gen: „Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg". En daar hadden ze gelijk in. (Gelach). Maar tege lijkertijd kreeg ik ook deze opvoeding mee: „Denk er om, antiek is wel aardig, maar pas op, dat het dan ook echt is, want als het namaak is, dan is het niet aar dig". En als we het nu over espel hebben, dan mag de heer Santema vertellen, dat dat in een Fries woorden boek te vinden is, maar zolang hij de vindplaats er niet bij zegt, heb ik altijd nog de neiging te veronder stellen, dat de heer Santema dat uit zijn duim zuigt. En als dat anders zou mogen zijn, dan ben ik van mening, dat ik dat Friese woordenboek in dezelfde tijd moet plaatsen als het Middel-Nederlandse, waarin de commissie het gevonden heeft. In ieder geval zitten we dan inderdaad in Friesland nog altijd in de middeleeu wen en in de gothiek. En als het een encyclopedie van Friesland is en de commissie, waarvan de heer Boomgaardt deel uitmaakt, het zo nodig vindt om de Raad voor te lichten, dan mag ik aannemen, dat hij dat dan ook moet kunnen vinden in de portefeuille, als hij de straatnamen bekijkt. De commissie weet niet beter te doen dan zich te beroepen op een Middel-Ne derlands woordenboek en daaruit wordt dan op dit moment espel te voorschijn gehaald, een woord uit de middeleeuwen, namaak-gothiek en dat is in mijn ogen je reinste „Blut und Boden". Dat is zuiver kitsch. En als de heren dat mooi vinden, dan moeten ze dat vooral doen; ik vind het uitgesproken lelijk. Maar daaraan kunnen we nu eenmaal toch niet ontkomen. De wereld is vol kitsch. Waarvan zouden al de fabrikanten van kitsch moeten bestaan, als niet iedereen het prachtig vond? Wij kunnen het blijkbaar in Leeuwarden, althans met onze straatnamencommissie, niet verder brengen. In het woord horst, een andere uitvinding, wil ik mij liever ook niet begeven. Ik kan dat ook geen mooi woord vinden. Ik ben het eens met de heer Kamstra, dat er geen noodzaak is hier een andere naam te gebruiken dan wij gewend zijn. Wij kunnen voor onze straten normale straat namen gebruiken. Willen we, omdat hier de loop van de straat anders is dan normaal, er iets bijzonders mee doen, dan kunnen we kiezen uit de gangbare woorden, n.l. hof, wijk, buurt, kwartier, sectie, plein; U kunt alle kanten uit. Maar U behoeft niet in de geschiede nis van vele eeuwen terug te zoeken om uit de grijze oudheid een woord op te duiken, waarvan niemand meer de betekenis kent en dat dus geforceerd aandoet. Wat betreft de namen van de heren, die hier ge noemd zijn, daar behoeven wij verder geen woorden aan te besteden; het is volkomen duidelijk, dat de na men die men er uit neemt, altijd willekeurig zijn en dat die welke men er niet bij kiest, moeilijkheden ge ven, maar dat is niet het punt, waartegen op het ogen blik de bezwaren gaan. Wel hebben we bezwaren tegen Droppingstraat, Mariniersespel, Zeemansespel enz. Ik heb zostraks ook van de heer Parkins gehoord, dat niemand weet wie Jan Evertsen was; dat is best mo gelijk. Dat men zulks wel zou weten, als die gevonden werd in een buurt, waar ook een Zeeslagstraat of een Kruitschipstraat e.d. waren, geloof ik niet. Men weet wel wie Michiel de Ruyter, Maarten Harpertszoon Tromp en Piet Hein waren, maar als Cornelis Evert sen en Jan Evertsen er bij komen, dan begint het vaag te worden. En zou dat nu anders worden? Jam Even- huisstraat zou gemakkelijk zijn thuis te brengen, als cr maar een Verzetsstraat is. Dat gaat ook niet op. Cornelis Evertsen wordt ook niet duidelijk, omdat die naam in een buurt voorkomt, waar een Zeeslagplein tje is. Het argument dat op dit moment gebruikt wordt, keert zich eigenlijk tegen het voorstel, want zo'n naam maakt geen bepaalde indruk meer, doet niet meer denken aan een bepaalde historische figuur; het is een neutrale naam, die helemaal geen gevoels waarde meer heeft, dus ook geen vragen meer op roept, ook niet de vraag: waarom Jan wel en Piet niet. En dat is juist het bezwaar bij deze namen. Maar dat bezwaar vind ik in dit geval overkomelijk, want dit is niet een Schönheitsfehler. Dat is het woord espel wel en ook Mariniers- of Droppingsstraat. „Droppings" doet me denken aan de boeken die gaan over de Sa fari's in Afrika. Als die wilden weten, met welk wild beest ze te doen hadden, keken ze naar zijn „drop pings". (Gelach). Ik geloof, dat de commissie verstan dig gedaan zou hebben dit voorstel, dat meer van over moed dan van goede smaak getuigt, terug te nemen en met een min of meer conservatief, maar acceptabel voorstel te komen. Uit het feit echter, dat de com missie, ondanks het kwartier koffiepauze, dat de heer Taylor Parkins ons verschaft heeft, niet tot dit voor stel gekomen is, begrijp ik, dat de commissie zich niet in staat acht te komen met een aantal namen die voor de Raad in zijn geheel wèl acceptabel zijn. Wat mij betreft, ik ben graag bereid, als ik daar steun voor kan vinden, de suggestie van de heer Boot- sma te volgen en te komen met een voorstel om dit terug te wijzen naar de commissie, met de opdracht met namen te komen, die minder weerstanden opwek ken. Ik zie, dat ik steun heb; dan zou ik dus de Raad het voorstel willen doen het voorstel van de commissie op dit moment terug te wijzen, met verzoek aan de commissie met een voorstel te komen, dat naar hun oordeel ons beter zal liggen. De heer Kingma: Ik sluit me graag aan bij de heer Van der Veen. Ook ik meen, dat het, als deze gewraakte en voor vele mensen krenkende namen kunnen worden weggenomen, aanbeveling verdient dit voorstel terug te wijzen naar de commissie. Meer wil ik er op dit moment niet van zeggen. De heer Bootsma: Ik wil er niet al te veel meer aan toevoegen. Er is van verschillende kanten getracht licht in deze zaak te brengen. Wij zullen tenslotte tot een besluit moeten komen. Nieuwe argumenten zijn er, meen ik, ook niet aangevoerd. U heeft al wel gehoord, dat het voorstel, dat de heer Van der Veen daar net genoemd heeft, steun zal ondervinden van onze kant. Dit voorstel is het verst strekkend. Om te voorkomen, dat we daarmee misschien nog niet uit de puree zijn het zou kunnen stranden heb ik een tweede voor stel, dat mede ondertekend is door mijn partijgenoot Spiekhout. Dit houdt in, in elk geval de naam Razzia straat te schrappen en daarvoor te lezen Artsenstraat. En dan heb ik nog een ander voorstel. Ik heb mijn voorstel moeten splitsen. Ik had aanvankelijk dus horst genoemd, maar omdat van de zijde van de heer Kam stra gezegd is: „Laten we maar gewoon doen", terwijl ook door de heer Van der Veen gesteld is, dat dit tot zijn opvoeding behoorde, heb ik ervan gemaakt Mari- nierswijk, Koeriersterswijk, Pilotenwijk en Zeemanswijk. Hiermee worden de namen dus tot de gewone propor ties teruggebracht. Voor dit voorstel zou ik nog graag steun willen hebben. De Voorzitter: Ik heb drie voorstellen op mijn tafel gekregen; ze zijn zopas al genoemd. Het eerste voor stel, dat van de heren Van der Veen, Bootsma, Ten Brug en Kingma, als ik het goed heb, is het verst strekkend. Dat luidt: „Ondergetekenden stellen voor punt 14 van de agenda terug te wijzen naar de com missie, met verzoek om een nieuw voorstel te doen". Dan heb ik een tweede voorstel, ondertekend door de heren Bootsma en Van Balen Walter, als ik het goed heb: „Ondergetekenden stellen voor om de straatna men Mariniersespel, Koerierstersespel, Pilotenespel, Zeemansespel te vervangen door Marinierswijk, Koe riersterswijk, Pilotenwijk en Zeemanswijk". Het derde voorstel is ondertekend door de heren Bootsma en Spiekhout en luidt als volgt: „Onderge tekenden stellen voor in plaats van Razziastraat te lezen: Artsenstraat". Deze voorstellen kunnen dus nu deel uitmaken van de beraadslagingen en ik zou willen vragen, wie van de raadsleden verder het woord verlangt. De heer K. J. de Jong: Na wat ik in eerste instantie gezegd heb, behoef ik hier niet zoveel aan toe te voe gen. Ik zou met betrekking tot de drie voorstellen dit willen zeggen: Het eerste voorstel om het voorstel van de commis sie terug te wijzen met het verzoek: Kom met een nieuw voorstel, zonder aan te geven in welke richting men denkt, is bijzonder moeilijk te steunen. Men weet niet, in welke richting men het moet zoeken. Men weet niet, hoe de Raad hierover denkt. Dan zou ik eerst wel eens willen weten: Moet espel nu horst worden en waar richten de bezwaren zich precies tegen? Na alles wat wij over de straatnamen zo voor en na hier al gehad hebben, zou ik zeggen: Als het een beetje kan, moesten we toch dit voorstel niet accep teren. We hebben destijds, na verschillende keren, ge zegd: B. en W. doen het niet goed. Nu heeft de Raad het zelf in de hand. Hij heeft een commissie en die heeft zich met betrekking tot de uitgang van de namen be raden over een stuk of zeven, acht mogelijkheden. Uiteindelijk heeft men gemotiveerd gezegd: die uit gang nemen wij hiervoor. Het is gefundeerd, zij het dan, dat het misschien in een woordenboek staat, dat nu toevallig de heer Van der Veen niet gezien heeft, maar dat er toch wel is. Daar is dus een motivering voor gegeven, die reëel is. Espel is ook hier in Leeu warden wel gebruikelijk geweest in het verleden. Laat het dan niet voldoende antiek zijn, maar als iets hon derd jaar oud is, dan is het antiek, zegt men. En dit is nog meer dan honderd jaar oud; dus dit is inder daad duidelijk gefundeerd in de historie. (De heer Van der Veen: Maar het zijn nieuwe buurten.) Het is een wijk, een verzameling van hofjes. In ieder geval geloof ik niet, dat wij deze richting uit moeten. De Raad heeft nu gezegd: Deze commissie moet de straat naamgeving voorbereiden. En ze heeft dat naar mijn mening toch wel vrij behoorlijk gedaan. Tenzij we overwegende bezwaren hebben, kunnen we er niet on deruit. De commissie heeft naar mijn mening goed werk geleverd. En dan zou ik haar toch bepaald niet in de kou willen laten staan; dan moeten we haar steunen. Wat het tweede voorstel betreft, om nu te zeggen „espel" moet door „wijk" vervangen worden, neen, ik prefereer het begrip espel. En wat het derde voorstel betreft, ik meende van de voorzitter van de commissie vernomen te hebben, dat hij geen bezwaar had de naam Razziastraat te ver vangen door Artsenstraat. En als dat door de commis sie overgenomen zou worden, kan het derde voorstel wel vervallen. Mocht dat niet het geval zijn, dan ben ik wel genegen het te steunen. Ik heb dus geen behoefte aan de eerste beide voor stellen en, wat het derde voorstel betreft, heb ik als nog hoop, dat de commissie het overneemt en ons daarin terwille is, want ik geloof, dat dat in de meeste fracties wel leeft. Dan zouden we dus stemming daar over kunnen voorkomen. De heer Kamstra: Ik geloof, dat het voor de com missie gemakkelijker zal zijn, als het voorstel-Van der Veen wordt aangenomen. Dat is eigenlijk het verst strekkend: Neem dit voorstel terug en ga er dan nog eens rustig over denken. Ik haak er eigenlijk naar, dat men zegt: Ziezo, laten we deze gehele zaak weer terug geven aan het College, want het spel, dat hier van avond gespeeld wordt en zoals we dat verschillende malen hier hebben gehad, is feitelijk de Raad van Leeuwarden onwaardig. De heer Kingma: Ik zou het liefst zien, dat dit voorstel werd teruggenomen, want alleen de terugne ming van de Razziastraat gaat mij niet ver genoeg. Ook de andere namen zou ik graag zien teruggenomen. Ik kan het van iedereen niet beoordelen, maar er zijn schijnbaar onder ons toch verschillenden, die van de bezetting niet genoeg hebben ondervonden om te kun nen aanvoelen, dat sommige namen voor bepaalde men sen krenkend zijn. Ik ken een geval van Joodse men sen, die in Groningen in eenzelfde buurt wonen, in de Onderduikersstraat. Dat is gewoon een bezoeking; ze vinden het vreselijk. Iedere keer dat er een brief ge schreven moet worden met het adres van afzending, wordt bij deze mensen, die in de bezettingstijd zo lang hebben moeten onderduiken, de oude wond weer open gereten. En ik geloof, dat dat evengoed voor andere namen, als Overvalstraat, Razziastraat en Gijzelaars straat geldt. Dergelijke namen zijn Leeuwarden on waardig. Ik heb laatst door een Fries in Groningen, die een pleidooi voor Friesland en Leeuwarden hield, horen zeggen: Jullie Groningers zijn heel nuchter en daardoor wel eens wat hard. Zoiets zou in Leeuwarden niet gebeuren. Ik heb toen niet zo grif gezegd: Nee, dat gebeurt bij ons niet, en daar ben ik achteraf maar blij om, want nu hebben we hier hetzelfde gedonder al. (Gelach). Het is gewoon erg en meer dan erg dat dit ook hier in Leeuwarden wel kan gebeuren. De heer J. de Jong: Het is wel een alleronzaligst ogenblik geweest, waarop de Raad besloten heeft de straatnaamgeving in eigen hand te nemen. Toen heeft de Voorzitter nog gezegd: „De Raad moet wel weten wat hij doet, maar hij steekt zijn hand in een wespen nest." En daar denk ik telkens aan terug, want het is nu al de tweede of derde keer, dat wij hier zitten te haarkloven over straatnamen. We kunnen ook de ge hele commissie wel aan de kant zetten B. en W. behoeven zich er ook niet meer druk over te maken en het Amerikaanse systeem nemen: eerste straat, tweede straat, derde straat enz. Dan hebben we ner gens moeite meer mee. Ik ben echter niet voor uitstel. De commissie kan zich wel beraden en weer met an dere namen komen, maar dan zitten we over drie of zes weken ik weet niet hoe hard die commissie werkt weer voor hetzelfde. Dan is er weer een an dere groep, die de dan voorgestelde namen niet mooi vindt. Ik zou er voor zijn het voorstel van de heren Bootsma en Spiekhout, meende ik, om de Razziastraat te veranderen in Artsenstraat en dan het hele piketje, zoals het hier ter tafel ligt, maar aan te nemen; dan zijn we er af en dan zullen we hopen, dat deze haar kloverij niet weer terugkomt. De hear Boomgaardt: De strjitnammejowing dat witte wy allegearre is net in ienfaldige saek yn de Ljouwerter Rie. It meast opmerklike is, dat de hear Van der Veen hieltied op'e nij de diskusjes min- oftomear hikkelet, wylst hy der seis oan dielnimt. Dat wol ik him net forwite dat is alhiel syn goed rjocht mar dan moat hy de Rie gjin forwyt meitsje, dat dy deroer diskussiearret. As hy seit: Wy moatte der net oer diskussiearje, dan moat hy der net oan meidwaen. Ik leau lykwols, dat it net allinnich nef- fens rjocht is, dat dit bisprutsen wurdt yn de Rie, dat wy dat iepenhertich dogge en dat wy ek presiis sizze, hoe't wy deroer tinke, mar dat it ek in goede, in nut tige saek is. It is, tinkt my, ek plezierich dizze saken hjir to bipraten. Sa moat it ek foar de kommisje in plezier wêze om to hearren, hoe't de Rie deroer tinkt en it is it spul fan de demokraty om mei ütstellen to kommen, dêr't oer diskussiearre wurdt, en as der ris hwat kelderet, nou, dat moat men dan fleurich drage kinne, dat is de sport yn de polityk. Ik wol dit mar

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1965 | | pagina 5