5
parkeerplaatsen die we hebben, zullen zo gemakkelijk
mogelijk bereikbaar moeten zijn. Het komt nu nog wel
eens voor, dat, als we ergens eens een parkeerplaats
creëren, die bepaald niet bekend is bij het publiek. We
hadden er dan eigenlijk een gebruiksaanwijzing bij
moeten geven: „Zo en zo moet U rijden om daar en
daar te komen". Die parkeerplaatsen doen het echt
niet. Ik denk aan de parkeerplaats bij de Gasfabriek.
Het kost ons geld om ze te creëren, maar de automobi
listen maken er geen gebruik van, omdat men ze niet
weet te vinden of omdat het een klein ommetje vraagt.
Laten we ze dus zo creëren, dat ze gemakkelijk bereik,
baar zijn en daar ook onze maatregelen naar treffen.
Ik zou de punten betreffende de wegenvierhoek en
de aansluitingen daarop wel even willen samenvatten.
Onze mening is, dat het plan dat aanvankelijk door
B. en W. voorgesteld werd, in zeer sterke mate ver
beterd is, m.n. door de variant. Wij van onze kant vin
den deze variant een bijzonder goede oplossing.
Wat de noordwest-aansluiting in de omgeving van
de Vrouwenpoortsbrug betreft, in onze fractie bestaan
wel bezwaren tegen de verplaatsing van die brug, hoe
wel niet onze gehele fractie op dit standpunt staat.
De bezwaren zijn in hoofdzaak gegrond op de volgende
overwegingen:
le. Als het variant-plan door zou gaan, zou een ge
weldige ingreep noodzakelijk zijn in de omgeving van
de Groene Weide. Wat daar aan huizen en gebouwen
zou moeten sneuvelen, om de doorbraak bij de nieuwe
brug die in de plaats van de Vr ouwenpoortsbrug komt,
mogelijk te maken, lijkt ons toch wel een bijzonder
groot offer.
2e. Het is de vraag, of het wegenvierkant wel vol
doende verkeer-mijdend in plaats van verkeer-aantrek-
kend is, vooral op het tracé Harlingersingel-Groene-
weg enz. Dit is een euvel, waar we naar onze mening
zeer bijzonder op bedacht moeten zijn en waaraan m.n.
het oorspronkelijke plan van B. en W. mank ging. We
moeten het verkeer niet in, maar wel zo dicht mogelijk
bij de binnenstad hebben, zonder dat het doorgaand
verkeer wordt. Dit is één van de kardinale punten,
waar we telkens weer mee te maken hebben.
3e. Ook de situatie bij de Vrouwenpoortsbrug zit ons
een beetje dwars. Verlegging van deze brug in het
verlengde van de Groeneweg doet ons vrezen, dat het
laatste gedeelte van de Nieuwestad een stuk functie
verlies zal lijden. Als het verkeer van buitenaf naar
de Nieuwestad, naar het centrum van de stad, even
tueel via de Pijlsteeg en Beijerstraat zou gaan, dan
zou dat gedeelte Nieuwestad toch wel een bijzonder
onaantrekkelijk, zelfs dood stuk kunnen worden. Een
deel van onze fractie zou bij voorbaat aan B. en W.
willen vragen: Is het niet mogelijk, dat wij de verleg
ging van de Vrouwenpoortsbrug zien als een slotfase,
waar we t.z.t. wel over gaan spreken, dat we daar dus
op dit moment niet een principe-besluit over nemen?
Laat de Vrouwenpoortsbrug liggen, zoals ze ligt, en
laten we over 20 of 25 jaar, als we dan eventueel zo
ver zijn, maar zeggen, hoe we het willen hebben. Er
zal wel niet een fraaie situatie ontstaan, maar de din
gen die ik gesteld heb, zijn van zo ingrijpende aard,
dat we de minder fraaie oplossing nog liever zouden
hebben dan de consequenties van verlegging in een
vrij verre toekomst nu reeds te aanvaarden.
Genoemde bezwaren worden door een deel van onze
fractie vrij ernstig genomen. Ik hoop intussen
niet, dat B. en W. menen, dat toegeven aan deze be
zwaren het plan zó weinig aantrekkelijk zou maken,
dat het daardoor zou moeten vallen, want dat is de
bedoeling niet.
Bij de Verlaatsbrug zou ik een drietal opmerkin
gen willen plaatsen.
a. Als U het verkeer vanaf de Westerplantage
langs de Westerkade leidt, worden volgens de plannen
ook de huizen aan de Westerkade geraakt, zodat ze
moeten worden geamoveerd. Is het niet veel aantrek
kelijker om, als de Westerkade breder moet zijn, de
walmuur nog enkele meters verder de gracht in te
leggen, zodat deze wat versmald wordt, maar de be
bouwing gespaard kan worden?
b. Wij menen, dat het ook in het alternatief-plan
niet noodzakelijk is het tracé Willemskade-Lange
Marktstraat op twee punten te doorsnijden. We heb
ben hier een kleine detailtekening van gemaakt
en wel om aan te geven: „zo wordt het nu voorgesteld,
maar zo kan het ook". En als we van de doorbraken
in de Lange Marktstraat en in de Zuidersingel één zou
den kunnen voorkomen, althans die in het stuk Lange
Marktstraat-Willemskade, dan zou dat bijzonder veel
aantrekkelijker zijn. Het zou wij hebben het globaal
becijferd de Gemeente toch wel gauw een miljoen
gulden minder kosten, als deze variant op de variant
aanvaard wordt. Ik bied U een voorstel ter zake aan.
Dan kan de Wethouder dit straks in zijn beschouwing
betrekken.
c. De vragen die hierbij opkomen, zijn: Ten
eerste: Hoe komt het met het bodestation? Als
dat blijft op het terrein dat we daarvoor voor
lopig bestemd hebben, dan wordt het een bijzon
der moeilijke situatie. Als er twee doorbraken door
het laatste stuk van het tracé Lange Markt.
straat-Zuidersingel komen, dan ligt het daar be
paald niet aantrekkelijk; dan kunnen we het daar niet
hebben. Ten tweede: Raakt de sporthal daardoor ook
niet in de knel, als die op een zeer druk verkeers-
eilandje komt te staan? Wij hebben de indruk, dat we
daar bij de sporthal een andere voorziening zouden
moeten hebben en we zouden van B. en W. wel willen
weten, hoe ze met deze twee punten in de toekomst
uit de voeten willen komen.
Over de zuidoostelijke aansluiting, bij de le Kanaal-
brug hebben wij ook een aantal opmerkingen:
a. Zouden we de huizen aan de Zuidergrachtswal
die nu geraakt worden en in de toekomst moeten ver
dwijnen, omdat de rooilijn een aantal meters achteruit
komt, niet kunnen sparen, als we het variant-plan zou
den accepteren? Er ontstaat een zee van ruimte, als
de Zuidergracht gedempt wordt, want dan moet de
gehele Zuidergrachtswal naar binnen geschoven wor
den.
b. Ook bij het variant-pian is de grote moeilijkheid,
dat de gevangenis geraakt wordt. We weten, dat het
Rijk hier niet zal meewerken; men zal de gevangenis
laten blijven, zoals ze er staat. Er is nog geen sprake
van, dat die kan vervallen. Misschien zouden we ver
standig doen hier een andere oplossing te zoeken, waar
door ze net buiten schot blijft. Dat zou kunnen, als we
het element dempen ook met betrekking tot dit punt
nog eens bekijken.
Ik kom daar straks bij het onderdeel dempen nog
even op terug.
c. Wij vinden het bijzonder onaantrekkelijk, dat we
straks nog een verbindingsweg krijgen vanaf de Em-
makade dwars door de Leeuwarder Asphalt-Industrie
naar de Oosterbuurt-Wijbrand de Geeststraat. En dat
terwijl de Wijbrand de Geeststraat zelf al een verkeers
straat is, die eigenlijk nodig ontlast moet worden. Als
dat een uitlaatklep moet worden, omdat we de Zuider
gracht willen sparen, zouden we forsere en meer ge
durfde maatregelen moeten nemen. Laten we in vre
desnaam niet dwars door een huizenblok heen nog
maar eens een straat creëren, die er naar onze mening
bepaald niet past. Wij hebben wel de indruk, dat, ge
zien de intensivering de verzesvoudiging van het
verkeer, het punt le Kanaalbrug bij de oplossing van
het eerste plan en ook van het alternatief-plan, dus
bij niet-dempen, toch een bijzonder zwaar knelpunt
wordt. We moeten de demping hier aandurven, niet
langs zijwegen gaan, maar een royale oplossing tot
stand brengen. En als wij daar een ongelijkvloerse
kruising zouden moeten hebben en voor de noodzaak
zouden staan de Oostergracht ook te dempen, dan
deinzen wij daar niet voor terug.
Zullen we, wat de noordoostelijke aansluiting be
treft, bij de Wissesdwinger de oplossing kiezen,
die B. en W. voorgesteld hebben, of zullen we de
plannen, zoals de heer Visser ons die toegestuurd heeft,
eventueel volgen? De heer Visser heeft een variant op
het variant-plan gegeven. Aanvankelijk hebben wij
voor het plan van de heer Visser wel een zekere mate
van sympathie gehad, maar we hebben toch wel de
indruk, dat het verkeer, dat uit de richting Groningen
komt, juist omdat het rechts.georiënteerd is, ge
makkelijker de Spanjaardslaan zou kiezen dan de rich
ting van de heer Visser zou volgen, die meent, dat het
gemakkelijk via de Nieuweburen geleid zou kunnen
worden. Maar ook hier moeten wij wel oppassen en
in dat opzicht is de nota van de heer Visser ons wel
kom dat we het doorgaand verkeer niet door de
binnenstad leiden. Zou echter met een aanvulling op
het variant-plan kunnen worden voorkomen, dat het
doorgaand verkeer niet langs de Nieuweburen, maar
beslist langs de Spanjaardslaan geleid zou kunnen wor
den, dan zijn onze bezwaren, die we op dit punt nog
tegen het denkbeeld van de heer Visser hebben, wel
opgeheven en dan zouden we daar bijzonder dankbaar
voor zijn.
Wij kunnen ons, wat de situering der parkeer
plaatsen betreft, conformeren aan de oplossing in
tiet variant-plan. Het is een forse, een royale op
lossing, op een zeer duidelijke schaal. Aan de parkeer-
mogenjkheden langs de gehele gordel rondom de bin
nenstad: vanaf Westersingel, Willemskade, Zuider
gracht tot aan de le Kanaalbrug toe, eventueel met
ue Oostergracht er bij, kunnen we tot in lengte van
jaren iets hebben. Daar kan men het dichtst bij de
binnenstad komen zonder deze daarmee te veel te be
lasten. (Stem: De gordel van smaragd.) (De heer
Lngeis: Neen, de gordel van blik.) Het blijven in beide
gevallen gordels. Laten we daar dankbaar voor zijn.
mn ik geloof, dat wij aan een parkeer gordel meer heb
ben dan aan een stinkgordel.
wat ae plaats van net stadhuis betreft, zitten wij
met de moeilijkheid, dat wij ons daarover zouden moe
ten uitspreken zonder dat we precies weten, hoe het
stadhuisplan straks zal zijn. Men is er nog druk mee
bezig en men moet een broedende kip niet storen,
wordt wel eens gezegd. Wij moeten dat plan eerst af
wachten. Nadat wij in Groningen op excursie geweest
zijn, weten we wei, dat we toen beslist niet iets moeten
hebben in de geest van wat daar is gebouwd. Daar
heeft men naast het oude fraaie Stadhuis een hyper
modern gezet, zij het dan, dat dit op zichzelf een bij
zonder mooi bouwsel is van „onze" Ir. Vegter, maar
de combinatie van dat oud en nieuw vond toch bij ons
bepaald niet de nodige waardering. Wij zijn daar niet
geweldig over te spreken. En wij willen met betrekking
tot de vaststelling van de plaats van het Stadhuis bij
zonder graag afwachten, welk plan ons straks voor
geschoteld wordt. Tot zolang willen we ons ook ons
oordeel voorbehouden over de gehele verkeerssituatie
rondom het Stadhuis. Zouden we zeggen: Het Stadhuis
past hier niet; het moet ergens anders, dan zullen we
dat na bestudering van het stadhuisplan moeten be
slissen. Wij vinden het niet reëel om nu, terwijl men
bezig is aan een plan, dat ons vele tienduizenden gul
dens kost, alvast te zeggen: Wij gaan nu maar beslis
sen, dat het Stadhuis ergens anders staan moet. Ik
geloof, dat we dat dan eerder hadden moeten doen, n.l.
toen dat plan zelf aan de orde kwam. Al aanvaarden
wij het binnenstadsplan en het stadhuisplan zou straks
niet acceptabel zijn, dan hadden wij er het volste recht
toe om te zeggen: „Nu doen we het toch weer anders".
We willen heel duidelijk stellen, dat we ons die ruimte
graag voorbehouden. De oplossing Beijerstraat-Pijl-
steeg-Groeneweg vinden we bijzonder weinig aantrekke
lijk. Als alleen de panden van de firma Bearda en van
win. notaris Koch mogen blijven staan en daar tussen in
een soort parkeerplaatsje komt tegen de wand van de
Kleine Hoogstr aat aan, dan hebben wij toch echt niet de
indruk, dat dit nu het maximum is aan wat er ook aan
esthetische vormgeving aan zo'n buurt te behalen is.
Ik heb de indruk, dat daar ook nog wel iets anders
van te maken is. We zouden toch wel dit willen be
pleiten: Zorgt U ervoor, dat in de omgeving van het
Stadhuis voldoende parkeerruimte is. De buurt van de
Speelmansstraat enz. is ook niet zo ver af en het is
één stuk saneringsgebied. Is daar niet een flinke grote
parkeerplaats te creëren, zonder dat te veel panden die
nog wel tientallen jaren zouden kunnen blijven staan,
moeten worden afgebroken, zonder dat wij te diep in
grijpen in rechten en vrijheden van de burgerij
Wat de naar binnen leidende wegen betreft, het
tracé Pijlsteeg-Beijerstraat heeft dus bij ons weinig
sympathie. Met Droevendal-Koningsstraat-Eewal kun
nen we akkoord gaan. Het tracé Lombardsteeg-Weerd
hebben B. en W. zelf teruggenomen. Dat is conform
de variant en bij ons ook wel acceptabel.
Vervolgens iets over de doorbraken en de amo.
veringen. Ik ben het volkomen met de heer Bootsma
eens, dat de lijst van Monumentenzorg met betrekking
tot dit plan toch bepaald niet het eerste en het laatste
woord mag hebben. Wij moeten ons daar in dit geval
los van kunnen maken. We moeten eventueel het he
dendaagse belang van onze binnenstad los kunnen zien
van de vraag: Staat dit of dat pand op de monumenten
lijst? We kunnen er rekening mee houden, maar we
moeten ons er niet te veel door laten binden.
Wat de amoveringen Groeneweg-Wissesdwinger be
treft, gaan we akkoord met het variant-plan, behou
dens hetgeen hier straks door ons gezegd is met be
trekking tot het adres van de heer Visser. Ook wat
de Kuiperweg en de situatie bij Amicitia betreft, ak
koord met het variant-plan. Met de Sint Jacobsstraat
vooriopig akkoord, afhankelijk van het Stadhuisplan.
Met de ossekop ook akkoord.
Dan kom ik tot de dempingen. Daar kan ik ook
kort over zijn. Wij gaan ermee akkoord, dat het Vliet
en de gehele Zuidergracht, met de Willemskade, tot
aan de Westersingel toe gedempt worden. Wat de even
tuele demping van de Oostergracht betreft, zouden we
dit willen stellen: We hebben hier te maken met een
aantal voordelen en een aantal nadelen. De voordelen
zouden zijn, dat wij een royale oplossing krijgen op
een plaats die in de toekomst heel gemakkelijk een
bijzonder groot knelpunt kan worden, n.l. bij de le Ka
naalbrug. Het tweede voordeel is, dat we dan niets met
bruggen te maken hebben. En het derde voordeel is,
dat er dan ook geen walmuren meer zijn, die regel
matig hersteld moeten worden en zo'n duizend gulden
per m1 kosten. Wij hebben dan ook geen last met
een doorbraak door de gevangenis en we hebben volop
parkeerruimte. Als er eventueel een ongelijkvloerse
Kruising zou komen, scheppen we een bijzonder gun
stige situatie voor het verkeer dat van het oosten
komt. Ook is de doorbraak Leeuwarder Asphalt-In-
dustne-Oosterbuurt-Wijbrand de Geeststraat dan niet
nodig. Deze vele voordelen zijn toch terdege het over
wegen waard. Het nadeel van demping van de Ooster
gracht zien we ook wel. We snijden dan eigenlijk het
doorstromend water af. Als we de Oostergracht open
zouden houden, zou er van de Emmakade naar de Oos
tergracht toch altijd weer de mogelijkheid van een
zekere doorstroming zijn. En we zien ook wel, dat deze
demping vooral in de situatie bij de kazerne een esthe
tisch bezwaar met zich meebrengt. Uiteindelijk echter
is het een kwestie van afwegen van de verschillende
belangen. Ook als men hier met overkluizingen zou
werken, zouden we het scheepvaartverkeer stremmen.
Het is in dit geval met bruggen niet klaar te krijgen,
met overkluizingen wel of met dempen. Als het om
een van beide zou gaan, dan zouden we, althans wat
de Zuidergracht-Willemskade aangaat, onomwonden
kiezen voor dempen en ook wat de Oostergracht be
treft, zouden we eventueel geen bezwaar tegen dem
pen hebben.
Wat de monumenten betreft, naar onze mening
staat op de lijst van Monumentenzorg veel te veel. Die
moeten we drastisch gaan beperken. Onze vrijheid is
naar onze mening door deze zeer uitgebreide lijst ten
zeerste beperkt. Wij zullen als Gemeente goed in de
gaten moeten houden, dat wij toch niet alles moeten
aanvaarden wat hierop als monument genoteerd staat.
Wij zouden ons stellig ook een zekere bescherming van
onze vrijheid willen verschaffen door daar niet aan toe
geven.
Bij de fasen-indeling zouden wij van onze kant
wel sterk willen beklemtonen de urgentie van het Zuid
oost-plan, dus in de omgeving van de le Kanaalbrug.
Op dat punt zouden wij toch een grotere ruimte willen
geven; dat is uiteindelijk het punt, dat o.i. eigenlijk het
centrum van het gehele plan uitmaakt. Daar komt het
toestromende verkeer aan en daar zullen we toch heel
sterk onze aandacht op moeten richten, juist ook in
verband met de situatie in 't Aldlan.
Wij gaan dus akkoord met het variant-plan, zij
het dan aan de hand van de opmerkingen, die hier door
mij gemaakt zijn. Wij zouden er bij B. en W. nog eens
sterk op willen aandringen: Past U er toch voor op,
dat het wegenvierkant geen verkeer-aantrekkend ele
ment in onze binnenstad vormt, dat er geen doorgaand
verkeer door de binnenstad komt, maar dat het ver
keer zo dicht mogelijk bij de binnenstad gebracht wordt.
Wat de bevriezingsverordening betreft, wij heb
ben de indruk gekregen, dat wij die hier ter behande
ling krijgen, als dit plan eenmaal op de een of andere