12
13
Brug: De vraag is nu: Leeft het niet in de burgerij?)
(De heer Weide: Blijkbaar niet, want de Wethouder
kan over de financiering en de verdere ontwikkeling
geen enkele mededeling doen. Alleen een paar bedrij
ven willen de rente schenken en verder niets. Dat is
dan toch wel minimaal.) (De heer Vellenga (weth.):
We moeten hier een textielbaron hebben.)
Iets over de opbrengst van de vermakelijkheidsbe
lasting. Het betoog van de Wethouder vind ik niet
sterk. Als we nu eens bedenken, dat we vorig jaar
de gehele afrastering om Cambuur vernieuwd hebben.
Ik meen, dat dit f 350.000,gekost heeft. (De heer
Tiekstra (weth.): Om het gehele complex.) Het heeft
ongeveer drie ton gekost. Nu zegt U: Die vermakelijk
heidsbelasting heeft zoveel opgebracht; dat kunnen we
die club wel weer schenken. Daar tegenover staan ech
ter grote uitgaven voor dit complex. Dat betreft niet
alleen het hek. Dat is slechts een voorbeeld.
Stel, dat de eigenaar van een circus, dat in Leeu
warden een reeks voorstellingen heeft gegeven, zich
tot het College wendt om teruggave van betaalde ver
makelijkheidsbelasting, omdat het verblijf van het cir
cus niet lonend is geweest. Volgens de beweringen van
de Wethouder zou een dergelijk verzoek dan wel dege
lijk in overweging worden genomen. Het circus heeft
een stuk passieve recreatie gebracht, dus is de ver
houding vergelijkbaar met die tot Sportclub Cambuur.
Ik vind de stelling, die U hier zojuist namens het Col
lege hebt verkondigd, uitermate gevaarlijk.
De Wethouder zei zojuist, dat het bestuur ook van
mening was, dat de pariteitsgedachte volkomen ge
handhaafd moet blijven. Ik neem aan, dat hij daarmee
het bestuur van Sportclub Cambuur bedoelde. Het zou
n.l. ook het Gemeentebestuur kunnen zijn. Uit de han.
delwijze van het bestuur blijkt hiervan echter niets.
De heer Weide: Ik kan de heer Heidinga vertellen,
dat het bekende duo Snip en Snap hier niet meer in
Leeuwarden wenst te komen, omdat de Gemeente de
vermakelijkheidsbelasting niet terugbetaalt, wat bijv.
Groningen wel doet.
Voorts even een kleine nadere stemmotivering om
elk misverstand te voorkomen. Toen dit punt vorig
jaar aan de orde was, heb ik mij tegen dit voorstel
verklaard. (Mijn mede-fractieleden waren op dat mo
ment niet aanwezig, dus die kunnen zich vanavond vrij
uitspreken.) Als ik mij vanavond voor dit voorstel ver
klaar, houdt dit echter niet in dat ik dit voor altijd
doe. Ik zou de zaak graag elk jaar weer willen be
kijken.
De heer Heetla: Onze fractie sluit zich aan bij de
heer Heidinga, maar ik wil er toch iets meer van zeg
gen. Het gaat ons speciaal om de procedure
die er gevolgd wordt en het financiële beleid in
deze. Wat dit laatste betreft, valt het ons da
nig tegen, dat hier zo gemakkelijk met gemeen
telijke gelden wordt rondgestrooid. Er wordt hier ge
zegd, dat er wel een tekort op de gemeentebegroting is,
maar dat dit tekort dan maar met het benodigde bedrag
moet toenemen. Wanneer hier over subsidies werd ge
sproken, is er wel anders geredeneerd. Met name wan
neer het ging om subsidies voor algemeen maatschap
pelijk werk en industrieën, dan moest de begroting
kloppen. Er wordt nu met geen woord over gerept. De
begroting klopt helemaal niet; er is een groot tekort
en dan wordt dat maar weer opgevoerd. Het gaat hier
dus meer om de procedure. Wanneer er subsidies wor
den verleend, is het ook normaal dat er bepaalde voor
waarden worden gesteld. De voorwaarde van aanwe
zigheid van een bepaald eigen kapitaal wordt hier ge
heel losgelaten. Er dient een behoorlijke begroting te
zijn waar je van uit kunt gaan en die enig inzicht geeft
in de toekomstige situatie. Deze zaak staat op losse
schroeven. Onze fractie moet zich geheel aansluiten bij
de woorden van de heer Heidinga. We gaan hier niet
mee akkoord.
De heer Tiekstra (weth.): De heer Heidinga heeft
gezegd, dat het bestuur van Sportclub Cambuur de
pariteitsgedachte zou hebben losgelaten. Het bestuur
van Sportclub Cambuur heeft in de stukken (de heer
Heidinga heeft het ook kunnen lezen), t.a.v.
de financiering nadrukkelijk gesteld: „Wij zouden U dan
ook willen verzoeken in overweging te nemen ons een
investering te willen verschaffen tot een bedrag van
f 152.800,tegen de gebruikelijke rentevoet en met
behoud van het reeds eerder vastgelegde aflossings
plan, onder voorwaarde dat onze stichting met ingang
van 1 juli 1965 iedere ontvangen lening van derden on
middellijk aanwendt tot versterkte aflossing van de
lening van Uw gemeente tot een maximum van
f76.400,Men kan bepaald niet zeggen, dat het be
stuur, door dit voorstel aan ons te doen, in beginsel
de pariteitsgedachte in het vlak van de financiering
heeft losgèlaten. Integendeel, het blijkt, dat het be
stuur zelf ook aan deze gedachte wil vasthouden. Men
wil in de gegeven omstandigheden natuurlijk zeker
heid hebben, dat het totale financieringsplan, op voet
van vier ton, ook inderdaad tot uitvoering kan komen.
Ik heb geen enkel ogenblik de verwachting gehad, dat
de heer Heidinga mijn betoog met instemming zou be
groeten. Onze uitgangspunten zijn namelijk volstrekt
verschillend en wel in die zin, dat de heer Heidinga
alles, wat buiten de thans door de Gemeente voorge
stelde bijdrage ad f 50.000,wordt ontvangen, met
het handje wegwuift op basis van een exploitatiereke
ning met een uitkomst van ongeveer f 250.000,Dan
moet ik toch duidelijk vaststellen, dat men op basis
van die uitkomst gevoeglijk kan stellen, dat voor ruim
f 200.000,aan middelen van derden is ontvangen en
wel in de vorm van toegangsprijzen, van vrijwillige bij
dragen zonder enige contra-prestatie en van bereid
heid, de te ontvangen rente van de lening kwijt te schel
den. De heer Heidinga trekt in zijn betoog de zaak
scheef. Dat geeft een karikatuur van de werkelijke
situatie. Het bestuur van Sportclub Cambuur kon, toen
het destijds, tijdens het dieptepunt, waarin het betaalde
voetbal zich bevond, de verantwoordelijkheid voor dit
voetbal op zich nam, op zeer weinig goodwill rekenen.
Het heeft een gedeelte van de beloften, gedaan op het
terrein van de sportieve prestaties, duidelijk waar ge
maakt, hetgeen ook geleid heeft tot een recette, die
met name in de tweede divisie, maar zeker ook in de
eerste divisie, het bezien waard is. Dit bestuur is zich
bepaald van zijn financiële verantwoordelijkheid be
wust en is er van overtuigd, dat, indien de kosten stij
gen, de bezoeker ook meer moet betalen. Ook de ver
gelijking met een circus gaat volkomen mank. Het
spijt me het zo keihard te moeten zeggen, maar men
heeft nu eenmaal te maken met maatschappelijke ont
wikkelingen, waardoor bepaalde instellingen weg
hakken". Ondanks de vermakelijkheidsbelasting is een
circus nog altijd „uitgekomen", maar bij betaald voet
bal ligt de zaak duidelijk anders. Er is van oudsher tus
sen de sport en de overheid een relatie, waar we blij mee
zijn. In deze maatschappelijke ontwikkeling moeten we
tegenover dit niet op winst gerichte betaalde voetbal,
waarvoor zich veel mensen inzetten, die daar geen
cent beter van worden, anders staan dan tegenover het
circus. Die vergelijking is mij te simplistisch en gaat
beslist niet op.
De heer Weide heeft volkomen gelijk. We moeten
telkenjare opnieuw ons standpunt bepalen, wat natuur
lijk m.n. ook afhangt van de bereikte resultaten. Ik
mag aan de heer Heetla zeggen, dat wij, in aanmer
king nemende, dat de Raad bereid was ondanks het
begrotingstekort een subsidie te verlenen, enig ver
trouwen hebben, dat het onderhavige voorstel, ook wat
de procedure betreft, bij de Raad ook geen bezwaar
ontmoet. Het is uitsluitend de vraag, of men bereid
is dit stuk passieve recreatie te accepteren en het de
steun te geven die het nodig heeft, opdat het voor onze
plaatselijke gemeenschap behouden kan blijven.
De heer Heidinga verlangt stemming.
Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen met
22 tegen 9 stemmen. Tegen stemmen de heren Heetla,
Heidinga, Santema, Miedema, Balt, Visser, Jellema,
Mr. v. d. Schaaf en Boomgaardt.
Punt 23 (bijlage no. 173).
De heer Visser: Bijlage no. 174, bevattende het
voorstel betreffende „verlenen van financiële mede
werking aan de Stichting Sportclub „Cambuur"", dat
zojuist aanvaard is, noemde een bedrag van f 51.200.
waarin verdisconteerd zat een bedrag van f 30.000,
"4*
-iléXS'
op basis van het besluit van het vorige jaar. Maar in
plaats van f 21.200,zie ik in de recapitulatie van de
begrotingswijziging een bedrag vermeld van f 21.300,
Ook is echter in genoemde bijlage no. 174 sprake van
een bedrag van f 21.300,als zijnde het vermoedelijke
ongedekte tekort.
De heer Weide: Tegen de uitbreiding van de winkel
Heechterp 6 hebben wij uiteraard geen bezwaar, maar
was het niet beter geweest even een korte opsomming
van de cijfers te geven, zodat we er een direct en dui
delijk inzicht in kunnen verkrijgen?
In de vergadering van 28 oktober 1964 werd een
krediet van f 80.000,beschikbaar gesteld voor de
bouw van een was- en kleedgelegenheid op het sport
terrein te Wirdum. Dit bedrag werd destijds door en
kele raadsleden veel te hoog geacht. Ik voel dan ook
niets voor een kredietverhoging met f 10.000,Ik
zou U willen voorstellen, toch met f 80.000,te vol
staan en dan op het gehele plan maar iets te bezuini
gen. Dat kan m.i. zeer goed, want Openbare Werken
houdt ruimte genoeg over om de plannen wat goed
koper te maken.
De heer Tiekstra (weth.): In antwoord op de vraag
van de heer Visser: f21.300,- is juist en f21.200,
was fout. (De Voorzitter: Dat bedrag is aangenomen.)
Volgens de begrotingswijziging is het f 21.300,Als
die wordt aangenomen, is het aanvullend subsidie op
dit bedrag vastgesteld. (De heer Visser: Het is öf het
één öf het ander.) Juist, maar het laatstgenomen raads
besluit zal dan stellig zijn deze begrotingswijziging.
(De Voorzitter: Nee, dat klopt niet, f21.200,is aan
genomen.) Dan verkeren we dus in een eigenaardige
situatie. De Raad kan twee dingen doen. Of f 21.200,
handhaven (dan blijft er een verschil van f 100,over;
dat bedrag is dan ongedekt, maar dat is ook geen
ramp) öf met het in de begrotingswijziging genoem
de bedrag van f 21.300,het eerste besluit corrigeren.
Maar het is niet zo bijzonder belangrijk.
De heer Weide vindt de f 10.000,van de krediet
verhoging voor de kleedgeiegenheid sportveldencom
plex Wirdum nogal fors. Het krediet berustte destijds
op een raming en deze verhoging berust op de aan
nemingssom. Nu kan de Raad zeggen: Dat is ons te
veel, maar dat zou betekenen, dat deze voorziening er
niet komt en dat het gehele werk overgedaan zal moe
ten worden, maar dan is het de vraag, of dat wat er
dan gemaakt zou worden, inderdaad zoveel goedkoper
zou worden. Daarom zal het wijs zijn dit nu zo uit te
voeren. Als men nu eerst weer tijd verliest met het
maken van een goedkoper plan, zou het straks nog
wel eens veel duurder kunnen zijn.
De heer Pols (weth.): Inderdaad worden in het voor
stel tot uitbreiding van de winkel Heechterp geen be
dragen genoemd. Bij het punt „Verbouwen van het
pand Gouverneursplein 35", voor de uitbreiding van
de secretarie, heb ik geïnformeerd, waarom geen be
dragen worden genoemd en toen is gezegd, dat het
niet goed is vlak voor de aanbesteding bedragen te
noemen. Het gaat hier om de bouwkosten, elektrische
installatie, architectenhonorarium, toezicht, bouwrente
en onvoorzien; dit gaat f 20.000,kosten. De huurder
gaat ermee akkoord, dat dit zal resulteren in een
huurverhoging van om en nabij de f 30,Precies kan
ik het niet zeggen. Zolang de aanbesteding niet is ge
houden, kan ik echter geen exacte bedragen noemen.
De heer Heidinga: Ik meen, dat we voor de kleed
gebouwen een uniform model hadden. De vraag is mis
schien iets buiten de orde, maar kunt U ons te onzer
oriëntatie nog mededelen, hoe de prijzen liggen van
nadien nog aanbestede kleedgebouwen? Als bijv. Wir
dum er bovenuit komt, zou de dienst van Openbare
Werken toch kunnen nagaan, waarom dat zo is.
De heer Tiekstra (weth.)Het is het goed recht van
de heer Heidinga deze vraag te stellen. Inderdaad
wordt bij de dienst gewerkt met standaardplannen
voor dit soort voorzieningen, met dien verstande, dat
het plan i.v.m. de behoeften in Wirdum iets daarvan
afwijkt. Er is nog een kleine kantine enz. in het kleed
gebouw ondergebracht. Op de andere terreinen is öf
een specifiek clubgebouw öf uitsluitend een kleedgele
genheid. Die variatie vindt U ook terug in 't Nijlan
waar bij het hoofdveld in een dubbel kleedgebouw ook
een kantine is opgenomen, terwijl de overige kleed
gebouwen slechts de functie hebben, die hun naam
aangeeft. En dat heeft wel enig verschil tengevolge.
Bovendien was er in Wirdum een duidelijke tegenval
ler doordat vrij zwaar geheid moest worden.
De Voorzitter: Ik kom even terug op de opmerking
van de heer Visser, want er is inderdaad een typ- of
scnrijffout in dit voorstel geslopen.
In bijlage no. 174 (verlenen van financiële mede-
weraing aan de Stichting Sportclub Cambuur) staat
in de voorlaatste alinea: „Er blijft dan nog een onge
dekt exploitatietekort over van f 81.300,2 x
f 30.000,f 21.300,Aan het slot van bijlage
no. 173 moet onder b dus worden gelezen f 51.300,
in plaats van f 51.200,Ik zou U ook willen voorstel
len om in het gestelde onder III in het raadsbesluit,
behorende bij het voorstel, vervat in bijlage no. 174,
het bedrag van f 51.200,- te willen rectificeren in
f 51.300,- en te besluiten, wat mij betreft met dezelf
de stemmenverhouding als zopas, want die zou er toch
uit voortvloeien. Dan is de tegenstelling tussen het in
het voorstel van bijlage 174 en het in de begrotings
wijziging genoemde bedrag verdwenen en is het laatst
genoemde: f 51.300,te handhaven.
De Raad gaat hiermee akkoord.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W., met aantekening, dat de heer Weide
tegen de post Verhoging krediet bouw kleedgelegen
heid sportveld Wirdum is.
Punten 24 en 25 (bijlagen nos. 130 en 157).
De Voorzitter heeft, na overleg; met de fractievoor
zitters, besloten, dat deze punten, indien hierover he
den, 16 juni, nog geen beslissing zal zijn genomen,
zullen worden behandeld in een raadsvergadering, te
houden op 23 juni a.s. en hij heeft dit per brief d.d.
15 juni j.l. aan de raadsleden medegedeeld.
De heer Van der Veen: Ik vind deze gang van za
ken toch wel wat onbevredigend. Wij hebben nu ander
maal een agenda gekregen, waarvan eigenlijk van te
voren vaststond, gezien het aantal punten, dat het
vrijwel uitgesloten was, dat ze in één vergadering zou
kunnen worden afgehandeld. En nu is de bedoeling
van ons reglement van orde toch bepaald niet geweest,
dat de uitloopmogelijkheid van de volgende avond be
stemd zou zijn voor agenda's die meer omvatten dan
een normaal programma voor één vergaderavond.
Door een verschuiving van punten kan een aantal on
derwerpen niet behandeld worden op de vergadering
van vandaag; dit zou kunnen worden behandeld in de
vergadering van volgende week. Dat is een vrij on
plezierige gang van zaken, omdat de punten die open
zouden blijven, toch wel de belangstelling van de Raad
waard zijn. En het behoort tot de waarschijnlijkheden,
dat de Vergadering van volgende week die daarover
zou beslissen, niet zo volledig is als die, gezien het
gewicht van de punten, zou moeten zijn. Er zullen een
aantal raadsleden niet in staat zijn volgende week te
Komen, omdat het nu eenmaal vakantietijd is; zij zul
len de stad uit zijn; zij zullen voor die vergadering
hun vakantie niet kunnen onderbreken of verschuiven.
Als wij meer werk hebben dan wij bij een normale re
gelmaat van vergaderen kunnen verwerken, dan zou
den we dus de frequentie van de vergaderingen moe
ten verhogen. Dan is het toch wel van belang, dat
dat zeer tijdig bekend gemaakt wordt, zodat men daar
rekening mee kan houden en dan is het toch ook wel
van belang, dat dat voornamelijk gezocht wordt bui
ten het zomerseizoen, waarin het toch al moeilijk is
om een voltallige Raad bij elkaar te krijgen. Er zijn
ook een aantal punten hierbij, waarvan de noodzaak
van behandeling op uitermate korte termijn niet bij
voorbaat duidelijk is. Waarom is behandeling van de
herziening van de erfpacht zo dringend noodzakelijk
op dit moment, dat daarvoor een vergadering bijeen
geroepen zou moeten worden, helemaal buiten het
normale schema om? Dat de herziening zou vallen in
1965 heeft men vele tientallen jaren geleden reeds
kunnen zien aankomen. Het is ook helemaal geen een-