5
De heer C. de Vries: Ik ben blij met het plan dat voor
ons ligt; een aantal problemen wordt ermee opgelost.
Ik ben echter bang, dat we er dan één probleem bij heb.
ben geschapen, in de omgeving van de brievenbus, waar
op het ogenblik zo tussen 17.30 en 21 uur een chaoti
sche situatie bestaat. Het parkeren wordt daar ooglui
kend toegelaten voor de auto's, die reizigers afhalen.
Daardoor is de brievenbus nauwelijks meer bereikbaar
voor de grote groep vertegenwoordigers e.d. die op die
tijd hun orders voor de zaak op de bus brengen. Ik zie
echter op dit moment geen directe oplossing voor dat
probleem. Bij verbetering van de parkeerruimte op het
oude veemarktterrein acht ik het niet uitgesloten, dat
daar op bijv. de eerste goot een aantal brievenbussen
kunnen worden geplaatst, zodanig, dat men het ver
keer, gevormd door diegenen, die brieven willen pos
ten, volledig bij het station weghoudt. De P.T.T. zou
alleen moeten worden gevraagd deze brievenbussen op
dezelfde tijd te lichten als de brievenbus die zich nu
bij het station bevindt, vooral voor de nachttrein.
De heer Van der Schaal (weth.)Het vragen van
een financiële bijdrage van de N.S. is bij de voorberei
ding van dit plan nog met aan de orde geweest, maar
nu een mogelijkheid aanwezig blijkt te zijn onder be
paalde omstandigheden, zullen we nog eens on
derzoeken, of er iets in zit. Het College werkt er aan
de situatie op het oude veemarktterrein zo spoedig mo
gelijk te verbeteren. Het hangt nog wel iets sa
men met de plaats van het bodeterrein. Daarover zijn
n.l. nieuwe gedachten ontstaan. Het idee van de heer
De Vries i.z. de brievenbussen iijkt wel het overwegen
waard. Als men bijv. links van zijn auto een brieven
bus had, dan kon men vanuit de auto de brieven in de
bus doen. (Gelach). Dus dank voor het idee.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punten 16 t.e.m. 18 bijlagen nos. 177, 192 en 183
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 19 (bijlage no. 189).
Gem. Sociale Dienst.
De heer Weide: Wij gunnen deze directeur wel
een behoorlijke kamer met een tafel en een aan
tal stoelen, waar hij met zijn naaste medewerkers
en anderen, ook met de Wethouder, aangename bespre
kingen kan hebben. Maar een bedrag van f 10.300,
voor het inrichten van deze kamer vinden wij toch
werkelijk te hoog. Ik behoef niet in details te treden,
maar een bedrag van f 2.600,voor de vloerbedekking
lijkt me toch ook wel bijzonder hoog. Een behoorlijke
vloerbedekking kost f 30,per m-'de kamer zal dus
wel 90 m2 groot moeten zijn.
Wij maken dus wel bezwaar tegen de hoogte van
deze kosten.
De hear Boomgaardt: Ik slüt my hjirby oan.
De heer Heetla: Ik dacht eerst: Dit wordt een vlag
op een modderschuit. De wijze, waarop de bezoekers
bij deze dienst worden ontvangen, is bedroevend. Het
lijkt meer op een abattoir dan op een dienst van So
ciale Zaken, de Gemeente Leeuwarden waardig. Hier
valt nog heel wat op te knappen. Maar ik weet ook,
dat de situatie heel moeilijk is doordat de ruimte veel
te klein is. Men zit er boven op elkaar. Eerst zou de
kamer van de voormalige directeur vernieuwd worden,
maar dat gaat nu niet door. De nieuwe directeur komt
in een grotere kamer, waar 12 ambtenaren uitgebon
jourd zijn; die komen nu aan de andere kant. De vloer
bedekking van die grote kamer kost nogal iets, maar
de directeur moet natuurlijk goed gehuisvest zijn. Wat
mij meer grieft, is, dat een voorstel tot verbetering
van het gebouw, ook van de ingang, dat de Raad een
tijd geleden al heeft aangenomen, nog nooit tot stand
is gekomen. En die zou ik toch primair willen stellen,
want de cliënten die het minder hebben dan wij, moe
ten behoorlijk worden ontvangen. En dan heb ik ver
der geen bezwaar tegen de verbetering van de direc
teurskamer. Die is zo aangenomen. Maar waarom moet
het zolang duren, voordat die tot stand komt? Ik wil
niet ondeugend worden, anders zeg ik er bij: En waar
om moet het zolang duren met de werkplaats voor
invaliden
De heer Ytsma: Ik zou mij namens onze fractie wil
len aansluiten bij de opmerking van de heer Weide wat
de inrichting van de directeurskamer en m.n. wat de
vloerbedekking betreft; ook de prijs van de bekleding
van de wanden is hoog. Het is mij niet bekend, of Open
bare Werken hieromtrent overleg heeft gepleegd met de
Wethouder van Sociale Zaken. Ik zou eigenlijk beide
wethouders wel in overweging willen geven, nog eens
nader te overleggen, of dit niet iets zuiniger kan. Het
lijkt mij wel aan de royale kant.
De heer Vellenga (weth.)Wat de heer Heetla heeft
gezegd was niet zonder enige overdrijving, maar dat
neemt men sommige mensen ook niet kwalijk, als men
het erg vaak hoort. Dat nog niet begonnen is met de
verbetering, heeft een zeer simpele reden. Het krediet
xs nog niet goedgekeurd door G.S., dus B. en W. had
den geen machtiging het i'aadsbesluit uit te voeren.
Dat plan beoogde en betere situatie voor de ontvangst
van cliënten, die deels niet ideaal is, hoewel er genoeg
mogelijkheden zijn voor het voeren van vertrouwelijke
gesprekaen, m.n. ook in het Nieuwe Stadsweeshuis. (De
heer Heetla: De uitbetalingsruimte.) Het uitbetalen ge
beurt op een andere plaats, maar juist daarvoor was
in het raadsvoorstel een verbetering aangegeven. De
nieuwbenoemde directeur, mr. Aarts, hebben we ook
gekend in een paar van deze plannen. Hij heeft een
bepaalde kamer uitgezocht, een andere dan die, welke
tot nu toe directeurskamer was. Op die kamer zaten
vier ambtenaren, dus niet het aantal dat de heer
Heetla noemde. En voor hen zullen wij een ander pas
send vertrek zoeken. De inrichting heeft Mr. Aarts
zelf niet uitgezocht. Daarvoor is een plan ingediend
door Openbare Werken. Dat is wat erg snel zowel het
College als mij gepasseerd. Als wij ons daar even in
tens in hadden begeven, dan zouden wij het helemaal
eens zijn met hen, die hier vanavond zeggen, dat het
best wat goedkoper zou kunnen. En ik zal dus Open-t
bare Werken opdracht geven, in overleg met de an
dere leden van het College, op de inrichting van
de kamer te knijpen. Het moet mogelijk zijn een pas
sende directeurskamer in te richten voor een lager be
drag, en U gelieve dus deze kredietverlening te zien
als machtiging voor een maximaal bedrag, waar we,
als het enigszins kan, beneden zullen blijven.
De hear Boomgaardt: Ik soe wol hwat positiver lüd
fan it Kolleezje hearre wolle as: „Wy sille sjen". (De
heer Vellenga (weth.)Ik zal opdracht geven na te
gaan, of hier ook geknepen kan worden.) Dat is net
posityf genöch. (De hear Van der Schaaf (weth.)Ik
doch der f300,öf.) (Laitsjen). It liket my logysker
dat it Kolleezje dit werom nimt en mei in oar ütstel
komt. Ik haw wol fortrouwen yn it Kolleezje, mar dan
moat de Wethalder positiver sizze, hoe't it nou sil.
De Foarsitter: De hear Heetla giet it net hurd ge
nöch en de hear Boomgaardt hat wol de tiid. De nije
diiekteurskeamer moat op 'e tiid klear, as de nije
funksjonaris komt.
De heer Ileetla: Is het ook mogelijk, dat in ieder
geval de entree niet later in orde gebracht wordt dan
de directeurskamer? Voor mijn gevoel gaan de cliën
ten in dit geval voor.
De heer Vellenga (weth.)Tot de heer Boomgaardt
zeg ik, dat wij opdracht zullen geven dit bedrag te
verlagen, positiever kan het niet, meen ik. Evenals de
heer Heetla zijn de mensen van de dienst en ik ervan
overtuigd, dat de situatie verbetering behoeft. En wij
zullen dus, zodra het mogelijk is, zo snel mogelijk alle
voorzieningen treffen die hier nodig zijn, omdat wij
uiteraard over de cliënten minstens zo goed denken als
de heer Heetla.
Gemeentebegroting.
5. Gasvervvarming Zwembad 't Nijlan.
De hear Boomgaardt: Hwat forwachtet men hjir
fan? It bidrach is de muoite fan it praten wol wur-
dich. En leveret dizze foarsjenning genöch revenuen
op? Hwat is de underfilling yn oare plakken? Docht
men de swimmers der wier in deugd mei? Der moatte
nochal hwat bisikers yn it swimbad komme om de foar
sjenning rendabel to meitsjen. Is it wol forantwurde dit
to dwaen? Dat hoech ik allinnich net üt to meitsjen,
mar dat moat de Rie al. Ik foar my km op dit momint
sünder mear dokumentaesje noch gjin antwurd op dy
fraech jaen.
De heer Weide: Zo slecht als de zwemsituatie in het
verleden was, zo goed lijkt deze voor de toekomst. Wij
zijn bijzonder blij, dat hier een warmwatervoorziening
wordt aangebracht. Wel hadden we er, evenals de heer
Boomgaardt, graag iets meer van willen weten, want
bij de stukken hebben we totaal niets over de verwar-
mmgsinstallatie kunnen vinden. Er wordt geëxperi
menteerd met diverse soorten verwarmingen. Ik kan
verder niet in details treden, omdat ik geen deskundige
ben op dit terrein, maar ik zou wel graag van U wil
len weten, hoeveel gi'aden de maximum verwarmings
capaciteit van deze installatie is, want als het water
bijv. 15" is, zoals het in een zomer als deze veelvuldig
het geval was, zal er heel wat energie voor nodig zijn
om een groot basin 2U te verwarmen. En het zal nog
niet aantrekkelijk zijn om naar een zwembad toe te
gaan, als het water 17° is. Is ook de mening gevraagd
van de Commissie Zwembadenbouw van de K.N.Z.B.,
die ook in zwembaden in Groningen en in Loosduinen
onderzoekingen heeft gedaan?
De hear Santexna: Wy freegje üs öf, hoe't it by it
meitsjen fan in kostenbirekkening mooglik is, dat in
ynstansje as de Heide Mij har fan to foaren net better
oertsjüge hat fan de tastan fan de groun. Foar elk
projekt, ek foar elke flatbou, moatte earst sondear-
ringsproeven dien wurde. Mar nou is it eigenaerdige,
dat „de bodem anders is dan men aanvankelijk had
verondersteld". Ik fyn it in f rij fortrjitlike situaesje,
dat efternei blykt, dat de Rie in heger bidrach vo-
tearje moat. Soks soene wy in de takomst wol graech
foarkomme wolle.
De heer C. de Vries: Ik ben evenmin deskundig op
dit gebied, maar ik moet uit de raadsbrief opmaken,
dat het hier gaat om een verwarmingsinstallatie, die
in het zwembad wordt ingebouwd. Ik meen, dat er ook
bepaalde systemen zijn, die het mogelijk maken bij een
bestaand bad een apparatuur voor verwarming te
plaatsen. En als nu toch misschien terzake nadere on
derzoekingen worden gedaan, zou men daarin ook de
Kleine Wielen kunnen betrekken; het is bijzonder
moeilijk daar regelmatig te zwemmen bij de tegen
woordige temperatuur.
De Foarsitter: Der hawwe sondearringen pleats
hawn, mar net genöch. Op groun fan de earste waerd
miend, dat it fortroud wêze soe de saek net to ünder-
heijen, mar op stael to fundearjen. Ik die lykwols bli-
ken, dat boud wurde moast op in terrein, hwer't in
sleat trochroun, sadat der mear blabber wie as un-
dersteld waerd. It klaeigebou de riedsleden hawwe
it sjoen is oan de lange kant en dêrom is der noch
in oare fundearring under oanbrocht. As dy direkt
meirekkene west hie, hie it mooglik wol hwat goed-
keaper west, mar natuerlik is it hiele bidrach net in
ekstra ütjefte. Nou is der mear wurk dien, mar dêryn
üntfangt de Gemeente ek mear subsydzje. B. en W.
hawwe it lykwols, krekt as de hear Santema, ek in
fortrjitlike saek foun en binne dus ek net sünder kri-
tyk op de Heide Mij bleaun. Dizze hat ek wol erkend,
dat hja hjir wol hwat tokoart sjitten is. Men hie mar
better earder in heger bidrach frege kinnen; dan hie
de Rie der yn ien kear öf west.
En hwat binne de ünderfinings mei de forwaerming?
Is de ütjefte dêrfoar forantwurde? De bidoeling is, dat
it wetter op in minimumtemperatuer halden wurde
kin. Dat bitsjut, dat it altyd in akseptabele tempera-
tuer foar it swimmen haldt. It bad wurdt net konstant
mei 2° of 3° foiwaerme, mar it hinget eltse kear wer fan
de wettertemperatuer öf, hoefolle it forwaerme wurdt.
De ynstallaesje soarget foar foarforwaerming fan it
wetter. Wy binne de earsten net, dy't dizze ynstallaesje
oanbringe. Binammen yn Grins is yn de ófroune maei-
tiid in gaedlike perioade om ünderfining op to dwaen
dizze forwaerming yn de Papiermoune tapast en de
risseltaten dêrfan binne bisündere goed. It oantal bi
sikers is düdlik greater bleaun as normael it gefal
west hie. Men moat dus net foiwachtsje, dat men nou
yn febrewaris swimme kin (al kin dat yn Moskou al),
mar wol kin men yn de gebrüklike perioade folie mear
swimme.
Foar 't Nijlan, hwer't in ynstruksje-swimbad pland
is, had dizze forwaerming dus aerdich mear sin as
foar de Lytse Wielen.
En dan kom ik bij de vraag van de heer
De Vries. Het plaatsen van zo'n verwarmings
installatie is technisch vrij eenvoudig, maar het
gas moet natuurlijk ter plaatse komen en dat is even
moeilijker voor de Kleine Wielen dan voor 't Nijlan.
(Stem: Gasunie.) Ik geloof niet, dat het verstandig is
van de leidingen van de Gasunie af te tappen. Wij
hebben echter ook de gasvoorziening van de Kleine
Wielen in onderzoek, omdat het, zouden we goede er
varingen opdoen bij 't Nijlan, natuurlijk ook aantrek
kelijk is de waarde van het zwembad de Kleine Wielen
als recreatie-object te vergroten.
Het verwarmingslichaam wordt gebouwd vóór het
water aan het bad wordt toegevoegd; het komt in het
zuiverhuis te staan; vandaar gaat het verwarmde wa
ter naar het bad. De directeur van de Energiebedrijven
heeft dit project onderzocht en het voorstel berust
mede op zijn adviezen. Wij hebben alle vertrouwen, dat
dit goed zal komen. Er is geen advies gevraagd aan
de K.N.Z.B., maar er wordt gewerkt naar het voorbeeld
van elders waar men wel reeds adviezen van de advies
commissie van de K.N.Z.B. had gekregen. En het is
overigens ook wel bekend, dat m.n. de diepe kuip van
't Nijlan aan de internationale wedstrijdeisen voldoet.
Ik verwacht hier geen probleem. Inmiddels is in het
buitenland een aanvulling op dit systeem in ontwikke
ling, waarbij men de grote kuip met plastic kan af
dekken; daardoor kan de warmte van het water wor
den vastgehouden. Dat systeem schijnt men ook in
Rusland toe te passen.
Het College is overtuigd van het grote nut van deze
installatie en verwacht, dat deze de bruikbaarheid van
dit zwembad zeer zal intensiveren.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 20 (bijlage no. 130).
De heer Heidinga: De herziening van de grondwaarde
van de erfpachtpercelen zal voor vele inwoners van
Leeuwarden een bittere pil zijn en ik geloof, dat, als de
Raad het voorstel aanneemt, zoals het hier ligt, ze die
pil ook onverguld zullen moeten slikken. Op zichzelf
beschouwd is de herziening van de grondwaarde vol
komen in orde. De mogelijkheid ertoe is immers dui
delijk in de erfpachtsvoorwaarden opgenomen. Iedere
erfpachter kan het dus weten. Of hij het weet, is een
andere vraag, maar daar behoeven we hier verder niet
over uit te weiden.
Voor de aardigheid zou ik dit nog wel willen opmer
ken: Ongeveer twee jaar geleden, in de begrotingszit
ting, heb ik deze zaak eens aan de orde gesteld, eigen
lijk om de burgerij erop attent te maken, dat deze erf
pachtsverhoging zou komen. Het was mij wel bekend,
dat de wenselijkheid daartoe in de voorwaarden van
de Gemeente was opgenomen. Ik had toen verwacht,
dat de heren van de pers daarvan wel iets zouden over
nemen, want het is tenslotte toch wel een onderwerp
dat verscheidene burgers in Leeuwarden aangaat.
Maar dat hebben zij niet gedaan. Ze hebben het ver
moedelijk niet begrepen; of ik heb mij niet begrijpelijk
uitgedrukt; dat zou ook kunnen. Ik neem aan, dat het
laatste het geval is. Want om een onderwerp dat eigen
lijk buiten de dagelijkse beslommeringen van de mens
ligt, werkelijk bevattelijk en eenvoudig naar voren te
brengen, is niet zo gemakkelijk. Dat ziet men altijd
weer in het leven: iets waar men dagelijks niet mee
in aanraking komt, daar moet men lange tijd over
denken. Het is toch jammer, dat er toen niets in de
pers gepubliceerd is, want nu moeten wij deze zaak
regelen en deze herziening is, zoals ik al begonnen
ben te zeggen, een bittere pil voor een groot aantal
van onze burgers. Dat de Gemeente tot deze herzie
ning het recht heeft, is volkomen zeker, maar het is
ook zeker, dat de Gemeente geheel eenzijdig de nieuwe