2
3
Punt 8a (bijlage no. 256).
Voordrachten
A. 1. mej. T. Kaastra, alhier;
2. mej. P. de Vries, alhier.
B. a. 1. mej. P. de Vries, alhier;
2. mej. T. Kaastra, alhier;
b. 1. mej. H. J. Vis te Amsterdam;
2. mej. H. de Haan te Oostermeer.
Benoemd worden resp. de dames Kaastra, De Vries
en Vis, met alg. stemmen.
Punt 8b.
Aanbevelingen van het bestuur;
vacature J. H. Hogema:
1. G. Schweigmann, alhier;
2. P. Jongma, alhier;
vacature S. van der Knoop:
1. S. van der Knoop, alhier;
2. B. Memerda, alhier.
Benoemd worden de heren Schweigmann en Van
der Knoop, met alg. stemmen.
De heren Faber en Venema vormden het stem
bureau.
Punten 9 t.e.m. 15 (bijlagen nos. 249, 251, 258, 250,
240, 248 en 253).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 16 (bijlage no. 255).
De heer K. J. de Jong; In de raadsbrief staat, dat het
benodigde bedrag kan worden gedekt door aanwending
van een gedeelte van de middelen die beschikbaar ko
men door de herziening van de grondwaarde van een
groot aantal in erfpacht uitgegeven percelen. Dat
punt is echter nog niet door de Raad beslist, zodat
het nog helemaal in de lucht hangt, of er wel her
ziening van de grondwaarde komt en dan is die dek
king ook nog niet te bekijken. Wij hadden eerst het
punt van de herziening van de erfpachtspercelen moe
ten behandelen, voordat een dergelijke zinsnede in dit
stuk had kunnen worden geplaatst. De Wethouder zal
dit wel met ons eens zijn. (De heer Tiekstra (weth.):
Nee, dat ben ik niet.) In ieder geval willen wij daar
graag een beetje afstand van nemen.
De verkeerssituatie Fonteinstraat richting Vondel
straat achten wij een tikje gevaarlijker, als dit plan
doorgezet wordt. Er staat echter wel een z.g. winst
punt tegenover, zodat we geen bezwaar hebben om
het voorstel te volgen. En ongetwijfeld worden de
moeilijkheden afgezwakt doordat de Tesselschadestraat
de laatste tijd meer verkeer wegneemt van de Fon
teinstraat dan enkele jaren geleden. Deze was tot nog
toe een vrij drukke straat. Maar desniettegenstaande
is het wel zaak dit punt goed in de gaten te houden
i.v.m. eventuele moeilijkheden in de toekomst.
De hear Santema: Wy fine it ek hwat in ryklik
fier foarüt rinnen op in bislüt dat wy noch nimme
moatte. Wy hiene ek leaver de klausule oer de dek
king net yn dit stik hawn. En wy hawwe ek dizze
selde halding oannommen yn it stik fan de sanearring
fan de binnenstêd. Al soe de gedachte oan dizze dek
king by B. en W. libje, dan soene se dochs net sa
düdlik ütkomme litte moatte, dat se foar de finan-
siearring fan dit wurk sa mar oer de forhege erf-
pachtsynkomsten biskikke kinne, wylst dy forheging
noch hielendal net in feit is.
De heer Tiekstra (weth.); Ik zal kort kunnen zijn.
Er staat n.l. niet „wordt", maar „kan". En dan kan,
als aan alle voorwaarden wordt voldaan, als dus ook
de Raad het besluit heeft genomen in de dekking op
de voorgestelde wijze te voorzien, de dekking op deze
wijze worden geregeld.
De Voorzitter: Ik zou aan de woorden van de Wet
houder van Financiën willen toevoegen, dat deze de
mening van het College heeft weergegeven, die echter
niet de mening van de Raad behoeft te zijn. Die me
ning komt ook niet in het voorgestelde concept-besluit
tot uiting. De Raad kan m.i. dus, ondanks de tegen
werping van de beide sprekers, gerust dit besluit
nemen.
Mèt de heer De Jong ben ik van mening, dat de
voorgestelde verkeerssituatie ook wel de mogelijkheid
van aanrijdingen zal kunnen opleveren. Dat zal ze ge
meen hebben met elk kruispunt. (Dit zal n.l. ook on
geveer een kruispunt worden.) Daar staat tegenover,
dat de bestaande situatie, waaraan men nu overigens
wel gewend is, toch ook werkelijk niet ideaal en niet
onbedenkelijk is, omdat men, als men, bijv. komende
uit de Fonteinstraat, naar de P. C. Hooftstraat wil, in
de eerste plaats rekening moet houden met het ver
keer van rechts, dat uit de Engelsestraat, resp. uit de
Bildtsestraat naar het Engelseplein gaat en daarbij
moet men bovendien een grote omweg maken. En dit
voorbeeld is wel met andere te vermeerderen. Behalve
aan de directeur van Openbare Werken, die deze nieu
we situatie heeft ontworpen, is ook aan de commissaris
van politie juist met het oog op vragen van het verkeer
advies gevraagd en deze laatste heeft verklaard zich
geheel met dit nieuwe ontwerp te kunnen verenigen.
Het College is van mening, dat dit eenstemmige advies
van de beide hoofden van dienst een voldoende basis
gaf om dit voorstel in deze vorm te doen, hoewel ik
ik mag het herhalen de heer De Jong onmiddel
lijk kan toegeven, dat ook de nieuwe oplossing niet in
alle opzichten ideaal genoemd kan worden.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punten 17 t.e.m. 19 (bijlagen nos. 235, 238 en 254).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 20 (bijlage no. 241).
De heer Bootsma: Het is ons opgevallen, dat in de
raadsbrief min of meer voorbijgegaan wordt aan de
klacht t.a.v. het nog aanwezige bouwsel op de vroe
gere tuinderij. Er staat aan het slot, dat het College
de eigenaar van de voormalige kwekerij van Hattum
heeft aangeschreven de nodige maatregelen tot ver
betering van het aanzicht van het terrein te treffen.
Maar in hoeverre B. en W. stappen ondernomen heb
ben of nog kunnen ondernemen t.a.v. de woning met
toebehoren (de schuur die er nog staat), blijkt hier
niet uit. Ik zou graag van U willen vernemen, of dit
het geval is, want, zoals de situatie nu is, wordt het
met de dag erger; zo breekt het bouwsel zichzelf af.
De heer Balt: Ik moet allereerst bekennen, dat ik
de brief van de dames Bakker niet heb gelezen. In de
raadsbrief staat, dat het Molenpad in 1962 en 1964 is
herbestraat. Nu zal dat misschien slechts op enkele
plaatsen zijn gebeurd, want ik heb nooit opgemerkt, dat
die straat opgeknapt is. (De Voorzitter: Er staat „inci.
denteel".) In ieder geval is er nooit iets gebeurd aan
het trottoir dat er langs loopt. Het is ongeveer een
meter breed, zodat ik vroeger wel eens dacht, dat het
een particulier trottoir was. 's Winters, als het een
beetje glad is, kan men om een auto te ontwijken,
haast niet op het trottoir komen. Over de woning in
kwestie behoeft men zich niet eens zo heel veel zor
gen te maken, want het duurt niet zo lang meer of
de lieve jeugd heeft die al afgebroken. Er zit geen
raam meer in en van een bijgebouwtje mist het dak
al voor de helft af. Voor kinderen die er spelen, levert
het gevaar voor instorting op. Wat aan verbetering
wordt toegezegd, is zeer vaag.
Er moet m.i. iets aan deze straat gedaan worden,
want de toestand is hier werkelijk miserabel.
De heer Van der Schaaf (weth.): Er staat aan het
Molenpad als overblijfsel van de kwekerij van Hattum
en Brouwer nog een pakhuisachtig iets en een woning,
beide inderdaad in een vrij desolate toestand. Als
iets bouwvallig wordt en dat is hier het geval
kunnen we terecht bij de Woningwet en de bouwver
ordening en dan kunnen we eventueel last geven om,
wegens het gevaar, tot afbraak over te gaan. Ik ge
loof, dat dat tijdstip niet ver meer is. Ik heb me er
persoonlijki ook even van overtuigd: daar bestaat in
derdaad een toestand die beëindigd moet worden. Men
zou de vraag kunnen stellen: Waarom koopt de Ge
meente een en ander niet? Er zijn wel eens gesprek
ken geweest over aankoop van deze grond met de
bouwsels en de woning, toen die nog in betere staat
waren, maar daar werden zodanige prijzen voor ge
vraagd, dat dit niet verantwoord was. Men wilde wo
ning en grond ineens verkopen en daardoor zijn wij
niet tot aankoop kunnen komen. De Gemeente heeft daar
ook niet een onmiddellijk belang bij. Verwijdering van
deze woning zou een verbetering voor die hoek bete
kenen, maar levert echt niet een radicale verbetering van
het gehele Molenpad op, omdat deze straat zich naar
haar westelijke uitmonding nog belangrijk versmalt en
daaraan is niet definitief een goede oplossing te geven,
tenzij men ook daar een verbreding tot stand brengt
door amovering. Het neemt niet weg, dat het College
diligent wil blijven t.a.v. deze woning, en als het mo
gelijk zal zijn om de grond, waarop die woning staat,
te eniger tijd aan te kopen, dan kan inderdaad in over
weging worden genomen plaatselijk nog een verbete
ring aan te brengen. Verder is weinig eer aan dit geval
te behalen. Slechts ten koste van enorme uitgaven zou
hier een belangrijke verbetering tot stand kunnen wor
den gebracht, maar ook aan de noordzijde blijft de
situatie gebrekkig. Ook aan het trottoirtje aan de
zuidzijde is weinig te doen. Doordat de auto's die daar
af en toe nog komen en dat trottoirtje oprijden
er is geen trottoirband, maar er liggen koplagen
wordt dit ingedrukt. Het lijkt al met al niet ver
antwoord om op een andere wijze dan hier is voorge
steld, verbetering aan te brengen. Als echter de mo
gelijkheid bestaat van de familie van Hattum een
strook grond aan te kopen en verder eveneens nog van
anderen enkele voortuintjes, kan er een toestand ont
staan, die het verantwoord maakt hier een verbetering
aan te brengen. Een grote behoefte aan een parallel
weg van het Vliet is er ook niet, zodat deze kwestie
door ons niet als urgent wordt beschouwd. We zullen
er evenwel op moeten letten, dat de toestand voor de
bewoners draaglijk en enigszins aanvaardbaar wordt.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 21 (bijlage no. 259).
De heer Van der Schaaf (weth.)Doordat U, mijn
heer de Voorzitter, vandaag niet bereikbaar was, heb
ik het volgende niet met U kunnen overleggen:
In artikel 11 van de concept-overeenkomst staat een
kilometrering aangegeven. Er wordt een particuliere
overweg bij 24979 genoemd. Wij hebben op grond van
telefonische besprekingen met de N.S. in Utrecht een
tijdlang gemeend, dat het 25013 was en vandaag is er
bericht ingekomen, dat het moet zijn: 24979. Ik ver
zoek de Raad te willen goedvinden, dat dit alsnog
wordt veranderd, zoals het oorspronkelijk is geweest.
De Voorzitter: Ik denk, dat de Raad tegen het ver
zoek van de Wethouder geen enkel bezwaar heeft.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punten 22 t.e.m. 24 (bijlagen nos. 245, 247 en 246).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 25 (bijlage no. 242).
De hear Santema: Ik fyn dit in wiis wurd fan
B. en W. Mar dochs mei ik miskien wol ris de fraech
stelle: Hoelang sil it noch duorje foardat it ré is? Ik
freegje dat, krekt yn forban mei hwat op it eagenblik
al yn fiere steat fan foltöging is, n.l. de Provinsiale
Bibliotheek. Wurdt it net heech tiid, dat wy as Rie der
ris oer ynljochte wurde, hwat de bidoeling is en hoe't
it Aldehoustertsjerkhöf foroare wurde sil? It ynte.
ressearret my ek tige yn forban mei it fraechstik fan
de forpleatsing fan de merk.
De Voorzitter: Het vraagstuk, dat aan de orde is,
gaat over de verplaatsing van de markt en niet over
het Oldehoofsterkerkhof, maar als de heer Wethouder
van Openbare Werken bereid is hierover een antwoord
te geven, heb ik van mijn kant daar geen bezwaar
tegen.
De hear Van der Schaaf (weth.): De bidoeling is,
dat in diel fan it plein de idéen dêroer binne aerdich
düdlik it karakter krijt fan foarplein foar it nije
gebou en dat it oare diel brükt wurde sil foar parkear-
rümte. It is noch de fraech, oft der ek noch net in
foarsjenning op of oan dat plein komme sil, mar dêr
wol ik my nou noch net oer ütlitte. De gedachte is
wol om dêr in plein to meitsjen dat èn in funksje
forfollet foar it nije bibliotheekgebou èn in parkear-
funksje mei hanthavening ek fan in lyts nivo.forskil,
mar de konkrete plannen dêrfan komme uteraerd noch
yn de Rie. (De Voorzitter: In de loop van het najaar.)
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 25a (bijlage no. 262).
De Voorzitter: Op blz. 2, tweede regel van boven,
van de raadsbrief zal een rectificatie moeten worden
aangebracht. Daar staat „slechts de eerste twee markt
dagen van de week". Dat moet zijn „de eerste twee
werkdagen van de week".
Deze zaak is dat heeft U ook al in het voorstel
gelezen met een zekere spoed, in afwijking van de
bij het reglement van orde voorgeschreven termijn, bij
de Raad aangebracht. Wel heeft deze aangelegenheid
van het begin van de verplaatsing van de veemarkt
naar de Frieslandhal en ook wel voor die tijd de ge
zette aandacht van het College gehad. De laatste tijd
heeft in dit vraagstuk een zekere stroomversnelling
plaatsgevonden, die het wenselijk deed zijn niet te
wachten tot de volgende raadsvergadering vandaag
over drie weken, maar nu al dit voorstel aan de Raad
te doen. Dat heeft tot gevolg gehad, dat de commissie
dat is ook al in het voorstel geschreven niet
tijdig geraadpleegd is (Desalniettemin heeft het Col
lege toch moeite gedaan de commissie alsnog te be
naderen.) en dat er nog een paar veranderingen in
het concept-verordening moeten worden aangebracht.
In art. 15 staat: „ter inzage te hebben gegeven aan
de directeur, de inspecteur of een daarvoor door één
van hen aangewezen ambtenaar". Dit laatste zal moe
ten worden veranderd in: „ter inzage te hebben ge
geven aan de inspecteur of een daarvoor door hem
aangewezen ambtenaar", omdat de bevoegdheid tot
controle van de bescheiden uitsluitend behoort bij de
inspecteur, zodat de vermelding van de directeur of
van een door de directeur aangewezen ambtenaar in
dit geval niet op haar plaats is. En de tweede ver
andering die wordt voorgesteld, betreft art. 8, onder a.
Daar vindt U staan: „a. van dat voertuig naar de
vooraanbindruimte of de export-veemarkt". De woor
den „of de exportveemarkt" dienen te worden ge
schrapt, omdat het gaat over het vervoer van het vee
naar de vooraanbindruimte met dat voertuig.
En dan is het misschien goed, dat ik nu al, misschien
ter voorkoming van een zekere verwarring in de dis
cussie, nog de mededeling doe waarop de heer Pols
als Wethouder wel een nadere toelichting zal geven
dat het College de Raad bovendien voorstelt behalve
deze exportveemarkt voor fok- en gebruiksrunderen en
fok- en gebruiksvarkens, een markt in te stellen van
slachtrunderen, omdat, gegeven de stroomversnelling
waarover ik sprak en die zich heeft voortgezet nadat
het voorstel aan het College was gedaan, een markt
voor slachtrunderen toch ook in E.E.G.-verband wen
selijk lijkt. Bovendien is het wenselijk deze zo snel
mogelijk in te stellen en daarom doet het College een
voorstel terzake. De instelling geschiedt volgens een
verordening, ook door Uw Raad vast te stellen en ge
heel gelijk aan de verordening, die voorgesteld wordt
voor gebruiksrunderen en -varkens, behalve enkele
veranderingen, die het onderwerp nodig maakt.
De heer Pols (weth.): Er is bij deze zaak nogal wat
haast; het is ontzettend moeilijk dit rond te krijgen.
In tot oordelen bevoegde kringen is men van mening,
dat niet iedere markt in Nederland een verantwoorde
en geslaagde E.E.G.-markt zal kunnen worden, ge
zien de aanvoer en de mogelijkheden. Met slechts een
beperkt aantal markten kan zulks in de toekomst het