28 29 langs deze weg een correctie op de zaak teweeg te brengen. Er zijn wel nadelen aan vordering verbonden, maar die nadelen zullen klein zijn in vergelijking met de nadelen van het leegstaan van woningen. De heer K. J. de Jong: Wij worden in de praktijk nog wel eens geconfronteerd met gevallen, waarin wo ningzoekenden onze hulp inroepen. Dan krijgt men wel eens de indruk, dat jongelui zonder kinderen bij de toewijzing van de woningen, die „Beter Wonen" nu uit geeft, wel een huurwoning kunnen krijgen met drie slaapkamers, terwijl dezelfde jongelui wanneer ze een woning zouden willen kopen in de prijsklasse van f 15.000,waar drie slaapkamers inzitten, te horen krijgen: Nee, je mag wel een huis hebben met twee slaapkamers, maar niet een met drie. Aan de ene kant kan ik me voorstellen, dat men met de huurwoningen in de nieuwbouwsector, waarvoor haast nog geen markt is, wat soepeler is. Maar aan de andere kant krijgen jonge mensen t.a.v. koopwoningen, welke categorie voor hen toch wel van groot belang is, nul op het request. Ik vind dat toch een ietwat moeilijke zaak, temeer daar die gevallen zich in de toekomst vaker zullen voordoen. Op de markt van de duurdere woningen is het verzadigingspunt bijna ingetreden, m.n. omdat de hoge rentestand het bijzonder moeilijk maakt om die huizen te verkopen. Vinden wij binnenkort, dat ook die huizen niet langer leeg moeten staan en dat desnoods het huisvestingsbeleid met zijn normering buiten wer king moet worden gesteld? We zouden dan ten aan zien van huizen boven f 25.000,of f 30.000,de normen buiten beschouwing gaan laten. Men moet die markt ook eigenlijk een beetje ruimte geven. Zouden wij misschien aan het College kunnen vragen de nor mering eens te herzien Enerzijds door in de goed kopere sector, bij normale woningen een normering toe te passen, gelijk aan die bij huurwoningen in de woningwetsector, anderzijds door bij de duurdere wo ningen de markt geleidelijk aan vrijer te laten, aange zien de normering daar eerder belemmerend werkt dan stimulerend. De heer Visser: In de sectievergadering hebben wij besproken, of het aanbeveling zou verdienen om de normen voor de woonruimtetoewijzing soepeler te ma ken i.v.m. het langdurig leegstaan van de woningen. Ik geloof, dat de financiering hier de grote boos doener is. In vele gevallen althans. Ik zou het College nog wel willen vragen nader uiteen te zetten, welke normen men op het ogenblik hanteert inzake de ge zinssamenstelling. De heer Van der Schaaf (weth.): Een aantal maan den geleden zijn er concept-richtlijnen samengesteld door de directeur van Bouw- en Woningtoezicht. Deze zijn in de Commissie voor de Openbare Werken be sproken. Deze materie is nog steeds in beweging, maar desniettegenstaande is nu de laatste versie van de richtlijnen voltooid en kunnen deze uitgaan. Mag ik tevens de heer Miedema even beantwoorden naar aan leiding van zijn vragen? Hy hat erkentlikheit ütsprutsen oer it feit, dat aen- sen in plan-Goutum oangeande it tünbou.sintrum troch de riedsleden ynsjoen wurde kin op de Lêskeamer. Soene ek hja, dy't net hearre ta de dupearren fan de gemeente Ljouwert, it ynsjen kinne? Dat kinne wy, nou't wy sa fier binne, wol ris yn omtinken nimme. Yn it ütwreidingsplan fan Wurdum sit yndied in swierrichheit. It haldt ek wol forban, sa't de hear Miedema al oantsjut hat, mei de terreinsituaesje en wy binne dwaende üs dêr noch oer to birieden. Mei him binne wy fan miening, dat it boustreamke yn Wur dum dochs wol kontinuearre wurde mei. En wy sille der eventueel ek net tsjin opsjen mooglikheden büten in fêststeld ütwreidingsplan yn tapassing to bringen sa't nou bard is. Wy hawwe dus hielendal deselde ge dachte as de hear Miedema, dat dy bouwerij yn Wur dum it wurdich is, dat men dermei trochgiet. De heer Pols (weth.): Volgens de heer Spiekhout wegen de nadelen van het vorderen van een woning, op tegen de voordelen. Ik ken vrijwel geen vorderingen, die geen grote moeilijkheden hebben opgeleverd. De verhouding huurderverhuurder is van meet af aan kapot, daar komt geen verbetering in en men doet dingen, die de zaak niet oplossen. Op een gegeven mo ment wil de huurder er wel weer uit. Op de één of andere manier breken de huurders de woning af uit kwaadheid, omdat de huisbaas er niets aan doet. Met vordering komt men hier dus niet uit. Er wordt beweerd, dat er in de krant heeft gestaan, dat er tussen de 600 en de 700 woningen leeg staan. Ik kan u wel zeggen, dat dat een veel kleiner aantal is, en dat ons bij informatie wel is gebleken, dat men in andere steden oik zit met een percentage als het onze. De woningen, die leeg staan zijn merendeels grote ouderwetse woningen, die een vrij hoge huur moeten opbrengen en het is erg moeilijk er een huurder voor te krijgen. Dit is een categorie, die je niet kwijt kunt. Dan is er nog een groep huizen, die in een goede staat verkeren, zodat die ook een hoge huur moeten opbren gen, maar waarvan de vroegere bewoners een andere woning hebben gekocht en in grote moeilijheden ko men te verkeren als zo'n woning wordt gevorderd. Op het ogenblik staat een aantal woningen leeg doordat de vroegere bewoners naar Greunshiem zijn gegaan. Bij de berekening hoe zij in Greunshiem hun kosten kunnen betalen, zijn deze mensen uitgegaan van wat de eigen woning zou opbrengen. Op het moment, dat men de woning moet verkopen, gaat het heel moeilijk, omdat het op het ogenblik moeilijk is hypotheek te krijgen en de rente is ontzettend hoog. Gaat men nu zo'n woning vorderen, dan brengt men deze mensen in grote moeilijkheden; ik geloof dus niet, dat het juist is, deze woningen op dit moment te vorderen; ook ge zien de slechte ervaringen, waar de heer Spiekhout en ik verschillend over denken. We hebben met de make laars verleden jaar het akkoord aangegaan, dat men in acht weken zou trachten de woning te verkopen en inderdaad heeft ons dat wat verlichting gegeven. Maar de> laatste tijd lukt dit moeilijker. Gaan we deze woning nu vorderen, dan zijn deze mensen de eerste jaren niet meer in staat de woning te verkopen en breng je ze in grote moeilijkheden. Dit houdt natuurlijk niet in, dat wij er op het ogenblik niet degelijk achteraan zit ten bij verschillende mensen, om de woning toch te verkopen, zij het dan tegen een lagere prijs. De an dere groep evenwel, die de woning moet kopen, verkeert niet in de omstandigheden, dat ze hem kunnen kopen. Mede met het oog hierop hebben wij de leeftijd ver laagd tot 45 jaar. Men krijgt daardoor te doen met jongere mensen, die nog vóór het leven staan en het nog wel eens aandurven om een woning te kopen. Een jong gezin met één kind geven wij wel een huis met drie slaapkamers. Dat hebben wij bij de verandering van de norm van 50 in 45 jaar ook bepaald, uiteraard voorzover er dergelijke woningen voorradig zijn. Het blijft altijd een kwestie van verdelen. De heer De Jong heeft nog even gesproken over de vrije vestiging boven een zeker bedrag. Dit is eigenlijk altijd al zo geweest, alleen zijn de laatste jaren de prijzen ontzettend opgelopen. Een jaar of zeven ge leden vonden we een woning van f 25.000,of f 30.000,heel duur. Maar op het ogenblik is het toch wel zo, dat wij eigenlijk vrije vestiging hebben als die prijs zo boven de f 30.000,f 45.000, of f 50.000,ligt. Ik wil hier ook zeggen, dat wij daar ook al niet meer aan vasthouden, op het ogen blik. Als er op het ogenblik verkocht kan worden, geven wij graag, als het er maar een heel klein beetje op lijkt, toestemming. Het Bureau Huisvesting hangt vreselijk tegen een vordering aan. Wij zien dit niet als een oplossing. Wat er dan eventueel gevorderd zou kunnen worden is een heel klein aantal. Ik geloof, dat wij bij de gevallen waar het hier om gaat en dat zijn niet de woningen van f 50.000,of f 60.000,maar de gewone woninkjes stuk voor stuk moeten be kijken of we deze mensen het vorderen aan kunnen doen. Een paar jaar geleden was het ook vreselijk moeilijk om aan een hypotheek te komen. Op een ge geven moment is dat weer wat vlotter gegaan. Deze keert duurt het lang. Ik hoop, dat dit weer zal ver anderen en dan maak ik me sterk, dat de hoeveelheid woningen die nu leeg staat wel mee zal vallen. Want als U de woningen, die momenteel leeg staan, werke lijk stuk voor stuk gaat bekijken, dan is het aantal op het totaal van 45.000 woningen niet schrikbarend. Er staan natuurlijk nog woningen leeg, maar er is ook nog altijd wisseling. Het wordt mij wel eens een keer aan gewreven, dat ik niet vorderen wil. Als dat zo is, dan is het om de grote moeilijkheden, die we daarmee ge had hebben. De heer Bootsma: Het antwoord van de Wethouder van Openbare Werken heeft me toch niet geheel be vredigd. Reeds enkele maanden geleden zijn de richt lijnen opgesteld m.b.t. het gebruik van gietijzeren bui zen bij het aanleggen van waterclosets. Ze waren al dermate met voorzorgen en bijzondere omstandigheden omgeven, dat er van afwijken haast tot de onmoge lijkheden behoorde. Als ze dan maar bij de Dienst voor Bouw- en Woningtoezicht blijven liggen, dan is m.i. deze zaak toch niet geheel, zoals die behoort te zijn. Als men meent, dat men niet van de richtlijnen kan afwijken, laat men het dan ronduit zeggen. Dat de dienst een eigen beleid voert, los van waartoe hij ge machtigd is en opdracht heeft gekregen, kan toch geen bevrediging schenken. Naar ik begrepen heb, is het nu toch wel de bedoeling om die dingen uit te sturen. Ik zou willen verzoeken, om ook de Raadsleden een ge wijzigd exemplaar toe te zenden, zodat ook wij dan een keer weten, wat we hier aan hebben. De hear Miedema: Ik bin tankber, dat de Wethal- der sein hat, dat, mocht it gefal him foardwaen, dat der him ien fan büten de gemeente foar it tünbou. sintrum oanmeldt, dit yn earnstige oerweging nommen wurde sil. Lykwols os it Kolleezje stil sitten bliuwt, sil de kans, dat der sa'n man opdraven komt, frij ge ring wêze. Ik soe B. en W. dêrom yn oerweging jaen wolle der ris hwat ruchtberens oan to jaen, dat der noch inkele plakken disponibel binne. De heer Spiekhout: De Wethouder heeft mij niet overtuigd, dat het zonder dat er woningen worden gevorderd goed gaat. Hij zegt wel, dat vordering zonder meer moeilijkheden veroorzaakt, maar dan doelt hij alleen op gevallen, die al zes of zeven jaar oud zijn, want jongere ervaring hebben we niet. Het is waar, dat soms mensen door vordering in moeilijkheden ko men, maar vaak ook blijven de huizen lang leeg staan door te hoge vraagprijzen. Er zijn ook speculatiegeval- len bij. En wat zal men dan doen? De makelaars weten heel goed, dat in Leeuwarden op dit punt geen sanctie wordt toegepast en zij trekken zich van de woningnood helaas weinig aan. Wat de Wethouder nu gezegd heeft, is gelijk aan de motivering van vorig jaar en het jaar daarvoor. Ik geloof daar niet meer in, want er veran dert niet veel. Het is een wantoestand, dat goede, bruik bare woningen leeg staan en dat wij daar blijkbaar niets aan doen. Ik zie echtwel de bezwaren van die vordering en als de Wethouder een ander deugdelijk middel kan noemen om aan die wantoestand een einde te maken, dan ga ik daar graag mee akkoord. Een brief aan de makelaars, zoals die vorig jaar is uitge gaan, haalt niets uit. Dat is duidelijk bewezen en dan vind ik, dat je het enige paardemiddel dat ons ter be schikking staat, maar moet gebruiken. Natuurlijk moet er een verstandig gebruik van worden gemaakt, en moeten de gevallen stuk voor stuk worden bekeken, akkoord, dat ben ik met de Wethouder allemaal eens, maar de preventieve werking die ervan uitgaat, als er inderdaad gevallen worden aangepakt, schat ik bijzon der hoog. De heer K. J. de Jong: De Wethouder heeft mij ge antwoord, dat een gezin van man en vrouw met één kind een drie-slaapkamerwoning verstrekt wordt, zo wel in de nieuwbouw als in de oudere woningen. Zou het niet juist zijn, dat een echtpaar zonder kinderen een drie-slaapkamerwoning kan krijgen, zowel in de nieuwbouw als in de oudere woningen? Wanneer een zekere versoepeling in de nieuwbouw toegepast wordt, moet men diezelfde normen ook voor de oudere wo ningen gaan hanteren. Want het zijn m.n. de mensen die naar redelijkerwijs aangenomen mag worden vóór de gezinsvorming staan, die graag een huis zou den willen kopen met drie slaapkamers, terwijl men juist wanneer men wil kopen, wordt verwezen naar een huis met twee slaapkamers. Dit knelpunt dient in de toekomst wanneer de markt daartoe maar enigs zins ruimte geeft te worden opgeruimd. De heer Kingma: Naar ik vernam, trachten veel kleine tuinbouwcentra, in Groningen bijvoorbeeld, sa men te gaan. De moeilijkheden op dit vlak ontstaan, omdat men te lage prijzen maakt. Wanneer wij dit tuinbouwcentrum zo klein houden, heeft het dan wel levensvatbaarheid op de duur? Krijgen wij dan niet een noodlijdend geval in Goutum, met al deze tuinbouw centra over geheel Friesland verdeeld? Ik geloof, dat er om deze mensen een bestaan te geven ge streefd moet worden naar meer concentratie. De hear Hartstra: Ik bigryp it antwurd fan de Wethalder oan de hear Miedema net. Dizze hie it oer it ütwreidingsplan fan Wurdum en hy makke biswier tsjin it sanearrings.moeras. Ik leau, dat de Wethalder en de hear Miedema it iens binne, dat it dêr swier bouwen is, mar it is miskien trije, heechstens fjouwer riedssittingen forlyn, dat it oankeapjen fan it moeras hjir mei aigemiene stimmen oannommen is. En ik leau, dat doe de situaesje dochs ek wol bikend wie. De heer Van der Schaaf (weth.): De heer Bootsma kan ik toezeggen, dat een exemplaar van de richtlijnen i.z. het gebruik van plastic buizen aan de raadsleden zal worden toegezonden. Der is gjin biswier tsjin, dat de hear Miedema en de oare riedsleden ris in bytsje buorkundich meitsje, dat wy ek wol mei minsken fan büten Ljouwert prate wolle oer fêstiging yn it tünbousintrum. Dus hoege wy direkt net de foarm fan in adfortinsje to kiezen. De heer Kingma zegt, dat concentratie van tuin bouwcentra gewenst is. Als wij in Leeuwarden een goed functionerende veiling zouden hebben, zou het tuinboucentrum in Goutum daar wel tegenaan kunnen leunen. Ik zie het dus meer in het kader van de fusie en het in stand blijven van een goede veiling, dan in de omvang van het tuinbouwcentrum- De heer Pols (weth.)De heer Spiekhout en ik zul len het denkelijk niet eens worden. De heer Spiekhout zegt, dat mijn verhaal m.b.t. het vorderen van wonin gen elk jaar hetzelfde is. Ik zou hetzelfde kunnen zeg gen van het betoog van de heer Spiekhout. Ik heb hier een lijst van de woningen die leeg stonden op 1 no vember. Als U de dienstwoningen, de moeilijk verkoop bare en ook de moeilijk verhuurbare woningen eraf trekt, blijven er heus niet zoveel over. En de woningen, die U op een gegeven moment geschikt zou achten om te vorderen, zijn nu juist die woningen, waarbij het voor de mensen, waar je van gaat vorderen, verschrik kelijk moeilijk is. Vaak hebben ze weer een andere woning gekocht. Men maakt ook bezwaar tegen de voorwaarde, dat men eerst de oude woning moet ver kopen, voordat men voor de andere woning een ves tigingsvergunning krijgt. Met het dreigen met vorde ring, hebben wij al heel wat bereikt. Er zijn al heel veel woningen verkocht, voor een veel lagere prijs dan waar de mensen in eerste instantie op rekenden. Vaak voor een prijs die vergelijkbaar is met de prijzen van een jaar of wat geleden. Dus gaan wij met die dreiging wel steeds door. Op het ogenblik zien wij echter geen voordeel in vordering, omdat wij de mensen van wie de woning gevorderd wordt, gaan duperen. Vooral de genen, die in Greunshiem zijn opgenomen zouden erg gedupeerd zijn met vordering, omdat dit de mogelijk heid om in dit bejaardencentrum te worden opgenomen, bedreigt. De heer Visser vraagt iets over de normen. Ik heb de heer De Jong gezegd, dat wij de norm van 50 jaar verlaagd hebben tot 45 jaar en dat wij een jong echt paar met één kind, en dan zeg ik er met klem bij indien voorradig, helpen aan een woning met drie slaapkamers. Deze norm passen wij op het ogenblik niet toe bij een ouder echtpaar met dezelfde gezins samenstelling. Betreft het een keuzegeval tussen een oud en een jong gezin, dan geef ik toch aan die jon gere mensen de voorkeur. Een jong gezin gaat vaak nog uitbreiden en een ouder gezin niet. Dit zijn op het ogenblik de normen. Ik kan daar weinig meer van zeg gen. Betreft het een koopwoning en je kunt er weer een woning door bewoond krijgen, dan doe je het nog wel eens een beetje anders. De Voorzitter verdaagt de vergadering tot woens dag 22 december 1965, des namiddags om 2.00 uur.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1965 | | pagina 8