2 3 De heer K. J. de Jong: Het is ons bekend, dat m.n. de heer Pols in de tijd toen hij nog geen Wethouder was, er nogal sterk op aangedrongen heeft deze on bevredigende situatie te veranderen door het sluiten van een overeenkomst met de Provincie inzake de le vering van de elektriciteit. Het moet de heer Pols een bijzondere voldoening geven, dat, mee door zijn toe doen, dit voorstel hier vanavond ter tafel komt. Ik zou het College en in het bijzonder de heer Pols hier. mee willen complimenteren. De heer Pols (weth.)Namens het College zeg ik de heren dank voor hun waarderende woorden. Ik ben blij, dat dit voorstel vanavond op tafel ligt. Als twee partijen iets tot stand willen brengen, wordt het van beide kanten geven en nemen. Financieel bezien heb ben wij het n.m.m. goed gespeeld. Ik prijs me geluk kig, dat de nieuwe Wethouder twee en een half jaar- de gelegenheid krijgt te zien hoe dit loopt. Het is voor de Provincie en voor ons een geheel nieuw contract. Persoonlijk maak ik me wat dit contract betreft niet zo heel erg ongerust, maar ik zal t.z.t. één van de eersten zijn die de krant neemt om eens te zien hoe het gelopen is. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 20 (bijlage no. 272). De heer Heidinga: Nadat de Raad op 18 mei van dit jaar heeft besloten, dat voor de beoefening van bal sporten vlakke vloeren in de Frieslandhal zullen wor den aangebracht, komt het College nu met het voorstel om betonnen vloeren te laten maken en de uitvoering daarvan op te dragen aan Intervam. Hoewel we voor de sportbeoefening, die voor dit seizoen reeds is be gonnen of heel spoedig zal aanvangen, misschien aan de late kant zijn, zijn wij toch erg verheugd, dat ons reeds nu dit definitieve voorstel bereikt. Omdat er zo'n grote behoefte is aan sportaccommodatie wil ik graag, namens mijn fractie, de wens uitspreken, dat deze vloe ren heel spoedig in gebruik zullen kunnen worden ge nomen. Zijn wij t.o.v. de eigenlijke zaak zeer positief inge steld, de manier waarop het College dit thans aan de Raad voorstelt, brengt bij ons enrge bedenkingen te weeg. In de eerste plaats de behandeling van deze zaak in de Raad van 18 mei j.l. Toen is vrij uitvoerig over dit voorstel gesproken. Er zijn door de raadsleden een aantal punten naar voren gebracht. Ik wil U er even een paar in herinnering brengen. Er is gesproken over de vraag of de vloeren gemaakt zouden kunnen wor den van asfalt. Dat zou vermoedelijk f 150.000,— be sparen. Er is gesproken over het minder wenselijke van stalen strippen in die betonvloeren, i.v.m. de eventuele scherpe randen. Er is gesproken over het alsnog ge schikt maken van één van de vakken voor het volley balspel. Ook herinner ik mij, dat de Raad met verwon dering kennis had genomen van het feit, dat er slechts één commissie gehoord was. De Wethouder van Sport en Recreatie heeft toen aan de Raad bepaalde toezeg gingen gedaan. Hij heeft gezegd, dat hij bereid was dit gehele geval met alle aspecten in een gezamenlijke ver gadering van de drie commissies te brengen. Ik meen mij te herinneren, dat het de heer Visser was, die aan het einde van het debat zich ongeveer zo uitdrukte: Gezien de toezeggingen van de Wethouder gaan wij met dit voorstel akkoord. Ik vind het erg jammer, dat ik nu moet zeggen, dat van deze toezeggingen van het College niets terecht is gekomen. Dat zijn wij van B. en W. eigenlijk niet gewend. Het voorstel, zoals het hier ligt, is enkel aan de orde geweest in de Commis sie voor Sport en Recreatie. En daar is slechts gespro ken over de aanbesteding en over de inpassing in de gang van zaken van de veemarkt. De aspecten die in een vorige raadsvergadering naar voren zijn gekomen, zijn in de Commissie voor Sport en Recreatie niet be sproken. Nu het voorstel zelf. Het College tracht aan te to nen, dat het uit technisch oogpunt noodzakelijk is dit werk bij enkele inschrijving op te dragen aan Inter vam, of zo U wilt, aan de N.V. voorheen Kool en Wil- deboer. Wij onderschrijven niet, dat het speciaal uit technische oogpunten noodzakelijk is deze weg te be wandelen. Uit een oogpunt van vakbekwaamheid en technische uitrusting zou ik zo 10 bedrijven in de stad kunnen aanwijzen, die capabel en vakbexwaam zijn om deze vloeren in de Frieslandhal goed te leggen. Wij betreuren het, dat het College de technische moeilijk heden van uitvoering van dit project zo voorstelt, dat alleen intervam dit werk zou kunnen uitvoeren. Het is eigenlijk een tikje belachelijk, want zo'n bijzonder stuk werk is het niet; zulke grote technische moeilijkheden zitten er niet aan. Het is een heel doodgewoon stuk betonwerk. Er zit niet eens wapening in en het is een vloer, dus men hoeft er niet eens een bekisting voor te stellen. Dat wil niet zeggen, dat er niet de nodige vakbekwaamheid aan te pas komt. Dat moeten wij bij ieder werk eisen. Het enige punt waar extra aandacht aan geschonken moet worden, is de afwerklaag van beton, die 1 of 2 cm dik wordt. Het kan er later op gesmeerd worden, maar het kan ook direct na het stor ten. In de stukken voor de vorige vergadering is hier over heel uitvoerig gesproken. In de begroting van f 460.000,is speciaal voor de afwerklaag van die vloeren een post opgenomen van f 60.000,In ge dachten ga ik de gang van het werk even na. In de eerste plaats moet de bestrating eruit en moet de rio lering worden verlegd, dan moet het zand opnieuw ge stabiliseerd worden en daarna begint men met het op stellen van de stalen strippen. Dan gaat het beton erin en als allerlaatste komt de afwerklaag. De dringende reden, dat reeds voor de aanbesteding met de aanne mer overleg moet worden gepleegd, zie ik echt niet. De afwerklaag is het punt, waarover verschillende des kundigen zullen moeten worden geraadpleegd, maar dat kan heel gemakkelijk in de tijd die verloopt tussen de aanbesteding en het aanbrengen van de afwerklaag. Daarom lijkt ons geen reden aanwezig om speciaal In tervam naar voren te schuiven. Er is mij uit het verslag van de Commissie voor Sport en Recreatie gebleken, dat er in werkelijkheid een andere reden is. Ik lees in dat verslag, dat de Ge meente morele verplichtingen aan Intervam heeft. (De heer Tiekstra (weth.:) Tegen deze voorstelling maak ik ernstig bezwaar, omdat juist deze reden na drukkelijk verworpen is in hetzelfde overleg, waar over de heer Heidinga spreekt. Dit suggereert in een richting die volstrekt onzuiver is.) In het verslag van de vergadering van de Commissie voor Sport en Re creatie van 18 augustus 1966 staat o.m.: „Met betrek king tot de wijze van uitvoering merkt spreker op, dat dit moet worden ingepast in de Veemarkt. Onder handse aanbesteding vindt spreker in dit geval van veel belang. Ook meent mj, dat de Gemeente, gezien de voorgeschiedenis van de kunstijsbaan, moreel eigen lijk wel verplicht is, om met de firma Kool en Wilde- boer in zee te gaan." Dit verslag heb ik thuis ge stuurd gekregen. (De heer Tiekstra (weth.)De heer Heidinga weet wie die spreker is. Ik vraag hem nu de spreker te noemen.) Dit was Ir. Muller, adjunct-direc teur van Openbare Werken. Als het waar is, dat de Gemeente morele verplichtingen aan Intervam heeft, die ontstaan zouden zijn, omdat aan Intervam vermoe delijk de kunstijsbaan zou zijn gegund, als die was aan besteed, lijkt het mij in de eerste plaats nodig, dat dit aan de gehele Raad ter kennis wordt gebracht. Hoe kunnen wij hier een besluit vormen, als dit heel duide lijk een zeer zwaar wegende overweging is Er wordt ons in de raadsbrief gezegd, dat het uit technisch oogpunt per se noodzakelijk is, dat Intervam het werk uitvoert, maar wij zien de techni sche noodzakelijkheid beslist niet. In de tweede plaats vrag'en wij ons af, of de Gemeen te werkelijk verplichtingen aan Intervam heeft i.v.m. de voorbereidende werkzaamheden aan de kunstijsbaan. Dat behoren wij te weten. Het project was destijds ontwikkeld door Friwo. Friwo had voor het bouwkun dige gedeelte de N.V. Westerbaan in de arm genomen en er was een gerenommeerd ingenieursbureau hier uit de stad ingeschakeld voor de adviezen, tekeningen, be rekeningen e.d. Als die kunstijsbaan toen door de Raad aanvaard was, had de N.V. Westerbaan de betoncon structie gemaakt. Nu vraag ik: Hoe zijn dan de ver plichtingen aan Intervam ontstaan? Ik ga er volkomen mee akkoord, dat, als het College of de Wethouder be paalde adviezen inwint, de Gemeente daarvoor betaalt. Maar ik zie niet in dat wij ons als Raad twee jaar later moeten laten beïnvloeden door eventuele verplich tingen, die indertijd m.b.t. de kunstijsbaan zouden zijn ontstaan. Ik hoop, dat de Wethouder mij van mijn on gelijk kan overtuigen. Ik zou graag zien, dat wij 5 a 6 mensen uitnodigden en ik heb er uiteraard geen be zwaar tegen, als Intervam daarbij is. De heer Visser: De heer Heidinga heeft een uit voerige beschouwing gegeven over de verschillende aspecten van deze zaak. Het spijt ons, dat de Raad eigenlijk onvolledig is voorgelicht en dat de toezeg ging, die op 18 mei van de zijde van het College gedaan is t.a.v. het horen van de drie toen genoemde commis sies, nu kennelijk niet is nagekomen. De heer Tiekstra (weth.)Ik geloof, dat het goed is, dat ik volledig refereer aan de inhoud van de raads brief, want daarom gaat het op het ogenblik. Het gaat uitsluitend om het feit, dat binnen het kader van het oesluit van 18 mei zo snel mogelijk de dringend nood zakelijke voorziening, waarover toen gesproken is, in de Frieslandhal wordt aangebracht, omdat, zoals uit de toenmalige stukken bleek, volstaan kan worden met een aanvullend krediet van f 180.000,bij een benodig de investering van f 460.000,Het lijkt mij nuttig, dat ik dat ais uitgangspunt neem, omdat voor het ver- scml tussen deze twee bedragen de financiering reeds verzekerd en de goedkeuring van G.S. aanwezig is. Van dat krediet zouden de thans in discussie zijnde werk zaamheden uitgevoerd moeten worden. I.p.v. een her- bestrating worden nu betonvloeren aangelegd. Ik wil bepaalde mededelingen aan de Raad met onthouden. Vanzelfsprekend heeft datgene wat in de vergadermg van 18 mei 1966 is gezegd, een grote rol gespeeld bij het verdergaande overleg. Als de heer Heidmga citeert uit het verslag van de vergadering van de Commissie van advies en bijstand voor de Dienst voor Sport en Recreatie van 18 augustus, mag ik zijn geheugen wel even opfrissen, door te verwijzen naar een discussie die in deze commissie is gevoerd bij gelegenheid van de behandeling van het voorstel van 18 mei. Toen is ook het laatst door de heer Heidinga aangeroerde mo tief, n.l. de veronderstelde aanwezigheid van morele ver plichtingen van de Gemeente t.o.v. de N.V. Kool en Wil- deboer dat is de rechtspersoon en het is zinloos om Intervam te noemen aan de orde geweest. In dat beraad is uitdrukkelijk gesproken over de wijze van aanbesteding welke voor dit project het meest ge wenst was. In deze zelfde commissie is zeer nadruk kelijk de opvatting verworpen, dat de Gemeente morele verplichtingen zou hebben aan de N.V. Kool en Wilde- boer. Ik meen, dat ik dit zelf nadrukkelijk gesteld heb. Ik ben er zeker van, dat het College van B. en W. deze morele verplichting beslist niet gevoeld heeft. Er is destijds een zakelijke transactie geweest t.a.v. de be tonnen vloer, waarin de ijsbaan gelegd moest worden. Hiervoor heeft de N.V. Kool en Wildeboer een nota gepresenteerd en die nota hebben wij voldaan. Wil de N.V. Kool en Wildeboer die nota 4 a 5 duizend gulden lager stellen dan de kosten zijn geweest, dan moet de N.V. Kool en Wildeboer dat weten. Toen is door het College nogmaals nadrukkelijk aan de dienst der Openbare Werken gevraagd om zijn voorkeur voor de wijze van aanbesteding kenbaar te maken. Juist over dat punt is in de commissievergadering van 18 augus tus uitvoerig gesproken. De dienst der Openbare Wer ken heeft toen zeer nadrukkelijk gesteld, dat hij zich niet gelukkig voelde in het opzetten van een compleet en gedetailleerd bestek enz. voor dit werk, juist i.v.m. de technische eisen, die aan dit werk gesteld moeten worden. Ik meen, dat wij technische adviseurs hebben om naar te luisteren. Het is waarschijnlijk wat gecom pliceerder dan de heer Heidinga het voorstelt. Het is n.l. zo, dat deze vloer moet voldoen aan een zeer groot aantal nogal tegenstrijdige eisen. Hij moet de belasting van het zware wegverkeer kunnen verdragen en tege lijkertijd zo vlak zijn, dat hij gebruikt kan worden voor sportdoeleinden. Hij wordt gebruikt voor veemarkt, maar mag tegelijkertijd niet aangetast worden door hetgeen op een veemarkt nu eenmaal op de vloer te recht pleegt te komen. Ook uitvoeringstechnisch is deze zaak nog niet zo eenvoudig, omdat men in een bepaald uitvoeringsschema tegels van 10 x 10 meter zal moeten maken. Als een adjunct-directeur van de dienst der Openbare Werken het College adviseert, dan doet hij dat om te voorkomen, dat hij straks wordt ge confronteerd met een uitvoering, die mogelijk de risi co's voor de vloer groter zouden hebben gemaakt dan anders in nauw overleg en samenspel met de daarvoor gekozen aannemer het geval zou zijn geweest. De dienst der Openbare Werken stelt zeer nadrukkelijk, dat hij pas in nauw samenspel en overleg met de uitvoerende aannemer tot een goed bestek en tot een goede prijs kan komen. Ik geloof, dat het zin heeft om daar de nadruk op te leggen, vooral ook omdat het werk binnen een vrij kort tijdsbestek moet worden uitgevoerd en omdat het uitgevoerd moet wor den in een veemarkt, die in bedrijf is. Hier speelt nog iets een rol bij. Het gaat ook m.n. om de vraag of de zaak door uitvoering van twee i.p.v. drie vloeren gehouden kan worden binnen het bestek van het oude krediet. De heer Heidinga zegt, dat het dóódsimpel werk is. Ik ben een leex, maar ik weet wel, dat er met be tonwerk wel het een en ander kan gebeuren. Daarom meen ik, dat het goed is het advies van de technische adviseurs van het College zeer zwaar te laten wegen. Als het dus zo is, dat er maar met één aannemer kan worden overlegd, rest mij de vraag: Waarom de N.V. Kool en Wildeboer? Dat stoelt helemaal niet op de overtuiging of de ervaring, dat in Leeuwarden geves tigde, soortgelijke ondernemingen dit niet zouden kun nen doen, maar dat stoelt uitsluitend op de ervaring, die de dienst der Openbare Werken met dit betonbe drijf heeft. Dat betekent dus niet, dat men veronder stelt, dat het met de in Leeuwarden gevestigde bedrij ven niet goed zou gaan, maar men heeft met dit bedrijf ervaring. Als we op 19 mei begonnen waren, dan had den we kans gehad, dat wij half november zover klaar zouden zijn geweest, dat het Russische Staatscircus zon der meer zijn tenten daar zou kunnen opslaan. Dat gaat met meer, maar toch moet er gewerkt worden, want in de Frieslandhal wordt, ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het Ned. Handbalverbond in maart 1967 een groot Interland Jeugdhandbaltournooi gehouden. De uitvoeringstijd van dit werk wordt ge raamd op ongeveer 6 maanden. Dat betekent opnieuw een intensief overleg met de aannemer om op tijd met de diverse onderdelen klaar te zijn. Ook de kwestie van asfaltvloe-ren is bestudeerd, maar wegens de grote gevoeligheid van asfalt voor de inwerking van de stoffen, die op de markt nu eenmaal veelvuldig worden gedeponeerd, blijft de dienst der Openbare Werken zeer nadrukkelijk de voorkeur geven aan beton. Het probleem van de dekvloeren zal in de loop van het werk nader moeten worden bekeken. Er is in de commissievergadering ook nog uitvoerig ge sproken over het risico, dat de stalen strippen zullen opleveren. Dat risico is er niet, omdat deze stalen strippen niet boven het beton worden uitgeperst. Mocht ik iets vergeten hebben, dan komt dat, omdat het raads- verslag van 18 mei nog niet klaar is en ik niet meer weet wat er toen allemaal gezegd is. Ik hoop, dat we vanavond dit besluit nemen, opdat wij, als G.S. ook snel zullen werken en het overleg vlot verloopt, nog eind volgende maand met de aanleg van deze vloeren kun nen beginnen, zodat wij voor half november zover zijn, dat het Russische circus er op kan staan en we er naast verder kunnen werken, zodat wij op 10 maart 1967 zover zijn, dat jeugdspelers uit West- en Oost- Europa op de eerste vloer een interlandwedstrijd zullen kunnen spelen. De heer Heidinga: Ik had wel verwacht, dat de Wethouder zich niet zonder slag of stoot gewonnen zou geven. Wethouder Tiekstra citeert uit de notulen van de commissievergadering van 2 mei, maar hij citeert fout. De Wethouder zei, dat er eensgezindheid be stond in die commissie t.a.v. de onderhandse aanbeste ding. Er staat echter: „De voorzitter" dat is wet houder Tiekstra „deelt voorts mede, dat de Directeur Openbare Werken van oordeel is, dat dit werk op grond van morele verplichtingen, onderhands dient te worden aanbesteed aan de firma Kool en Wildeboer te Gronin gen, die oorspronkelijk zou worden belast met het ma ken van een kunstijsbaan op dezelfde plaats. De heer Heidinga vraagt zich af of het houden van een onder handse aanbesteding op dit moment wel het voorde-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1966 | | pagina 2