2
3
De heer K. J. de Jong: Het is ons bekend, dat m.n.
de heer Pols in de tijd toen hij nog geen Wethouder
was, er nogal sterk op aangedrongen heeft deze on
bevredigende situatie te veranderen door het sluiten
van een overeenkomst met de Provincie inzake de le
vering van de elektriciteit. Het moet de heer Pols een
bijzondere voldoening geven, dat, mee door zijn toe
doen, dit voorstel hier vanavond ter tafel komt. Ik
zou het College en in het bijzonder de heer Pols hier.
mee willen complimenteren.
De heer Pols (weth.)Namens het College zeg ik
de heren dank voor hun waarderende woorden. Ik ben
blij, dat dit voorstel vanavond op tafel ligt. Als twee
partijen iets tot stand willen brengen, wordt het van
beide kanten geven en nemen. Financieel bezien heb
ben wij het n.m.m. goed gespeeld. Ik prijs me geluk
kig, dat de nieuwe Wethouder twee en een half jaar-
de gelegenheid krijgt te zien hoe dit loopt. Het is voor
de Provincie en voor ons een geheel nieuw contract.
Persoonlijk maak ik me wat dit contract betreft niet
zo heel erg ongerust, maar ik zal t.z.t. één van de
eersten zijn die de krant neemt om eens te zien hoe
het gelopen is.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 20 (bijlage no. 272).
De heer Heidinga: Nadat de Raad op 18 mei van
dit jaar heeft besloten, dat voor de beoefening van bal
sporten vlakke vloeren in de Frieslandhal zullen wor
den aangebracht, komt het College nu met het voorstel
om betonnen vloeren te laten maken en de uitvoering
daarvan op te dragen aan Intervam. Hoewel we voor
de sportbeoefening, die voor dit seizoen reeds is be
gonnen of heel spoedig zal aanvangen, misschien aan
de late kant zijn, zijn wij toch erg verheugd, dat ons
reeds nu dit definitieve voorstel bereikt. Omdat er zo'n
grote behoefte is aan sportaccommodatie wil ik graag,
namens mijn fractie, de wens uitspreken, dat deze vloe
ren heel spoedig in gebruik zullen kunnen worden ge
nomen.
Zijn wij t.o.v. de eigenlijke zaak zeer positief inge
steld, de manier waarop het College dit thans aan de
Raad voorstelt, brengt bij ons enrge bedenkingen te
weeg. In de eerste plaats de behandeling van deze zaak
in de Raad van 18 mei j.l. Toen is vrij uitvoerig over
dit voorstel gesproken. Er zijn door de raadsleden een
aantal punten naar voren gebracht. Ik wil U er even
een paar in herinnering brengen. Er is gesproken over
de vraag of de vloeren gemaakt zouden kunnen wor
den van asfalt. Dat zou vermoedelijk f 150.000,— be
sparen. Er is gesproken over het minder wenselijke van
stalen strippen in die betonvloeren, i.v.m. de eventuele
scherpe randen. Er is gesproken over het alsnog ge
schikt maken van één van de vakken voor het volley
balspel. Ook herinner ik mij, dat de Raad met verwon
dering kennis had genomen van het feit, dat er slechts
één commissie gehoord was. De Wethouder van Sport
en Recreatie heeft toen aan de Raad bepaalde toezeg
gingen gedaan. Hij heeft gezegd, dat hij bereid was dit
gehele geval met alle aspecten in een gezamenlijke ver
gadering van de drie commissies te brengen. Ik meen
mij te herinneren, dat het de heer Visser was, die aan
het einde van het debat zich ongeveer zo uitdrukte:
Gezien de toezeggingen van de Wethouder gaan wij
met dit voorstel akkoord. Ik vind het erg jammer, dat
ik nu moet zeggen, dat van deze toezeggingen van het
College niets terecht is gekomen. Dat zijn wij van B.
en W. eigenlijk niet gewend. Het voorstel, zoals het
hier ligt, is enkel aan de orde geweest in de Commis
sie voor Sport en Recreatie. En daar is slechts gespro
ken over de aanbesteding en over de inpassing in de
gang van zaken van de veemarkt. De aspecten die in
een vorige raadsvergadering naar voren zijn gekomen,
zijn in de Commissie voor Sport en Recreatie niet be
sproken.
Nu het voorstel zelf. Het College tracht aan te to
nen, dat het uit technisch oogpunt noodzakelijk is dit
werk bij enkele inschrijving op te dragen aan Inter
vam, of zo U wilt, aan de N.V. voorheen Kool en Wil-
deboer. Wij onderschrijven niet, dat het speciaal uit
technische oogpunten noodzakelijk is deze weg te be
wandelen. Uit een oogpunt van vakbekwaamheid en
technische uitrusting zou ik zo 10 bedrijven in de stad
kunnen aanwijzen, die capabel en vakbexwaam zijn om
deze vloeren in de Frieslandhal goed te leggen. Wij
betreuren het, dat het College de technische moeilijk
heden van uitvoering van dit project zo voorstelt, dat
alleen intervam dit werk zou kunnen uitvoeren. Het is
eigenlijk een tikje belachelijk, want zo'n bijzonder stuk
werk is het niet; zulke grote technische moeilijkheden
zitten er niet aan. Het is een heel doodgewoon stuk
betonwerk. Er zit niet eens wapening in en het is een
vloer, dus men hoeft er niet eens een bekisting voor
te stellen. Dat wil niet zeggen, dat er niet de nodige
vakbekwaamheid aan te pas komt. Dat moeten wij bij
ieder werk eisen. Het enige punt waar extra aandacht
aan geschonken moet worden, is de afwerklaag van
beton, die 1 of 2 cm dik wordt. Het kan er later op
gesmeerd worden, maar het kan ook direct na het stor
ten. In de stukken voor de vorige vergadering is hier
over heel uitvoerig gesproken. In de begroting van
f 460.000,is speciaal voor de afwerklaag van die
vloeren een post opgenomen van f 60.000,In ge
dachten ga ik de gang van het werk even na. In de
eerste plaats moet de bestrating eruit en moet de rio
lering worden verlegd, dan moet het zand opnieuw ge
stabiliseerd worden en daarna begint men met het op
stellen van de stalen strippen. Dan gaat het beton erin
en als allerlaatste komt de afwerklaag. De dringende
reden, dat reeds voor de aanbesteding met de aanne
mer overleg moet worden gepleegd, zie ik echt niet.
De afwerklaag is het punt, waarover verschillende des
kundigen zullen moeten worden geraadpleegd, maar
dat kan heel gemakkelijk in de tijd die verloopt tussen
de aanbesteding en het aanbrengen van de afwerklaag.
Daarom lijkt ons geen reden aanwezig om speciaal In
tervam naar voren te schuiven.
Er is mij uit het verslag van de Commissie voor
Sport en Recreatie gebleken, dat er in werkelijkheid
een andere reden is. Ik lees in dat verslag, dat de Ge
meente morele verplichtingen aan Intervam heeft.
(De heer Tiekstra (weth.:) Tegen deze voorstelling
maak ik ernstig bezwaar, omdat juist deze reden na
drukkelijk verworpen is in hetzelfde overleg, waar
over de heer Heidinga spreekt. Dit suggereert in een
richting die volstrekt onzuiver is.) In het verslag van
de vergadering van de Commissie voor Sport en Re
creatie van 18 augustus 1966 staat o.m.: „Met betrek
king tot de wijze van uitvoering merkt spreker op,
dat dit moet worden ingepast in de Veemarkt. Onder
handse aanbesteding vindt spreker in dit geval van
veel belang. Ook meent mj, dat de Gemeente, gezien
de voorgeschiedenis van de kunstijsbaan, moreel eigen
lijk wel verplicht is, om met de firma Kool en Wilde-
boer in zee te gaan." Dit verslag heb ik thuis ge
stuurd gekregen. (De heer Tiekstra (weth.)De heer
Heidinga weet wie die spreker is. Ik vraag hem nu de
spreker te noemen.) Dit was Ir. Muller, adjunct-direc
teur van Openbare Werken. Als het waar is, dat de
Gemeente morele verplichtingen aan Intervam heeft,
die ontstaan zouden zijn, omdat aan Intervam vermoe
delijk de kunstijsbaan zou zijn gegund, als die was aan
besteed, lijkt het mij in de eerste plaats nodig, dat dit
aan de gehele Raad ter kennis wordt gebracht. Hoe
kunnen wij hier een besluit vormen, als dit heel duide
lijk een zeer zwaar wegende overweging is
Er wordt ons in de raadsbrief gezegd, dat
het uit technisch oogpunt per se noodzakelijk is, dat
Intervam het werk uitvoert, maar wij zien de techni
sche noodzakelijkheid beslist niet.
In de tweede plaats vrag'en wij ons af, of de Gemeen
te werkelijk verplichtingen aan Intervam heeft i.v.m.
de voorbereidende werkzaamheden aan de kunstijsbaan.
Dat behoren wij te weten. Het project was destijds
ontwikkeld door Friwo. Friwo had voor het bouwkun
dige gedeelte de N.V. Westerbaan in de arm genomen
en er was een gerenommeerd ingenieursbureau hier uit
de stad ingeschakeld voor de adviezen, tekeningen, be
rekeningen e.d. Als die kunstijsbaan toen door de Raad
aanvaard was, had de N.V. Westerbaan de betoncon
structie gemaakt. Nu vraag ik: Hoe zijn dan de ver
plichtingen aan Intervam ontstaan? Ik ga er volkomen
mee akkoord, dat, als het College of de Wethouder be
paalde adviezen inwint, de Gemeente daarvoor betaalt.
Maar ik zie niet in dat wij ons als Raad twee jaar
later moeten laten beïnvloeden door eventuele verplich
tingen, die indertijd m.b.t. de kunstijsbaan zouden zijn
ontstaan. Ik hoop, dat de Wethouder mij van mijn on
gelijk kan overtuigen. Ik zou graag zien, dat wij 5 a 6
mensen uitnodigden en ik heb er uiteraard geen be
zwaar tegen, als Intervam daarbij is.
De heer Visser: De heer Heidinga heeft een uit
voerige beschouwing gegeven over de verschillende
aspecten van deze zaak. Het spijt ons, dat de Raad
eigenlijk onvolledig is voorgelicht en dat de toezeg
ging, die op 18 mei van de zijde van het College gedaan
is t.a.v. het horen van de drie toen genoemde commis
sies, nu kennelijk niet is nagekomen.
De heer Tiekstra (weth.)Ik geloof, dat het goed
is, dat ik volledig refereer aan de inhoud van de raads
brief, want daarom gaat het op het ogenblik. Het gaat
uitsluitend om het feit, dat binnen het kader van het
oesluit van 18 mei zo snel mogelijk de dringend nood
zakelijke voorziening, waarover toen gesproken is, in
de Frieslandhal wordt aangebracht, omdat, zoals uit
de toenmalige stukken bleek, volstaan kan worden met
een aanvullend krediet van f 180.000,bij een benodig
de investering van f 460.000,Het lijkt mij nuttig,
dat ik dat ais uitgangspunt neem, omdat voor het ver-
scml tussen deze twee bedragen de financiering reeds
verzekerd en de goedkeuring van G.S. aanwezig is. Van
dat krediet zouden de thans in discussie zijnde werk
zaamheden uitgevoerd moeten worden. I.p.v. een her-
bestrating worden nu betonvloeren aangelegd. Ik wil
bepaalde mededelingen aan de Raad met onthouden.
Vanzelfsprekend heeft datgene wat in de vergadermg
van 18 mei 1966 is gezegd, een grote rol gespeeld bij
het verdergaande overleg. Als de heer Heidmga citeert
uit het verslag van de vergadering van de Commissie
van advies en bijstand voor de Dienst voor Sport en
Recreatie van 18 augustus, mag ik zijn geheugen wel
even opfrissen, door te verwijzen naar een discussie
die in deze commissie is gevoerd bij gelegenheid van
de behandeling van het voorstel van 18 mei. Toen is
ook het laatst door de heer Heidinga aangeroerde mo
tief, n.l. de veronderstelde aanwezigheid van morele ver
plichtingen van de Gemeente t.o.v. de N.V. Kool en Wil-
deboer dat is de rechtspersoon en het is zinloos om
Intervam te noemen aan de orde geweest. In
dat beraad is uitdrukkelijk gesproken over de wijze
van aanbesteding welke voor dit project het meest ge
wenst was. In deze zelfde commissie is zeer nadruk
kelijk de opvatting verworpen, dat de Gemeente morele
verplichtingen zou hebben aan de N.V. Kool en Wilde-
boer. Ik meen, dat ik dit zelf nadrukkelijk gesteld heb.
Ik ben er zeker van, dat het College van B. en W. deze
morele verplichting beslist niet gevoeld heeft. Er is
destijds een zakelijke transactie geweest t.a.v. de be
tonnen vloer, waarin de ijsbaan gelegd moest worden.
Hiervoor heeft de N.V. Kool en Wildeboer een nota
gepresenteerd en die nota hebben wij voldaan. Wil de
N.V. Kool en Wildeboer die nota 4 a 5 duizend gulden
lager stellen dan de kosten zijn geweest, dan moet
de N.V. Kool en Wildeboer dat weten. Toen is door
het College nogmaals nadrukkelijk aan de dienst der
Openbare Werken gevraagd om zijn voorkeur voor de
wijze van aanbesteding kenbaar te maken. Juist over
dat punt is in de commissievergadering van 18 augus
tus uitvoerig gesproken. De dienst der Openbare Wer
ken heeft toen zeer nadrukkelijk gesteld, dat hij zich
niet gelukkig voelde in het opzetten van een compleet
en gedetailleerd bestek enz. voor dit werk, juist i.v.m.
de technische eisen, die aan dit werk gesteld moeten
worden. Ik meen, dat wij technische adviseurs hebben
om naar te luisteren. Het is waarschijnlijk wat gecom
pliceerder dan de heer Heidinga het voorstelt. Het is
n.l. zo, dat deze vloer moet voldoen aan een zeer groot
aantal nogal tegenstrijdige eisen. Hij moet de belasting
van het zware wegverkeer kunnen verdragen en tege
lijkertijd zo vlak zijn, dat hij gebruikt kan worden voor
sportdoeleinden. Hij wordt gebruikt voor veemarkt,
maar mag tegelijkertijd niet aangetast worden door
hetgeen op een veemarkt nu eenmaal op de vloer te
recht pleegt te komen. Ook uitvoeringstechnisch is
deze zaak nog niet zo eenvoudig, omdat men in een
bepaald uitvoeringsschema tegels van 10 x 10 meter
zal moeten maken. Als een adjunct-directeur van de
dienst der Openbare Werken het College adviseert, dan
doet hij dat om te voorkomen, dat hij straks wordt ge
confronteerd met een uitvoering, die mogelijk de risi
co's voor de vloer groter zouden hebben gemaakt dan
anders in nauw overleg en samenspel met de daarvoor
gekozen aannemer het geval zou zijn geweest. De
dienst der Openbare Werken stelt zeer nadrukkelijk,
dat hij pas in nauw samenspel en overleg met
de uitvoerende aannemer tot een goed bestek en
tot een goede prijs kan komen. Ik geloof, dat het
zin heeft om daar de nadruk op te leggen, vooral ook
omdat het werk binnen een vrij kort tijdsbestek moet
worden uitgevoerd en omdat het uitgevoerd moet wor
den in een veemarkt, die in bedrijf is. Hier speelt nog
iets een rol bij. Het gaat ook m.n. om de vraag of de
zaak door uitvoering van twee i.p.v. drie vloeren
gehouden kan worden binnen het bestek van het oude
krediet.
De heer Heidinga zegt, dat het dóódsimpel werk
is. Ik ben een leex, maar ik weet wel, dat er met be
tonwerk wel het een en ander kan gebeuren. Daarom
meen ik, dat het goed is het advies van de technische
adviseurs van het College zeer zwaar te laten wegen.
Als het dus zo is, dat er maar met één aannemer kan
worden overlegd, rest mij de vraag: Waarom de N.V.
Kool en Wildeboer? Dat stoelt helemaal niet op de
overtuiging of de ervaring, dat in Leeuwarden geves
tigde, soortgelijke ondernemingen dit niet zouden kun
nen doen, maar dat stoelt uitsluitend op de ervaring,
die de dienst der Openbare Werken met dit betonbe
drijf heeft. Dat betekent dus niet, dat men veronder
stelt, dat het met de in Leeuwarden gevestigde bedrij
ven niet goed zou gaan, maar men heeft met dit bedrijf
ervaring. Als we op 19 mei begonnen waren, dan had
den we kans gehad, dat wij half november zover klaar
zouden zijn geweest, dat het Russische Staatscircus zon
der meer zijn tenten daar zou kunnen opslaan. Dat
gaat met meer, maar toch moet er gewerkt worden,
want in de Frieslandhal wordt, ter gelegenheid van
het 25-jarig bestaan van het Ned. Handbalverbond in
maart 1967 een groot Interland Jeugdhandbaltournooi
gehouden. De uitvoeringstijd van dit werk wordt ge
raamd op ongeveer 6 maanden. Dat betekent opnieuw
een intensief overleg met de aannemer om op tijd met
de diverse onderdelen klaar te zijn.
Ook de kwestie van asfaltvloe-ren is bestudeerd,
maar wegens de grote gevoeligheid van asfalt voor de
inwerking van de stoffen, die op de markt nu eenmaal
veelvuldig worden gedeponeerd, blijft de dienst der
Openbare Werken zeer nadrukkelijk de voorkeur geven
aan beton. Het probleem van de dekvloeren zal in de
loop van het werk nader moeten worden bekeken. Er
is in de commissievergadering ook nog uitvoerig ge
sproken over het risico, dat de stalen strippen zullen
opleveren. Dat risico is er niet, omdat deze stalen
strippen niet boven het beton worden uitgeperst. Mocht
ik iets vergeten hebben, dan komt dat, omdat het raads-
verslag van 18 mei nog niet klaar is en ik niet meer
weet wat er toen allemaal gezegd is. Ik hoop, dat we
vanavond dit besluit nemen, opdat wij, als G.S. ook snel
zullen werken en het overleg vlot verloopt, nog eind
volgende maand met de aanleg van deze vloeren kun
nen beginnen, zodat wij voor half november zover zijn,
dat het Russische circus er op kan staan en we er
naast verder kunnen werken, zodat wij op 10 maart
1967 zover zijn, dat jeugdspelers uit West- en Oost-
Europa op de eerste vloer een interlandwedstrijd zullen
kunnen spelen.
De heer Heidinga: Ik had wel verwacht, dat de
Wethouder zich niet zonder slag of stoot gewonnen zou
geven. Wethouder Tiekstra citeert uit de notulen van
de commissievergadering van 2 mei, maar hij citeert
fout. De Wethouder zei, dat er eensgezindheid be
stond in die commissie t.a.v. de onderhandse aanbeste
ding. Er staat echter: „De voorzitter" dat is wet
houder Tiekstra „deelt voorts mede, dat de Directeur
Openbare Werken van oordeel is, dat dit werk op grond
van morele verplichtingen, onderhands dient te worden
aanbesteed aan de firma Kool en Wildeboer te Gronin
gen, die oorspronkelijk zou worden belast met het ma
ken van een kunstijsbaan op dezelfde plaats. De heer
Heidinga vraagt zich af of het houden van een onder
handse aanbesteding op dit moment wel het voorde-