18
19
tema, Hogendijk, Kingma, Engels, Stek, Ir. van Balen
Walter, Schönfeld en Stigter, mevr. Visser-van den
Bos, de heren Mr. van der Veen. Tjerkstra en De Leeuw,
mevr. Mr. Veder.Smit en mevr. Ringenaldus-van der
Wal en de heren Vellenga en Visser.
Punten 13 t.e.m. 18 (bijlagen nos. 328, 326, 327, 323,
329 en 336).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 19 (bijlage no. 337).
De hear Boomgaardt: Ik haw gjin biswier tsjin dit
ütstel fan it Kolleezje; ik soe B. en W. allinnich yn
oerweging jaen wolle, nei to gean, oft de tiid dat dizze
ynstelling iepen is, eventueel ynkoarte wurde kin om
sa ta in soart bisuniging to kommen. Op bipaelde üren
wurdt der dochs net folie gebrük fan makke en kinne
dy üren ek üt it programma weilichte wurde. Mooglik
kin ek in inkelde dei, hwerop der net folie bisikers
komme, sluten wurde. Dan kin men miskien ta bisuni
ging op it persoaniel komme.
De heer Stek: Bij de behandeling van de tarieven
voor de gemeentelijke badinrichting is gebleken, dat
het exploitatieverlies ten gevolge van de daling van
het aantal bezoekers stijgt. Nu was het tekort over
1965 nog geen 70 ct. per bezoeker, terwijl het in 1966
op nog geen 80 ct. per bezoeker wordt geschat. Als de
bezoekers van deze badinrichting voornamelijk woon
achtig zijn in de oude huizen en behoren tot de minder-
draagkrachtigen, zou ik, vooral gelet op het sociale
doel van deze inrichting, tegen het voorstel willen
stemmen. Ik vraag mij echter af, of ook een belangrijk
deel van de bezoekers, die van deze inrichting profite
ren, woonachtig is op kamers. Als dat het geval mocht
zijn, acht ik het wèl aanvaardbaar, dat de tarieven
worden verhoogd. Ik beschik op het moment niet over
deze gegevens. Ik ben dan ook in dit geval bereid U
het voordeel van mijn twijfel te gunnen en dus voor te
stemmen. Ik voorzie echter, dat de Wethouder over
enige tijd weer met een voorstel tot wijziging van de
tarieven zal komen; vijf jaar geleden heeft hij dat ook
gedaan. In dat geval zou ik U willen verzoeken bij dat
voorstel een overzicht te geven van de straten en wij
ken, waarin de bezoekers van de badinrichting woon
achtig zijn, zodat we met meer kennis van zaken over
het sociale doel der gemeentelijke badinrichting een
beslissing kunnen nemen.
De heer K. J. de Jong (weth.)Of het mogelijk is
wat de heer Boomgaardt vroeg: de tijden van open
stelling van de badinrichting te wijzigen, eventueel in
te krimpen, wil ik wel eens bekijken. Ik heb de indruk,
dat de man, die nu als beheerder optreedt, dit wel kan
blijven doen op de bestaande tijden, zonder dat het
moeilijkheden oplevert. Ik dacht, dat de personeelskos
ten niet zo veel lager zullen zijn, als we de inrichting
minder vaak openstellen, maar ik ben het wel met de
heer Boomgaardt eens, dat, als het bezoek verder zou
afnemen, het mogelijk zou kunnen zijn de tijden van
openstelling daarmee gelijke tred te doen houden. En
zou hier dan financieel voordeel of minder nadeel in
zitten, dan zou ik inkrimping van de tijden van open
stelling wel eens willen overwegen.
De heer Stek kan ik zeggen, dat wij de indruk heb
ben, dat degenen die van deze inrichting gebruik ma
ken, over het algemeen op kamers wonen. Ik heb mij
zelf ook afgevraagd: Zit hier een sociaal aspect aan?
Duperen we hiermee ook juist een grote groep, die
dit haast niet kan betalen? Bij navraag is mijn indruk,
dat dit niet het geval is. Het lijkt mij haast niet doen
lijk, de badmeester aan de bezoekers te laten vragen:
Zeg nu eens precies, wie U bent en in wat voor straat
U woont. Ik weet niet, of dezen daarvan gediend zijn,
of we ze daar niet mee de deur uit jagen. Maar de
idee, die ik er van krijg, is, dat de voorgestelde tarieven
wel in de door mij geschetste lijn liggen. Ik meen dan
ook, dat het sociale aspect hiermee niet in de knoei
komt.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 20 (bijlage no. 335).
De heer Van der Veen: Ons Reglement van Orde
schrijft voor, dat wij om 12 uur 's nachts ophouden met
vergaderen en ik dacht, dat we nu bijna bij dat punt
aangeland waren. Dan vraag ik mij af, of we punt 20
in vijf minuten kunnen afhandelen. Het gaat om twee
voorstellen. Ik weet niet, of men van plan is hier lang
over te praten. Zo ja, dan komen we dus niet klaar
binnen de tijd die ons nog rest.
De Voorzitter: Willen degenen, die hierover nog
het woord willen voeren, de hand even opsteken?
Het blijkt mij, dat we beslist niet klaar komen. Dan
zijn er nog twee mogelijkheden: we kunnen morgen
avond opnieuw vergaderen of we kunnen het punt drie
weken, tot de eerstvolgende vergadering, uitstellen. Het
is tenslotte niet een voorstel, dat dringende haast heeft.
De heer Van der Veen: Het gaat in de ene veror
dening om de sluitingstijden en in de andere om de eisen.
Het zou dus denkbaar zijn, dat, als over een van de
twee voorstellen geen discussie zal worden gehouden,
daarover wel zou kunnen worden beslist nog voor de
klok slaat.
De Voorzitter: Wie wil over de sluitingstijden het
woord En wie over de eisenverordening
Er melden zich na elke vraag verschillende sprekers.
De hear Boomgaardt: Ik soe it punt gewoan trije
wiken ütstelle wolle.
De Voorzitter: In art. 7, lid 2, van het Reglement
van Orde staat: „Zij (de vergaderingen van de Raad)
eindigen niet na 24.00 uur, tenzij de Raad anders be
sluit. Indien de agenda dan niet is afgewerkt, worden
de nog te behandelen punten aangehouden tot de op
de volgende dag te houden vergadering."
De Raad is te allen tijde bevoegd om daarvan af te
wijken. Er is geen dringende haast met dit punt.
De hear Klijnstra: Wy moatte ek in lyts bytsje rek.
kening halde mei de publike tribune. Sommige mins-
ken hawwe dêr de hiele joun al sitten en dat is
har goed rjocht mar dochs bin ik der wol foar om
op 'e tiid to einigjen. Soe dit nou lykwo's al in kertier
of tweintich minuten langer duorje, dan soe ik de saek
öfmeitsje wolle; dat moatte wy dan foar dy iene kear
derfoar oer hawwe. As it mar net yn de kertieren of
de üren rint.
De Voorzitter: Dat maakt de Raad zelf uit. Ik stel
voor bij handopsteken uit te maken, of we tot stem
ming i.z. afmaken of uitstel zullen overgaan.
De heer C. de Vries: Het lijkt me bepaald onjuist te
zeggen: Och, als 't een kwartiertje duurt, dan gaan we
maar door. Dat zou toch ergens een beperking opleggen
aan hen, die het woord zouden willen voeren. Ik zou
willen voorstellen, gelet ook op het feit, dat er geen
haast bij dit voorstel is, het drie weken uit te stellen
en het op de volgende agenda te plaatsen, maar dat
ligt aan de Voorzitter, want die stelt de agenda vast.
De Voorzitter: Neen, volgens het Reglement van
Orde besluit de Raad en niet de Voorzitter of morgen
wordt vergaderd of over drie weken.
Wie wil doorgaan met vergaderen tot dit punt is
afgehandeld? (De heer Klijnstra steekt de hand op.)
(Gelach). Ik mag niet stemmen, anders had ik met U
meegestemd, mijnheer Klijnstra; ik wil U niet alleen
laten. Wie wil het punt drie weken uitstellen?
Het merendeel der raadsleden geeft te kennen voor
drie weken uitstel te zijn.
De Voorzitter: Ik stel voor, ondanks het nachtelijk
uur, met Uw instemming, punt 21 nog af te handelen.
(De hear Klijnstra: Ik gean fuort.)
Punt 21 (bijlage no. 338).
De heer Van Balen Walter: Ik vraag mij t.a.v. het
punt „aanschaffing van de pont voor de Froskepölle"
af, of het hier voorgestelde niet consequenties heeft
t.a.v. de exploitatie van de pont; die eventuele conse
quenties zijn in deze begrotingspost niet opgenomen.
De hear Klomp: Us fraksje giet hiel graech ak-
koart mei it ütstel om de pont fan Idaerderadiel oan
to keapjen, mar woe dochs wol in pear ynformaesjes
hawwe. Binnenkoart ik sil it hiel koart meitsje
(De hear Heidinga: Né, dat hoecht net. As der oer
praet wurdt, sizze hwat der to sizzen is.) (Laitsjen).
Ik sil trije fragen stelle en dan bin ik tofreden.
1. Hwat is de kapasiteit fan de pont? Kin der ek in
fikse skoalklas yn ienkcar mei oerset wurde?
2. Is it in motorpont of moat de pont mei in kabel
oerhelle wurde?
3. Fan 't simmer hoegde der gjin oersettersjild bitelle
to wurden. Bliuwt dat sa?
De heer Tiekstra (weth.): Als antwoord op de vra
gen van de heer Van Balen Walter: Het voortel be
treft op het ogenblik niet anders dan aanschaffing van
de pont; dat heeft U zich terdege gerealiseerd.
Op welke wijze en met welke bemanning of „be-
vrouwing" volgend jaar de Froskepölle zal worden ge
ëxploiteerd? Voorzover daar nog nadere voorzieningen
zullen moeten worden getroffen want de Froske
pölle is nog niet af zal ook de personeelsbezetting
aan de orde komen. De pont zelf veroorzaakt niet der.
gelijke voorzieningen, omdat er op het ogenblik al een
zekere bescheiden personeelsbezetting aanwezig is.
As antwurden oan de hear Klomp dizze:
1. De kapasiteit is yn elk gefal ik wit de krekte
greatte net great genöch foar in skoalklas.
2. It is in motorpont.
3. Oersetjild is noch net yn oerweging by B. en W.
Soe dat al heven wurde, dan komt de saek op 'e
nij by de Rie.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
De Voorzitter: Alvorens de vergadering te sluiten,
deel ik U nog mede, dat vandaag over drie weken, als
er weer een normale vergadering zou moeten worden
gehouden, in Leeuwarden een zeer bijzondere gebeur
tenis zal plaats hebben. Het ligt in mijn voornemen U
daarom voor de eerstvolgende keer op te roepen voor
een vergadering op morgen over drie weken, dus op
dinsdagavond 29 november a.s.
De Voorzitter sluit hierna om 0.10 uur de vergade
ring.