19
maal van overtuigd, dat wij daar verstandig aan doen.
Ik dacht, dat wij ons, staande voor vele uitgaven,
staande waarschijnlijk ook voor een nieuwe begrotings
positie, toch wel terdege moeten realiseren, dat door
die 40% -regeling in de komende vergaderingen en m.n.
bij de begrotingsbehandeling ook wel andere zaken aan
de orde zullen komen. Bij dit bedrag willen wij dus wel
een vraagteken zetten ï.v.m. de consequenties en ik
zou het College willen vragen: Zijn er met andere mo
gelijkheden dit tekort van het Frysk Orkest op te
netten
De neer Stigier: Ik wil nog in het kort de moge-
lijKheid van uuoreiding van net Frysk Orkest tot een
vouedige bezetting bepleiten. Volgens de heer Weiue
moet ae jeugd meer naar de concerten van net orxest
getrokken worden. Op net ogenblik zouden ongeveer
oo.OUb mensen m Friesland regelmatig deze concerten
bezoeken, aitnans net aantal bezoekers is vergroot. De
neer Weide heett daarbij, meen iK, geconstateerd, dat
vooral de jeugd verstek iaat gaan en mj zou promena
deconcerten voor naar willen organiseren, ik oen een
voorstander van ook zoveel mogenjk eigentijdse muziek
te brengen en, ais het Kan, ook van de Nederlandse
compomsten. Fin als de inlichtingen juist zijn, dan is
het met de huidige bezetting van het Frysk Orkest
slechts mogelijk om 5%, maximaal 10%, van het he
dendaagse repertoire dat in INederianu geproduceerd
wordt, tot uitvoering te brengen. Gebleken is, dat he
dendaags toneel bij ae jeugd grote belangstelling onaer.
vindt en ik ben er van overtuigd, dat wij net F rysk
Orkest ae gelegenheid moeten geven zich te ontwikke
len tot een volwaardig symphome-orkest, waarmee we
in de toekomst waarschijnlijk een vastere greep op
het jeugdige publiek krijgen. En dat is voor F'nesiand
met onbelangrijk.
De heer Ten Brug (weth.jIk ben blij, dat de Raad
zich zijn verantwoordelijkheid t.o.v. het voortbestaan
van het Frysk Orkest want dat is hier tenslotte aan
de orde volledig bewust is. En de Raad is zich ook
bewust, dat dit offers vraagt. Ook ik en het gehele
College zijn er van overtuigd, dat we op een gegeven
moment eens aan de grens van het mogelijke in dezen
komen. Wij konden het niet voor onze verantwoording
nemen op dit moment te zeggen: De grens wordt over
schreden, dus: geen hoger subsidie e.d., want dat zou
betekenen, dat ons Frysk Orkest zou verdwijnen. De
heer Weide betreurt het, dat de andere gemeenten t.o.v.
de subsidieregeling van het Frysk Orkest het hebben
laten zitten. Hij zal ervan overtuigd zijn, dat ook wij
dat bijzonder betreuren en ook de wijze waarop dat ge
beurd is. Ik kan mij indenken, dat diverse gemeenten
bezwaren hebben tegen de afspraak van 1/31/31/3,
maar dan had ik het de juiste weg gevonden, dat men
dat in gemeenschappelijk overleg had besproken en
niet op eigen houtje het subsidie verminderd had, want
daardoor is het totaalbedrag, dat voor het Frysk Or
kest nodig was, er niet gekomen, en dat betekent ook,
dat het orkest op dit moment een schuld van
f 150.000,heeft.
De heer Weide heeft verder gesproken over het be
trekken van de jeugd in de activiteiten van het Frysk
Orkest. Ik ben dat volledig met hem eens en ik onder
schrijf daarmee ook de opmerkingen die de heer Stigter
op dit punt heeft gemaakt.
Wat betreft de gedachte van de promenadeconcerten,
die zal het bestuur van het orkest moeten overwegen.
Ik meen, dat daarmee al een begin is gemaakt: op
Koninginnedag wordt reeds een bijzonder concert ge
geven, dat als een promenadeconcert zou kunnen wor
den aangemerkt. Een uitbreiding hiervan is mogelijk
en het bestuur zal dit stellig willen overwegen.
Uitbreiding van het orkest brengt inderdaad hogere
financiële lasten mee, maar de uitbreiding is noodza
kelijk de heer Stigter heeft daarop reeds gewezen
om het orkest zijn plaats onder de andere orkesten des
lands te laten innemen. Het heeft op het ogenblik een
bezetting, die lager is dan die welke een orkest als dit
mag hebben, en dat betekent, dat het in feite een
minder belangrijke positie inneemt dan de andere or
kesten. En ik dacht, dat het juist was, dat dat ver
schil wordt opgeheven.
De heer Schönfeld kan ik zeggen, dat het inderdaad
de bedoeling is, dat deze uitbreiding geleidelijk tot
stand gebracht wordt, voor zover dat in de praktijk
mogelijk is.
Het volgende als antwoord op de opmerking van de
heer De Beeuw i.z. het rijkssubsidie. Het Ministerie
subsidieert het staat ook al wel in de stukken het
orkest met 50% van de z.g. vaste kosten, maar onder
de vaste kosten worden helaas niet gerekend (dat is
inderdaad een wat vreemde zaak) het salaris van de
dirigent en van het administratief personeel en de pen
sioenlasten. Het Provinciaal Bestuur heeft hierover
meermalen contact gehad met het Ministerie en ook
het Gemeentebestuur is hiermee annex geweest. De
vroegere Staatssecretaris, mej. Dr. De Waal, stond hier
nogal afwijzend tegenover; de kortgeleden afgetreden
Minister van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk
Werk toonde er meer begrip voor, maar kon indertijd
nog geen toezegging doen, gezien de consequenties voor
de schatkist. Wij zullen hopen, dat de opvolgster van
ae heer Vrolijk wil subsidiëren in die vaste kosten
waarin op dit moment nog niet gesubsidieerd wordt.
De heer De Leeuw heett gevraagd: Is er niet alle
reden te bepleiten, dat de Provincie tot een hoger be
drag subsidieert? En hij heeft gezegd, dat dan de pro
vincie Friesland geen uitzonderingspositie in het ge
heel inneemt. Ik beschik niet over gegevens i.z. alle
provinciale subsidies terzake, maar ik heb sterk de
indruk, dat de Provincie een uitzonderingspositie in
neemt ten gunste. Een aantal orkesten werden n.l. aan
vankelijk alleen gesubsidieerd door de gemeente van
vestiging en hier en daar ziet men nu, dat er pogingen
in het werk worden gesteld om andere gemeenten èn
ae provincies in deze subsidiëring te betrekken. Wij
kunnen dus op die grond moeilijk verhoging van sub
sidie bij de Provincie bepleiten.
De heer De Leeuw heeft verder gevraagd welke
garantie wij hebben, dat de gemeenten die nu gaan
meedoen aan deze gemeenschappelijke regeling, zich
ook aan deze afspraak zullen houden. Dat is een wet
telijke garantie, want uitgaven op grond van een ge
meenschappelijke regeling zijn voor de gemeenten ver
plichte uitgaven. Daarom juist werd de vorm van een
gemeenschappelijke regeling gekozen.
De heer Van Balen Walter heeft gevraagd, welke
invloed de Gemeente heeft op het financiële beleid van
het orkest en er is ook gevraagd: Hoe zit het met de
bestuursleden? Er wordt in deze gemeenschappelijke
regeling niet over gesproken, want die zaak wordt ge
regeld in de stichtingsakte van het Frysk Orkest. De
Stichting It Frysk Orkest is, meen ik, opgericht door
de Prövincie en de gemeente Leeuwarden en daarin is
geregeld, dat er vijftien bestuursleden zijn; vijf wor
den door de Gemeenteraad van Leeuwarden benoemd,
vijf door G.S. en vijf door de afdeling Friesland van de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten, zodat de drie
partners die bij de subsidiëring van het Frysk Orkest
zijn betrokken, ook in het bestuur zijn vertegenwoor
digd.
Wy hawwe, krekt as de hear Boomgaardt, oansjoen
tsjin dizze greate forheging in ton fan it sub-
sydzje. Yn feite lykwols is it in forheging fan goed
f 50.000,hwant wy soene, ek by de aide regeling,
fanwegen it optrekken fan de salarissen yn it gehiel
fan de normale salarisforheging ensfh., dochs al
f 50.000,mear subsydzje forliene moatte as yn 1966.
En de oare f50.000,is dus in gefolch fan de nije
regeling foar 1967.
De hear Boomgaardt fynt it ófgryslik lêstich to dis-
kussiearjen oer de forhaldingen fan de subsidiearring.
Is 404020 nou binliker as 303030 (1/31/31/3)
freget hy. Dat léste wie op dat momint eigentlik ek
in slach yn 'e loft. It is in subjektive bioardieling, mar
alle partijen: de Provinsje, de gemeente Ljouwert en
de gemeentlike fortsjintwurdigers yn de öfdieling
Fryslan fan de V.N.G. hawwe elkoar yn dizze nije
fordieling fine kinnen. It is yndied in kompromis.
De heer C. de Vries heeft gezegd: „De fractie van
de P.v.d.A. gaat in het algemeen akkoord met deze
regeling, al betreurt zij de gang van zaken. Ons enig
bezwaar is: Moet nu de gemeente Leeuwarden op
draaien voor de helft van het tekort, dat de andere
gemeenten hebben veroorzaakt?" Het zal de Raad dui
delijk zijn, dat de verdeling van de sanering van het
tekort van f 150.000,tussen Provincie en gemeenten
ook een onderdeel uitmaakt van het compromis, dat
de drie partijen hebben gesloten. Nu leggen wij na
tuurlijk niet f 75.000,op tafel om de andere gemeen
ten uit de moeilijkheden te helpen. Die gemeenten heb
ben niet meer betaald en wij leggen f 75.000,- op tafel
om het voortbestaan van het Frysk Orkest te verze
keren. De heer C. de Vries zegt: „Ik kan akkoord gaan
met de regeling 404020, want daarmee is de toe
komst van het Frysk Orkest verzekerd." Maar onlos
makelijk daaraan is verbonden, dat wij ook de oude
schuld delgen. Er zou ook een andere mogelijkheid
zijn; dat geef ik toe. Men zou die f 150.000,kunnen
activeren en daar elk jaar een deel van saneren, maar
dat zou dan alleen betekenen, dat Provincie en Ge
meente daarvan dan toch ook 40% voor hun rekening
zouden moeten nemen.
De heer De Vries wijst ook op de financiële conse
quenties voor de toekomst, maar die zijn, gezien de
financiële positie van de Gemeente, niet zo groot. Wij
achten het mogelijk, omdat het hier een uitgave in
eens betreft, die in het kader van de sluitende begro
ting 1966 mee te nemen.
De heer Van Balen Walter: Mag ik uit de woorden
van de Wethouder opmaken, dat de enige invloed, die
de Gemeente op het beheer van het Frysk Orkest heeft,
bestaat in het benoemen van vijf bestuursleden? Na
het moment, dat we ze benoemd hebben, is onze in
vloed dus afgelopen
De heer De Leeuw: Ik zou willen voorkomen, dat
er een definitief misverstand was tusssen de heer Wet
houder en ons.
Ik heb niet bedoeld te zeggen, dat de Provincie in
ongunstige zin opvalt in het landelijke kader, doch dat
de Provincie bij een nog hoger subsidie harentwege en
een nog grotere tegemoetkoming in de kosten nog niet
een uitzonderingspositie t.o.v. de andere provincies zou
innemen. Mij is n.l. gezegd, dat o.a. de provincie Noord-
Brabant 45% van de kosten van het Brabants orkest
voor haar rekening zal nemen en dat ook de provincie
Noordholland, dat percentage geeft. Ik heb dus niet
willen zeggen, dat de Provincie probeert er onder uit
te komen, maar dat, gezien de opmerkingen die van
avond zijn gemaakt t.a.v. de toekomstige lasten die
op de stad Leeuwarden zullen drukken, wellicht ook
van provinciezijde een vergrote bijdrage mogelijk zou
zijn.
De heer C. de Vries: Als de regeling die hier voor
ons ligt, niet door 44 gemeenten zou worden onder,
schreven, dan zie ik in de toekomst opnieuw een tekort
ontstaan en dat is de consequentie, die ik bedoeld heb.
Als wij nu een oude schuld delgen, dan zou dat een
precedent kunnen zijn voor het delgen van toekom
stige schulden. En ik zou de gedachte van de Wet
houder t.a.v. de activering wel willen overnemen. Dat
lijkt mij principieel toch wel juister. Daarmede wordt
het geld in de exploitatie gebracht, waarin iedereen
ook weer rechtmatig zijn portie op basis van de
404020-regeling bijdraagt.
De hear Boomgaardt: Ik wol inkel werom komme
op de takomstige ütwreiding fan it orkest. Wy miene,
dat it op in bipaeld momint om finansiéle redenen net
mear kin. En as it net yn alle perfekty kin, dan moat
it mar in bytsje minder. Wy moatte in kear sizze fan:
Ho! Dat is in stanpunt, dat, tocht my, by in bilangryk
diel fan üs fraksje libbet.
De heer Ten Brug (weth.): Inderdaad heeft de Ge
meente formeel, op grond van de stichtingsakte en
de Raad heeft zelf de statuten van de stichting vast
gesteld slechts invloed op het beheer door de be
noeming door de Raad van vijf bestuursleden. Uiter
aard is verder de controle opgedragen aan het verifi
catiebureau van de Vereniging van Nederlandse Ge
meenten en bovendien is in de statuten geregeld, dat
in het dagelijks bestuur een vertegenwoordiger van de
gemeente Leeuwarden en een van de Provincie zitting
moeten hebben. Daar komt in de praktijk nog bij, dat
er altijd een zeer goed overleg tussen het bestuur van
het orkest, de gemeente Leeuwarden en de Provincie is.
Hwat de ütwreiding fan it orkest oangiet, dér binne
wy seis by en wy sille ek yn dizzen diligint wêze. Dit
is ek in saek fan oerliz tusken it orkest, de Provinsje
en de Gemeente.
De heer De Leeuw heeft dan nog gesproken over
de situatie in Noord-Brabant, die mij niet bekend was.
In Noordholland ligt het natuurlijk wel wat anders.
Ik heb slechts gezegd, dat het, gezien de vrij gunstige
positie, die de Provincie in het landelijke kader in
neemt, moeilijk zou zijn bij haar te bepleiten, dat zij
boven het aandeel van de gemeente Leeuwarden moet
uitgaan. Ik heb hier de cijfers t.a.v. het Noordelijk
Filharmonisch Orkest in Groningen. De bijdrage van
de Provincie is op een totaal onkostenbedrag van
f 1.641.000,f 69.000,en de bijdrage van de ge
meente Groningen f 801.000,(De heer De Leeuw
Die had ik expres niet genoemd.) Daarom kom ik er
expres wèl mee. (Gelach.)
De heer C. de Vries heeft gezegd: De delging van
de tegenwoordige schuld schept een precedent voor toe
komstige schulden. Dat is niet waar. Want bij de re
geling, die de gemeenten nu aangaan (404020),
ontstaat er geen schuld.
Ik heb verder al opgemerkt, dat de f 150.000,die
in totaal beschikbaar dient te komen, een onderdeel van
het gehele compromis is. Dit is een uitvloeisel van het
gezamenlijk overleg, dat er geweest is. Ik zou er ern
stig voor willen waarschuwen, dit onderdeel er uit te
halen, want een aantal gemeenten hebben reeds be
sloten aan de gemeenschappelijke regeling deel te ne
men. En ze hebben dit gedaan op basis van de verhou
ding 404020 en van de verdeling van de aanzuive
ring der oude schuld; G.S., B. en W. van Leeuwarden
en de vertegenwoordiger van de afdeling Friesland van
de V.N.G. zijn in dezen immers tot overeenstemming
gekomen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het vooi'stel
van B. en W.
Punten 36 t.e.m. 41 (bijlagen nos. 364, 365, 366, 363,
351 en 350).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 42 (bijlage no. 374).
De heer Kingma: Er staat aangegeven, dat, ter be
veiliging van de gevel van het Stadsziekenhuis, een
balk zal worden aangebracht op een hoogte van 70 cm.
Wordt die balk precies langs de wegkant aangebracht,
dan ben ik bang, dat hij wat erg hoog zit en gevaarlijk
is bij gladheid, wanneer fietsers in de bocht kunnen
vallen. Of is het de bedoeling, dat de balk tegen de
gevel wordt aangebracht?
De Voorzitter: De bedoeling is, dat de balk tegen
de gevel wordt aangebracht.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
De Voorzitter: Dan mag ik nu, conform wat U
gisteren medegedeeld is, het woord geven aan de heer
Klijnstra voor het afleggen van een verklaring, wat
door hem is aangevraagd.
De hear Klijnstra: Ik haw wol it wurd frege foar
it öflizzen fan in forklearring, mar efteröf haw ik
tochtIt dit wol it goede wurd It is eigentlik mear
in wurd fan ófskie. Mei üt 'e parse, is it sa njonken-
lytsen wol bikend wurden, tinkt my, dat ik de P.S.P.
forlitten haw. Ik miende foar myn eigen gewisse net
oars hannelje to kinnen, hoewol it bislüt my wol tige
swier foei. Ik haw fan de oprjochting öf lid fan 'e
P.S.P. west. Uteraerd haw ik foldwaende reden hawn
om hjirmei to brekken, gjin reden fan persoanlike
aerd, mar mear op it politike flak. En ik tink net,
dat de Rie bilangstelling foar dy reden hat. By it
lézen fan sommige kranteforslaggen ik tink dan
oan de lanlike kranten haw ik my in bytsje for-
wündere oer de fantasije dy't redakteuren opbringe
kinne, en dat spyt my wol hwat. Yn it bisünder kin ik
sizze, dat ik de P.S.P. de greatske nekke net takear
en ik wol wol forklearje, dat, by libben en wolwêzen,
myn stim by de earstfolgjende forkiezingen op de
P.S.P. ütbrocht wurde sil, omdat dit neffens my de
ienige partij is, dy't mei de died de frede foarstiet.