14 slaapkamers f 159,79; voor de vier-slaapkamer-eenge- zinswoningen van Intervam f 177,63; voor de drie-slaap kamer-flats van het nu voorliggende plan van 438 wo ningen van de N.B.I. f 169,84; voor de twee-slaapkamer- etagewoningen van Knoop en Giezen f131,61; voor de eengezinswoningen van Knoop en Giezen f 213,01. De Raad zal het met me eens zijn, dat er, wat de huren in het algemeen betreft, in die 10 jaar ook wel het een en ander zal gebeuren. (Do heer Vellenga: Hebt U in deze voorstelling van zaken geen pijn aan de huurver hoging per 1 juli a.s. Ik neem aan van niet.) Nee, de huurverhoging zal niet op deze woningen betrekking hebben. Vooral n.a.v. het betoog van de heer Kingma wil ik de Raad de complete inlichtingen over de aannemings maatschappij Knoop en Giezen, die wij van verschil lende gemeenten hebben gekregen, niet onthouden. Dit bedrijf zal niet voor het eerst volgens het systeem Outinord in Leeuwarden bouwen, zo min als Intervam voor het eerst het R.B.M.-systeem en de N.B.I. het systeem Larsen-Nielsen voor het eerst in Leeuwarden heeft gebouwd. In beide systemen, zowel R.B.M. als Larsen-Nielsen, is, voordat zij in Leeuwarden werden toegepast, in vrij grote omvang elders in den lande ge bouwd. Het bedrijf bouwt op dit ogenblik zowel in Hoo- geveen als in Hoogezand in het systeem Outinord. Ik zal U allereerst de informaties geven van Hoogezand. Knoop en Giezen bouwt hier 500 a 600 woningen. Het werk loopt prima en snel. En de Gemeente hoopt Knoop en Giezen ook voor een volgende opdracht te kunnen ..strikken". Hoogezand: Adjunct-directeur Openbare Werken heeft goede ervaringen met Knoop en Giezen. Toen de adspirant-opdrachtgever informeerde bij Open bare Werken, heeft hij vanwege de geruchten, dat het financieel niet helemaal in orde zou zijn bij Knoop en Giezen, ook inlichtingen ingewonnen bij de bank van deze firma en het bleek goed te zitten. Eelde: de di recteur van Openbare Werken is goed tevreden. Assen: de directeur van de woningbouwvereniging" heeft zelf geen ervaring, maar heeft niet van slechte ervaringen van anderen gehoord. Delfzijl: Knoop en Giezen bouwt goed, is berekend voor grote plannen; het bedrijf wordt goed gerund. Toezicht is altijd noodzakelijk natuurlijk; daar wordt in Delfzijl veel aandacht aan besteed. Des wege zegt de directeur, dat het verschil tussen verschil lende projecten wel te zien is, maar dat is een kwestie van goed toezicht op het werk. Deze informaties, tegen over die van de heer Kingma, zijn zeer duidelijk. Voor zover mij bekend, heeft, wat systeembouw betreft, slechts het systeem-Rottinghuis een grote toepassing gehad in Groningen, maar deze informaties geven ons toch wel volledig vertrouwen in het aannemingsbedrijf Knoop en Giezen. Hier is voor mij de gelegenheid even in te gaan op wat de heer Kingma m.b.t. de oorsprong van het initiatief heeft gezegd. Het is helemaal niet zo verbazingwekkend, dat bouw bedrijven, die op zeker ogenblik een bepaald systeem in licentie kunnen bouwen, pogen daar voor gemeentebesturen te interesseren. Hetzelfde is ge beurd bij de N.B.I. Het is m.i. dan de taak van de ge meentebesturen te zorgen, dat het produkt, dat hun aangeboden wordt, ook goed beoordeeld kan worden. Dit aannemingsbedrijf heeft een architect uit Leeuwar den (in Hardegarijp wonend) ingeschakeld, een archi tect, van wie wij kunnen zeggen, dat hij te goeder naam en faam bekend staat. Gegeven de oorsprong van het project kwam voorshands het risico van het ontwik kelen volledig voor rekening van de aannemer. Nu wij inmiddels zo ver gevorderd zijn, zal de zaak natuurlijk op de normale wijze moeten worden geregeld, n.l. zo, dat de architect voor rekening en in opdracht van de besturen van de woningbouwverenigingen de plannen verder detailleert enz. en m.n. het toezicht houdt op het werk. Hij handelt dan precies zoals een architect normaal handelt tegenover zijn aannemingsmaatschap pij. En het is mij uit gesprekken met dezelfde architect heel duidelijk gebleken, dat ook deze die kant van zijn werk zeer goed verstaat. Hij stelt zich dan ook voor, zich op de bouwplaatsen, waar nu het systeem Outinord door dit aannemingsbedrijf wordt uitgevoerd, te oriën teren en m.n. ook te gaan kijken, hoe de kwaliteit van het werk is en de organisatie op de bouw. In de stad Groningen is nu weer een grote opdracht aan Knoop en Giezen voor bouw in Outinord-systeem ge geven. De informaties hierover zijn ook goed. De heer Heidinga zal begrijpen, dat ik, wat betreft de verhardingstijd van het beton twee of drie dagen hem onmogelijk antwoord kan geven. Maar ik mag en moet er van uit gaan, dat, als een plan zo in samen werking met een architect wordt ontwikkeld, deze ar chitect met zekere technische omstandigheden terdege rekening heeft gehouden op het moment, dat hij het tijdschema heeft klaar gemaakt en al is het dan in hoofdzaken dit vindt U in de raadsbrief. Het gede tailleerde tijdschema zal op het ogenblik stellig bij de architect berusten, maar ik ben bereid te zeggen, dat ook de principalen zeer nauwlettend het tijdschema in het oog zullen houden en zullen zorgen, dat inder daad op tijd een uitgewerkt schema aanwezig is, waar bij ik er van uit ga, dat uiteraard aan de berekening van de plannen al een tijdschema ten grondslag behoort te liggen. De heer Heidinga vraagt, hoe het met de contingen ten staat. Bij verschillende gelegenheden is er dezer zijds steeds opnieuw weer gezegd, dat, op zichzelf ge nomen, het beschikbare contingent voor ons bouwpro gramma niet beslissend is. Wel beslissend is voor ons de vraag, hoe groot het aantal woningen is, waarop we ons bouwprogramma kunnen baseren. De N.B.I.- woningen gaan volledig buiten het contingent om; dat betekent, dat dat 100% extra is. En door de korting van 25% op de bouw door Knoop en Giezen kunnen we 1/3 meer bouwen dan anders. Dat betekent, dat we dus met het beschikbare contingent veel meer bouwen. In 1966 zijn in Leeuwarden gereed gekomen 1022 woningen, het hoogste aantal na de oorlog. Op 1 januari 1967 waren in uitvoering 1767 woningen. In 1967 zul len vermoedelijk 1000 woningen gereed komen. Van de beschikbare contingenten voor 1967 moet voor Inter vam gerekend worden op ongeveer 70 woningen. Voor Outinord zullen in 1967 nodig zijn 560 en in 1968 368. Het volume van de toewijzing voor 1967 is ons echter op dit ogenblik nog niet bekend. De Raad merkt wel, dat wij in ons beleid het contingent eigenlijk toch als een secundaire zaak zien. Als primaire zaak zien wij hoever wij ons programma kunnen opvoeren door ge bruik te maken van mogelijkheden, die buiten het con tingent liggen. Over het belangrijke punt van de werkgelegenheid moeten we zeer beslist in alle openhartigheid spreken. Welnu, bij het project van de N.B.I. waren half septem ber 150 bouwvakkers van verschillende categorieën werkzaam. Daarmee heb ik buiten beschouwing gela ten de werknemers van de industrie in Kootstertille. Als wij van dit N.B.I.-project geen gebruik zouden ma ken, dan zou deze werkgelegenheid compleet wegval len, met al de gevolgen van dien voor de nog jonge industrie in Achtkarspelen en dan refereer ik even aan de woorden die ik in mijn nieuwjaarstoespraak reeds heb gezegd voor de betreffende bouwplaatsen in het Bilgaard. Hetzelfde geldt mutatis mutandis voor Outinord; dit bedrijf kan op de bouwplaats 80 100 bouwvakkers ook van allerhande categorieën uit Leeuwarden gebruiken, voor zover ze hier beschikbaar zijn. Ik wil met nadruk stellen en zo kom ik nog weer bij het betoog van de heer Vellenga dat de wer kgelegenheid in de bouw natuurlijk niet uitsluitend afhankelijk is van het woningbouwprogramma, dat, hetzij direct, hetzij indirect, door de gemeente Leeu warden wordt ontwikkeld. Er zijn veel meer projecten die de bouwmarkt een bodem moeten geven. Ik denk aan de scholenbouw en aan het verpleegtehuis en zie kenhuis. En die kunnen nog met allerhande voorbeel den worden aangevuld. Die bouw hebben wij nodig, als het gaat om werkgelegenheid in het bouwvak, want per slot van rekening vormt de werkgelegenheid in de bouwvakbedrijven in Leeuwarden een aanmerkelijke bijdrage voor de werkgelegenheid in een groot deel van Friesland. Uiteraard blijft het bij de ontwikkeling van het woningbouwprogramma altijd weer opnieuw gaan om de vraag: Op welke wijze bouwen wij zoveel wonin gen als nodig zijn om tegemoet te komen aan de vraag, die nu eenmaal nog een reeks van jaren op ons af zal komen Wij moeten m.i. de wooncapaciteit scheppen, nodig voor de stad, die moet groeien. Doen we dat niet, dan zullen wij bij herhaling over onze onvoldoende groei blijven klagen. 15 De heer Vellenga vroeg nog, in hoeverre het mogelijk is, dat de systeembouw wordt gerepeteerd. Ik heb zo even al het nog wat prille initiatief m.b.t. het Westeind genoemd. Ik wil de Raad niet de informatie onthouden, dat er, ook al in het verleden, door mijn voorganger in deze portefeuille, overleg terzake is gevoerd en ook ik ben, nadat ik deze portefeuille had overgenomen, over dit onderwerp onmiddellijk door verschillende aanne mingsbedrijven benaderd. Het moet, dunkt mij, stellig mogelijk zijn, ook in samenspel met de aannemingsbe drijven uit Leeuwarden, in het Aldlan, welk plan de Raad straks natuurlijk nog eens te zien krijgt, een bouwprogramma te ontwikkelen. Ik zou daar echter direct aan willen toevoegen, dat industriële woning bouw uiteraard haast de aangewezen weg is, om grote woningbouwprojecten tot uitvoer te brengen. Traditio nele woningbouw kan slechts als deze volledig door- gerationaliseerd wordt (De heer Heidinga: Dat ge- gebeurt immers overal.), deze bijdrage leveren, maar dat kon niet in de kleine omvang, waarvan in het verleden sprake was. Is er dus een mogelijkheid dit systeem elders te repeteren, dan zijn wij graag bereid terzake bij de Raad met voorstellen te komen, maar wij willen ook het contact in het overleg met de andere plaatse lijke aannemingsbedrijven bepaald niet loslaten; ook met deze willen we pogen, hetzij in systeembouw, het zij in gerationaliseerde traditionele bouw tot een pro ject te komen, dat ook voor hen interessant kan zijn. De heer Vellenga heeft nog even gesproken over het probleem van de grondkosten. Dit zou inderdaad als een probleem kunnen worden aangemerkt. Uiteraard zijn projecten van de N.B.I. die in uitvoering zijn, ge baseerd op de grondkosten, die het Bilgaard oplevert. Ik moet alleen helaas zeggen, dat wij in het najaar van 1965 een grondcalculatie hebben door gestuurd naar het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, maar dit is nu pas met zijn beoordeling en dit nog zeer voorlopig van deze grondkosten gekomen. Het is de Raad volledig bekend, dat wij t.a.v. de calculatie van de grondprijs in Leeuwarden nooit verschil hebben gemaakt tussen particuliere bouw en woningwet-, over- heids- of semi-overheidsbouw. We hebben dus altijd de werkelijke kosten volgens objectieve normen toegere kend aan de verschillende complexen en functies. Het beleid van de tegenwoordige Minister mag er niet toe leiden, dat de gemeenten zouden blijven zitten met zeer grote tekorten op hun exploitatierekening. Dat is het spelen met goedkope grond ten koste van de gemeente- besturén. Het lijkt mij hoogst onwaarschijnlijk, dat de gemeente Leeuwarden daar in zou tuinen. Zo'n beleid zou bepaald onjuist zijn. Ik zal de Raad enige cijfers toch niet onthouden. Daarbij moet men de classificatie oppervlakte van de woningen in aanmerking nemen. Ik zal twee vergelijkingen maken. De classificatie-opper vlakte nuttige vloeroppervlakte) van de eengezins woningen in het Lekkumerend, met uit mijn hoofd gezegd de door de Minister goedgekeurde grondkos ten, is voor de drie-slaapkamer-woningen 91 m- bij een grondprijs van f 4.550,per woning; voor de vier- slaapkamerwoningen 98 m-, bij een grondprijs van f 4.900,De eengezinswoningen-Outinord (met vier slaapkamers) hebben een classificatie-oppervlakte van 123 m-. De grondprijs is f 6.160,—Bij het vergelijken van de etagewoningen neem ik eerst de 12-hoog. Deze heeft 63 m- classificatie-oppervlakte en de grondprijs is f3.150,—. De galerijwoningen van Outinord hebben 67,88 m2 classificatie-oppervlakte en de grondprijs is f 3.394,Ik dacht niet, dat dat valt in de categorie dure gronden van Minister Witte. De in uitvoering zijnde 486 N.B.I.-woningen hebben een gemiddelde clas sificatie-oppervlakte van 89,90 m- en een grondprijs van f 4.495,Wij zijn gedetailleerd, wij zijn volledig en openhartig. Het nieuwe project N.B.I. heeft een ge middelde classificatie-oppervlakte van 99,52 nrt en een grondprijs van f 4.976,Er zijn inderdaad nog wel enkele dingen, die een onderzoek waard zijn en de heer Vellenga legt de vinger m.n. even bij de kosten van de liftinstallatie, die voor beide projecten nogal wat ver schillen. Het lijkt, alsof het ene nogal duur is, maar dat is nog in onderzoek. Ik kan er zo stante pede geen antwoord op geven, wat daar precies de oorzaak van kan zijn, het kan een verschil in systeem zijn, het kan een kwestie zijn van brancardliften of een andere de tailkwestie. Met het oog op de geluidshinder is voor beide systemen de zwevende vloer toegepast. De heer Vellenga stelt nog een bijzonder boeiende vraag: Hoever is het nu, als deze woningen klaar zijn? Ik zou met de voorspellingen t.a.v. het moment, waarop het evenwicht tussen vraag en aanbod een feit is, voorzichtig, willen zijn. Het hangt helemaal af van de vraag, hoe op het nu uitgevoerd wordende woningbouwprogramma de volgende programma's ontwikkeld kunnen worden. Bovendien moet dit voorbehoud gemaakt worden, dat de vaart, die erin zit, erin gehouden kan worden. Want als de vaart eruit gaat en ik dacht, dat het Neder landse volk daarvoor bespaard moet blijven dan dat weten we allemaal wel ontstaan er een enor me vertraging en een geweldige val in de woningpro- duktie, met alle nare gevolgen van dien. En dat zou het naderbij brengen van het punt van het toch al dis cutabele evenwicht tussen vraag en aanbod aanmerke lijk verschuiven. Vandaar dat ik meen, dat wij nog al tijd bereid moeten zijn zo goed en zoveel mogelijk wo ningen te bouwen en de vaart erin te houden. En dan zou het best kunnen zijn, dat er aan het einde van de periode waarmee de Raad begonnen is, een moment komt, waarop we zeggen: Nu zullen we de bemoeie nissen van de Gemeente met de distributie van de wo ningen maar wat gaan inkorten; hoe men het echter ook wendt of keert, m.i. blijft nog altijd voor de over heid de noodzaak over voor de huisvesting van de moeilijk plaatsbare gezinnen te zorgen, en dan bepaald niet uitsluitend in huizen met een ton afgezien van de vraag, of we dan nog tonnen (Stem: Van plastic!) (Gelach.) hebben, maar toch ook in zeer redelijke wo ningen. Ik heb getracht zo volledig mogelijk te zijn, en ik hoop, dat de heer De Leeuw van mij wil aannemen, dat het eigenlijk niet mogelijk is, een alternatieve prijs voor de traditionele bouw op te geven, omdat die op het ogenblik niet voorhanden is. Maar men moet niet de illusie hebben, die blijkbaar de heer Kingma nog altijd koestert, dat systeembouw goedkoop zou zijn. Bouwen is niet goedkoop. Maar waarom moet die goed koop zijn? Bouw moet goed zijn en ik geloof, dat het ook in het belang is van onze nationale welvaart, dat zij die de huizen voor ons bouwen, goed betaald wor den; de eis van een goede beloning geldt voor aller hande maatschappelijke sectoren, maar stellig ook voor het bouwbedrijf. Dan zal een woning altijd een behoor lijke prijs blijven doen en dat vind ik niet erg. Als de woning goed is, moeten wij bereid zijn de prijzen, als hier bedoeld, ervoor te betalen. Het is duidelijk, dat aan vaarding van deze plannen een sterke bijdrage zal zijn voor het behoud van werkgelegenheid voor de bouw vakkers. Zou de Raad deze plannen afstemmen en daarbij kom ik dan bij de heer De Leeuw dan zou dit natuurlijk leiden tot een enorme vertraging in het woningbouwprogramma van de gemeente Leeuwarden en een ernstige verslechtering van de werkgelegenheid voor de bouwvakkers zijn. De heer De Jong (weth.): Het Gemeentelijk Wo ningbedrijf heeft een enquête ingesteld naar de moge lijkheden voor doorstroming voor zijn woningen. Het heeft 4400 woningen, waarvan 3853 woningwetwoningen zijn. Van deze zijn er, volgens onze globale informaties, 900 bewoond door mensen die boven de loongrens van f 12.750,liggen. Dit is een percentage van 23,4. In de huurklasse van f 60,en daar beneden per maand zijn dat bijzonder weinig: 25, maar in de huurklasse van f 60,- f 80,zijn het 505 woningen en van f 80,- f 100,370. Lettend op het sociale aspect, dat door de heer Heidinga zostraks aangeroerd is (toen hij vroeg: Past dit aantal woningen dat gebouwd wordt, wel op de bestaande behoefte?), zou ik dit willen stel len: Als wij er in slagen deze doorstroming juist voor deze categorie bewoners zo effectief mogelijk te doen zijn, zodat zij naar duurdere huurflats of een te bou wen of bestaande koopwoning gaan, dan zal er wel een gerede kans bestaan, die vraag bevestigend te kunnen beantwoorden. Het tweede punt betreft het verbeteren van de wo ningen, die verlaten worden. Er is contact geweest met de Nationale Woningraad om tot een plan te komen, dat de woningen, die in deze goedkope sector aanwezig zijn, behoedt voor verdere aftakeling, waarmee men dus

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1967 | | pagina 8