gemaakt. Daar waren niet alleen een zandbak, een pierebak en klimbomen met touwladders, maar ook planken en palen en keien, waarmee een hut gebouwd kon worden. Er was een helling waarvan je heer lijk met een eigen gemaakt zeepkistje kon afroetsen. Er stond ook een onderstel van een oude auto, waar van de kinderen een vrachtauto, een touringcar of iets anders maakten. Ik wilde door deze kleine schets de rommeltuin nog eens warm aanbevelen. De heer Weide: Ik heb een vraag bij post 606 die ik in de secties niet heb kunnen stellen, daar deze toen nog niet actueel was. Vandaag is n.l. in de pers het bericht verschenen, dat de v.v. Friesland een trainer van Cambuur heeft overgenomen, die de jeugd daar gaat trainen. Op deze wijze hoopt Friesland tegemoet te komen aan de wens naar een goede en verantwoorde training van jonge spelers met aanleg voor een goede voetbalcarrière. Enkele jaren terug heeft de Raad vrijwel unaniem een voor gestelde voetbalschool van Cambuur voor de jeugd terugverwezen. Daar voelde men niet voor. Cambuur is toen met een andere subsidieregeling bij de Raad gekomen. Zoals men weet, is er een reorganisatie om trent het betaalde voetbal in de K.N.V.B. geweest en het is mij bekend, dat Cambuur daar een andere houding heelt aangenomen dan de meerderheid van de K.N.V.B. Nu heb ik uit welingelichte bron verno men, dat de v.v. Friesland haast niet in staat is deze trainer te betalen. Gezien de geschiedenis, door mij genoemd, vraag ik, of er een nauwe relatie, financieel althans en dan uiteraard m.n. op voet- balgebied tussen de sportclub Cambuur en v.v. Friesland bestaat. De heer Van der Zwaard: Een enkele opmerking over post 598 en in aansluiting daarop blz. 96, vraag 2. Over mijn waardering t.a.v. de subsidiebedragen voor de bibliotheken behoeft geen misverstand te be staan. Spijtig vind ik evenwel, dat hier nog steeds van versnippering van krachten en financiën sprake is, terwijl plaatsen als Deventer, Vlaardingen, Am sterdam en Schiedam reeds tot bepaalde vormen van samenwerking zijn overgegaan. Een federatief sa mengaan met handhaving van de subsidiebedragen moet toch voor deze bibliotheken allerlei nieuwe per spectieven openen, zoals uitbreiding van de aanschaf, efficiënter gebruik van het personeelsbestand, lage re exploitatiekosten en het organiseren van culturele activiteiten. Willen wij in onze stad tot een beter cultureel klimaat komen, waarvoor door de heren Stigter en De Leeuw reeds is gepleit, dan moeten wij m.i. tot een intensievere samenwerking kunnen ko men. Gaarne zou ik dan ook van het College verne men, of al van enig contact over deze zaken sprake is en zo niet, of dit binnen afzienbare tijd te ver wachten is. De heer Hogendijk: Omtrent de post no. 576 en het verslag van rapporteurs, blz. 119 no. 2, maakt een fractiegenoot, die vanavond niet aanwezig kan zijn, zich er ongerust over, dat het studiefonds voor begaafde kinderen van on- en minvermogenden bij de ouders niet voldoende bekendheid geniet. Hij zou graag zien, dat naast het plaatsen van de gebruikelij ke advertentie vooral de directeuren en hoofden van scholen nog eens op dit studiefonds attent worden gemaakt opdat zij de betreffende ouders er op wijzen kunnen. Mevr. VisserVan den Bos: Ik heb in de toelich ting op de begroting gezien bij post no. 506, dat daar gesproken wordt van een subsidie voor het Frysk Orkest, dat mij bekend was, n.l. 342.000,en dat door de Raad is aangenomen. Bovendien wordt we gens pensioenvoorziening 160.000,geraamd. Nu zou ik graag willen weten, of er een fout gemaakt is. De heer Ten Brug (weth.): Gisteravond heeft de heer Stigter ons een scala van punten voorgescho teld. Hij heeft gezegd, dat wij en ik geloof, dat hij daarmee een open deur heeft ingetrapt ook bij het College op het terrein van de culturele ac commodaties er in Leeuwarden niet zo gunstig voor staan. Ik ben dat zonder meer met hem eens. Een feit is, dat je moeilijk twee dingen tegelijk kunt doen, maar dat het tijd wordt, dat er naast de sportvoor- zieningen op het terrein van de culturele accommoda ties ook wat gebeurt; dat geef ik hem volledig toe. De vraag is natuurlijk, wat er moet gebeuren, en in welke vorm. Ik kan de heer Stigter zeggen, dat wij deze dingen ook uitvoerig in het College hebben be sproken en dat wij bezig zijn met een inventarisatie op het gehele sociaal-culturele terrein. Een inventa risatie die inderdaad de gehele welzij nsgedachte moet omvatten, dit ook in antwoord op de opmer kingen van de heer De Leeuw. Vroeger kon men inderdaad culturele zaken en jeugdwerk volkomen onderscheiden. Ik geloof, dat dit tegenwoordig niet meer kan en m.n. in de sector van de jeugd is het woord creatief-bezig-zijn eigenlijk een mode woord geworden. Het viel mij op dat de heer Stigter bij de verschillende accommodaties ook noemde de Westerkerk en die een prachtige ruimte achtte voor kooruitvoeringen en voor orgelconcerten die we eigen lijk niet zouden moeten missen. Nu is het frappante van de zaak, dat die Westerkerk al jaren in de week leeg staat en vele zondagen ook. Dus de be hoefte aan activiteiten in de Westerkerk is vrij gering. De heer Stigter wil verder zo spoedig mogelijk ko men tot een cultureel centrum; hij heeft een aan tal punten genoemd, die in dat culturele centrum zou den moeten zijn ondergebracht en daarbij ideeën aan gehaald, die leven in de kringen van de stichting voor een cultureel centrum, en hij heeft ook gewezen op ideeën van de New Left, maar hij heeft overge slagen de ideeën, die gerijpt zijn in de kring van de Leeuwarder Jeugdgemeenschap, die met vrij uitge werkte gedachten bij het College is gekomen en con tact heeft gezocht met allerlei instanties in de levens beschouwelijke sectoren. Aan de ideeën van de New Left was weinig origineels, hoogstens de manier waarop ze werden gebracht. Wanneer men zo onge veer nagaat, wat een cultureel centrum kost, in de ge dachte zoals die bij de heer Stigter leeft en ook bij de stichting die hij heeft genoemd, dan komt dat in de orde van grootte van 10 a 15 miljoen. Nuchter beschouwd zal, als wij de oplossing van het gebouwen probleem alleen in die richting zoeken, het in Leeu warden een zaak worden van jaren voortsukkelen. Ik geloof, dat wij dan ook een beetje kleiner zullen moe ten beginnen en daarbij is gedacht aan de Zalen Schaaf, een gebouwencomplex met veel mogelijkhe den, waar ook allerlei panden in de Sacramentstraat en op de Nieuweburen bij horen. Hier gaat het ook over het voorstel, dat de Leeuwarder Jeugdgemeen schap bij het College op tafel heeft gelegd. Ik kan zeggen, dat wij in onderhandeling zijn met de N.V. Concertzaal Schaaf over de aankoopprijs. Als wij tot een vergelijk komen, dan zullen wij een opzet maken van wat er verder zal kunnen gebeuren en hoe dat is te financieren. Daarnaast hebben we de situatie van de Harmonie. Het is bekend, ook bij het bestuur van de Harmonie, dat er met dit gebouwencomplex be langrijke aanpassingen aan de nieuwe tijd moeten plaatsvinden. Het bestuur van de Harmonie heeft daarover contact met het College gezocht; een en ander bevindt zich nog in een stadium van aftasten wat er moet gebeuren, in welke volgorde en hoe dan de verhouding van de Harmonie tot het Gemeente bestuur zal worden. De heer Stigter zal zeggen: hier knappen we oude gebouwencomplexen op, maar dan komen we niet waar we moeten wezen. En is dat wel verantwoord? Ik dacht voorshands van wel, want men kan het meerdere wel willen en op zichzelf is dat goed en we zullen dat meerdere ook moeten heb ben, maar dat is een zaak van een lange termijn. En als wij in de tussentijd het mindere laten lopen, als wij dat niet wat bijpassen, dan dacht ik, dat het culturele leven wat de gebouwen betreft, in een bij zonder moeilijke positie zou komen. Ik heb zopas ge zegd, wij zijn bezig; en dat geldt zowel het terrein van culturele zaken als dat van jeugdzaken en jeugd zorg, dus eigenlijk het gehele welzijnsterrein waar 3 zowel de heren De Leeuw als Stigter over hebben gesproken. Hoe meer men over deze dingen spreekt met allerlei organisaties op dit terrein, hoe meer moeilijkheden worden aangedragen, maar wij stellen ons voor, wanneer wij de inventarisatie klaar hebben, uiteraard ook aandacht te zullen besteden aan alles wat door de heer De Leeuw is genoemd. Ook aan de vraag, of een op te richten culturele raad hierbij betrok ken zou moeten worden. Wat de culturele raad betreft, onze eerste gedachte gaat uit naar de Leeuwarder Ge meenschap die aanvankelijk bedoeld is als een soort ontmoetingsterrein van alles wat op het culturele leven werkt. Daarnaast hebben wij de Leeuwarder Jeugd gemeenschap. De Leeuwarder Gemeenschap kennen wij met velen in Leeuwarden uit het uitstekende blad, dat onder die naam verschijnt. De heer Stigter heeft ook gevraagd, of het met mo gelijk is lagere scholen te bestemmen voor allerlei jeugdactiviteiten. Dat is bijzonder moeilijk. Wij heb ben in die gebouwen eigenlijk al te weinig ruimte voor het onderwijs, dan dat wij daar nog een overcapaci teit zouden hebben. De heer Stigter heeft gemist de culturele agenda in de Leeuwarder Gemeenschap, die daar vroeger wèl in verscheen. Inderdaad is het agen dabureau, dat aanvankelijk uitstekend werkte, hele maal ineengezakt. Ik kan de Raad meedelen, dat in overleg met de culturele raad en de Fryske Kultuer- ried op het Stadhuis pogingen in het werk zullen wor den gesteld om een jeugdpaspoort in te voeren, waarmee de jeugd die dit koopt, reductie kan krijgen op de toegangsprijzen voor al lerlei culturele evenementen. Het is de bedoeling om aan die paspoorthouders op gezette tijden een lijst te geven van allerlei culturele evenementen die in een bepaalde tijdsperiode hier in Friesland zullen worden gehouden. Het ligt in de bedoeling, dat ook derden zich op de toezending van die evenementen- lijst kunnen abonneren en ook zal worden bevorderd, dat zo'n lijst komt te hangen in scholen en in kanti nes van kantoren en fabrieken. De wenselijkheid van een jeugdfestival, zoals dat in Drachten is gehouden, is een zaak die ik eens zou moeten opnemen met de Leeuwarder Jeugdge meenschap. Hoe de intocht van Sinterklaas wordt geregeld en hoe ik die moet inpassen in de culturele evenementen, weet ik eigenlijk niet precies, maar het woord cultuur is uiteraard zo wijd als het menselijk handelen en streven haast is. De intocht van Sinterklaas is een zaak die helemaal ligt in de commerciële sfeer en ik weet daar verder geen verstandig woord over te zeggen. Ik vond het vroeger aardig, maar ik zie nu zo langzamerhand tegen Sinterklaas anders aan. Ik denk, dat dat bij de heer Stigter ook het geval is. Ik dacht, dat je hier eigenlijk echt moest peilen hoe de kinderen het vinden en niet hoe wij als ouderen het vinden. De viering van Koninginnedag is inder daad ook zo'n punt en de heer Stigter meent, dat het allemaal wel wat oubollig was en vraagt, of het niet tijd wordt dat te veranderen. Ik kan U zeggen, dat ik na de aubade in de Prinsentuin nog een gesprek heb gehad met enkele bestuursleden van de Vereniging Oranje Nationaal die deze feestelijkheden organiseert en zij waren toen ook al zelf tot de conclusie geko men, dat het wat moderner moet, b.v. hier en daar op de pijpen een beatbandje. Dan zal het zeker wel een wat gezelliger feest worden dan het kuipjesste- ken op het Zaailand. Ik geloof, dat dat een goede gedachte is. De personeelsbezetting van het Princessehof is inder daad op het ogenblik wat moeilijk. De conciërge is ziek en kan niet allerlei diensten verrichten. Wij hebben een oplossing gevonden, dat èn de plantsoenendienst èn de dienst Openbare Werken mensen beschikbaar stellen om te doen wat daar normaal door de concier ge wordt gedaan. Wel zullen we onder ogen moeten zien een versterking van het personeel in het Prin cessehof, al is er op het ogenblik meer hulp aanwezig dan enige tijd geleden, n.l. een kracht die betaald wordt door de Ottema Kingma-stichting. De heer Stigter heeft verder nog gesproken over de bestemming van de Waag. In de Leeuwarder Cou rant is een gedachte van de centrumwinkeliers gelan ceerd en daar is (De hear Boomgaardt: Frysk Dei- blêd). Ja, dat lêz ik ek, men kin it nea witte. In ieder geval, vanmorgen heb ik in de krant gele zen, dat er een bespreking geweest is op het gemeen tehuis, waar de hele problematiek van de Waag aan de orde is gesteld en ik heb begrepen dat de mening van degenen die aan het gesprek hebben deelgeno men, en dat is ook wel de mening van het College, is, dat wij wat de Waag betreft, zo spoedig mogelijk tot een oplossing moeten komen. Met de heer De Leeuw ben ik het eens dat wij het welzijn goed in de gaten moeten houden, ieder op zijn eigen terrein; en dat het ook van belang is, dat wij de goede coördinatie op dit terrein vinden. Of wij binnenkort hierover met een duidelijke nota zullen komen? Ik geloof dat wij eerst zelf de zaak uitgekristalliseerd moeten hebben, na inventarisatie en informatie van de Leeuwarder Jeugdgemeenschap en de Leeuwarder Gemeenschap. Wij moeten op dit punt bijzonder voorzichtig zijn, dat wij een bepaald cultuurpatroon vanuit de gemeente op de burgerij zouden drukken. Zowel de heer Stig ter als de heer De Leeuw zeggen dat de ambtenaar jeugdzaken en de ambtenaar culturele zaken geheel zelfstandig op dat terrein werkzaam moeten zijn en niet bij andere diensten moeten worden ingescha keld. Ik heb bij de algemene beschouwing al gezegd dat dit ook inderdaad de bedoeling is. Maar calami teiten op bepaalde afdelingen noodzaken wel eens tot zekere noodvoorzieningen. De heer Van der Zwaard heeft er zijn spijt over uit gedrukt, dat er in Leeuwarden twee openbare bibliothe ken zijn. Ik kan die spijt persoonlijk wel met hem delen. Ik heb diezelfde opmerking eens gemaakt toen ik nog aan een andere tafel in deze zaal zat, over de kwestie van het Groene Kruis en het Wit-Gele Kruis. Blijft natuurlijk dat de overheid bezwaarlijk kan tomen aan de democratische rechten van een groep die meent dit afzonderlijk te moeten doen. Het zou mij niet verwonderen dat er in de toekomst, zo na het concilie, als ik het zo mag zeggen, iets aan het ver anderen is. De heer Hogendijk heeft t.a.v. het gemeen telijk studiefonds gevraagd of hieraan wel genoeg be kendheid wordt gegeven. Onze ervaringen zijn dat do hoofden van de scholen voor v.h.m.o. er volledig mee op de hoogte zijn en dat men ook inderdaad activeert als er bepaalde moeilijkheden zijn. Dat geldt zowel bij het openbaar als bij het bijzonder onderwijs. Of dit bij het lager onderwijs het geval is weet ik niet, maar ik kan mij haast niet voorstellen dat dit niet het geval zou zijn, omdat inderdaad ook studietoelagen ge vraagd worden voor het bezoeken van de eerste klas van de middelbare scholen. Bij het ulo-onderwijs is dat uiteraard niet of vrijwel niet het geval. Mocht blijken dat op dit punt de aandacht nog moet worden gevestigd dan ben ik gaarne bereid zulks te doen. Mevrouw Visser heeft nog gevraagd naar de voor het Frysk Orkest uitgetrokken 160.000,voor pen sioenlasten. Het is zo dat de gemeente deze pensioen kosten aan het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds moet betalen, maar daar staat tegenover een terug ontvangst op post 287 bij de begroting van het Frysk Orkest van 160.000,Dus deze twee posten vallen tegen elkaar weg. De Voorzitter: Ten aanzien van de Waag kan ik weinig toevoegen aan datgene wat wethouder Ten Brug reeds heeft gezegd. Ik ben daarop bij de al gemene beschouwingen ook reeds ingegaan. Ik kan de Raad wel meedelen, dat wij in een zeer snel tem po gaan naar de definitieve meningsvorm over de bestemming van de Waag. Het woord is thans aan wethouder Tiekstra. De heer Tiekstra (weth.): Naar aanleiding van de opmerking van mevrouw JoustraBijker over de speelgelegenheden voor het kind in onze stad, meen ik dat er ontegenzeglijk reeds veel van deze gele genheden zijn. Wij gaan met die arbeid rustig door. In nieuwe wijken doen wij dit op het ogenblik waar door de wijk zo compleet mogelijk wordt. Van zand bakken ben ik persoonlijk geen bewonderaar. Ze heb ben meestal dezelfde functie als de kattebak in huis

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1967 | | pagina 2