Ik ben het met hem eens, dat dit in strijd is met het leerplan. Ik ga er dan ook van uit, dat de inspecteur van de lichamelijke opvoeding die brief zal herroe pen. De vraag van de heer Kingma over de handenar beid heb ik al beantwoord aan het adres van de heer Hogendijk. De grote afstand van de gymnastieklokalen tot de scholen is een probleem; dat geef ik de heer King ma toe, maar wij hebben een groot gebrek aan gym nastieklokalen. Misschien kunnen wij mogelijk in de vorm van repetitiebouw tot uitbreiding komen. Op het ogenblik krijgen wij voor de bouw van een gymnas tieklokaal geen urgentie. Wanneer wij eens tot meer lokalen komen, dient een meer aanvaardbare sprei ding van lokalen over de stad te worden nagestreefd; gemiddeld wordt de afstand dan geringer. Ik wil niet komen in de discussie tussen de heer Kingma en de heer Hogendijk over de all-round klas se-onderwijzers maai- ik heb toch wel van de heer Hogendijk begrepen, dat hij die vakleerkrachten ook ziet als een aanvulling op een zeer specialistisch on derdeel, zonder toch de all-round-heid van de onder wijzer aan de school te willen aantasten. De heer Visser heeft niet voor de eerste keer in de Raad gesproken over de administratiekosten. Hij meent, dat B. en W. helemaal varen op de motivering van het K.B. van 7 december 1966, waarbij het be sluit van G.S. van Zuid-Holland betreffende vaststel ling van het administratiebedrag over 1963 van de gemeente Capelle a.d. IJssel op 2.60 is gehandhaafd. Ik kan dit nauwelijks begrijpen, want inderdaad is dat bedrag niet nauwkeurig vastgesteld. Dat is een be nadering. Ik heb begrepen, dat de heer Visser ge zegd heeft en dat is juist het bezwaar, dat in onder wij skringen wordt gevoeld laat de Minister ko men met een wijziging. Hij heeft zelfs een keer ge vraagd, of het College zich tot de Minister wil wenden. Uit het antwoord op die vraag zal de heer Visser duidelijk zijn, dat deze zaak inderdaad aan de orde is. Bovendien is het zo, dat straks bij de vaststelling van de werkelijke kosten van het onderwijs het be drag van die administratiekosten nog wel eens nader zou kunnen worden bezien. Het blijft uiteraard een benadering. Wat betreft die 15.000,merk ik op, dat de afdeling Onderwijs van de Secretarie na tuurlijk aanmerkelijk meer bemoeiingen heeft dan al leen het g.l.o. Ik noem b.v. alleen maar het bijzon der onderwijs. Men kan dit niet alleen van deze kant benaderen en moet het bedrag ook zien in het geheel en dan zitten wij met het bedrag per leerling t.o.v. het bijzonder onderwijs niet zo slecht. De schoolbesturen kunnen meer administratiekosten besteden dan 3,50 en ook minder; het bedrag krij gen ze evengoed. Wanneer straks bij de vaststelling van het bedrag van de werkelijke kosten blijkt, dat dit te laag is, dan is het altijd mogelijk, dat op te schroeven, zoals een vorige keer ook wel is gebeurd. Mevr. Joustra hebben wij uiteraard niet helemaal begrepen, anders hadden wij ons niet zoveel moeite getroost met de beantwoording in het sectieverslag. Inderdaad worden in het Bouwbesluit normen gege ven omtrent de grootte van de school. Dat zijn mini mum normen, maar deze worden feitelijk al een aan tal jaren i.v.m. de financiële situatie en de krapte op de bouwmarkt ook als maximum normen gehan teerd. Zo is het niet mogelijk ik heb dit ook aan de heer Kingma gezegd vergunning te krijgen om in de school een lokaal voor expressievakken in te bouwen. Men zal daar op een andere wijze in moe ten voorzien. Sommigen doen het in een normaal les lokaal, dat er een klein beetje voor ingericht is, of in een kelder, naar ik meen, in een school in 't Nijlan. Er zijn hier, dacht ik, wel mogelijkheden, wanneer men enige inventiviteit toont. I.z. de zonwering leert ons al een aantal jaren de praktijk, dat gordijnen voldoende zijn en zeker niet minder dan luxaflex, dat de zon aan de verkeerde kant van het glas keert. Dat een betere zonwering iets zal helpen bij houten scholen, waag ik te betwij felen, hoewel het in een houten school bijzonder warm kan zijn. Maar het aantal warme dagen is in dit land ook bijzonder klein. Bij de keuze van de glas zijde is men niet altijd vrij. De ligging van het ter rein speelt hierbij een rol, alsmede de goedkeuring van hogere instanties op het bouwplan. Tenslotte heeft mevr. Joustra gevraagd naar het standpunt van het College over de schoolmelkvoor- ziening. Ik dacht, dat ze wel begrepen heeft, dat het betekent, dat wij het uit een oogpunt van volksgezond heid niet nodig achten, dat op de scholen melk wordt verstrekt en ook de schoolarts acht dit niet nodig. En dat is een koers die wij, dacht ik, wel veilig kun nen varen. Tenslotte heeft mevr. Joustra nog gesproken over een hoogtezon in te bouwen kleuterscholen, zoals in Enschede. Mijn voorlopige informatie is, dat dit nu niet zo'n daverend succes is. Wij zullen er nog nader naar informeren, maar als dat inderdaad het geval is, dan denk ik niet, dat wij spoedig met een voor stel komen om een hoogtezon in de kleuterscholen te plaatsen. T.a.v. de vraag van de heer Rijpma over de coör dinatiecommissie meen ik, dat coördinatie geen taak voor de bouwcommissie is; daar moet een andere commissie voor komen. Op het ogenblik is bezig een commissie die tot taak heeft een goede regeling van het toelatingsexamen in 1968. Aanvankelijk zou deze commissie alleen voor het openbaar v.h.m.o. werken, maar ook van de zijde van het bijzonder v.h.m.o. is men in deze boot gestapt en tot onze vreugde gaat men zeer broederlijk samen deze weg afleggen. W ij zullen na de vakanties moeten komen tot de commissie die verder het gehele leerplan van de brugklasse regelt. Ik kan er wel bij zeggen, dat het voorbereidende werk voor bepaalde vakken al bezig is. ook dit weer in samenwerking tussen het open baar en het bijzonder v.h.m.o. Tenslotte kan ik i.z. de opmerking van de heer Ho gendijk over de onderwijscommissie wel meedelen, dat het, wat mij betreft en ik meen dat het College mij daarin ook wel zal willen volgen de bedoe ling is in het kader van de nieuwe regeling m.b.t. de commissies te komen tot het instellen van een com missie voor het onderwijs. Mevr. Joustra—Bijker: Ik hoop, dat het College zo gauw de mogelijkheden er zijn, die zal aanpakken om ruimere scholen te gaan bouwen. Verder acht ik in tegenstelling met de Wethouder het verstrek ken van schoolmelk in het belang van de volksgezond heid wel nodig. Ik wilde in dit verband wijzen op een rapport van de voedingsraad, die adviseert wederom melk in de pauze, ook voor de oudere schooljeugd, te verstrekken. Vooral omdat hier in Leeuwarden ook veel kinderen uit de dorpen het voortgezet onderwijs volgen, die vroeg van huis gaan en laat thuis ko men, kan een flesje melk enorm veel goed doen. Ver der wil ik ook nog wijzen op een rapport van de Pro vinciale Raad voor de Volksgezondheid in de provin cie Groningen, die ook heel positief staat tegenover de schoolmelkvoorziening. De heer Visser: De Wethouder heeft vanavond ronduit gezegd, dat het bedrag voor de administratie niet nauwkeurig is vast te stellen. Zo duidelijk heb ik het in het verleden niet gehoord. Wanneer de Wethouder het bedrag van de exploitatievergoeding noemt en zegt, dat dit in de gemeente Leeuwarden goed is, kan ik dat ook onderschrijven. Maar daar ging het nu niet om. Het ging nu juist om die ene component en de L.O.-wet schrijft in art. 55 ter duidelijk voor, dat het niet gaat om de bij benadering vastge stelde kosten van het o.l.o. maar om de werkelijke kosten. En ik dacht dat het gehele bijzonder onder wijs zat te wachten op de verschijning van het uit voeringsbesluit op art. 101. Ik wil er maar niet ver der op ingaan. Wel wil ik graag nog even memore ren, hoe de samenwerking tussen het Gemeentebe stuur enerzijds en het bijzonder onderwijs anderzijds is. De heer Kingma: Ik meen me wel te moeten aan sluiten bij wat mevrouw JoustraBij ker over de schoolmelkverstrekking heeft gezegd. In de eerste irtJ3 plaats zie ik er eigenlijk pedagogische reden in dat het kind leert melk drinken; dat is voor heel veel kin deren moeilijk. In groepsverband doen ze het gemak kelijker. Ook het probleem van de tussentijdse bijvoe ding komt hieraan te pas; die is lang niet in alle gezin nen voldoende. Wanneer we de rapporten die mevrouw JoustraBij ker ook al heeft geciteerd, met nog an dere werkjes over deze problematiek lezen, dan kun nen we toch wel zien, dat melk een heel belangrijke voedingsstof is. De heer Hogendijk: Het vak handenarbeid is facul tatief maar o.i. moet de invoering ervan bevorderd worden en onze fractie stelt dus prijs op stimulering hiervan. Verder verneem ik nog graag of aan de Minister gevraagd is, in het scholencomplex een m.a.v.o.-school op te nemen. Ik dacht van niet. De Wethouder is optimistisch over het h.a.v.o., laat mij dan optimistisch zijn over het m.a.v.o. dat o.a. door de mogelijkheid van een driejarig leerprogramma een totaal andere groep van leerlingen zal aantrekken. Ik heb dus alle hoop dat wij wel vier m.a.v.o.-scholen zullen behouden en dat er een bepaalde aantrekkings kracht zal worden uitgeoefend door dit schooltype. De oplossing van de schoolrijpheid zoals die gesugge reerd wordt in de vragen in het sectieverslag kost de gemeente heel weinig, omdat de leerkrachten door het Rijk zullen worden betaald. Op de manier van de Wethouder kost het veel en dat is, dacht ik, niet helemaal juist. Met vakleerkrachten aan het b.l.o. ga ik akkoord. Graag dus een vakleerkracht biolo gie en schooltuinen. Wanneer men vakleerkrachten bij het u.l.o. als gewone onderwijzer aanstelt, maar hen een bepaald vak als opdracht geeft, komen ze voor rekening van het Rijk en dan kosten ze de gemeente niets. De wethouder rekent bij het schoolzwem men op een uitgave van 30.000,maar ik zou dat nog wel eens gespecificeerd willen zien. Wat kosten ons de vierde klassen? Welke scholen wil hij dan alle maal per bus vervoeren? Weet hij dat de gemeente lijke inspecteur van de lichamelijke oefening druk op bepaalde scholen uitoefent om de ouders het vervoer naar het zwembad te laten betalen? Die bijdragen zouden misschien wel gebruikt kunnen worden voor het gemeentelijk busvervoer. Het is begrijpelijk, dat een gymnastieklokaal niet steeds in de nabijheid van een bepaalde school geplaatst kan worden, maar er ontbreekt er een in de nabijheid van de gemeente lijke opleidingsschool voor kleuterleidsters en als er gens een lokaal noodzakelijk is dan is het wel hier. De Wethouder heeft m.b.t. de scholenbouw een prach tig systeem van repetitiebouw, maar is het hierbij mogelijk om straks wanneer dit weer geoorloofd is, het gebouw uit te breiden met een handenarbeidlo- kaal? Bij het ontwerpen van een nieuw plan, ook in repetitiebouw, ware te proberen het zodanig te ma ken dat dit gemakkelijk te verwezenlijken is. Zoals men weet zal in de tweede en de derde leerkring van de rijkskweekschool straks volgens de nieuwe Mammoetwet moeten worden getracht onderwij zers te krijgen gespecialiseerd in bepaalde vakken, natuurlijk met een waarborg als door de heer King ma bedoeld. Dat er zo weinig opmerkingen meer zijn te maken na de beantwoording van de Wethouder, komt voort uit het feit dat die beantwoording zo goed was door dat hij zich in een voor hem totaal nieuwe materie snel en goed heeft weten in te werken. Ook in onder wijskringen naar ik heb vernomen, is men zeer tevre den met de aanpak van de Wethouder. Nu is het ge woonte na de dood van wethouders van onderwijs wegens hun verdiensten scholen naar hen te noe men; als het zo doorgaat worden de nieuwe brug klassen straks nog Ten Brugklassen geheten vóórdat hij gestorven is (Gelach). De heer Ten Brug (weth.): Ik hoop, dat het laatste nog even duurt. (Gelach). Zonder schoolmelk. Mevr. Joustra is hierop nogmaals teruggekomen. Dat is een punt, dat herhaalde malen in deze Raad heeft gespeeld. Wat de gezondheidssituatie van de schoolkin deren in Leeuwarden betreft (want het gaat er ten slotte niet om wat in het algemeen rapport staat en wat in de rapporten van de Groninger Provinciale Raad voor de Volksgezondheid staat), weet ik eigen lijk geen betere koers dan te varen op de inzichten van de schoolarts. En ik zie op dit moment echt geen reden om een wijziging aan te brengen. Wat het middelbaar onderwijs betreft, geloof ik, dat we dan in een heel andere categorie komen. Ik kan mevr. Joustra en de heer Kingma meedelen, dat op één van de middelbare scholen niet zo lang geleden een koffie-automaat is geplaatst, waar uiteraard ook eni ge melk in zit. Ik hoop met de heer Visser, dat het bewuste K.B. spoedig komt. Misschien is het er, wanneer wij de werkelijke kosten van het leermiddelenbedrag straks moeten vaststellen; dan kunnen we daarmee rekening houden. Wat de verhouding betreft tussen het Gemeentebe stuur en het bijzonder onderwijs, is het uiteraard een vanzelfsprekende zaak, dat de Gemeente de taak, die de Lager-onderwijswet haar met betrekking tot het openbaar- en het bijzonder onderwijs heeft opgedra gen, goed behartigt; naar beide kanten: zowel naar het openbaar als naar het bijzonder onderwijs. Dan kom ik aan de opmerking van de heer Hogen dijk m.b.t. de m.a.v.o.-school. Ik begrijp, dat het bij zonder prettig is om in het scholencomplex ook een m.a.v.o.-school in te bouwen en ik kan mij een situa tie voorstellen in een grote stad in een nieuwe wijk, waar men nieuwe scholen bouwt, zoals in Amster dam, waarin men één of twee u.l.o.'s een h.a.v.o., een atheneum en eventueel een lyceum samenbrengt. Maar zo is de situatie in een stad als Leeuwarden niet. Het probleem van aansluiting tussen het m.a.v.o. en het h.a.v.o. en omgekeerd is natuurlijk niet opge lost, wanneer wij een m.a.v.o.-school in het bedoel de complex hebben, want dat probleem ligt er even goed t.o.v. de drie andere m.a.v.o.-scholen in de stad. En ik verwacht inderdaad dat zou ik betreuren dat de m.a.v.o.-school in het nieuw te bouwen scho lencomplex een bijzonder cachet zou kunnen krijgen al geef ik toe, dat, gezien ook de differentiatiemoge lijkheden die er straks zijn bij het m.a.v.o., de ene school qua type wel wat anders zal zijn dan de andere. Ik geloof ook, dat het gelukkig is, dat wij meer dan één u.l.o. hebben, omdat wij dan ook, wat de differen tiatie betreft, die we niet op elke school tot een maxi mum kunnen uitbuiten, per school nuances kunnen aanbrengen. Dan zal misschien wel een overloop van de ene school naar de andere mogelijk moeten zijn. Aangaande de schoolrijpheidskwestie dacht ik, dat ik in eerste instantie heb gezegd, dat ik graag bereid ben, de waardevolle opmerkingen van de heer Ho gendijk op dit punt nader te bekijken en dan hoop ik, dat wij t.z.t. tot een vrij bevredigende regeling zullen komen. Ook wat hij nu gezegd heeft over de kwes tie van het vakonderwijs wil ik nog wel eens bekij ken. Als hier mogelijkheden zijn, ook uit financieel oogpunt, dan wil ik ze uiteraard gaarne aangrijpen, want de urgentie van dit geval zien ook wij wel. Wat betreft de gymnastieklokalen, is bij de bouw van de scholen in 't Ielan gerekend, dat per twee scholen één gymnastieklokaal zou moeten worden gebouwd, en er is ook gerekend met de mogelijkheid van de uitbouw met een vaklokaal, zodat, wanneer die moge lijkheid t.z.t. er is, wij daar ook aan kunnen voldoen. Wanneer wij het ruimer en iets beter kunnen ma ken en de mogelijkheden daartoe er zijn, dan zullen wij die met beide handen aangrijpen, al wil ik hierbij niet de indruk wekken, dat de scholen, die wij in 't Ielan bouwen, nu zo bijzonder slecht zijn. Uiteraard gaan we dit schooltype niet tot het oneindige herha len; dat zou ook bijzonder vervelend zijn; wij zullen waarschijnlijk voor 't Aldlan t.z.t. met een wat an der type moeten komen. Mét de heer Hogendijk ben ik overtuigd van de noodzaak van een gymnastieklokaal bij de opleidings school voor kleuterleidsters. Dat zit er voorlopig nog niet in, maar het is wel de bedoeling, dat wij t.a.v. de scholenkwestie een vrij geregeld contact aanhou-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1967 | | pagina 6