Li
2
De heer Tiekstra (weth.): Het is duidelijk, dat we
het rente-percentage, waarnaar de erfpachtscanon
wordt berekend, niet verhogen, wanneer dit niet nood
zakelijk is. Aanpassing aan de huidige situatie is ech
ter nodig om te voorkomen, dat de Gemeente er, als
gevolg van een te laag percentage, geld op toe zou
moeten leggen.
Ik geloof, dat de heer Heidinga even een fout maakt,
wanneer hij kijkt naar het gemiddelde rentepercentage
in de begroting. Dat is het gemiddelde percentage
over het totaal van de investeringen. Hier is alleen aan
de orde de exploitatie van de erfpachtsgronden en de
langlopende middelen, waarmee dit gefinancierd wordt.
Afgezien daarvan deze erfpachtsovereenkomsten
worden gesloten met recht van koop. Op het moment
dat dit percentage voor de betrokkenen te hoog zou
zijn en men tegen een aantrekkelijke rentevoet gelden
zou kunnen aantrekken, kan men die grond ook kopen.
Overigens is er over dit percentage overeenstemming
met belanghebbenden, dus ik geloof, dat wij aan deze
zaak niet zo zwaar meer behoeven te tillen. Ook de
zorg voor de financiën der Gemeente is een element
van een zorgvuldig beleid.
Dan de opmerking van de heer Kingma. Wij kunnen
tot op zekere hoogte langs de weg van bebouwings.
voorschriften een maximum bebouwingsoppervlakte
voor deze bedrijven vaststellen en zo het euvel van het
op de straat parkeren proberen te vermeden. De heer
Kingma maakt een fout, als hij veronderstelt, dat de
op de publieke straat aanwezige parkeerruimte spe
ciaal bestemd zou zijn voor hen, die daar wonen. Dat is
natuurlijk een openbare straat en die staat ter pu
blieke beschikking, onverschillig wie daar gebruik van
maakt. Ik erken volkomen, dat de situatie bij enkele
garagebedrijven wel zorg baart en dat we tijdig moe
ten proberen, deze ontwikkeling in de hand te houden.
AJs bij de opzet van een bedrijf is uitgegaan van een
bepaalde capaciteit aan parkeerruimte op eigen ter
rein en het bedrijf groeit uit, dan ontstaat weer een
ongewenste situatie. Deze zaken hebben bij de vast
stelling van de bebouwingsvoorschriften de aandacht
en ik hoop, dat we door middel daarvan de zaak zo
goed mogelijk in de hand kunnen houden.
De heer Vellenga vraagt, hoe het staat met de plan
ning van deze garagebedrijven. In het totale plan Lek-
kumerend en Bilgaard zijn de terreinen voor garages
en bedryven aangewezen. De bestemming is geregeld.
Die berustte ook op rapportering van het N.E.I. en ik
durf wel te voorspellen, dat er van een te grote dicht
heid van garages in dit plan stellig geen sprake zal
zijn, omdat wy ons telkens opnieuw enorm vergissen
in de toeneming van de autodichtheid, ook in deze
plannen. De cijfers bewegen zich op het ogenblik al
zeer duidelijk in de richting van één auto per woning
en gaan daar waarschijnlijk straks nog overheen. Voor
dat wagenpark moet een service-apparaat beschikbaar
zyn en dat zal, op basis van de toenmalige berekenin
gen, stellig niet te uitgebreid zyn.
De heer Heidinga: Onder punt 4 van de voorwaarden
staat: „De erfpachter mag het ten noorden van het
erfpachterrein gelegen, van gemeentewege aangeleg
de, openbare parkeerterrein op generlei wijze gebrui
ken voor bedrijfsdoeleinden voor elke overtreding
van dit verbod verbeurt de erfpachter of de opvolgen
de erfpachter t.b.v. de gemeente Leeuwarden een door
het enkele feit der overtreding opeisbare boete van
vijfduizend gulden". Nu zegt de Wethouder, dat die
mensen de openbare straat vry mogen gebruiken. Dat
is echter ook een openbare straat.
De heer Tiekstra (weth.): Bij de uitgifte van deze
grond is eventueel gebruik van dit openbare parkeer
terrein voor bedrijfsdoeleinden dus bjj voorbaat uitge
sloten op straffe van de in punt 4 genoemde boetes.
Dat is de enige manier om het gebruik van de open
bare straat voor bedrijfsdoeleinden in de hand te hou
den.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 10 (bijlage no. 188).
De heer Vellenga Ik zou graag vernemen, of het
pand Raadhuisplein 23 getaxeerd is, door wie dat is
gedaan en wat de getaxeerde waarde was.
Verder heb ik nuj afgevraagd, of die f 30, per m2,
die voor het terrein aan de Mr. P. J. Troelstraweg
wordt berekend, wel juist is, of dat hij voortvloeit uit
zekere „manoeuvres Mocnt dat zo zijn en dan
zaJ er wel een bepaalde reden voor zijn - heeft dat
dan ook consequenties t.a.v. de grondprijs in die om
geving? In de komende jaren zouden er wel nieuwe
liefhebbers kunnen komen opdagen voor percelen in
die buurt en dan moet de grondprijs ook op f 30,
per m2 worden gesteld. Uit dit voorstel maak ik op,
dat Uw College meent, dat de Gemeente belang heeft
bij de eigendomsverwerving van het pand Raadhuis
plein 23, maar ik mis in de raadsbnef een aanduiding
van de gedachte ontwikkeling van de stadhuisplannen.
Het staunuis kan gebouwd worden op een andere plaats
m de stad. Wat gaat er dan gebeuren met alles, wat
de Gemeente nu in handen heeft? De Raad kan ook
oesiuiten, dal de huidige piaats gehandhaafd blytt. Kan
net nieuw te bouwen geueeite dan kleiner worden, om-
uat wij nu aan de ovetkant dit pand kopen en mis-
scmen in de toekomst de beschikking krijgen over de
Hofscnool en de St. Anthonyschool Of is nieuwbouw
op grote schaal pius uitbreiding met alle gebouwen
aan de overkant noodzakelijk Ik dacht, dat het op
z'n minst nodig was, dat de Gemeenteraad daarover
ook het een en ander zou horen. Wij willen deze aan
koop graag bezien in het perspectier van de stadhuis-
piannen. Vnesco kan het pand voorlopig nog met ver
laten, zodat er emge tyd verloopt, voordat de Gemeen
te het gebouw kan betrekken. Verdient het geen aan
beveling, de beslissing over de aankoop uit te stellen
tot het moment, dat de Raad een definitieve uitspraak
heeft gedaan over het stadhuisplan
De heer Tiekstra (wetli.). Van de N.V. Vriesco ont
ving het College de mededeling, dat men, door gebrek
aan uitbreidingsmogelijkheden ter plaatse, genoodzaakt
was het bedrijf naar elders over te brengen. Men had
ook reeds buiten de gemeente Leeuwarden naar een
nieuwe vestigingsplaats gezocht, maar daar was men
op dat moment duidelijk van teruggekomen en men
vroeg aan de Gemeente grond voor een nieuwe vesti
ging. Aangezien de Gemeente op het moment, dat de
N.V. Vriesco de eigendom van het betreffende pand
verwierf, ook reeds interesse bad voor het pand, maar
niet met de toenmalige eigenaar overeenstemming kon
bereiken, is de vraag aan de orde gekomen, of de Ge
meente dan niet de eigendom van het pand zou kunnen
overnemen. Was de behoefte tot verplaatsing by de
N.V. Vriesco met ontstaan, dan zouden wy dus nu
waarschijnlijk niet over deze transactie hebben kunnen
praten.
De heer Vellenga stelt vervolgens nog een vraag
over de waardebepaling. Het pand is inderdaad in op
dracht van B. en W. door de „Commissie-Feddema'
getaxeerd. Deze taxatie is ons schriftelijk voorgelegd
door de directeur van het Grondbedryf. Men taxeert
het pand op f 270.000,dus f 30.000,hoger dan de
f 240.000,- - die de grond aan de Mr. P. J. Troelstraweg
moet opbrengen. Vanzelfsprekend worden er door de
Gemeente allerhande grondprijzen gehanteerd, die vaak
afhankelyk zyn van de kostprijs van de bouwryp ge
maakte grond. Het is de Raad waarschijnlijk bekend,
dat wij industrieterrein, waar zo'n bedrijf mogelyk ook
terecht zou kunnen komen, verkopen voor bedragen
van f 18,tot f 22,per m_2. Wanneer men o»n zou
tegenwerpen, dat dit terrein minder gunstig ligt, is
dat tot op zekere hoogte waar. Anderzijds speelt nu
eenmaal by de vaststelling van de grondpryzen de
historische kostprys ook een rol. Bij de vestiging van
het bedryf van Santega aan de Mr. P. J. Troelstraweg
waren aanvankelijk lagere verkoopprijzen in het ge
ding, naar ik meen, van ca. f 8,tot f 12,By deze
grond beweegt de Gemeente zich m.b.t. de vaststelling
van de prijs in een zekere vrije marge. Uiteraard be
taalt de verwerver van deze grond liefst geen cent
meer dan hy er werkelijk voor over heeft. Uit de teke
ning is wel duidelijk geworden, dat deze 8000 m2 grond
geen uitweg heeft aan de achterzijde, wat b.v. wel
weer voor Santega geldt, die aansluiting heeft op de
3
nieuw aangelegde weg in de Magere Weide. Men zou
dus de grondprijs ook kunnen differentiëren en stellen,
dat 4000 m2 naar f45, per ni2 en 4000 m2 naar
f 15,per m2 wordt berekend. Dan komt men op een
gemiddelde prijs van f30,- per m2. De prijs is juist
en consequenties voor de toekomst behoeven niet te
worden gevreesd. De prijsvergelijking, die dan zou
moeten worden gemaakt, heeft betrekking op nieu
we gronden en, geïllustreerd met de cijfers, die ik zo
even heb genoemd i.z. de verkoop van industrieterrein,
is dit m.i. wel duidelijk.
De heer Vellenga zegt, dat hij in het voorstel ieder
perspectief t.a.v. de stadhuisplannen mist. Het College
heeft de Raad de toezegging gedaan, zo spoedig mo
gelijk het stadhuisplan, met alles wat daarmee samen
hangt, ter beslissing aan Uw Raad voor te leggen. Het
ontwerpen, financieel „rond" maken en uitvoeren van
het definitieve plan voor een nieuw stadhuis zullen
evenwel nog vele jaren vergen. Er bestaat thans ech
ter een nijpend gebrek aan huisvestingsmogelijkheden
voor secretarie-afdelingen, zoals Personeelszaken,
thans gehuisvest in een pand, waarvan de huur af.
loopt, maar dat de Gemeente beslist niet wil kopen.
Ook andere afdelingen hebben dringend ruimere be
huizing nodig. Er spelen bij dit huisvestingsvraagstuk
een groot aantal zaken mee. Uitzicht op nieuwbouw
of uitbreiding van het stadhuis maakt de noodzaak
van het treffen van voorzieningen thans bepaald niet
geringer. Het treffen van deze voorzieningen op korte
termijn blijft noodzakelijk. Ik ben nog voorbijgegaan
aan het feit, dat ook andere gemeentelijke diensten
met grote huisvestingsmoeilykheden zitten, een om
standigheid, die ook de heer Vellenga wel bekend is.
Ze worden vaak improvisorisch gehuisvest in panden,
die wij straks toch weer moeten afbreken. Ook als de
Hofschool en in een verdere toekomst misschien de
St. Anthonyschool kunnen Worden aangetrokken, zal
zeker niet een teveel aan ruimte ontstaan.
Ik wil dus nadrukkelijk stellen dit ter vermijding
van misverstand dat een vanavond over het aan de
orde zijnde punt genomen beslissing de Raad in geen
enkel opzicht mag, kan en behoeft te binden t.a.v. een
beslissing over het stadhuis.
De heer Vellenga vraagt zich af, of we op zo korte
termijn een beslissing over aankoop moeten nemen.
Uitstel van deze beslissing is m.i. niet nodig, omdat
wij thans enorme behoefte hebben aan huisvestings-
mogelykheid voor gemeentelijke diensten. Dit voorstel
belemmert de Raad in geen enkel opzicht in zijn vrij
heid t.a.v. de te nemen beslissing over het stadhuis en
een nu genomen beslissing verschaft het desbetreffende
bedryf een positie, waarin het zijn plannen tijdig kan
voorbereiden en ten uitvoer brengen. Ook de Gemeente
krijgt de tyd de vporzieningen, die in het gebouw moe
ten worden getroffen, voor te bereiden, zodat wy op
het moment, dat het gebouw te onzer beschikking
staat, het ook inderdaad zo snel mogelyk in gebruik
kunnen nemen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punten 11 en 12 (bylagen nos. 180 en 191).
Z.h-st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Pont 15 (bijlage no. 195).
De hear Miedema: It mei bikend wêze, dat ik per
soonlik net sa'n rest&uraesjeman bin, mar myn fraksje
hat wol wurdearring foar dit ütstel. It feit, dat it de
wurkgelegenheit yn'e mjitte komt, is frij wichtich en
ek it feit, dat dit hüs yn de Baginestrjitte wol in mar
kant pün is. Dêrom siz ik ek „ja" tsjin it ütstel om
dit p&n to restaurearjen, mar der is noch ien fraech
oerbleaun. Yn it riedsbrief stiet: „Teneinde de kosten
van de restauratie te beperken" (dat is dus wol yn-
teressant), „heeft de architect afgezien van herstel van
de puntgevel." Men kin sizze: „As wy dit dogge, dan
wolle wy dit sa goedkeap mooglik dwaen", mar ek oan
sunichheit blnne grinzen. Nou wurdt der op dat hüs
in dakflak makke en üs monumint wurdt dan in ge-
woan SJd hüs; ik kin it net oars sjen. En as wy dér
dan dochs noch f60.000,tsjinoan smite, litte wy der
dan ek, as it kin, in monumint fan oerhalde. (De Foar-
sitter: Dat is wol de bidoeling!). Ik bitwivelje it lyk-
wols stork, dat it nou in monumint wurdt. It stiet op
de Monumintelist ünder de formelding: „hoekpand met
zadeldak". Ik lês dêrüt, dat de puntgevel monumintael
is. En nou soe it monumintale bryk wurde. Ik soe dan
ek graech opjefte hawwe wolle fan it forskil yn kos
ten tusken in puntgevel en in dakflak. Ik bin gjin oan-
nimmer. mar ik kin wol sjen. dat dat forskil nea great
wêze kin. En as dat yndicd sa is. dan soe ik dochs
noch wol in ütstel dwaen wolle om net dat dakflak,
mar in puntgevel to meitsjen.
De heer Kingma: Wij zijn voor de restauratie ook
van dit pand, maar dan moet het ook restauratie zyn.
Evenals myn voorganger betwijfel ik echter, of er niet
een belangrijk deel voor restauratie verloren gaat,
wanneer do plannen op de voorgestelde wijze worden
uitgevoerd. Ik vind dat erg jammer, want de topgevel
is juist karakteristiek. In de wereld van de architecten
en de welstandscommissies wordt m.n. aan een derge
lijke wijziging zwaar getild. Als het gaat om besparing
van een, naar ik meen, in verhouding tot de totale
restauratiekosten, vrij gering bedrag, acht ik het niet
juist van handhaving van de topgevel af te zien.
De heer Stigter. Ik sluit me grotendeels aan bij het
geen myn voorgangers hebbèn gezegd. Onze fractie is
wel vóór gehele restauratie van dit pand, dat, in de
vrij gave Bagijnestraat, uitspringt. Kunt U ver.
tellen wat de huur wordt U wilt komen tot een goede
exploitatie van het pand, maar het is een vrij klein
pand met een werkplaats beneden en boven één zit-
slaapkamer, terwijl de zolder weinig geschikt is om
voor bewoning gebruikt te worden. Ik geloof, dat er
niet zoveel bezwaar is tegen afplatting van het dak,
als men alleen het feit in aanmerking neemt, dat hier
geen sprake is van een duidelijk monument. U bent
daarover in Uw raadsbrief vrij vaag. Bij andere te
restaureren objecten hebt U medegedeeld, in welke pe
riode het gebouwd is en wat er allemaal in gevestigd
was.
Is het overigens juist, dat de Provincie voornemens
is, het subsidie in de restauratiekosten van 15% te
verlagen tot 10%
De heer Ten Brug (weth.): Zoals ook in de stukken
wordt gezegd, is dit geen bijzonder monument Er zijn
wel veel mooiere, als Luilekkerland en de Papinga-
stins, maar, gezien de situering in de Bagynestraat
is het zeker de moeite waard, dit aardige pand te
restaureren. Ook de topgevel is niet byzonder monu
mentaal, vandaar, dat op voorstel van de architect
Monumentenzorg met dit plan akkoord gaat. Er zyn
in de stad zeker veel mooiere topgevels. Ik denk maar
aan de gevel in de Sint Jacobsstraat. By restau
raties moet men in elk geval proberen de zaak ook
financieel kritisch te bekijken. Wij meenden, in overleg
met Monumentenzorg, dat herstel niet nodig was en dit
bespaart ons een aanzienlijk bedrag. Restauratie van
zo'n topgevel vraagt n.l. ook weer specifieke voorzie
ningen t.a.v. wat er achter ligt.
De huur zal plm. f 100,— per maand bedragen en
wij zien dan ook de mogelijkheid, dit monument ren
dabel te maken. Dat is bij de meeste monumenten niet
mogelyk, maar dat maakte juist de restauratie van dit
pand ook aantrekkelijk.
Of de Provincie verlaging van de restauratiesubsidies
overweegt, is my niet bekend, maar dat men daar in
de toekomst wel eens aan zou kunnen gaan sleutelen,
zou mij niet verbazen. Wij hebben wel gemerkt, dat
de Provincie t.a.v. restauraties van zeer kleine om
vang tegenwoordig eerder dan vroeger geneigd is te
zeggen: Dit is eigenlijk geen restauratie, maar onder
houd en daarom geven wfl geen subsidie.
Ik hoop, dat het mogelyk zal zyn, het desbetreffende
aannemersbedrijf op deze wijze in stand te houden tot
met restauratie van de Papingastins en eventueel Lui
lekkerland kan worden begonnen. Wij zyn, wat betreft
de restauratie van de Papingastins, niet zonder hoop.
Wij hebben daarover contact gehad met de Dienst Aan
vullende Civiel-technische Werken en het is mij bekend,
dat ook G.S. dezer dagen met die dienst contact zul
len opnemen, om de mogelijkheid van het geven van
subsidies in de werkgelegenheidssfeer te bezien. Deze