8 De heer Hogenclijk: In onze fractie is ook gespro. ken over de duur van de tijdelijke oplossing en men heeft zich afgevraagd, of het voorgestelde gedeelte oude veemarkt wel de juiste plaats is. Als deze tijde lijke oplossing kort is, prefereren we een definitieve oplossing. En als ze langdurig zou zijn, zouden we graag een andere plaats zien aangewezen. Het lijkt ons bijzonder bezwaarlijk, dat deze plaats voor lange tijd een doom in het oog wordt, want het is geen mooi gezicht die autowrakken daar. Er komen diverse scholen in de buurt te staan, o.a. een H.T.S. Ongeveer een jaar geleden is er ook al eens gesproken over op slag van autowrakken; ik dacht, dat men toen de fa. Postma op het oog had, maar destijds is juist gezegd, ook van de kant van B. en W.We moeten deze op slag natuurlijk niet zo in het centrum van onze ge meente hebben. Het voorstel is dan ook enigszins in consequent, dacht ik. Nu de fa. Hoeben in aanmerking komt voor de behandeling van de autowrakken, is het misschien heel goed in de buurt een plaats te zoeken. Het is de vraag, in hoeverre een bijzonder goede om heining nodig is. Men kan de auto's, die opgeslagen moe ten worden, splitsen in drie soorten. Als het in hoofd zaak gaat om autowrakken, dan is alleen een stukje prikkeldraad voldoende. We zouden wel graag wat ge tallen willen zien. In hoeverre zijn het door de politie in beslag genomen auto's, auto's die door de Domei nen verkocht zullen worden, en auto's, die waarlijk als autowrakhen beschouwd kunnen worden? De heer Kingma: Ook wij menen, dat deze plaats nu niet bepaald gunstig is en dat deze auto's en auto wrakken meer thuis zouden horen op het industrie terrein of in de buurt van de fa. Hoeben; dat terrein ligt ook gunstig, dacht ik. Het centrum van de stad vind ik toch wel hoogst ongunstig voor een opslag plaats van autowrakken. We moeten ze van de straat hebben en, wat dat betreft, zijn wc heel blij met het voorstel. We hopen, dat de resultaten heel spoedig zichtbaar zullen zijn. Maar we hopen ook, dat het College kans zal zien een andere opslagplaats te vin den en dan liefst zonder eerst deze investering te doen van f 20.000, De heer Venema: Ik zou willen voorstellen, nu de fa. Hocben die zaak overneemt, dat deze firma de wrakken naar een nabijgelegen stuk grond brengt; dan behoeft de opslag niet op het oude veemarkt- De heer De Jong (weth.): De heren Weide, Hogen. dijk en Kingma hebben alle drie uitgesproken, dat ze niet zo gelukkig zijn met de plaats, waar het opbergen van de autowrakken of in beslag genomen auto's is gedacht. De vraag, waar deze auto's het best kunnen worden opgeslagen, is ook een onderwerp van discus sie geweest in de autowrakkencommissie, die samen gesteld was uit de Commissaris van Politie, de Direc teur Openbare Werken, de Directeur Grondbedrijf en mijn persoon. Dit gezelschap heeft toch goed uitgeke ken om daarvoor de meest geschikte plaats met de minste kosten uit te zoeken. Die plaats moet voldoen aan bepaalde afmetingen. Er moeten toch minstens zo'n 20 a 25 auto's geplaatst kunnen worden, omdat dat het aantal was, dat alleen al door de politie in beslag genomen kan worden i.v.m. justitiële onder zoeken, die een bepaalde tijd vragen. De categorie wrakken die regelmatig afgevoerd zouden kunnen wor den naar Zutphen, vraagt niet zoveel plaats. Er is dan nog wat overcapaciteit, waardoor we toch minstens op deze plaats voor 5 tot 10 jaar konden rekenen op een ruimte voor plm. 50 auto's. Men vraagt: Waarom nu uitgesproken daar? Zo'n plaats moet niet in het centrum, maar' waar is in het centrum een plaats waar men er zo bijzonder weinig last van heeft als juist daar, waar nu ook al bijv. materialen worden opgeslagen, die Openbare Werken nodig heeft? (De heer Heidinga: Puin.) Best moge lijk. Met een houten schutting aan twee kanten hebben we de zaak aan het oog onttrokken. Vandaar ook de betrekkelijk lage investering van f 20.000,voor een 50 auto's, die daar kunnen staan. Dat is eigenlijk in vergelijking met wat wij eventueel op het industrie terrein zouden moeten maken voor zo'n opslagplaats een te verwaarlozen bedrag. En wanneer men wijst op het stadsschoon enz., dan stel ik: Zolang wij die oude schapenmarkt daar nog hebben, kunnen wij daar van gebruik maken en we mogen toch rustig aanne men, dat we ter plaatse in de eerste 5 10 jaar niet zoveel wijzigingen in de situatie behoeven te ver wachten. (De heer Vellenga: Sporthal.) Een sport hal is echt niet gedacht op deze plaats; die zou ko men tegenover de Frieslandhal op het terrein, waar nu de voetbalvereniging „De Zwaluwen" speelt. Aan vankelijk is er wel eens aan gedacht de sporthal op de oude schapenmarkt te plaatsen, maar nu dat niei meer het geval is, zijn we tot de conclusie gekomen, dat de oude schapenmarkt als opslagplaats bijzondei' weinig moeite oplevert om haar aan het oog te onttrek ken. Men vraagt, of de opslag niet kan geschieden bi.i de fa. Hoeben, maar is het nu zo prettig op een in dustrieterrein, dat uiteindelijk ook een visitekaartje van Leeuwarden moet zijn, te midden van tal var industrieën autowrakken neer te zetten met eer stukje prikkeldraad er omheen? (De heer Venema Het is er toch een rotzooitje.) Dat woord heb ik nog nooit in de notulen gezien. (Gelach) Het bedrijf vai de fa. Hoeben zal, als het straks in werking is, tocl- ook aan bepaalde eisen moeten voldoen, die in over eenstemming zijn met de structuur van het gehele uitbreidingsplan ter plaatse en moet ook passen in het kader van de voorzieningen, die een industrieterrein nu eenmaal met zich meebrengt. Het College ziet er nogal nauwgezet op toe, dat de industrieterreinen ei netjes uitzien en dat dingen, die er eigenlijk niet pas sen en het terrein zouden ontsieren, er niet komen. Zouden wij op ons industrieterrein, hetzij op, hetzij bij het terrein van de fa. Hoeben, deze autowrakken op slaan, dan zou dat ongetwijfeld een investering vragen, die het veelvoud zou bedragen van de f 20.000,die wij, dankzij de situering van de oude schapenmarkt, daar behoeven. Wanneer wij buiten het centrum een geschikte plaats hadden kunnen vinden, die, ook wat de kosten en de oppervlakte betreft, in aanmerking zou komen, dan hadden wij die graag voor dit doei bestemd. Tot nog toe werden deze wrakken in hoofd zaak ondergebracht in de garage Poelsma aan de Spanjaardslaan; dat is toch ook min of meer in het centrum en ik geloof, dat die plaats niet zoveel ver schil maakt met de vroegere schapenmarkt. Het gaat ons er maar om, het stadsschoon door deze aanleg niet te ontsieren en we hebben de indruk, dat dat hier niet het geval is. Hebben we aanstonds meer ruimte nodig, dan zal een andere oplossing gezocht moeten worden, maar dan kan het altijd nog. Voorshands wij den ken dus in termen van 5 a 10 jaar kimnen wij, dacht ik, de Raad hier een gunstige oplossing bieden. Met de fa. Hoeben kan een overeenkomst gesloten worden, dat zij de autowrakken zelf afhaalt van een plaats waar wij ze bergen. De termijn in het voorste! is bovendien op twee jaar gesteld, in tegenstelling tot het aanvankelijke voorstel, dat een termijn van één jaar inhield. De afvoer van de autowrakken kost ons geen geld. Eerst leek het zo: f40,vrachtkosten min f 20,opbrengst. Dan zou het ons f 20,per ton kos ten. Nu beuren we f 22,50 per ton, een verschil dus van f 42,50 per ton, en dan hebben we bovendien een opslagplaats voor de wrakken, die echt niet zoveel be zwaren behoeft op te leveren. M.i. is dit toch wel echt iets om te aanvaarden. En ook al zou de gedachte van de heer Venema gerealiseerd worden: een plaats bij de fa. Hoeben, dan zou dat eigenlijk uitsluitend betrek king moeten hebben op de wrakken die vernietigd worden door de fa. Hoeben. Een groot gedeelte van de auto's die opgeslagen moeten worden omvat echter geen wrakken, maar door de Justitie in beslag genomen auto's, die later weer afgevoerd dienen te worden. Zou men die ook op het industrieterrein onderbrengen, dan was dat wel een zeer ongunstige plaats voor de af voer. Al met al meen ik, dat deze zaak wel van alle kanten door de commissie is bekeken. Wij persisteren dan ook bij ons voorstel. De Voorzitter: De Raad moet zich goed realiseren, dat het ook gaat om auto's, die men niet tussen een stukje prikkeldraad kan zetten; dat zijn auto's waar op beslag is gelegd en waar een plaats voor moet worden gevonden. 9 De heer Venema: Ik doelde alleen op wrakken, want als die toch naar Hoeben moeten, dan vind ik het te gek ze eerst neer tc zetten op de opslagplaats. Nu hoor ik van de Wethouder, dat de auto's die door de Justitie in beslag zijn genomen, bij de wrakken opge borgen moeten worden. Krijgen wij daar ook een ver goeding voor De heer De Jong (weth.)Het is inderdaad de bedoeling, dat wij daarvoor, ik meen, f 20,vergoed krijgen. (De heer Venema: Dan verdienen wij daar aan.) Inderdaad. De heer Kingma: Met wat gezegd is over het in dustrieterrein kan ik toch met helemaal akkoord gaan. ik blijf deze plaats op de veemarkt onjuist vinden. Een van tweeen: de schapenmarkt moet zo snel mo gelijk verdwijnen of men moet er een betere bestemming aan geven. Ze moet niet gehandhaafd worden, omdat wij zitten met een stel oude of in beslag genomen auto's. Dat die laatste zo'n mooie plaats moeten heb ben, kan ik ook met inzien. Ze zijn altijd van mensen, die ze zelf ergens buiten hebben staan, en moeten die auto's nu ineens keurig netjes in een garage worden geplaatst? Een industrieterrein vergelijk ik met een werkplaats en dan zou men in een fout vervallen die egenwoordig wel eens meer gemaakt wordt: een werkplaats maken, waar geen plaats is voor afval; waar gewerkt wordt, komt nu eenmaal ook afval. Ik ben er vlak voor, dat het industrieterrein keurig in orde wordt gehouden, maar ook met enig afval in de vorm van autowrakken kan het nog wei netjes ge houden worden. De heer Hogendijk: Ook mij heeft de Wethouder niet overtuigd. Eigenlijk komt het hierop neer: Op de oude schapenmarkt ligt toch al van alies opgesla gen dat ontsierend werkt. Laten we er nog maar 5 a -lu jaar een opslagplaats van houden. Ik dacht, dat er juist een definitieve oplossing moest komen en dat op net industrieterrein wel iets te vinden zou zijn, waar deze auto's geordend neergezet konden worden. Voor ae f 20.000,die in de oude schapenmarkt geïnves teerd moet worden, zou men op het industrieterrein wel een goede omheining kunnen plaatsen. De heer De Jong (weth.): De heer Kingma heeft mij nu verkeerd begrepen. Ik heb niet gezegd, dat deze opslagplaats per se in het centrum moet en niet op het industrieterrein. Ik heb juist gesteld: Als men zoekt naar mogelijkheden en weet, dat men met het industrieterrein bijzonder voorzichtig moet zijn en daar geen opslagplaats van wrakken moet maken eventueel met een stukje prikkeldraad er omheen, dan voel ik daar niets voor. Ook in antwoord op de opmerking van de heer Hogendijk zeg ik: Als er elders een soort gelijke goedkope gelegenheid geweest zou zijn, dan zou ik daar niets op tegen gehad hebben. Wij hebben ge zocht naar een geschikte opslagplaats, die op heel korte termijn gebruikt kan worden, en dit was een van de meest voor de hand liggende plaatsen waar we zon der te veel investeringen voorlopig mee klaar kunnen komen. Als de heer Hogendijk zegt, dat een definitieve opslag altijd beter is dan deze voorlopige, komt de vraag naar voren, wat ons een definitieve oplossing komt te kosten en waar die is te vinden, op een zo korte termijn bij een zo nijpend vraagstuk als dit. Dat terrein is er niet en voorlopig kunnen wij hiermee uit de voeten. Het is bovendien met een hekwerkje er om heen echt niet klaar te krijgen, ook gezien de risico's die de burgemeester zopas genoemd heeft. De heer Kingma kan stellen, dat de opslagplaats op de oude schapenmarkt niet wenselijk is, maar uitein delijk hebben we die nog en het is echt de bedoeling nog niet om reeds te amoveren. Zolang die er is en zolang men onder de overkapping, zonder dat iemand daar last van heeft, deze auto's nog kan opslaan, is daar o.i. niets op tegen. Dan kunnen we er toch nog revenuen van hebben. Wat de heren Kingma en Hogendijk wensen, kost ons een veelvoud van wat het nu kost. Wij hebben nu het voordeel, dat we tijdens deze interim-periode eens goed om ons heen kunnen kijken om een definitieve oplossing te zoeken. De Voorzitter: Ik zou nog graag willen onderstre pen, dat het voorstel op geen enkele wijze een defini tieve bestemming van dit gedeelte van de oude vee markt belemmert. Het is een gedeelte dat op de middel-lange termijn geen definitieve bestemming krijgt en het is waarlijk de meest goedkope en een snelle oplossing van het probleem van de onderhavige opslag. Ik zou ook willen onderstrepen, dat we blij ven uitkijken naar een definitieve oplossing, die de Gemeente niet te veel geld zal kosten. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. tot het aangaan van een overeenkomst met Metaalhandel Johs. Hoeben en Zn., alhier, inzake de levering van de door de Gemeente Leeuwarden ver. zamelde autowrakken. Punt 28 (bijlage no. 205). De heer Van Balen Walter: Ik heb uiteraard gele zen, dat het voor de realisering van het gehele re creatieplan noodzakelijk is, dat het waterpeil in dit gebied moet worden verlaagd. Nu vormt m.i. ongetwij feld ook het vissen op de Kleine Wielen een onderdeel van deze recreatie en ik heb mij nu afgevraagd, of een verlaging van 30 cm van het waterpeil de visserij op dit plasje ook nadelig kan beïnvloeden. Ik zou graag daaromtrent een nadere inlichting van het College ontvangen. De hear Miedema: Ik fyn de f25.000,dy't it wetterskip bydrage wol yn de bou fan it nije gemael, in bisünder leech bidrach en ik bin dus tige nijsgjir. rich, hoe't men oan dit bidrach kommen is. Hwat is n.l. it gefal? It wetterskip hat hjoed-de-dei de biskik- king oer in gemael, dat 40 jier aid is. Dat kinne wy foar f 25.000,revisearje en dan is it ek klear. Mar omdat Jimme dus in oar gemael hawwe wolle, moat der in nij komme en dy kosten binne dus foar Jim. Oan de oare kant krijt it wetterskip in gemael mei in greatere kapasiteit; foar harren aid krije se in nij. En dan fyn ik in bydrage fan f 25.000,bislist mini- mael. Nou kin ik net bioardielje, hoe't dy bisprek. kings forroun binne; ik wit ek net, hoe't dit bidrach ta stan kommen is, mar ik soe der wol hwat neijers oer hearre wolle. Wy hawwe nou minoftomear de yndruk, dat it wetterskip op in tige goedkeape manear oan syn ge mael komt. In oar punt is en dan kom ik yn de buert fan de hear Van Balen Walter oft wy der mei dizze wuiken wol binne. It aide gemael hie in kapasiteit fan 70 m3 per minüt en it nije ien fan 90 m3; dat haldt yn, dat wy it wetterpeil yn it gebiet fan de rékreaesje forheegje mei 30 sm. Nou moat neffens de tekening dy't wy ynsjen koene, alle wetter fan de polders, dy't bimealle wurde moatte, troch üs lytse polder rinne en dat haldt yn, dat de stream dy't yn de fearten komme sil, troch de greatere kapasiteit fan it gemael folie sterker wurdt. Ik soe it dus frij normael fine, dat wy binnen tige koarte tyd in ütstel krije, dat üs meidielt, dat de fearten ütdjippe wurde moatte. Dér wurdt yn dit ütstel net oer rept en mis skien is dat net bisjoen. Mooglik seit men: Dat sjogge wy noch wol en dan is de gemeente Ljouwert der wol goed foar. Likegoed as it by de tsjinst foarkomme kin, dat men in plan hat om in garaezje to bouwen sünder dat men groun hat, kin men ek in gemael mealle litte wolle sünder dat der in tochtsleat is. Sa't ik fan mynhear Van Balen Walter bigrepen haw, binne der ek dielen by, hwerfan men it wetterpeil forleegje wol mei 30 sm. Dan bliuwt der mar in bytsje wetter yn stean; dan groeije der pompeblêd. den yn en dan seit men: dêr moat mar baggere wurde. Dit binne allegearre dingen dy't üt peilforleging fuortfloeije kinne. Ik bin net op dy peilforleging tsjin: dy moat om oare motiven wol trochgean, mar wol freegje ik my öf, oft de konsekwinsjes wol foldwaen- de bisjoen binne. De heer Kingma: Wat is precies de bedoeling? Het is mij wel duidelijk geworden, dat het peil van het water verlaagd wordt, maar waarom wil men dat doen? Als men het alleen doet terwille van b.v. de aanleg van een camping, dan zou men kunnen vol-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1967 | | pagina 5