2
De heer Heidinga: Ik zou graag worden ingelicht
over de f 9.000,die Intervam schuldig is aan de Ge
meente; die schuld loopt al over drie jaar. Ik vind het
wat eigenaardig, dat wy dit nu pas bij de stukken krij
gen. Het is helemaal niet zo erg, maar het interesseert
ons wel, hoe deze schuld is ontstaan en wat er aan
wordt gedaan om die geuelgd te krijgen.
Verder wil ik mij aansluiten bij wat de heer Visser
gezegd heeft. De achterstallige huur vormt een heel
moeilijk probleem, waaraan men bij zo'n groot woning-
bezit als de Gemeente heeft, moeilijk ontkomt, mede
omdat men genoodzaakt is iedereen als huurder aan
te nemen. Het kan echter niet getolereerd worden, dat
iemand 67, 42 of 37 weken huurachterstand heeft. We
wensen overigens het Woningbedrijf en de Wethouder
sterkte om hier tot een oplossing te komen.
De heer De Jong (weth.)Het gaat hier om een
momentopname van de huurachterstand. Van het ene
moment op het andere is er verschil. Ik heb laten na
gaan, hoe groot, gerekend over het gehele jaar, elke
week de huurachterstand en de vooruitbetalingen ge
weest zijn. Daaruit blijkt, dat de hoogste achterstand
(min vooruitbetalingis geweest f 129.272,69 en de
laagste f 32.409,Het maakt veel verschil, of men
de stand opneemt aan het begin of aan het eind van
de maand, dit i.v.m. maandbetalingen van hen, die per
maand salaris beuren. De girobetalers hebben in de
derde week drie weken achterstand. Wg zijn bijzonder
attent op de achterstand en er is al van een zekere
terugloop sprake. De rapporten over de eerste kwarta
len 1964, 1965, 1966 en 1967 vergelijkende, ziet men,
dat de totale achterstand resp. f81.933,30, f55.406,30,
f 79.251,16 en f 59.161,96 is. Als men van deze achter
stand de normale huurschuld zou aftrekken, houdt men
een bedrag over (dat is ook het bedrag van de specifi
catie van het verificatierapport) van f26.029,48. Van
dit bedrag is bij de deurwaarder ter incasso f4.257,45
en bij de Sociale Dienst ter afwikkeling f 26.656,
blijft slechts een bedrag van f 19.106,97 over, waarop
de kritiek zich kan richten. En om dat nu goed in de
gaten te houden, is deze aangelegenheid in handen ge
steld van de Commissie voor de huurachterstand, waar
in zitten de directeur van het Bureau Huisvesting en
die van het Woningbedrijf, een ambtenaar van de Se
cretarie-afdeling Kabinet en Algemene Zaken en de di
recteur van de Sociale Dienst. Alle achterstanden van
vier weken of meer worden door deze commissie be
keken. Zij gaat na wat er moet gebeuren om zo snel
mogelijk tot een oplossing te komen. In een aantal ge
vallen is zulks niet gemakkelijk. Dat ligt echter niet
aan de ambtelijke procedure, maar aan de mentaliteit
van de betrokken huurders. Dezen zijn over het alge
meen sterk verbonden met een bepaalde buurt. Ik zou
ze de kneusjes willen noemen, waarvoor de Gemeente
als bezitster van ongeveer 3800 woningwetwoningen
opdraait. Daardoor krijgt zij in verhouding veel meer
huurachterstand dan een particulier. Ook bij de meest
serieuze behartiging van deze zaken lijkt zulks mij toch
wel acceptabel toe, hoewel en dat ben ik met de
heren Visser en Heidinga eens wij hier voortdurend
de vinger aan de pols moeten houden.
De heer Visser vraagt, of tegen het oververbruik van
water opgetreden kan worden. Het College heeft over
wogen hun, die herhaaldelijk aangeschreven zijn om te
betalen, een boete op te leggen, maar ook te trachten
hun voldoening te geven in deze zin, dat er in plaats
van collectieve aansluitingen individuele aansluitingen
worden bevorderd. Ik kan hem verzekeren, dat achter
deze zaak vaart is gezet. Het Woningbedrijf hoopt haar
rond te hebben voor het eind van dit jaar. In ver
band daarmee is het boetebeding voor de meeste geval
len opgeschoven, totdat men de individuele aansluiting
heeft. Het leek ons wat hoffelijker met het opleggen
van de boete even te wachten, tot de mensen voor hun
eigen gevoel genoegdoening gekregen hebben door de
individuele aansluiting.
Dan kom ik tot de vraag van de heer Heidinga over
de „schuld" van Intervam van f 9.042,84. Die dateert
uit 1964/1965 en heeft betrekking op de 498 woningen
die Intervam gebouwd heeft. Er zit een geschiedenis
achter deze post en het verificatiebureau is hier eigen
lijk wel wat gemakkelijk overheen gestapt door zonder
meer maar te stellen, dat Intervam hier voor een be
drag van f 9.042,84 in gebreke is gebleven. Op hetzelf
de moment echter, dat de verificateur dit rapport maak
te, was er ook een creditnota van Intervam van
f 2.362,81, die dateert van 10 augustus 1966. Die credit
nota is juist. Dus het is op zichzelf volkomen begrijpe
lijk, dat Intervam niet f9.042,84, maar dit bedrag min
die f 2.362,81 zou moeten betalen, f 6.680,03 zal dus uit
eindelijk betaald moeten worden. Het gaat hier om
kosten van stoken tijdens de bouw en nu moet men
over het algemeen voor deze stookkosten, als het mo
gelijk is, tevoren een goede afspraak maken. Daar heb
ben verschillende partijen belang bij; in dit geval hao
de Gemeente belang bij het stoken om zoveel mogelijk
huur te innen en de bouwer om het werk door te laten
gaan. Is het nu juist om zonder meer Intervam de
stookkosten in rekening te brengen? Na de creditnota
van vorig jaar is men er nog niet uit gekomen. Uitein
delijk is nu het voorstel van Intervam (dat m.i. ook
wel reëel is), dat men van het bedrag van die f 6.680,03,
f 4.333,47 wil betalen en dat de rest, f 2.346,56, ten las
te van het Woningbedrijf komt. Men had dit moeten
regelen, voordat men met het stoken begonnen was.
Dat is niet gebeurd i.v.m. de door mij geschetste ge
compliceerde gang van zaken.
De heer Visser: De Wethouder heeft het woorci
„mentaliteit" gebruikt, maar ik geloof niet, dat we alle
huurders over een kam moeten scheren. Ik ben ervan
overtuigd, dat hier de mentaliteit van de verhuurder
ook wel eens een rol kan spelen. Verder is nog het
woord „hoffelijk" gevallen; ik geloof, dat een tijdige
investering van de huurpenningen ook een hoffelijk
gebaar kan zijn tegenover de bonafide huurders van
de gemeentewoningen.
De heer C. de Vries: Het betoog van de Wethouder
was duidelijk; ik heb nog één vraag, n.l.: Het verifi
catiebureau betrekt toch zijn gegevens van het Wo
ningbedrijf? Ik geloof daarom, dat het niet helemaal
juist is om alleen het verificatiebureau in gebreke te
stellen.
De heei Schönfeld: N.a.v. hetgeen de Wethouder
heeft gezegd over de boetebetaling door gebruikers
van percelen die collectief op het waterleidingnet zijn
aangesloten, zou ik de suggestie willen doen om, nu
toch met het opleggen van deze boete tot de realise
ring van de individuele aansluitingen wordt gewacht,
dc gebruikers een bedrag in rekening te brengen, ge
lijk aan het gemiddelde verbruik over een bepaalde
periode. Op deze manier is dan alsnog een redelijke ver
deelsleutel gevonden.
De heer De Jong (weth.)Met de opmerking van
de heer Visser over de mentaliteit ben ik het wel eens,
maar als ik zie wat er allemaal gedaan wordt in de
Commissie huurachterstand, hoe men van week tot
week bij ons komt en zich afvraagt: Wat kunnen wij
hieraan doen, dan heb ik er bijzonder veel respect voor.
Alleen moet men bedenken, dat het bedrag heel snel
oploopt en het aantal mensen van een dubieus gehalte
groot is. Een verkeerde mentaliteit buigt men niet zo
gemakkelijk om.
De heer De Vries kan ik zeggen, dat ik het verifica
tiebureau niet in gebreke heb gesteld; alleen nu ik zelf
met die post geconfronteerd werd, heb ik navraag ge
daan en dat had het verificatiebureau ook kunnen
doen. Dan had men wel te weten kunnen komen wat
het geweest is. Dat is nu juist de kwestie van controle.
Het bureau tikt ons soms op de vingers en ik vind het
daarom ook wel leuk van mijn kant eens te kunnen
opmerken, dat men wel wat meer aan omschrijving
had kunnen doen.
De heer Schönfeld wil ik zeggen, dat we al eens eer
der in de Raad hebben bepaald, welke verdeelsleutel
wij zouden toepassen en daar zou ik niet aan willen
tornen. Ik zou echter uit een oogpunt van hoffelijkheid
niet eerder met boetes willen werken dan na individuele
aansluiting. Ik dacht, dat we dan tegenover deze be
woners, die helaas zonder ons toedoen door de maat
regelen van de I.W.G.L. in deze omstandigheden ge
bracht worden, van onze kant een goede houding aan
nemen.
Besloten wordt de rapporten voor kennisgeving aan
te nemen.
..S)itiiraflsfW'AMeKT f
3
Sub F en G.
Besloten wordt deze verzoeken in handen te stellen
van B. en W. om preadvies.
Sub H.
Besloten wordt deze brieven voor kennisgeving aan
te nemen.
Sub I en J.
Besloten wordt deze verzoeken in handen te stellen
van B. en W. om preadvies.
Sub K.
Besloten wordt dit adres in handen van B. en W. te
stellen om preadvies.
Punten 3 t.e.m. 10 (bijlagen nos. 257, 261, 264, 259,
269, 263, 265 en 262).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 11 (bijlage no. 268).
De heer Heidinga: In de raadsbrief staat, dat het
tot stand komen van de omschreven oplossing niet al
leen voor de N.V. Pax, maar ook voor de Gemeente
aantrekkelijk is. Nu lijkt het mij nogal logisch, voor
wat de N.V. Pax betreft. Maar is het ook van belang
voor de Gemeente? Misschien mag ik even een korte
berekening maken om aan te tonen, hoe aantrekkelijk
het voor „Pax" is. Die koopt 5150 m2 grond voor f 26,
dat is f 133.900,„Pax" beurt terug uit verkoop van
het zeezand (dat is een kleinigheid) 25.000 x f 4,83
f 113.250,en voor de puinstorting 25.000 x gemiddeld
f 8,50 - f 212.000,—, in totaal f 325.000,—. De Gemeen
te heeft dus de grond betaald, die uit het gat gegraven
wordt. Deze grond is echter haar eigendom en daar be
talen we f 113.000,voor. De Gemeente betaalt aan
„Pax" voor het opvullen van datzelfde gat weer
f 212.000,Dan is „Pax" weer vlak en heeft ze het
terrein weer op dezelfde hoogte als toen ze begon. En
dan heeft „Pax" een overschot van om het matig
te berekenen een ton. (De Voorzitter: Daar moet ze
ook voor werken.) Neen, dat werk heeft de Gemeente
al betaald. Als ze er niet voor zouden werken, dan had
den ze een overschot van meer dan 2 ton. Ik zal het
verder niet uitrafelen, maar in ieder geval zit er voor
,,Pax" een winst in van meer dan een ton. En nu zou
i.k toch wel erg graag willen weten, waarin de aan
trekkelijkheid voor de Gemeente bestaat.
De hear Tjerkstra: Myn f ragen komme op itselde
del as dy fan de hear Heidinga; allinnich: hy hat de
totaliteit fan dy ryklik 5000 m2 ütrekkene en ik haw
it per m2 dien. Ik kom ta deselde konklüzje, n.l., dat
,,Pax" hjir wol aerdich better fan wurdt. It wurdt my
:k net hielendal düdlik, hoe't it kin, dat, sa skriuwe
B. en W., „wij op zeer gunstige condities in een pe
riode van 8 a 10 jaar van het afvalprobleem af zijn."
Dér komt it dus eigentlik op del en „dat het voor de
Gemeente zo aantrekkelijk is, omdat de stortplaatsen
aan de Dammelaan vol zijn". Dat kin ik my foarstelle;
dêr binne wy allegearre bliid om.
Ik haw in pear fragen. It is düdlik, dat üs fraksje
Lsjin it earste diel fan it üntwerp.bislüt gjin biswier
hat, n.l. it forkeapjen fan ryklik 5000 m2 yndustry-
terrein. It binne krekt de beide oare punten, dy't hwat
ragen oproppe.
Hwat de gx-o unie vering oan de Gemeente oangiet,
is myn earste fraech, oft de dêr frijkommende groun,
siz 3, 4 m djip, allegearre geskikt is om bouterreinen
mei op to heegjen, en is by de groun dy't oan de Ge
meente levere wurdt, ek sésan, al is it net in great
kwantum? Ut bylageA soe ik opmeitsje: Ja, it sésan
wurdt ek oan de Gemeente levere, mar yn de rieds-
bylage stiet, dat it oan „derden" levere wurdt en dan
bigryp ik it wer net, hwant der stiet dochs düdlik yn
de oerienkomst: „Pax" zal de vrijkomende grond (dus
alle grond) aan de Gemeente leveren". Dan stiet der
fierder yn, dat de to lever jen groun üs f 4,53 de m3
kostet, by in forfiersöfstan fan 2i/2 km. En ik haw
neigien, dat it yn de measte gefallen wol boppe de
'2/, km komt. En dan kostet it üs mear. Yn it rieds.
brief fan de N.V. Pax stiet net f 4,53, mar f 4,35. As
hja dat nou freget, hoege wy neffens my net mear to
biteljen. Is hjir in forsin yn it spul?
Dan is de fraech: mei hokker materiael wurdt üs
bouterrein nou ophege en hwat kostet üs dat? Hwant
dat sille wy dochs ek witte moattc, om to bisiferjen,
oft dit foar de Gemeente sa foardielich is. Dêrby soe
ik dan ek noch witte wolle, oft dit materiael allike
gaedlik foar üs is.
Dan it aspekt fan de Reiniging, n.l. it bringen fan
pün en stobben nei it gat, dat „Pax" yn it yndustry-
terrein grave sil. Yn it riedsbrief stiet, dat „het op
de normale wijze verwerken en afvoeren van het grof
vuil de Gemeente in ieder geval belangrijk meer komt
te kosten".
Fraech 1: Hwat wurdt hjir forstien ünder „een
normale wijze van verwerken en afvoeren" en hwer
komt it dan to lanne? Ik nim oan, dat hjirmei net bi-
doeld is in wize fan wurkjen lyk as oan de Damme-
leane, hwant ik tocht, dat dat in needoplossing wie.
Mar haw\ve wy alternativen of hawwe wy dy net?
Fraech 2: Hwat kostet üs dan dy „normale wijze
van verwerken en afvoeren" De hear Heidinga hat
f 8,50 birekkene. Ik tink, dat men fan de f 9,60 wol
oerhalde kin; dêr komt n.l. presiis dat minimale bi-
drach op del, dat se freegje by 3000 m3.
En dan noch dit: Is men der fan üs kant wis fan,
dat wy dy minimale kwanta ek leverje sille, dy't der
yn steane? Mar as dat net it gefal is stel, dat wy
der fier ünder bliuwe komme wy dan net finansieel
op de kofje? Ik tocht, dat dat der yn sitte koe, mar
miskien bin ik wol mis.
Dan stiet ünder punt 2 fan bylage B, dat de N.V.
Pax ré wie 25000 m3 öf to nimmen. Nou freegje ik
my wol öf: Hat dit winliks bitrekking op it terrein
dêr't wy it nou oer hawwc, n.l. it terrein fan dy
5000 m2 Dêr kin eigentlik gjin graefwurk yn. Mar
it soe kinne, dat „Pax" der hielendal net bout en is
dat it gefal, dan soe ik noch wol graech witte wolle,
om hokfoar terrein it giet.
De prizen, dy't de hear Heidinga ek al neamd hat,
haw ik hwat oan de sunige kant nommen, mar de
N.V. Pax kin dochs üt elke m2 fan it yndustryterrein
f 58,helje, al giet der dan wol de keapsom wer öf.
Dan binne der kosten fan forfier, fan it wer yn oarder
bringen fan it terrein en der moat ek noch in wal
mei in hikke om it spul hinne set wurde, haw ik lézen.
Mar ik haw dochs wol de yndruk, dat it foar „Pax"
in tige foardielige transaksje is. En nou freegje ik
my öf: Hie de Gemeente him net hwat skerper op-
stelle kinnen? Hwat mear keapman wêze kinnen?
De heer Engels: Ik had ook een heel rijtje vragen,
maar die hebben voorgaande sprekers al voortreffe
lijk gesteld. Ik zou alleen nog voor een goede oordeels
vorming willen weten, hoeveel werknemers er betrok
ken zijn bij deze transactie. In hoeverre is het voor
ons uit het oogpunt van werkgelegenheid de moeite
waard te overwegen, of een dergelijke transactie zou
moeten doorgaan?
De heer Ivingnia: Wij sluiten ons graag aan bij
de gegeven uiteenzettingen. Wij zien ook beslist niet,
dat dit voor de Gemeente zo fantastisch is. Wèl voor
„Pax".
De Voorzitter: Dit probleem heeft drie facetten en
daardoor lijkt het gecompliceerd. We worden eerst ge
confronteerd met de vraag, welk belang Leeuwarden
erbij heeft te zorgen, dat dit bedrijf hier kan blijven.
Daarover zal Wethouder Heetla de Raad informeren.
In de tweede plaats is ook de vraag van de heer Engels
(aantal werknemers) hierbij betrokken. In de derde
plaats is er een problematiek van de vuilstorting en
dat vooral heeft de transactie ingewikkeld gemaakt.
Voor de goede gang van zaken is het nuttig, dat
Wethouder De Jong na Wethouder Heetla duidelijk
stelt, welke deze problematiek is. Als de Raad die drie
facetten duidelijk heeft gezien, is de verkoop van het
terrein een eenvoudiger zaak; zonodig zal Wethouder
Tiekstra de Raad hier ook nog over voorlichten.
De heer Heetla (weth.): Ik kan mij wel indenken,
dat de Raad er wat vreemd tegenaan kijkt, dat er een
stuk industrieterrein ligt, waar geen industrie op komt.
De heer Engels vraagt: Wat is er eigenlijk met „Pax"
Daar komt het op neer. „Pax" is een onderneming die
zich bezig houdt met internationaal transport en