2
De heer P. P. de Jong (secr.) deelt mede, dat be
richt van verhindering is ingekomen van de heren En
gels, Faber, Miedema, Reehoorn en Stek en dat mevr.
Veder-Smit even later zal komen.
Punt 2.
Sub A.
Deze berichten worden voor kennisgeving aangeno
men.
Sub B 1 en 2.
Deze rapporten worden voor kennisgeving aangeno
men.
Sub B 3.
De hear Boomgaard!Ik haw sjoen, dat ünder „du
bieuze debiteuren" by it earste ünderdiel (Foarderin-
gen, dy't net ynkassearre wurde kinne), de Sportclub
Cambuur stiet. Nou wit ik net, hoe aid in post wêze
moat om op dizze list to stean. Ik tocht, dat
it dochs altyd wol in moanne wêze moast. It giet
hjir om in bidrach fan f 15.000,Hwat is de reden,
dat dit net forrekkene is? Ik tocht, dat de Gemeente
altyd yn hélders han wie tsjinoer in klub, dy't sa
swier subsidiearre wurdt. Nou is it net de earste kear,
dat troch us fraksje de opmerking makke wurdt, dat
S. Cambuur net op tiid syn skulden bitellet. Ik hoopje
net, dat de Wethalder fan Finansjes fan doel is in sli-
taezjeslach üt to lokjen mei üs fraksje, hwant by ein-
bislüt binne wy dan ek wer radikael, sil ik mar sizze.
(Laitsjen) (De hear Vellenga: Sizze kin altyd.) Ik
bidoel dit: Dan kinne wy mei swierder geskut komme;
ik wit noch wol net hwat dat swiere geskut is, mar
ik soe sizze: it moat in kear üt wêze, koart en goed.
De hear De Jong (weth.): Neffens de hear Boom-
gaardt fait „Cambuur" mei f 15.000,ünder de „dubi
euze debiteuren". Dat is net it gefal. Dit stiet ünder it
bigryp „foarderingen". Dat kin in forsin wêze.
Fierder soe ik opmerke wolle, dat it eigentlik wol
wenstieh is, dat wy de foarderingen altyd relateai-je
oan de skulden. Yn dit gefal hawwe wy in foardering
op „Cambuur" fan f 15.000,maar dizze relatear-
jende oan de subsydzjeskuld, dy't wy op itselde mo-
mint oan „Cambuur" hawwe, sit de dekking der wol yn.
De subsydzjeskuld is noch net forrekkene, omdat wy
dêr mei wachte hawwe op de goedkarring fan dizze
post troch G. S. Dy lit wolris op har wach-
tsje, soms wol in jier. En it gefolch dêrfan is, dat
„Cambuur" salang ek mei de wol troch de Rie fêst-
stelde en akseptearre bigreating efkes wachtsje moat
op it subsydzjc. Men hat dus wol rjocht op subsydzje,
mar neffens it troch de Rie goedkarre bislüt is dy
noch net forrekkene. Der is hjir dus net sprake fan
efterstan. Ik tocht ek, dat it radikalisme fan de hear
Boomgaardt hjirmei wol foldwaende bifrediging foun
hat. (De hear Boomgaardt: Ik lük myn biswier yn.)
Dit rapport wordt voor kennisgeving aangenomen.
Sub B 4 en 5.
Deze rapporten worden voor kennisgeving aangeno
men.
Sub C.
Deize verzoeken worden in handen van B. en W.
gesteld om preadvies.
Sub D.
Deze bezwaarschriften worden in handen van B. en
W. gesteld om preadvies.
Sub E.
De heer Van der Veen: Het College stelt voor de
klacht in zijn handen te stellen om preadvies. De adres
sant heeft t.a.v. het adres, dat hij op 11 oktober 1966
aan B. en W. zond, een brief van de Gemeentesecretaris
gekregen, gedateerd 14 oktober 1966, waarin staat
„Hiermee bevestig ik de ontvangst van Uw brief van
11 oktober 1966. Na ontvangst van de noodzakelijke
ambtsberichten komen Burgemeester en Wethouders
op deze aangelegenheid terug." Ik vraag me af: Welke
betekenis heeft die brief? En welke betekenis heeft i
het voorstel van B. en W. Ik neem aan, dat U vanaf
11 oktober 1966 ruimschoots de tijd heeft gehad om
de nodige ambtsberichten in te winnen. Als hiermee op
dit moment nog een aanvang gemaakt zou moeten wor- i
den en het gaat precies evenlang duren als het geduurd
heeft tot deze man zijn geduld verloor, dan is het voorstel
van B. en W. niet aantrekkelijk voor de Raad. Ik vraag
me ook af, of het College langzamerhand niet voldoende
geïnformeerd kan zijn, om deze zaak nu te behandelen.
In elk geval wil ik op dit moment al mijn grootst mo
gelijke bevreemding uitspreken over de termijn, die
blijkbaar verlopen moet, voordat iemand het antwoord
krijgt, dat hem door het College in uitzicht is gesteld.
De Voorzitter: Ik zou de heer Van der Veen willen
voorstellen, dat hij reeds in de volgende vergadering
een antwoord van het College krijgt. Uit de stukken,
die wij aan Uw Raad zullen overleggen, zal blijken,
dat er toch wel gegronde redenen zijn geweest voor
het feit, dat een vrij lange periode tussen de ontvangst
van de brief en dit voorstel tot preadvies heeft gele
gen. Maar als we er nu reeds over beginnen te dis
cussiëren, zouden we vooruitlopen op een stuk, dat U
alsnog krijgt toegezonden.
De heer Van der Veen: Ik ga hier graag mee ak- j
koord, maar als het College inderdaad niet een jaar
lang heeft stilgezeten, doch al maar ambtsberichten
heeft ingewonnen, stukken, die overgelegd zullen wor-
den aan de Raad, neem ik aan, dat het zo langzame.-
hand een boekdeel is. En dan zou ik het toch wel op
prijs stellen, dat wij die stukken thuis kregen en ze
niet hier op de leeskamer moeten gaan inkijken.
De klacht wordt in handen van B. en W. gesteld om
preadvies.
Punt 3 (bijlage no. 370).
De heren J. van der Wal en C. IJsbrandij leggen in
handen van de Voorzitter resp. de eed en de belofte af.
De Voorzitter: Ik feliciteer U, mijnheer Van der
Wal, en ook U, mijnheer IJsbrandij, met deze benoe
ming. Ik spreek het volste vertrouwen uit afgezien
van de contacten die wij reeds met U hebben dat
U, voor het geval het nodig zal zijn, dat wij van
Uw diensten als loco-secretaris gebruik zullen hebben
te maken, bijzonder bekwame vervangers van de secre
taris zult zijn.
Punt 4 (bijlage no. 363).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 5 (bijlage no. 377).
De heer Weide: ik zou graag opheldering willen
over de hoge prijs, die wij hiervoor moeten betalen. Ik
heb het even omgerekend per m2 en dan kom ik op
f 2,92, terwijl wij bij punt 7 een boerderij met bijbeho
rende landen aankopen en voor dit land f 1,57 per ni2
geven. Dat maakt dus een verschil van een kleine
100% en in beide gevallen is het dezelfde grond. En
als wij dit voor agrarische grond omrekenen, wordt
het ongeveer f 30.000,per ha. De agrariërs uit de
omgeving van Leeuwarden mogen zich bijzonder ge
lukkig prijzen.
De heer Kingma: De hoge prijs was mij ook opge
vallen, maar daar komt nog bij, dat er een genot van
pacht is. Dat betekent dus, dat we er nog een schade
loosstelling overheen moeten betalen.
De heer Van der Veen: Ik stel voor, dat U voortaan
in plaats van „onder genot van" schrijft: „onder de
last van".
De heer Heidinga: Ik geloof ook wel, dat dit een
vrij stijve prijs is, maar ik kan me voorstellen, dat er
aanleiding is, die voor deze grond te vragen. Er zit
echter een aspect aan, dat ik toch wel even wil aan
stippen, n.l., dat we een goede kans hebben, dat vol
gende kopers zich naar deze aankoop richten. En daar
om zou ik in dezen toch wel uitermate voorzichtig wil
len zijn. Ik heb tegen deze aankoop dus geen bezwaar,
maar ik zou het wel op prijs stellen, dat B. en W. togen
de taxatiecommissie zeggen: Er is wel aanleiding in
dit geval deze prijs te betalen, maar we moeten toch
wel een beetje voorzichtig aan. We moeten niet van
het standpunt uitgaan, dat we maar alles aan de we
gen betalen. Hoewel ik dus de motieven wel kan res
pecteren, acht ik de prijs toch wel een tikje stevig. Ik
zou niet graag willen, dat het gehele dorp Goutum
daaraan werd opgehangen.
De heer Tielcstra (weth.): T.a.v. de prijsbepaling
voor deze grond lijkt het mij nuttig, de Raad te ver
wijzen naar de tekeningen, die ter inzage hebben ge
legen, en het taxatierapport van de Stichting Advies
bureau Onroerende Zaken. Uit de tekeningen is dui
delijk geworden, dat deze percelen weiland gelegen zijn
zowel ten zuiden als ten noorden van de Tearnserdyk.
Op blz. 3 van het taxatierapport komt de mededeling
voor, dat voor de stroken ter weerszijden van deze weg
tot een diepte van 35 m, gemeten van de bermsloten
uit, gezien de gunstige mogelijkheden die de grond
biedt m.b.t. ontsluiting, een hogere waarde dan de ge
middelde prijs moet worden toegekend. Deswege heeft
men, ruwweg gesproken, voor de ten noorden aan de
weg grenzende strook van 0.59.65 ha een prijs aange
houden van f5,per ca, wat neerkomt op f29.825,
en voor de ten zuiden aan de weg grenzende strook
van 0.45.85 ha een prijs van f 4,50, neerkomend op
f20.632,50. De gemiddelde prijs kan, naar de mening
van het adviesbureau, gesteld worden op f 2,25 per ca.
Dat is de verklaring voor het feit, dat deze taxatie
wat hoog is uitgevallen.
We kunnen bij het volgende punt natuurlijk weer
spreken over het prijsverschil m.b.t. de daar genoemde
gronden. Uiteraard wordt deze grond bezwaard met
pacht geleverd. Ik moge er wel aan herinneren, dat
op aandrang m.n. van de Raad en ter bespoediging van
de verwerving van grond die wij nodig hebben, juist
dit adviesbureau is ingeschakeld voor het verrichten
van de taxaties, die bij een eventuele onteigeningspro
cedure uiteraard ook een rol kunnen spelen. Dat is ook
uit de inhoud van het taxatierapport wel duidelijk. En
dit verschaft ons de mogelijkheid van een hoger tem
po dan bij de eigen taxaties. Ik geloof, dat een van de
consequenties (afgezien van de vraag, of men daar
over met de taxatiecommissie zou kunnen praten) van
deze procedure is, dat men toch wel gehouden is, dit
te honoreren. Ik geloof, dat we nu eenmaal zo snel
mogelijk zoveel mogelijk grond in handen moeten zien
te krijgen. Anderzijds heeft men het belang van de eige
naar van de grond in het oog gehouden door tegen een
ook voor hem redelijke prijs te kopen. Bij deze procedure
worden beide doeleinden, dacht ik, wel duidelijk ge
diend. Daarom zou de Raad er goed aan doen, ook in
dit geval deze taxatie wel te volgen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punten 6 en 7 (bijlagen nos. 359 en 376).
Z.h.st wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Mevrouw Mr. E. Veder-Smit is ter vergadering ge
komen.
Punt 8 (bijlage no. 362).
De heer Van der Veen: In het besluit staat onder 1,
dat de verkopers verplicht zijn de detailhandel in het
pand te liquideren binnen een door B. en W. te bepa
len termijn. Het is wel interessant te weten, op welke
termijn B. en W. zich dat voorstellen. Het valt mij op,
dat de nering vrijwel even duur wordt als het
pand op zichzelf, als we de compensatie van punt 2
en de belastingschade van punt 10 bijelkaar tellen. Wij
hebben geen controle op het taxatierapport; ik geloof
niet, dat de leeftijd van de exploitant van het bedrijf
vermeld staat. Ik heb wel zo oppervlakkig de indruk,
dat, als dit de laatste koopmansdaad van de man is
geweest, hij in elk geval van meer koopmanschap blijk
geeft dan de Gemeente.
Ik vraag me ook af, of het gewenst is, dat dit per
3
ceel eventueel binnenkort leeg komt te staan en dan
misschien een tijdlang ongebruikt blijft. Dat zou geen
verfraaiing voor dat punt betekenen. Ik vraag me ook
af, of er geen mogelijkheid geweest was om in plaats
van deze schadeloosstelling te geven, zaken te doen op
basis van vervanging door het beschikbaar stellen van
een winkelpand in een andere wijk, die wat meer klan
ten zou kunnen opleveren dan het oude stuk stad, dat
langzamerhand ontvolkt raakt. Ik vind het voorgestel
de een beetje vreemd. Mijn vraag is dus: Wat wil de
Gemeente hiermee gaan doen?
De heer Tiekstra (weth.): Dit pand wordt aange
kocht allereerst t.b.v. het tot stand brengen van de
noordtangent van het wegenvierkant, dus t.b.v. de sa
nering van dit deel van de oude stad. Dit is geheel con
form het in de Raad geweest zijnde binnenstadsplan-
in-hoofdzaken en ook in overeenstemming met het aan
koopbeleid, zoals het tot op heden in de desbetreffende
omgeving is gevoerd.
De heer Van der Veen vraagt: Wat gaat de Gemeen
te met dit pand na de verwerving doen? Om de sane
ring te effectueren, zullen panden als deze moeten wor
den afgebroken en het lijkt niet onwaarschijnlijk, dat
ter plaatse nieuwbouw zal worden tot stand gebracht.
Ik hoop zelfs, dat wij nog vóór de begrotingszitting in
staat zullen zijn de Raad omtrent aard en omvang van
die nieuwbouw te informeren.
Het tweede punt, dat de heer Van der Veen interes
seerde, is: Hoelang zal de betrokkene nog in dit pand
blijven? Niet lang: de eigenaar heeft inmiddels een
andere woning gekocht. Na het opknappen hiervan zal
hij dus zo spoedig mogelijk het pand in de Vijzelstraat
verlaten.
De heer Van der Veen roerde voorts aan de bepaling
van het bedrag van de schadevergoeding, die uit een
aantal elementen bestaat. De eigendomsverwervingen
geschieden alle op voet van een ,,kwasi"-onteigenings-
procedure, die eerder door de vorige beheerder van deze
portefeuille is toegelicht. Het betekent evenwel, dat bij
het minnelijk overleg over de verwerving van deze
eigendom alle schade-elementen in aanmerking worden
genomen, zoals dat ook bij de onteigening pleegt te
geschieden. En de schadevergoeding komt dan bij de
verwervingsprijs van het object. Betrokkene ontvangt
een vergoeding voor verhuiskosten (rond f1500,
voor duurder wonen (rond f 7500,en een vergoeding
wegens inkomensschade (rond f19.000,Dit laatste
bedrag is berekend op basis van een jaar inkomen van
gemiddeld f 6400,Na aftrek van vrijkomende arbeid
en rente van vrijkomend kapitaal resteert hier f 3100,
In dit geval is de vermenigvuldigingsfactor niet hoog,
n.l. 6, want betrokkene is al 64 jaar. Dit is de samen
stelling van het totaal bedrag van f 60.726,-. Zoals
gezegd, geven B. en W. ook in dit geval uitvoering aan
het beleid van de Raad i.z. verwerving van eigendom
en de taxatie is geschied door de bekende commissie-
Feddema. We moeten de eigenaren redelijk behandelen
en het komt mij niet voor, dat de vergoedingsbedragen
in dit geval onredelijk hoog zouden zijn. Ik wil er ver
der nog op wijzen, dat ook terzake van deze verwer-
vingsprijzen en -kosten overeenstemming bestaat met
het betreffende departement, dat saneringsbijdragen
zal moeten geven.
De heer Van der Veen: Ik ben me ervan bewust,
dat op het ogenblik de zorg voor de algemene middelen
niet zo erg zwaar weegt bij de mensen en dat het voor de
hand ligt, vrij vlot in de bus te blazen, ook bij depar
tementen die daar wat mee te maken hebben. Ik vraag
me toch even af, of dit nu wel zo nodig is geweest. We
hebben natuurlijk op een bepaald moment belang bij
de eigendom van een pand, als dat weggeruimd moet
worden i.v.m. de aanleg van het wegenvierkant, maar
we hebben er geen belang bij, dat het binnenkort zal
leeg staan en blijft leeg staan gedurende een aantal
jaren, want het zal nog wel een hele tijd duren, voordat
de betreffende weg wordt aangelegd. Het pand wordt
dus een ruïne, zoals we hier in de stad meer kennen.
En dan heeft de Gemeente ook nogal de neiging maar
vast de boel af te breken, opdat er één, twee of zelfs drie
auto's kunnen staan, waar de aanblik niet mooier en
niemand veel beter van wordt. Ik kan dit niet een ge
lukkige oplossing vinden. En als dit pand nu toch niet
•'1 'iW.. Vf
T