22' De heer De Vries vroeg, of er geen commissie van bijstand moest komen. In het College rijst de vraag wel eens, of het gemeentelijk verzorgingstehuis onder de Dienst van Sociale Zaken moet blijven of dat het bij de Gemeentelijke Geneeskundige Dienst moet worden ondergebracht. Dat is in het College nog niet uitgemaakt. De Voorzitter: Ik mag wat dit punt betreft misschien even wat aanvullen. Het lijkt bijna een dooddoener maar dat is het waarlijk niet. Deze problematiek komt binnenkort duidelijk aan de orde in de nota over de commissies. Daar komen alle facetten van onze diensten aan de orde. We krijgen in de Raad daarover ook een principediscussie en dan zal ook dit punt m.i. aan de orde moeten komen. De heer Schönfeld: Op blz. 19 onder punt 8 van de memorie van antwoord wordt door het College gesteld, dat de gebruikstermijn van het oude stadsverzorgings- tehuis in overleg met Gedeputeerde Staten zou moeten worden verlengd. Indien de toestand hierdoor ongewij zigd blijft kan ik het met dit standpunt niet eens zijn. Naar mijn mening zullen in het bestaande gebouw op zijn minst dan toch de hoogst noodzakelijke voorzie ningen moeten worden getroffen. De heer Heetla (weth.): Het aantal bejaarden, dat nu in het tehuis is opgenomen, moet geleidelijk minder worden. Dan komt er ook meer ruimte. Het is niet de bedoeling, dat er dan minder verzorging komt, maar dat er, n.a.v. het rapport dat pas is opgemaakt door de GGD en de heer Aarts, nog extra verzorging bijkomt. Ik kan U wel geruststellen. Wilt U eens een kijkje gaan nemen, dan gaat U er maar rustig heen. U hebt een legitimatiebewijs dus U mag er vrij inlopen als raadslid. De begroting van de Gemeentelijke Sociale Dienst wordt z.h.st. vastgesteld overeenkomstig het voorstel van B. en W. Aan de orde is de begroting van de Energiebedrijven. De heer C. de Vries: Ik zou graag van het College vernemen, in welk stadium het overleg t.a.v. de te kiezen organisatievorm voor de gasvoorziening in Friesland verkeert. De heer De Jong- (weth.): Er is enkele keren contact geweest met de besturen van de vier grootste gemeenten in Friesland. Dat zijn dus Leeuwarden, Sneek, Drachten en Heerenveen. Er kon geen unaniem standpunt worden ingenomen m.b.t. één provinciaal gasbedrijf. De meningen waren verdeeld. De mogelijk heid die daarbij nog onderzocht wordt is, in hoeverre t.a.v. bepaalde deeltaken wel een zeker gemeenschap pelijk beleid gevoerd zou kunnen worden. Daar kan ik dus nog geen nadere mededelingen over doen. Intussen is ook contact opgenomen met de Burgemeesters in de kring Noord-West-Friesland. De indruk is, dat met die gemeenten wel een beter contact m.b.t. de gehele gasvoorziening mogelijk is. Dat overleg wordt dus ook nog verder voortgezet. We hebben de indruk, dat we wel verder komen op deze weg maar dat het stap voor stap zal moeten, Wanneer U volgend jaar weer informeert, kunnen we misschien iets meer mededelen omtrent deze zaak. De heer C. de Vries: Ik hoop niet, dat we behoeven te wachten tot de volgende begrotingszitting, maar dat we in een eerder stadium van het College een voorstel m.b.t. een aantal deeltaken zullen ontvangen. Dat wachten wij met belangstelling af. De begroting van de Energiebedrijven wordt z.h.s. overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders vastgesteld. Aan de orde is de begroting van de ALGEMENE DIENST. Hoofdstuk 2. Algemeen Beheer. De heer Visser: De raadsleden zijn in het bezit van een legitimatiebewijs dat toegang geeft tot alle gemeentelijke bedrijven, inrichtingen en instellingen, behalve die van lager-, middelbaar- en hoger onder wijs. Uit de beantwoording van de door mij gestelde vraag is mij gebleken dat de toegang tot de gemeentelijke scholen niet uitgesloten is. Ik zou graag van U willen weten hoe in voorkomen de gevallen moet worden gehandeld. (De Voorzitter: U bedoelt speciaal voor bezoeken aan scholen). Ja. Mevrouw Joustra-Bijker: Ik heb een vraag gesteld over het gebruik van de taal in de brieven en raadsvoorstellen en dergelijke. U blijkt het met mij eens te zijn. Ook het mondelinge taalgebruik zou ik hier graag bij betrekken. Laten wij tot goed begrip van een ieder ook in de raadsvergadering zo eenvoudig mogelijke taal gebruik- ken. De heer G. de Vries: In de aanbiedingsbrief heb ik geconstateerd, dat het met de burgerdag niet zo bijzonder goed loopt. Wij delen Uw bezorgdheid dienaangaande. Toch is het een belangrijk aspect in het geheel en ik zou er op willen aandringen zo mogelijk nog eens alle belang hebbende groepen om de tafel te halen en nog eens met elkaar na te gaan wat er kan gebeuren op het gebied van voorlichting ten aanzien van het democra tisch functioneren van het gemeentebestuur. Vanmid dag was hier een schoolklas van de LTS op de publieke tribune. Het is eigenlijk bijzonder jammer dat niet veel meer scholen de gelegenheid aangrijpen eens een raadsver gadering bij te wonen. Heeft het gemeentelijke voorlichtingsorgaan in dezen niet een taak? Kan vanuit dit orgaan meer systema tisch voorlichting worden gegeven in de scholen over het functioneren van de Gemeente en alles wat daarmee annex is? Door de jeugd worden soms grote vernielingen aangericht en zij begrijpt blijkbaar niet dat de kosten voor de gemeenschap zijn. Op dit stuk van zaken dient in het onderwijs aan de voorlichting veel meer aandacht te worden geschonken. De vorige week heeft ook de Leeuwarder jeugdge- meenteraad zich met de Burgerdag bezig gehouden en is tot de conclusie gekomen dit eens in de vier jaren te doen. Wij kunnen hiermee akkoord gaan, wanneer in de drie jaar daaraan voorafgaande aan de voorlichting ook de nodige aandacht wordt besteed. Dat zou dan op de scholen moeten gebeuren. Ook zouden wij het op prijs stellen samen vanuit de politieke organisaties, ook met Uw college van gedachten te wisselen over de burgerdag. De kritiek van de jonge mensen heeft zich wel eens gericht tegen de wijze waarop zij bij de organisatie werden betrokken. Dat bijvoorbeeld de gemeente alles al geregeld had. Ik kan mij voorstellen dat de animo dan niet meer zo bijzonder groot is. Het zou naar mijn mening best mogelijk zijn om deze burgerdag, wat in een speelser, in een wat ludieker sfeer te trekken om het op die manier voor de jongeren aantrekkelijker te maken. De heer Kingma: Met betrekking tot de ventilatie van de raadzaal vermeldt U dat dit punt Uw volle aandacht heeft. Wanneer mondt dit uit in praktische resultaten? Een ventilatiesysteem zou hier op dit moment zeker goede diensten bewijzen. De Voorzitter: Mevrouw Joustra heeft erop gewezen dat zij het van belang acht en ik zag enkele raadsleden instemmend knikken dat wij ons zowel in woord als in schrift in een duidelijke taal uiten. Wij streven daar bij voortduring naar, maar slagen daarin niet altijd. Wij proberen steeds de stukken die uitgaan eenvoudig en duidelijk te stellen. Daarbij mag niet worden vergeten dat een groot aantal stukken van het gemeentebestuur uitgaan, waarin formele regelingen 23 worden vastgelegd, die vaak niet gesteld kunnen worden in een eenvoudige populaire meer begrijpelijke taal. Waar het enigszins mogelijk is wordt het gedaan. Wat het gesproken woord betreft meen ik, dat de meesten van ons niet zo'n ingewikkelde taal spreken. Duidelijke taal laat ik in het midden. Wij proberen overal waar wij komen zo duidelijk mogelijk kenbaar te maken hoe wij over de problemen denken, of dat altijd lukt is een andere zaak. Ook met de afdeling voorlichting wordt door het College regelmatig contact gehouden om ook langs die weg het contact tussen gemeentebestuur en burgerij zo soepel mogelijk te doen zijn. Of wat betreft de burgerdag, iets op de scholen kan worden gedaan, daarover zal Wethouder Ten Brug wel wat willen zeggen. Vorige week hebben wij nog uitvoerig met een delegatie van de jeugdgemeenteraad gediscussieerd en daarbij heeft ook dit punt een onderwerp van gesprek uitgemaakt. Daarbij is ook getracht te analyseren wat in het verleden de oorzaken zijn geweest van het soms minder goed slagen. Wij hebben ook nagegaan of in de toekomst niet iets kan worden gedaan om aan deze dagen wat meer inhoud te geven, opdat zij wat meer gaan leven bij de jonge kiezers. Eenvoudig is dat niet. Eén conclusie hebben wij in dit verband voorlopig getrokken en wel, dat het waarschijnlijk het meest zinvol is om extra activiteiten op dit terrein te ontwikkelen tegen de verkiezingen. Wij hebben de indruk dat tegen de verkiezingen de hele problematiek veel meer leeft en wij zijn van plan om dan daaraan extra aandacht te schenken. Hier ligt dunkt mij ook een taak voor de jongeren uit de politieke groeperingen. Wij hebben gaarne toegezegd, dat wij alle steun willen verlenen aan activiteiten, die op dit stuk van hun kant worden ontwikkeld. Overigens zijn wij bereid, ook met vertegenwoordigers van de senioren, dit probleem nog eens aan de orde te stellen. Wethouder Ten Brug zal ongetwijfeld de heer Vis ser willen antwoorden met betrekking tot het legiti matiebewijs. De heer Kingma kan ik zeggen, dat er in deze zaak nog steeds wordt geëxperimenteerd met licht, lucht en geluid. Het succes is nog steeds niet erg groot. De technici schijnen het euvel van de knalgeluiden nog niet te kunnen oplossen. Hoewel het ten koste van de sfeer in deze zaal is gegaan kan de verlichting toch wel een verbetering- worden genoemd. De stukken zijn beter te lezen dan enkele maanden geleden en hoewel er bedenkingen zijn, moeten wij toch in de eerste plaats praktisch zijn. Ook aan de ventilatie wordt gewerkt. Dat schijnt samen te hangen met de nieuwe verlichting, die ook lucht doorlaat. Ik hoop dat men daarmee succes zal hebben. De heer Ten Brug (weth.): Er is bezwaaidijk een regeling te maken, dat de raadsleden zo maar de scholen kunnen binnenstappen. Wanneer raadsleden echter contact opnemen met het hoofd van de school, dan zijn er dunkt mij helemaal geen moeilijkheden. Mocht dat toch zo zijn, dan wil ik graag mijn bemiddeling verlenen. En mocht ik niet bereikbaar zijn, dan kan men contact opnemen met de afdeling Onderwijs. Hier behoeft geen enkel probleem te liggen. Voorts is er gesproken over wat de scholen zouden kunnen doen aan de bevordering van de burgerschaps kunde. Tot mijn vreugde heb ik kunnen constateren, dat de scholen daar in toenemende mate aandacht aan schenken. Dat geldt niet alleen voor het middelbaar onderwijs, maar ook voor het lager onderwijs. De periodieken „Antenne" en „de Reflector" bewijzen daarbij uitstekende diensten. Wat dit betreft, zijn we op de goede weg. Hoofdstuk 3. Openbare Veiligheid. De heer Weide: In de sectievergadering heb ik gewezen op het grote gevaar van de hoge rozenstrui ken langs de rondwegen bij de oversteekplaatsen, hoe mooi deze rozenstruiken ook zijn. Er is al veel leed geschied bij de oversteekplaatsen. Men kan zeggen, dat dit de schuld is van de automobilist, akkoord, maar het leed is inmiddels geschied. In Uw memorie van antwoord zegt U dat de gemeentelijke plantsoenen dienst zal worden verzocht om een onderzoek in te stellen. Dit antwoord vind ik echter niet ver genoeg gaan. Ik zou daarom de wethouder van openbare werken willen vragen om bij deze oversteekplaatsen, terwille van de zichtbaarheid van overstekende kinde ren, aan weerszijden de rozenstruiken weg te halen en er een stukje trottoir neer te leggen. Het tweede punt is en zolang er niets gebeurt, kom ik daarop elk jaar weer terug de situatie bij de Julianastraat, de Merodestraat, spoorwegovergang, rondweg. Dit blijft op de spitsuren een knelpunt. Door de bedrijven in de nabijheid is mij herhaaldelijk verzocht of ik er op wil blijven aandringen dat hier vooral tijdens de spitsuren maatregelen worden genomen. Ik vraag mij werkelijk af, op welke tijdstippen de politie hier dan wel een onderzoek heeft ingesteld, omdat 's morgens vroeg bij het ingaan van de bedrijven en 's avonds bij het uitgaan, omstreeks vijf uur, half zes, de periode dat ook het treinverkeer hier het drukst is en de spoorbomen dus meermalen gesloten zijn, een chaotische toestand is en het voorkomt dat de mensen soms twintig minuten op één plaats staan. Zolang hier vooral tijdens de spitsuren geen voorzieningen worden getroffen blijf ik op deze zaak aandringen. Verder is gisteren in de algemene beschouwingen al gesproken over de ontheffing van het parkeerverbod in de omgeving van het Paleis van Justitie. Ik zou hierover nog wel graag een antwoord hebben want wij zijn van mening dat dit een sterk discriminerende maatregel is en juist in de omgeving van de Harmonie is er dringend behoefte aan langdurige parkeergele genheid. Wat de wandelzone betreft, zullen wij de ontwikke ling maar rustig afwachten. De Bescherming Bevolking is een instantie die aan veel kritiek onderhevig is. Men is pro of contra. Omdat wij elk jaar voor de BB een 40.000,moeten uittrekken, lijkt het dienstig dat de Raad iets meer weet van deze organisatie. Het is een instantie die niet alleen bij oorlogsvoering zijn werk kan verrichten maar ook bij eventuele rampen belangrijke diensten kan bewijzen. U bent mijnheer de voorzitter, naar ik meen voorzitter van de kringraad van 11 gemeenten in de omgeving. Het is dunkt mij, taak van de voorzitter van de kringraad alle ingezetenen voor te lichten betreffende de BB. De BB heeft in Grouw een bijzonder mooie bunker gekregen, die ook verschrik kelijk veel geld heeft gekost en ik zou het daarom bijzonder op prijs stellen, wanneer de raadsleden in deze bunker een duidelijke voorlichting kregen over de BB. De heer Faber: De heer Weide heeft reeds opgemerkt, dat de BB een organisatie is, die veel aan kritiek blootstaat. Dit komt de laatste tijd ook meer en meer tot uitdrukking in verschillende gemeenteraden. Er is, dunkt mij, meer verzet tegen het functioneren van het apparaat dan tegen het doel. De wijze waarop de BB soms naar buiten treedt, maakt het er niet beter op. Het College, dat in deze toch een taak heeft bij monde van de Voorzitter, versterkt die gevoelens van onbehagen over dit apparaat, wat moge blijken uit het antwoord op de vraag, wat de BB doet tegen het gevaar van een te hoge radioactiviteit. Wanneer dit antwoord luidt, dat in dat geval de BB waarschuwt door middel van sirenes, dan twijfel ik nog meer aan het nut dan ik reeds deed. Geen wonder, dat er kritiek is op de BB. Kritiek op de wijze van werken, kritiek op de vorm waarin de BB is gegoten. Aan het effect van de maatregelen, die volgens de BB moeten worden genomen om zich tegen een eventuele atoomaanval te beschermen, wordt ernstig getwijfeld. Sommige des kundigen menen, dat een bescherming tegen een dergelijke aanval praktisch onmogelijk is. Bij mij rijst de vraag, of de BB wel luistert naar die kritische geluiden, die op haar afkomen. Wordt het geen tijd, dat de organisatie Bescherming Bevolking zich nader oriënteert op de sterk gewijzigde inzichten die de laatste jaren naar voren zijn gekomen? Daarom vraag ik u, mijnheer de Burgemeester, te bevorderen, dat de

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1968 | | pagina 5