Iff
3
helemaal voor liet College spreek, maar waarvan ik
toch zelf overtuigd ben dat wij als overheid nogal
eens de neiging hebben bijzonder bevoogdend op te tre
den waar het toch nog altijd vrij bescheiden subsidie
bedragen betreft. Eri ik geloof, dat wij deze amateuris
tische administraties niet al te zeer moeten belasten
met perfectionistische subsidieregelingen, die van hen
een prestatie vragen, die door deze „vrijetijdsadministra-
ties" doorgaans niet geleverd kan worden. We heb
ben het volledig vertrouwen op dit moment in de eigen
verantwoordelijkheid van de sportverenigingen om tot
een goede besteding van dit subsidie te komen. Uiter
aard kan, ook in overleg met de Olympische Sportraad,
aitijd nog nagegaan worden, of op een bepaald ogen
blik een bepaalde vereniging misschien meer aandacht
schenkt aan vermogensvorming dan aan de uitoefe
ning van haar maatschappelijke functie.
Onder trim-activiteiten zou ik b.v. willen verstaan de
openstelling van een gymnastieklokaal voor raadsleden,
die behoefte zouden hebben aan een beetje meer licha
melijke inspanning clan raadsvergaderingen van hun
vergen. Dat is, geloof ik, de essentie van de trim-acti-
viteit; een soort ongeorganiseerde open sportbeoefe
ning, die gericht is op behoud van de lichamelijke ge
zondheid. Het staat inderdaad wat vaag en wat voor
zichtig in het voorstel; dat moet ik de heer Bakker
onmiddellijk toegeven. Wat tot op heden ter zake ge
probeerd is in Nederland is niet een bijzonder groot
succes geworden, integendeel, maar bet zou, dacht ik,
zeer veel waarde kunnen hebben en daarom proberen
we het experimenteel maar eens. En mocht er wat uit
komen, dan zal de Raacl het stellig merken in de vorm
van verschijning van allerlei soorten sportlieden in onze
„accommodaties". Ik liooi) dus, dat het een succes zal
blijken te zijn.
De Voorzitter: Ik hoop, dat het de heer Bakker
duidelijk is geworden wat al deze activiteiten inhouden.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel
van B. en W.
Punt 19 (bijlage 110. 208).
De heer Rijpma: Op zichzelf heb ik met dit voor
stel niet zoveel moeite. Ik heb wel een paar vraagjes.
1. Door traditie en allerlei andere omstandighe
den ben ik zelf geneigd voor het bezoeken van deze
activiteiten aan de zaterdag de voorkeur te geven
boven de zondag en nu is mijn vraag: Is het program
ma van zaterdag aantrekkelijk genoeg om er dan heen
te gaan? Ik bedoel dit: Wordt met dit voorstel niet
het gevaar geschapen, dat alle bijzondere activiteiten
op de zondag vallen en dat de zaterdag genoegen moet
nemen met een tweede-, misschien zelfs een derde
rangsprogramma
2. Er zal, naar ik aanneem, voor het houden van
deze activiteiten een extra beroep worden gedaan op
het gemeentepersoneel. Is dit het personeel, dat in
zijn arbeidsvoorwaarden er rekening mee heeft moe
ten houden, dat het ook op zondagen tot werkzaam
heden geroepen kan worden, of moet in dit geval een
beroep gedaan worden op personeel, dat normaliter
aan deze werkzaamheden niet deelneemt Is dit laat
ste liet geval, gebeurt dit deelnemen dan op aanwij
zing of op basis van vrijwilligheid
De heer Schönfeld: Ik wil niet nalaten mijn waar
dering uit te spreken voor dit voorstel. Op deze wijze
verlenen wij niet alleen onze medewerking ter stimu
lering van de in onze provincie en ook daar buiten
zo geliefde paardesport, maar leveren we eveneens een
belangrijke en constructieve bijdrage aan de activi
teiten, waaraan onze stad juist door haar centrum
functie behoefte heeft. Ik beschouw dit voorstel dan
ook niet alleen in het belang van de paardesportlief-
hebbers, maar ook in het belang van de gehele ge
meente, hetgeen nog wordt geaccentueerd doerdat er
ditmaal een aantal vooraanstaande buitenlandse deel
nemers uit de internationale concourswereld wordt
aangetrokken. Er bestaat naar mijn mening een grote
behoefte aan dergelijke evenementen. Hoe meer be
zoekers onze stad krijgt, hoe meer ook onze burgers
hiervan profiteren. Ik denk hierbij b.v. aan de horeca
bedrijven, de winkeliers enz. Een beetje leven in dc
brouwerij doet een stad alleen maar goed. Ik geef
dan ook van harte mijn stem aan dit voorstel.
De heer Heidinga: Het zal U niet verwonderen, dat
onze fractie een ander standpunt inneemt; dat is ook
genoegzaam bekend. Ilct spijt ons dat is de unanie
me mening van mijn fractie dat we dit voorstel
hier vanavond krijgen. Wij menen, dat het niet nodig
geweest was. Wij moeten bij dergelijke grote evenemen
ten de zondag vrij houden; dat kan ook best; de prak
tijk heeft het al lang bewezen. Ik zal daarover nu niet
verder uitweiden, want het leidt tot niets. We kennen
eikaars standpunten wel. Het is ook in de Provinciale
Staten vrij uitvoerig besproken. De Gedeputeerde Ger-
brandy heeft er een knap betoog over gehouden. In
ieder geval menen wij, dat de Gemeente niet moet be
vorderen, dat de zondag voor dergelijke evenementen
wordt gebruikt; daar is de zondag niet voor. Wij zijn
dus ook tegen het verlenen van deze garantie. En wij
willen ook nog onze waardering uitspreken voor die
bestuursleden van deze Stichting, die het ook zo heb
ben aangevoeld en deswege hun biezen hebben gepakt.
Zij hebben concreet en principieel gezegd: Daar doen
we niet aan mee.
De heer De Jong (weth.)De heer Rijpma heeft
gezegd: „De traditie is, dat de zondag zo gauw boven
de zaterdag verheven wordt, waar het zulke evenemen
ten betreft. Is het zaterdagsprogramma nu wel aan
trekkelijk genoeg om er heen te gaan?" Ik dacht, dat
de organisatoren van dit concours daar wel rekening
mee gehouden hebben. Dat moge o.a. blijken uit het
feit, dat de grote prijs van de stad Leeuwarden, die
vorig jaar ook verreden is, op zaterdagavond verreden
zal worden. Men heeft dus in ieder geval expres dui
delijk willen, maken, dat het er niet om begonnen is
bij voorbaat de zondag hier teveel in het centrum te
stellen. Ik zou daar nog wel iets meer van willen zeg
gen, vooral omdat de heer Iieidinga. ook in deze rich
ting heeft gesproken. 1-Iet bestuur heeft in eerste aan
leg wel getracht de zondag vrij te houden en heeft wil
len proberen het aantal mogelijkheden van demonstra
ties dus zo groot mogelijk te maken. Men wilde begin
nen op donderdagavond en vervolgens op vrijdagavond,
en zaterdagavond de courses te houden. Dit is op don
derdagavond niet gelukt, niet alleen omdat die avond zo
bijzonder snel gevolgd wordt door de vrijdagmorgen-
markt, maar ook omdat het herbergen van een 100-tal
paarden toch wel een bezwaar is. Praktische bezwaren
hebben dus het houden van het concours ook op donder
dagavond niet mogelijk gemaakt. Een tweede reden
waardoor men toch wel genoodzaakt was vier wedstrij
den te houden het wordt dus nu: vrijdagavond, za
terdagmiddag, zaterdagavond en zondagmiddag is
gelegen in het verkrijgen van een zo hoog mogelijke
kwaliteit ruiters; juist door het grote aantal courses,
dat nu gehouden kan worden, komen dezen gemak
kelijker naar Leeuwarden. Men heeft de zaterdagavond
voor courses om de grote prijs van Leeuwarden willen
houden, zodat de zaterdag inderdaad niet achtergesteld
wordt bij de zondag.
Wat de vragen van de heer Rijpma m.b.t. dc arbei
ders betreft, de arbeid wordt verricht door losse krach
ten, die dit doen op basis van vrijwilligheid.
De heer Schönfeld heeft zijn waardering uitgespro
ken. Wij hebben met belangstelling van zijn woorden
kennis genomen. Hij heeft nog eens duidelijk geaccen
tueerd het belang, dat Leeuwarden i.v.m. zijn centrum
functie bij een concours-hippique als dit heeft; de ge
hele Gemeente is erbij betrokken. Ik zou zeggen: dit
is meer een mededeling van de beer Schönfeld waarop
niet bepaald een antwoord van mij verlangd wordt.
De heer Heidinga heeft zijn standpunt bepaald. Ik
kan dat persoonlijk delen, dus behoef ik daar verder
niet op in te gaan, maar ik geloof, dat het toch ook
reëel is om de punten die ik zojuist genoemd heb, hier
bij te betrekken. Gebleken is dus inderdaad, dat er toch
wel zoveel mogelijk rekening gehouden is met deze be
zwaren, die ook bij het stichtingsbestuur wel aanwezig
waren. Bij het bepalen en liet motiveren van de stem
dat ben ik met de heer Heidinga eens moet de
principiële levensovertuiging toch wel van beslissende
betekenis zijn, in ieder geval voor de fractie van de
heer Heidinga. En daar hebben we dan kennis van kun
nen nemen.