feen heel belangrijk facet van de zaak. Want straks is
look de le Kanaalbrug al heel gauw onbruikbaar. We
zien, nu de Beursbrug, de le Kanaalbrug, de hulpbrug,
'en de Prins Hendrikbrug nog intact zijn, al dagelijks
wat het verkeer doet. En U weet dat als hoofd van
53c politie veel beter dan ik. De file auto's die bij „Ami-
||citia" voor de stoplichten wacht, reikt nu al over het
IJlokhuisplein tot. op de Tweebaksmarkt. Het verkeer
zit op de kruispunten Keizersgracht-Tweebaksmarkt en
|Ossekop-Blokhuisplcin op bepaalde tijden nu al com
pleet in de knoop. Ik houd mijn hart vast wat er zal
gebeuren, als we straks tegelijk met de drie genoemde
objecten bezig zijn. En als we de mogelijkheid hebben
Ide werktijd zoveel als kan te bekorten, dan is het wijs
jüat te doen. Maar dat kunnen we natuurlijk nooit ten
jkoste van alles doen. Zover zou ik nu ook weer niet
rillen gaan. Het moet redelijk blijven.
Ik zal mij niet uitlaten over de verantwoordelijkhe
den van directies en aannemers (Stem: Van allebei
niet?) (Gelach), maar ik geloof toch wel, dat, als de
directie in feite dus de dienst van Openbare Wer
ken en daarachter het College bepaalde voorwaarden
stelt en men dient, kennende die voorwaarden en
•het zijn volwassen mensen die weten wat ze doen
een ondertekend inschrijvingsbriefje in, dan neemt men
rook de verantwoordelijkheid voor bestek en omschrij
ving op zich. Dat mag ook van een aannemer worden
gevraagd. Zo is het nu eenmaal in de maatschappij en
dal is redelijk. Daar heb ik geen moeite mee. Maar ik
krijg de indruk en dat is misschien minder leuk
dat het College of de dienst Openbare Werken niet in
uitvoering in twee-ploegen-dienst geloven, maar gezegd
hebben: We zullen omdat de heer Boomgaardt er ge
regeld op hamert, ik kan haast wel zeggen: om „jankt"
f Gelach) het werk in twee ploegen te laten uitvoeren
—prijsopgave van beiderlei uitvoering (met één en met
twee ploegen) vragen. Ik ben het wel met de heer
Boomgaardt eens. Als de dienst het voor mogelijk had
gehouden, had men zich te voren vergewist of de Ar
beidsinspectie akkoord zou gaan of niet. Dan verifieert
men dat en dat is kennelijk tenminste dat heb ik
zo van wethouder Tiekstra begrepen niet gebeurd.
We staan nu voor de vraag: Wat doen we nu Wer
ken in twee ploegen levert een concrete arbeidstijdver
korting van 7 maanden op, die ik persoonlijk zeer be
langrijk vind voor de gehele stad. Zeven maanden min
der aan wachttijden voor het verkeer, het zakenleven
en de burgerij levert natuurlijk een enorme winst op.
En dan is voor mij de keus niet moeilijk.
Ik wil ook nog even onderstrepen wat de heer Boom
gaardt gezegd heeft. Als wij de wijze van uitvoering,
die B. en W. nu hebben gekozen, gaan toepassen, dan
lijkt het mij zeer moeilijk deze aannemer tot werktijd
verkorting te dwingen, als hij dat niet wil of als hij
het beter acht het niet te doen. Ik dacht, dat het zelfs
I- en daar zou ik ook graag een concreet antwoord op
willen hebben van de Wethouder bij de onderhavige
wijze van uitvoering niet mogelijk is hem te dwingen
hel werk in 300 dagen af te maken. We hebben hier
vaker dergelijke gevallen gehad. Ik herinner mij, dat
ik, toen de woningen aan Intervam werden opgedra
gen, tegen de toenmalige wethouder in de Raad heb
gezegd: Bindt deze mensen aan een termijn, want ze
kunnen die volgens het bestek overschrijden zover ze
willen, zonder dat hun ooit iets wordt aangerekend. En
het is achteraf ook wel gebleken, dat het gebeurt. Dat
alles is echter napraten.
In dit bestek zou m.i. moeten staan: 300 dagen en
bij overschrijding een vrij zware boete, want er is zo
veel mee gemoeid, u begrijpt, dat ik hier speciaal als
raadslid spreek, niet als aannemer; wat ik hier zeg
gaat helemaal tegen mijn natuur in. (Gelach) Maar ik
zie liet belang van de stad, van de burgerij, en dat
eist, dat de aannemer gebonden wordt aan een termijn,
dal er dus een drang achter zit, dat hij het werk in die
tijd doet, want ik weet maar al te goed, dat het belang
van een bedrijf kan zijn er langer over te doen. Als een
aannemer bijv. een beetje krap in het werk zit en zijn
machines eenmaal voor een werk in gebruik
hoeft, kan hij denken: Over een bepaalde tijd heb ik
kans op ander werk en dan rek ik dit maar wat
uit, want dan kan ik deze mensen en deze machines
aan het werk, resp. in bedrijf houden. Dat komt ge
noeg voor. Ik meen zelfs, dat we bij het verbeteren
9
van de Bleeklaan enz. dat had wel veel sneller ge
leund de aannemer niet konden dwingen het werk
sneller uit te voeren, omdat hij heel gewoon binnen
de tijd was, die bij de aanbesteding gesteld was. We
hadden niets over hem te zeggen. En dat moet niet
kunnen. We moeten hier vat op houden. (De heer
Venema: De aannemers houden de werknemers niet
meer vast; ze sturen ze nu in de W.W., hoor!) Dat
weet ik niet. (De Voorzitter: De heer Venema is nog
geen wethouder.) Ik zou graag willen weten, of er een
boetebepaling in dat bestek staat.
Dan zou ik eigenlijk nog deze vraag willen stellen:
Heeft U ook overwogen vlak voor de Klanderijstraat,
die in de Keetbuurt uitkomt, een hulpbrug' te leggen?
Dat zou mij nog wel interesseren. Toen de Potmarge-
brug gemaakt is, heeft daar een hulpbrug gelegen en
misschien zouden we aldus het verkeer iets kunnen ont
lasten. Ik heb geen tijd gehad het zelf te bezien; het
is dus maar een - raag'.
De heer Tiekst a (weth.): Ik geloof, dat het nut
tig is, dat ik iets vollediger vertel dan ik in eerste in
stantie vermoedelijk deed. Het advies van de directeur
Openbare Werken luidt n.l. als volgt: „Het werk wordt
gegund op basis van de uitvoering in normale werk
dagen, waarbij de toegestane tijdsduur 300 dagen is.
De aannemer tracht door overwerk, gedeeltelijke uit
voering in ploegen of anderszins de tijdsduur zoveel
mogelijk te bekorten. Hierbij moet als voorwaarde wor
den gesteld, dat bepaalde werkzaamheden, zoals o.a.
slopen, heien en betonstorten alleen bij daglicht mogen
worden uitgevoerd. De opdrachtgever stelt voor elke
dag, dat de aannemer eerder klaar is dan de voorge
schreven 300 dagen, een premie beschikbaar, die over
eenkomt met het prijsverschil tussen de biede aanbie
dingen, gedeeld door het aantal dagen, dat de voorge
schreven tijdsduren voor beide uitvoeringswijzen ver
schillen." Dat is dus het bedrag van f 440,per dag
dat ik zoéven heb genoemd. Dan wil ik aan de heer
Heidinga meteen antwoorden, dat in beide gevallen, zo
wel in de A-aanbestcding, als in do B-aanbesteding in
het bestek een boetebeding voorkomt. De heer Heidinga
wil mij het noemen van het bedrag van die boete wel
ten goede houden. Ik mag de Raad niet onthouden, dat
de aannemer juist aan deze wijze van gunning de voor
keur geeft, mits ik zeg het uitdrukkelijk; dat heeft
het College zich voorgesteld en het advies van 3e di
recteur Openbare Werken luidt precies zo ze te
voren contractueel volledig is overeengekomen. Waar
om Omdat bij de formulering', zoals die hier is ge
bruikt, hem ook de mogelijkheid is gegeven zelfs be
neden 200 dagen te komen. Ik dacht, dat deze moge
lijkheid, die bij een goede organisatie van het werk
aanwezig geacht kan worden, voor de Raad van bij
zonder groot belang is. Immers, daarmee kan een gro
tere tijdwinst worden verworven dan op basis van de
aanbesteding naar voren is gekomen.
Nu wil ik toch wel even ingaan op de opmerking
van de heer Heidinga: Het is juist, we hebben met deze
wijze van alternatieve aanbesteding tot op heden geen
ervaring gehad. Het is ook voor het College en voor i
de directie van de dienst Openbare Werken een soort
van test-case geweest. Het is ook frappant, dat de
verschillen bij de inschrijvingen variëren van uit het
hoofd gezegd f 44.000,tot ergens in de orde van
grootte va,n f 60.000,— -, f 70.000 tot f 80.000,Ook de
aannemers hebben dit zeer verschillend gewaardeerd.
Dit neemt niet weg en dat heb ik in eerste instantie
ook al welbewust zo geformuleerd dat, al brengt
deze wijze van gunning geen juridische aansprakelijk
heid voor de Gemeente mee, de principaal natuurlijk wel
een zekere mede-verantwoordelijkheid ervoor draagt.
Dal is m.i. een zaak van normaal maatschappelijk
fatsoen.
Wat de vraag van mevr. Veder betreft, er heeft op
dit ogenblik alleen nog maar plaats gevonden de mede
deling' aan de aannemer, dat gegund zal worden; de
wijze van gunning die in overweging is, is hem al mede
gedeeld en zijn reactie daarop heb ik inmiddels, meen
ik, al aan de Raad overgebracht, maar er is verder
nog geen verplichting aangegaan. Het is wel duidelijk,
dat op grond van de uitslag van de aanbesteding het
werk toch wel aan dit bedrijf gegund zal worden.
Ik geloof, dat ik verder niet zo bar veel behoef te