18 we huisvesting, die de plaatselijke V.V.V. krijgt in de Prins Hendrikstraat. Als dat een jaar of tien moet du ren, vind ik het echt niet de meest ideale plaats en ga ik graag achter de suggestie van de heer Stigter staan om het maar korter te doen. De Burgemeester stelde in antwoord op wat de heer Weide opmerkte, dat iedere V.V.V. een andere taak heeft. Maar die taak wordt niet nader omschreven. Wij kunnen doublures niet voorkomen, maar wij financieren wel de insti tuten, die deze doublures begaan. Ik ben er erg blij mee, dat de eerste stap gezet is op de weg naar sanering. Maar ik zou wel aan het College willen vra gen ons (voor mijn part bij de begroting van het vol gende jaar) eens een duidelijk inzicht te geven in wat nu de taak en de structuur zijn van de Provinciale en de plaatselijke V.V.V., in wat die taakstelling zou moe ten zijn en in de taakafbakening. Wij zouden dan, ook wanneer er weer conflicten komen, kunnen beoordelen, of de subsidiëring van beide instituten, op de wijze, zoals dat nu gebeurt, verantwoord is. Het verheugt mij, dat men een nieuwe koers gaat varen en bereid is beter samen te werken, maar ik zou wel de gegevenheden daarvoor vastgelegd willen zien. De heer De Jong (weth.)Wat de heer Weide be treft, ben ik er blij om, dat wij het toch heel goed eens zijn. Ik heb er dus ook geen moeite mee hem daarin bij te vallen. Die harmonie is mij ook heel wat waard. Wat de heer Stek heeft gezegd over twee systemen, heb ik blijkbaar niet helemaal begrepen. Hij heeft het erover gehad, öf de directeur van V.V.V. ook in over heidsdienst te nemen als ambtenaar of het systeem te laten, zoals het nu is. Het is natuurlijk wat moeilijk om de directeur van een plaatselijke vereniging, die door de Gemeente wordt gesubsidieerd, de status van amb tenaar te geven. Dan zou het een gemeentelijke dienst worden en daar zijn wij nog niet aan toe. Het is na tuurlijk wel de bedoeling, dat de directeur als zodanig een rechtspositie krijgt, die ook wat de pensionering enz. betreft, toch wel duidelijk is. Aan die zaken is in tussen ook aandacht besteed. Ik heb wel de indruk, gezien het feit, dat wij hier met de constructie te ma ken hebben van een plaatselijke vereniging, die de Ge meente wel subsidieert, maar die ook eigen inkomsten bronnen heeft, dat wij in deze situatie moeilijk het syteem van Hengelo en Enschede kunnen volgen. Dan hebben wij ook de consequentie, dat wij de constructie anders moeten maken en dat is een zodanige ingreep, dat wij er in deze situatie echt meer voor gevoelen uit te gaan van wat bij deze constructie past en toch te trachten 's mans rechtspositie zo stevig mogelijk te maken. De heer Stigter heeft gesproken over de tijdsduur van tien jaar. Ik heb tien jaar genoemd, omdat wij ons voorstellen de kosten, die wij hierbij maken, in tien jaar af te schrijven. Mocht zich echter tussentijds nog een andere en betere oplossing voordoen, dan zal daar aan, uiteraard in overleg met het V.V.V.-bestuur, on getwijfeld aandacht worden geschonken. Het is best mogelijk, dat daarbij dan ook aan de Waag kan wor den gedacht. U weet echter ook wel, dat wij m.b.t. de Waag altijd nog voor de grote moeilijkheid staan, dat wij, ongeacht wat er verder met de Waag zal moeten gebeuren, de restauratie, die aan dat gebouw zal moe ten plaats vinden, nog moeten zien klaar te krijgen, zowel financieel als wat de subsidiëring van rijkswege betreft. Ik maak mij sterk, dat er, wanneer er tussen tijds een andere en betere oplossing voor de V.V.V. wordt gevonden, aan het in dit voorstel bedoelde ge bouw wel weer een andere bestemming kan worden gegeven, zonder dat deze investeringen weg zijn en deze afschrijvingen dus niet voldoende zijn terugver diend. De heer Engels stelt, dat er bij het College misschien een gevoel van bevrijding bestaat en ik wil wel zeggen, dat dat ook inderdaad het geval is. Wij zijn uit een impasse geraakt op een manier, die ons nog niet zo gek lijkt vooral ook, omdat wij deze zaak nog graag vóór het seizoen in orde wilden hebben en dit nu ook lukt. Ongetwijfeld kan men zeggen: „Had U die zaak nu niet liever zo of zo gehad?" Die mogelijkheden zijn echter vaak niet voorhanden en men moet kiezen in de situatie waarin men verkeert. Dit is een vrij rede lijke oplossing, waarmee zowel de Gemeente als het bestuur van de V.V.V. bijzonder in hun nopjes zijn. Op de vraag van de heer Engels, of hier eigenlijk niet kan worden gesproken van een doublure, zou ik willen antwoorden, dat tal van gemeenten met deze situatie te maken hebben. Apeldoorn heeft een plaat selijke V.V.V., maar geeft ook aan de Provinciale V.V.V. echter ook weer in dezelfde verhouding, n.l. f 86.000,voor de plaatselijke V.V.V. en f 100,voor de Provinciale V.V.V. Eindhoven geeft f65.000,aan de plaatselijke V.V.V. en f50,— aan de Provinciale V.V.V. Assen geeft aan de plaatselijke V.V.V. ruim f 23.000,en aan de Provinciale V.V.V. f 1.456,En zo heb ik hier een vijftiental plaatsen met dezelfde situatie. Het gaat hier op zichzelf niet om een dou blure en men kent deze situatie in andere provincies precies zo. De Provinciale V.V.V. heeft uiteindelijk een andere taak en een andere verantwoordelijkheid dan de plaatselijke V.V.V. (De heer Engels; Ik doelde, als ik even mag toelichten, niet zozeer op het feit, dat wij twee instituten betalen. Ik vind dat ook juist. Daar in verschil ik met de heer Weide van mening. Als men twee balies krijgt (en dat is eigenlijk niet te ontken nen), vind ik echter een duidelijke taakstelling tussen die twee van erg veel belang. Als men een heel duide lijke taakstelling heeft, voorkomt dat ook een bron van twisten. Wat de financieringsverhouding betreft, zoals U die bij het eerste voorbeeld gaf: daar kan ik levendig inkomen, wanneer zo'n provinciaal instituut louter een coördinerende functie heeft. Maar als het tevens een andere functie wordt? Daarom heb ik U een duidelijke taakafbakening gevraagd voor de toekomst. U begint ook pas aan de sanering.) Uiteraard is het zo, dat de Provinciale V.V.V. een andere taak heeft dan een plaat selijke V.V.V. Juist om te voorkomen, dat de plaatse lijke V.V.V. in de verdrukking komt (daar hebben wij in Leeuwarden belang bij), zijn wij met dit voorstel gekomen. De taken van de beide V.V.V.'s zullen onge twijfeld op elkaar moeten worden afgestemd en dat is, voor zover mij bekend, ook al gebeurd. Er zijn bespre kingen met beide gevoerd. Dus dat behoeft geen pro bleem te worden. Het kan alleen zo zijn, dat de plaat selijke V.V.V. zich veel meer op de plaatselijke activi teiten richt en dat de Provinciale V.V.V. zich meer tot de provinciale activiteiten beperkt. Wanneer de plaat selijke en de Provinciale V.V.V. straks afzonderlijk zijn gehuisvest, kan dat ongetwijfeld beter gaan dan tot nog toe het geval is. Maar ik ben het met U eens, dat dit een zaak is, die haar vorm nog moet vinden, en ik hoop, dat hier een goede samenwerking zal ontstaan. De Voorzitter: Het is mij bekend, dat de beide V.V.V.'s hebben vergaderd onder voorzitterschap van een neutrale derde en dat de afspraken, die daarbij zijn gemaakt omtrent de taakverdeling, zwart op wit zijn vastgelegd. Kennende deze afspraken, die beide V.V.V.'s ons hebben bevestigd, hebben wij de vrijheid geno men U dit voorstel te doen. Dit stelt U misschien nog iets meer gerust. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. De Voorzitter schorst de vergadering voor het hou den van de tweede koffiepauze. De Voorzitter heropent de vergadering. Punt 30a (bijlage no. 284). De heer Schönfeld: Een korte vraag. Is deze ver zakking het gevolg van een destijds gemaakte fout en, zo ja, is aansprakelijkheidsstelling dan niet meer mogelijk De heer Tiekstra (weth.): Dit werk is destijds uit gevoerd door een erkende molenbouwer op basis van een ontwerp, dat in overleg met hem door de dienst Openbare Werken is klaar gemaakt. Dit is al een aan tal jaren geleden gebeurd en aansprakelijkheidsstelling zal er naar mijn overtuiging niet bij zijn. Met het oog op de duizenden, die de Froskepölle bezoeken, hebben B. en W. gemeend nu dit voorstel te moeten doen, opdat deze molen dit seizoen weer kan draaien. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. 19 Punten 31 en 32 (bijlagen nos. 273 en 264). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 33 (bijlage no. 261). De heer Schönfeld: Bij de ter inzage gelegde stuk ken heb ik het rapport van de Financiële Commissie gemist. Ik zou Uw College willen vragen, of het mo gelijk is, dat deze stukken in de toekomst wel aan wezig zijn. De heer Heidinga: Ik zal maar niet verder ingaan op de kwestie van het wegenvierkant Boterhoek Vij zelstraat Hoeksterkerkhof Tuinen. Die kwestie 'aten we nu maar blauw-blauw, hoewel zij heel nauw aansluit bij datgene, waarover wij het zojuist bij de behandeling van punt 18 hebben gehad. Wat ik eigen lijk niet kan begrijpen en waarover ik toch wel graag iets naders zou willen weten, is, dat er aan die ont werpen, aan dat tekenwerk, al f 78.000,is besteed. Dat is toch nogal wat! (De heer Venema: Ja, die bouwwereld kan er wat mee!) (Gelach) Ik had niet gedacht, dat de heer Venema zo onwetend zou zijn, dat hij, wanneer het gaat over een uitgave van de dienst Openbare Werken, die dienst al zou verslijten voor de bouwwereld. De heer Tiekstra (weth.): Ik zou de aandacht van de Raad en dus ook van de heer Heidinga willen vra gen voor de preciese formulering van dit voorstel. Daarin staat n.l.: „Door de dienst der Openbare Wer ken is terzake reeds een bedrag van ongeveer f 90.000, besteed, waarin een bedrag van ongeveer f 12.000, voor sloopkosten van opstallen op het tegenwoordige parkeerterrein aan het Hoeksterend. De overige kos- ten hebben o.m. betrekking op het ontwerpen van te keningen en het doen van opmetingen." Ik neem aan, dat er in dit bedrag van f 78.000,ook kosten zitten van andere objecten, die zijn gesloopt en dat die kos ten op deze wijze worden toegerekend aan dit project. In dat geval is dit bedrag, dacht ik, eerder aanvaard baar. Ik hoop echter, dat de heer Heidinga mij van avond niet meer vraagt om een specificatie van dat bedrag. Die kan ik hem bij gelegenheid, dacht ik, vlot geven. Wij hebben n.l. een administratie, die in dat opzicht nauwkeurig berekent, welke kosten er voor een bepaald project zijn gemaakt. De heer De Jong (weth.): Inderdaad lag er geen rapport van de Financiële Commissie bij de stukken. De Financiële Commissie heeft in mijn vakantie over deze kwestie gesproken, maar ik meen, dat die commissie heeft gesteld: „Men valt ons hiermee wat rauwelings op net lijf. Wij willen m.b.t. dit geval liever niet voor akkoord tekenen en zet dan maar in de tekst, dat de Financiële Commissie is gehoord." Deze formulering is op zichzelf wel juist, alhoewel niet normaal. Nor maal is de formulering, dat de Financiële Commissie zich akkoord verklaart. De heer C. de Vries: Het is inderdaad juist, dat de Financiële Commissie tijdens de vakantie van Weth. De Jong m.b.t. deze kwestie heeft gesteld, dat in het betreffende stuk maar moest worden gezet: ,,De Fi nanciële Commissie is hierover gehoord." Ik meen, dat deze commissie dit volkomen terecht heeft gesteld. Naar ons gevoelen is het n.l. onjuist (en ik dacht, dat we dit punt in de volgende vergadering van deze com missie ook nog eens aan de orde moesten stellen) de Financiële Commissie tijdens een commissievergade ring mondeling cijfers over te leggen en van die com missie te vergen, daarover dan op dat moment te oordelen. Dat is onmogelijk voor een commissie, die haar taak goed wil vervullen. Teneinde te voorkomen, dat de opmerking „De commissie is gehoord." in de toekomst in meer stukken zal moeten voorkomen, zou ik het College dan ook willen vragen de Financiële Commissie voortaan van tevoren uitvoeriger schrifte lijk te documenteren en dit niet rauwelings te doen, zoals de Wethouder terecht heeft De Voorzitter: Dit punt kan dus met de Wethou der van Financiën in de desbetreffende commissie be sproken worden. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punten 34, 35 en 36 (bijlagen nos. 281, 250 en 280). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 37a (bijlage no. 262). Aanbeveling: 1. vacature K. Sijbrandij: a. K. Sijbrandij, Wirdum; b. J. Fokma, alhier; 2. vacature G. L. C. Schweigmann: a. G. L. C. Schweigmann, alhier; b. P. J. Jongma, alhier; 3(door de Raad uit zijn midden te kiezen). Benoemd worden de heren Sijbrandij en Schweig mann, elk met 34 stemmen, en W. Miedema, met 32 stemmen (de heer J. Wiersma 1 stem en 1 bilj. blanco). Punt 37b. Benoemd wordt de heer J. Venema, met 29 stem men (de heer P. W. Pietersen 3 stemmen en de heren J. A. Schönfeld en G. de Vries elk 1 stem). Punt 38 (bijlage no. 283). Voordrachten: hoofd Emmanuel Murandschool 1. F. Wouters, alhier; 2. S. Rienks, alhier; hoofd Ferdinand Bolschool: 1. A. de Haan, Jorwerd; 2. W. Leijsma, alhier; hoofd Tjerk Hiddesschool 1. W. Leijsma, voornoemd; 2. A. de Haan, voornoemd. De heer Ten Brug (weth.): Ik moet de Raad tot mijn spijt mededelen, dat de heer De Haan uit Jor werd, die als no. 1 op de voordracht voor de Ferdi nand Bolschool was geplaatst, zijn sollicitatie heeft ingetrokken. In verband hiermede zou ik de Raad wil len voorstellen de voordracht voor de Ferdinand Bol school zodanig te wijzigen, dat de heer Leijsma daarop als no. 1 komt te staan en vanavond geen beslissing te nemen over de benoeming van een hoofd voor de Tjerk Hiddesschool. Wij brengen deze wijziging aan, opdat we iets meer tijd hebben om te voorzien in de vacature bij de Tjerk Hiddesschool, omdat het hoofd van die school eerst op 1 november met pensioen gaat. Het ontslag van de heer Prins, het hoofd van de Ferdinand Bolschool, zal daarentegen vermoede lijk reeds aan het begin van de nieuwe cursus plaats vinden. Een andere reden om de voorziening in deze vacature niet uit te stellen is, dat er tengevolge van sollicitaties van onderwijzend personeel nog een aan tal andere vacatures bij deze school zal ontstaan. De heer Heidinga: Is het mogelijk, dat wij no. 2 van de kandidaten voor de Emmanuel Murandschool verkiezen als hoofd van de andere schoil? Ik neem aan, dat B. en W. hem niet op de lijst plaatsen, als ze hem niet verkiesbaar achten. De heer Ten Brug (weth.): We hebben hem bewust als no. 2 op de voordracht voor de Emmanuel Mu randschool gezet en niet op een van de voordrachten voor die twee andere scholen dit in verband ook met het feit, dat dat grotere scholen zijn en de Em manuel Murandschool een vijfmans- en waarschijnlijk een viermansschool is. We menen, dat hij een kandi daat is voor een wat kleinere school. Benoemd wordt: tot hoofd van de Emmanuel Murandschool de heer Wouters, met alg. stemmen; tot hoofd van de Ferdinand Bolschool de heer Leijsma, met alg. stemmen. De heren Pietersen en Venema vormden het stem bureau. De Voorzitter sluit, om 23.55 uur, de vergadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1968 | | pagina 10