2
den verleend op grond van in het verleden verleende
prestaties, analoog aan wat terzake van andere vereni
gingen ook is gedaan. En dat betekent dus, dat deze
posten ook niet in 't rapport hadden kunnen voorkomen
komen.
Dit rapport wordt voor kennisgeving aangenomen.
Sub D.
Deze mededelingen worden voor kennisgeving aan
genomen.
Sub E.
Deze verzoeken worden in handen van B. en W. ge
steld om preadvies.
Sub F.
Deze brief wordt voor kennisgeving aangenomen.
Sub G.
De heer Schönfeld: Met het voortel deze brief in
handen van B. en W. te stellen om preadvies ga ik ak
koord, omdat het moeilijk anders kan. Uit de ter in
zage gelegde stukken heb ik echter de conclusie ge
trokken, dat het door de huurdersvereniging gedane
verzoek, dat al zolang geleden is gedaan, terecht ge
komen is in de een of andere doofpot. Ik zou thans ook
graag de toezegging willen hebben, dat deze kwestie
met de meeste spoed zal worden afgehandeld.
De Voorzitter: Die toezegging hééft U, mijnheer
Schönfeld. Er wordt met bekwame spoed aan de zaak
gewerkt. Weth. de Jong heeft ondertussen een zeer
uitvoerig en een in bijzonder goede sfeer verlopen on
derhoud gehad met de desbetreffende bewoners en ik
neem aan, dat reeds in de volgende vergadering een
preadvies aan de Raad zal worden voorgelegd. Ik kan
dat niet voor 100 pet. toezeggen, maar er wordt
wel op gewerkt en Weth. de Jong doet daar zijn uiter
ste best voor.
De heer Heidinga: Ik dacht, dat het bij de Ge
meente veel voorkwam, dat dergelijke brieven blijven
liggen. Ik zou toch wel graag willen, dat daar op de
secretarie wat meer aandacht aan werd besteed. Ik
kan me voorstellen, dat er eens één tussendoor glipt,
maar het komt. m.i. te veel voor. Ik herinner mij bijv.
een adres aan de Raad van een groepje bewoners van de
zeeheldenwijk van minstens een jaar geleden. De Raad
hoort er nooit meer wat van; er moet toch iets over
bekend zijn nu. Het behoeft in het onderhavige geval
niet zo te zijn, maar het is een symptoom en daarom
stip ik het even aan. Ik vind, dat hier toch een tikje
serieuzer met ingekomen stukken moet worden omge
gaan.
De Voorzitter: Ik kan de heer Heidinga verzeke
ren, dat wij serieus omspringen met ingekomen
stukken. Ik vind het ook jammer en mèt mij het ge
hele College, dat het inderdaad de laatste tijd één keer
te vaak is voorgekomen, dat een brief niet is behandeld
met de snelheid en de wijze, waarop B. en W. dat heel
gaarne zien. Dit heeft de volle aandacht van het Col
lege. Hier is al enkele keren over gesproken en ik vlei
mij met de hoop, dat het aantal keren, dat zoiets kan
passeren, aanzienlijk zal worden gereduceerd. Ik wil
realistisch zijn en ik wil daarom niet zeggen, dat het
nooit zal gebeuren, want van een zo groot apparaat
als dat van de gemeentesecretarie kan dat niet wor
den gezegd, maai- ik doe de Raad graag de toezegging,
dat wij bepaald ons best doen, dat een dergelijke omis
sie uiterst weinig zal voorkomen.
Deze brief wordt in handen gesteld van B. en W.
om preadvies.
De Voorzitter: Mag ik dan nog een aanvullende
mededeling doen?
Het is U allen bekend, leden van de Raad U heeft
het uit persberichten en ook uitgesprekken op velerlei
niveau kunnen vernemen dat het College in de af
gelopen periode zich zeer intensief heeft beziggehouden
met het nagaan van de mogelijkheden het kantoor van
de Stichting Sociaal Fonds Bouwnijverheid naar Leeu
warden ver-plaatst te krijgen. Wij waren niet de enige
gegadigde; er waren een groot aantal plaatsen in den
lande, waar men heeft gepoogd op de nominatie te ko
men. Wij hebben vele besprekingen over deze aangele
genheid gevoerd. Wij hebben daarbij en ik stel het
op prijs dat hier in een openbare vergadering te ver
klaren bijzonder grote steun ondervonden van ver
scheidene vertegenwoordigers zowel van de werkge
vers- als de werknemersorganisaties. Wij hopen die
genen, van wie wij die steun hebben gekregen, ook nog
individueel blijk van onze erkentelijkheid te geven,
maar ik wil gaarne ook op deze plaats onze hartelijke
dank betuigen aan al diegenen, die ons met volle inzet
van hun persoon hebben geholpen om contacten te leg
gen e.d. Dat het niettegenstaande de tijd en de moeite,
die wij eraan hebben besteed, en de steun, die wij van
verschillende zijden hebben gehad, niet is mogen ge
lukken het bestuur van deze stichting te doen bewegen
haar organisatie naar buiten de randstad te verplaat
sen, betreuren wij. Wij kunnen daar overigens niets
aan doen, wat echter onverlet laat de woorden die ik
zojuist heb gesproken. Ik meende er toch goed aan te
doen de Raad bij deze hiermee in kennis te stellen. Wij
hadden dat bij de begrotingszitting kunnen doen, maai
de officiële brief van de stichting is de afgelopen week
binnengekomen en ik meen, dat het juist was meteen
de Raad van het helaas negatieve resultaat me
dedeling te moeten doen.
De heer Heidinga: Ik vind het leuk, dat ik nu een
ander geluid mag laten horen dan zojuist. Ik heb, om
dat het mijn vak is, verschillende van deze dingen van
dichtbij meegemaakt en daarom moet het mij echt van
het hart, dat ik grote bewondering heb voor de ijver
en de vasthoudendheid en voor alles wat U, mijnheer
de Voorzitter, gedaan heeft om overplaatsingen naai
Leeuwarden te bereiken, want dat is niet weinig. U
heeft zich daarin platweg gezegd betoond als
een bulhond, die nooit loslaat. Het is jammer, dat niet
bereikt is wat beoogd werd, maar U, mijnheer de Voor
zitter, heeft alles eraan gedaan wat er aan was te
doen. Daar mogen wij allen hier en de gehele Gemeen
te U echt dankbaar voor zijn.
De Voorzitter: Dank U wel, mijnheer Heidinga,
maar ik wil wel opmerken, dat ik grote steun heb ge
had van enkele van de Wethouders. Dat moet toch heel
duidelijk worden gesteld.
Mevr. Veder-Smit: Ik heb ook iets van nabij mee
gemaakt wat U, mijnheer de Voorzitter, allemaal hier
aan gedaan heeft en ik dacht, dat dat al het mogelijke
was. Ik sluit mij dan ook graag aan bij de woorden
van lof van de heer Heidinga.
De Voorzitter: Ik dank U wel, mevr. Veder.
Punten 2 en 3 (bijlagen nos. 439 en 438).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen
van B. en W.
Punt 4 (bijlage no. 430;.
De heer Stek: Zoals ons door B. en W. reeds op 24
juni j.l. werd toegezegd, hebben wij hier voor ons het
voorstel om de kiosk, die in gebruik is bij de Provin
ciale Vereniging voor Vreemdelingenverkeer, aan haar
te verhuren voor f 2.500,-- per jaar, ingaande 1 januari
1969. Ik heb bij de stukken, die ter inzage lagen, een
brief gevonden, waarin de Prov. V.V.V. het Gemeente
bestuur mededeelt, dat zij met de huurprijs instemt.
Het zal B. en W. dan ook niet vreemd voorkomen, dat
ik hoogst verwonderd was in de Leeuwarder Courant
van 14 november j.l. te lezen, dat er een goede kans
bestaat, dat de Prov. V.V.V. over enige tijd de beschik
king krijgt over een nieuw, veel ruimer bureau aan de
Stationsweg. Als ik dan denk aan de kosten, die door
ons zijn gemaakt om onze plaatselijke V.V.V. een nieuw
home te geven, zou ik mij heel wel kunnen voorstellen,
dat, toen B. en W. dit krantebericht lazen, ook laat
ik het zacht uitdrukken enigszins verbaasd waren,
tiet is echter een krantebericht en ieder kan dit op
zijn eigen wijze beoordelen.
Om terug te komen op dit voorstel, B. en W. vin
den de huurprijs van f 2.500,redelijk. Ik zou die ook
best redelijk kunnen vinden, wanneer ik wist, op welke
wijze dit bedrag tot stand is gekomen. Men hoort te
genwoordig als huur voor kantoorruimten bedragen
van f 60,en f 70,per m2 noemen. Zouden B. en W.
mij enigszins een inzicht kunnen geven, hoe men aan
deze huurprijs is gekomen?
In het voorstel wordt over de verhuur van de be
doelde kiosk per 1 januari a.s. het volgende gezegd
„Hiertegenover staat, dat wij, zoals wij in het bedoelde
raadsvoorstel vermeldden, voornemens zijn U bij de
aanbieding van de ontwerp-begroting voor 1969 voor
te stellen aan de Provinciale V.V.V. een algemeen sub
sidie van 2 ct. per inwoner te verlenen." Deze zin heeft
toch, dacht ik, niets te maken met het eigenlijke voor
stel. Of zit hier toch een addertje onder het gras Dus,
dat, wanneer het voorstel wordt aangenomen, dit te
vens een principe-besluit is voor het subsidiëren van
de Prov. V.V.V. met 2 ct. per inwoner. Is dit wel de
oedoeling, dan maak ik hier ernstig bezwaar tegen. Ik
hoop echter, dat ik foutief heb geïnterpreteerd, maar
dat hoor ik dan straks graag van B. en W.
De Voorzitter: Het bericht, dat U gelezen heeft,
mijnheer Stek, is ook ter kennis van het College ge
komen. Ik kan U mededelen, dat bij nadere informatie
gebleken is, dat het bestuur van de Prov. V.V.V. in-
middeis inderdaad in onderhandeling is om te komen
tot een ruimer huisvesting van het bureau. Dit is een
situatie, die ten tijde van de beslissing, die B. en W.
hebben genomen en aan de Raad hebben voorgelegd
t.a.v. andere huisvesting van de Leeuwarder V.V.V.,
beslist niet bekend was. Deze ontwikkeling heeft
zich dus voorgedaan, nadat die beslissing was ge
nomen. Ik kan U de verzekering geven ik heb dat
reeds eerder gezegd dat, toen wij uitvoerig overleg
hebben gepleegd met de besturen van beide V.V.V.'s,
ook de Friese V.V.V. zelf er geen idee van had, dat
de mogelijkheid aanwezig was, waarover zij op dit
ogenblik onderhandelt. Ik geloof niet, dat het juist zou
zijn, dat ik hier mededeling doe over welk pand het
gaat; dat is een aangelegenheid van de Friese V.V.V.
Ik zou hieraan nog willen toevoegen, dat ik toch niet
betreur, dat de Leeuwarder V.V.V. ondertussen een an
der onderkomen heeft gevonden. Het gebouwtje, dat op
net ogenblik alleen nog bij de Friese V.V.V. in gebruik
is, staat ons nogal in de weg. Ik zou er op dit moment
niet nader op willen ingaan; daarover zullen de Raad
nog wel eens voorstellen bereiken. Daar zal wel een
keer iets moeten gebeuren. (De heer Stek: Wat komt
daar dan?) Het is alleen een mededeling, maar er ge
beurt niets zonder dat de Raad iets naders weet; dat
kan ik U verzekeren.
De heer De Jong (weth.): Tot nog toe konden wij
het in dezen met gesloten beurzen doen. De Prov. Ver
eniging voor Vreemdelingenverkeer en de plaatselijke
V.V.V. kregen samen f 2500,subsidie en daar stond
de huur van de kiosk tegenover. Het was eigenlijk een
kwestie van een journaalpost, waarbij de zaak in even
wicht bleef. En nu huurt de Prov. V.V.V. het gebouw
tje voor hetzelfde bedrag, dat wij eerst aan huur ont
vingen, n.l. f 2500,Maar daar staat tegenover een
subsidieverstrekking van 2 ct. per inwoner, dus con
form aan wat wij in een vorige raadszitting hebben
medegedeeld. Er zit dus helemaal geen addertje onder
het gras. Wat destijds al in uitzicht gesteld is, is hier
gerealiseerd; het is voor één jaar. En in hoeverre de
kiosk daar in de toekomst zal blijven? Het is best mo
gelijk, dat er wel verandering komt. Er zijn bespre
kingen met de Spoorwegen gaande omtrent de situ
ering daar. Dat regardeert echter ons niet, maar de
Prov. V.V.V. (De Voorzitter: Ik dacht, Weth. de Jong,
dat verscheidene gemeenten in de provincie een soort
gelijke bijdrage aan de Prov. V.V.V. verlenen. Wij zijn
daarmee dus nogal in de lijn van wat vrij algemeen
buiten Leeuwarden ook wordt gedaan.) Het is in de
raadsvergadering van 24 juni ook gesteld, dat wij over
wogen een subsidie van 2 ct. per inwoner te verstrek
ken. Daar wordt nu doodgewoon uitvoering aan ge
geven. (De Voorzitter: We hebben destijds, dacht ik,
gesteld, dat we het zouden voorstellen en het staat in
ieder geval in de begroting.) Het gaat nu ook alleen
om de huur. Het subsidie is bij dit punt niet eens aan
de orde. (De heer Engels: Gaat het nu puur om de
huur
De Voorzitter: Als wij hier alleen hadden gesteld
een andere betekenis moet U er niet aan geven
dat wij een huurprijs gaan vragen van f 2.500,dan,
zo dachten wij, zou de Raad wel vragen: Is U dan niet
meer van plan iets te doen voor de Prov. V.V.V.? En
wat we nu voorstellen sluit aan op het voorstel van
destijds, waarin stond: We zullen in de begroting '69
voorstellen het subsidie van 2 ct. per inwoner te geven,
maar daar moet de Raad straks bij de begrotingsbehan
deling over beslissen. Als de Raad er bezwaar tegen
heeft, gaat het er zó uit, want dat staat nog open. We
hebben ook geen toezeggingen gedaan. Ik geloof, dat
de zaak nu wel voldoende uit de doeken is gekomen,
mijnheer Stek.
De heer Stek: Ik begrijp, dat er twee punten zijn:
één punt, dat nu behandeld wordt, n.l. de huur, f 2500,
een bedrag, dat terug is te vinden in het jaarlijkse sub
sidie, aan beide kantorenkiosk plus caravan f 5000,
heen en weer geboekt, neem ik aan. U zei zojuist: de
plaatselijke V.V.V. kreeg f 2500,evenals de Prov.
V.V.V., en daartegenover moeten beide huur betalen.
Dat heb ik begrepen uit de woorden van de Wethouder.
Het andere punt was, dat B. en W. ons in het vooruit
zicht stellen en ook niet meer dat wij bij de
begrotingsbehandeling een voorstel krijgen voor het
verlenen van een algemeen subsidie van 2 ct. per in
woner aan de Prov. V.V.V.
De heer Engels: Mag ik nog even een aanvullende
vraag stellen We praten nu over de verhuur en we
nemen een besluit voor verhuur van de kiosk aan de
Prov. V.V.V. per 1 januari 1969 voor f 2500,terwijl
de Voorzitter ons mededeelt, dat bij nadere informatie
gebleken is, dat men inderdaad een ander kantoorpand
zoekt. (De Voorzitter: Maar niet m.i.v. 1 januari.)
Heeft U daaromtrent enige zekerheid? (De Voorzitter:
Het nieuwe pand kan vrij zeker op 1 januari niet in
gebruik worden genomen. Men is in onderhandeling.
Het is niet eens zeker, dat de huur doorgaat. Het is
wel dubieus, of de verhuur van de kiosk voor een heel
jaar zal zijn, maar de verhuur moet in ieder geval in
gaan per 1 januari.) Mijnheer de Voorzitter, heeft U
de voorgenomen verplaatsing van de Prov. V.V.V. uit
de krant moeten vernemen? Heeft men U als Voorzit
ter van deze Raad, wetende, dat U een voorstel zou
doen tot verhuur op hun verzoek, niet van te voren
ingelicht, dat het wel eens twijfelachtig kon zijn: a. of
men het zou huren, en b. of men het het gehele jaar
zou huren? Als U daar „neen" op moet antwoorden,
dan wens ik hier een ernstig woord van afkeuring te
richten aan het adres van de Prov. V.V.V. (De Voor
zitter: Ik moet tot mijn spijt mededelen, dat wij dit
dus uit de krant hebben vernomen.) Dat is dan een
groot schandaal èn voor U èn voor ons. (De Voorzitter:
Ik heb toen een der bestuursleden gebeld en ik moet
wel zeggen, dat ik alle inlichtingen heb gekregen die
ik vroeg, maar het spijt mij ook, dat het College dit
uit de krant heeft moeten lezen. Dat is inderdaad een
feit; daar kan ik verder niets aan toevoegen,)
De heer C. de Vries: Als U, mijnheer de Voorzitter
nu toch ook al stelt, dat U niet zeker weet, wanneer
de Prov. V.V.V. uit de kiosk zal vertrekken het
kan allicht niet 1 januari zijn, maar misschien kan
het dan wel 1 februari worden is het dan niet veel
verstandiger, dat wij, wat het voor ons liggende voor
stel betreft, maar even een afwachtende houding aan
nemen en dat wij dan eerst maar eens aan de Prov.
V.V.V. vragen, wat men nu definitief in 1969 of dat
nu 1 januari, 1 februari of 1 maart is van plan is?
Het lijkt mij veel reëler dat af te wachten dan op dit
moment een besluit te nemen, dat misschien maar voor
enkele maanden geldt.
De heer Heidinga: Ik zie niet in, waarom wij dit
besluit niet kunnen nemen. Wij zouden een heel gewone
zakelijke overeenkomst aangaan met de Prov. V.V.V.;
deze is voor een jaar aan de huur gebonden, ook als ze
het gebouwtje niet wil gebruiken. Ik zie dus geen
enkel bezwaar tegen het aannemen van dit voorstel.
De heer De Jong (weth.): Er moge dan iets over
deze zaak in de krant gestaan hebben, wij hebben uit
eindelijk niet met kranteberichten te maken, maar met