16
lichamelijk gehandicapten. Graag zou ik vernemen,
hoeveel gevallen dat betreft, of er een behoefteraming
bestaat en, zo ja, of men ongeveer aan de behoefte
tegemoet heeft kunnen komen.
De heer Schönfeld: Uit de mem.v.a. heb ik tot mijn
grote voldoening vernomen, dat een onderzoek wordt
ingesteld naar de mogelijkheid om via de centrale
antennesystemen de gelegenheid te scheppen voor het
ontvangen van Duitse televisieprogramma's. Ik zou
hier echter tegenover willen stellen, dat door PTT
reeds een deskundig onderzoek is verricht aangaande
de signaalsterkte der Duitse televisieprogramma's in
Leeuwarden. Tevens hebben enkele woningbouwver
enigingen het initiatief genomen, bij wijze van proef,
enkele wooneenheden met het daarvoor geëigende
antennesysteem uit te rusten- Zowel het verrichte onder
zoek, als de daarna genomen proef hebben een positief
resultaat opgeleverd. De te treffen technische voorzie
ningen zijn vrij eenvoudig, terwijl de kosten niet bij
zonder hoog zijn. Ieder bedrijf, dat gespecialiseerd is in
de aanleg van dergelijke antennesystemen, is in staat
op zeer korte termijn hierover een kostenopgave te
verstrekken. Het is me trouwens bekend, dat in Drach
ten al diverse wooneenheden zijn, waar men door de
daarvoor geëigende voorzieningen de Duitse T.V.-pro
gramma's wèl kan ontvangen. Als we moeten wachten
op het systeem, zoals PTT dit bij wijze van proef in
enkele plaatsen in ons land toepast, trouwens met
succes temeer omdat behalve drie Duitse ook nog
twee Belgische programma's ontvangen kunnen wor
den kunnen we nog jaren wachten, als het hier
tenminste ooit komt, omdat de doorgifte van deze pro
gramma's geschiedt via een z.g. coaxiaal kabelnet,
waarmee een vrij hoog investeringsbedrag gemoeid is.
In de woningen, welke zijn voorzien van z.g. gecom
bineerde standaard-aansluitpunten voor telefoon en
draadomroep, is trouwens hier ter stede ook al reke
ning gehouden met de mogelijkheid van doorgifte van
diverse F.M.-programma's, naar ik meen, 9 en 5 televi
sieprogramma's, maar zoals ik reeds heb gezegd, kan
de realisering hiervan nog jaren duren, als het zelfs
ooit zover komt. Ik zou er daarom bij het College op
willen aandringen zo spoedig mogelijk over te gaan tot
het treffen van de benodigde voorzieningen, temeer
omdat velen het op hoge prijs zullen stellen van de
zelfde mogelijkheden te profiteren als die, welke er
elders zijn. De omroepbijdrage is per slot van reke
ning ook voor ieder gelijk.
De heer C. de Vries: N.a.v. vraag 311 merk ik op, dat
ik destijds in de sectie deze vraag heb gesteld om van
het College te weten te komen, in welke richting het op
dit punt denkt. Daarop aansluitend zou ik nu willen
vragen of het aan het College bekend is, dat er ook in
bepaalde groepen woningwetwoningen door de bewo
ners acties worden ondernomen om d.m.v. petitie of
adhesiebetuiging het College te verzoeken zo spoedig
mogelijk hiermee te beginnen. Overigens kan ik me
t.a.v. de technische kant wel aansluiten bij datgene wat
de heer Schönfeld heeft gezegd over de ruimte, die de
huidige installaties al bieden. Het moet vrij eenvoudig
zijn deze installaties aan te brengen. De woningbouw
verenigingen, die op dit punt in een tweetal gebieden
al onderzoeken hebben verricht, zullen waarschijnlijk
wel bereid zijn inlichtingen over de resultaten te ge
ven.
De heer De Jong (weth.): N.a.v. de vraag van Mevr.
Veder over speciale voorzieningen voor gehandicapten
in woningwetwoningen kan ik mededelen, dat ons tot
nu toe drie gevallen bekend zijn. Twee daarvan kon
den worden geholpen door het Woningbedrijf en één
door een van de woningbouwcorporaties. Mochten er
meer gevallen komen, waarvoor voorzieningen zouden
moeten worden getroffen, dan trachten we daar een
oplossing voor te vinden. Het lijkt ons niet verstandig
toe om voor gehandicapten speciale woningen in te
richten in een blokje bij elkaar, want deze mensen
willen zelf liever in de gewone samenleving worden
opgenomen. Meestal zijn zij ook reeds gehol
pen met een benedenverdieping of een eengezinswo
ning. Zou dat betekenen, dat bepaalde drempeltjes
moeten worden weggewerkt, dan bestaat daartegen
van onze kant niet het minste bezwaar.
Bij de torenflats aan het Vrijheidsplein is een onder
zoek ingesteld naar de mogelijkheid van de ontvangst
van Duitse t.v.-programma's via een centraal anten
nesysteem. Dat onderzoek heeft in zoverre een redelijk
resultaat gehad, dat dit bij de hoogste flats wel moge
lijk is, maar dat het bij iets minder hoge flats minder
gemakkelijk gaat. De ontvangstmogelijkheid is niet on
der alle omstandigheden gegarandeerd, terwijl de af
stand van de zenders een bezwaar is en blijft. Door het
versterken worden de slechte ontvangsten eerder
slechter, de goede ontvangsten eerder beter. Het aantal
woningen, dat hiervan zou kunnen gebruik maken, is
zeer beperkt, omdat, naar onze indruk, alleen de hoge
flats hiervoor in aanmerking komen. Wanneer wij dit
systeem veelvuldig zouden gaan toepassen, zou er een
vorm van discriminatie ontstaan tussen de mensen, die
in hoge flats wonen en degenen, die in lage flats
wonen. Het is ook niet mogelijk dat is ook gepro
beerd toch te komen tot een zekere koppeling van
de hoge flats met de nabij gelegen lagere flats. De
P.T.T., die hierbij een grote stem in het kapittel heeft,
wil dat niet. Het Woningbedrijf is momenteel bezig een
kostenberekening te maken. Anderzijds stelt, meen ik,
de woningflathuurdersvereniging aan het Vrijheids
plein zelf al een onderzoek in naar de vraag of er
voldoende belangstelling voor een dergelijke installatie
bestaat. Er is immers een groot aantal medewerkers
nodig, anders zouden onevenredig zware delen van de
kosten komen te drukken op een kleine groep mensen.
Dan zitten we nog met de moeilijkheid, dat we de
mensen, die aanvankelijk zeiden geen behoefte aan een
dergelijke installatie te hebben, niet kunnen beletten
er toch gebruik van te maken, wanneer zij eenmaal is
aangelegd. We moeten het voor allemaal doen of voor
geen van allen. Het was mij niet bekend, dat woning
bouwcorporaties hiermee ook bezig zijn. Op zichzelf is
het wel een punt, dat wij met de woningbouwvereni
gingen mét andere punten van woningbouw- en wo-
ningverhuurbeleid nog eens gaan bespreken. Die ad
hesiebetuiging van diverse bewoners, waarop de heer
De Vries doelde, betreft dus speciaal de Vrijheidsplein-
bewoners. Wij wachten nog even af, hoe de enquête
daar uitvalt. Van de uitslag daarvan hangt het af of wij
zelf nog moeten enquêteren.
De heer C. de Vries: In aansluiting op vraag 310 zou
ik willen opmerken, dat ik in 1967 in de sectieverga
deringen voor het eerst heb gevraagd of het ook moge
lijk zou zijn, gezien de mogelijkheden met aardgasver
warming, in bepaalde wijken in de woningen van de
Gemeente over te gaan tot een systeem öf van blok-
verwarming voor het gehele project öf van individuele
centrale verwarming, aan te leggen door de Gemeente.
Beide systemen zullen uiteraard verhogend werken op
de huren van deze huizen, maar het woongerief neemt
daardoor ook toe. Daar ik niets meer over deze zaak
had vernomen, heb ik in 1968 daar opnieuw een vraag
over gesteld. Toen kreeg ik ten antwoord, dat het
College het rapport inmiddels had ontvangen en het nu
ging bestuderen. Thans, bij de begroting 1969, heb ik
gevraagd of het rapport nu ter beschikking is en ik
krijg van het College i.p.v. een rapport een antwoord
van 19 regels. Daarin staat o.m.: „Wij zijn bereid bij
wijze van proef d.m.v. een enquête onder de bewoners
van enkele complexen te doen nagaan of ze belangstel
ling hebben voor de aanleg van c.v.-installaties" etc. Ik
zou U willen verzoeken dit dan ook inderdaad eens na
te gaan. Het is misschien minder noodzakelijk het de
vorm van een enquête te geven. Als het rapport, dat U
daarover heeft ontvangen, ook t.a.v. de kosten de gege
vens heeft vermeld, zou U de bewoners van deze hui
zenblokken misschien rechtstreeks een aanbieding
kunnen doen en daarop de reacties kunnen afwachten.
Dat zou U in zekere zin ook een enquête kunnen
noemen.
De heer Venema: Wij hebben bij de hoogbouw aan
het Vrijheidsplein reeds enkele malen meegemaakt
voor mij persoonlijk is dat niet zo erg, ik word hier wel
gehard dat de centrale verwarming niet wil bran
den. Dat is natuurlijk beroerd voor degenen, die er niet
17
tegen kunnen. Op een desbetreffende vraag kreeg ik
van een Wethouder ten antwoord, dat verbetering van
die toestand 35.000,moet kosten. Nu vind ik dat
minder erg dan dat al die oude mensen daar kou
lijden. Ik wilde graag vernemen of het juist is, dat men
daar, indien tijd en seizoen dat toelaten, echt gaat
beginnen met het vernieuwen van de ketels. Die zijn
nl. al twee of drie keer gesprongen. Daarbij wil ik nog
vragen of het niet mogelijk is, gezien de kritieke situa
tie in het Midden-Oosten het risico, dat het daar
een keer misloopt en de olietoevoer stagneert, over te
gaan cp gas. Het is bekend, dat het verzoek van de
bewoners naar B. en W. toe is en ik hoop, dat er
goedgunstig op wordt beslist.
De heer Visser: In antwoord op vraag 314 heeft het
College een aantal cijfers geproduceerd, waaruit blijkt,
dat in 1259 gevallen sprake is van huurincasso, hetzij
door een incasseerder dan wel door betaling aan het
loket. Dit getal geeft mij aanleiding U in overweging te
geven over te gaan op het systeem van de accept-giro
kaarten, m.n. wat de maandhuren betreft. Graag zou ik
de mening van het College hierover vernemen.
De heer De Jong (weth.): M.b.t. het door de heer De
Vries bedoelde rapport merk ik op, dat er destijds wel
is toegezegd, dat er een onderzoek zou worden inge
steld, maar van een breedvoerig rapport is hier toch
geen sprake. We hebben wel een schrijven van de
directeur van het Woningbedrijf gekregen, waarin
deze, na een onderzoek te hebben ingesteld, zijn me
ning over deze zaak te kennen gaf. Zijn conclusie is,
dat overschakeling op collectieve c.v. een aantal moei
lijkheden zal opleveren. In de eerste plaats is de indi
viduele gasvoorziening al zover ingevoerd. Tal van
mensen in deze woningen hebben zelf al een of andere
gasverwarming laten aanleggen en bij collectieve aan
sluiting zouden de kosten daarvan, die nog slechts vrij
kort geleden zijn gemaakt, teniet worden gedaan. Ten
tweede zou de collectiviteit pas effectief worden, wan
neer een groot gedeelte van de bewoners hiertoe zou
overgaan laat ik zeggen minstens 80 pet. Dan zou
den we kunnen proberen met de overige 20 pet. een
regeling te treffen. Maar dat zou een enquête vragen.
Een derde moeilijkheid doet zich voor, wanneer de
mensen zouden gaan verhuizen. Wij zouden niet ver
plicht kunnen worden de aangebrachte leidingen of zo
over te nemen, want volgens contract moeten die lei
dingen worden verwijderd, tenzij de nieuw optredende
bewoner bereid is ze over te nemen. Dan rijst nog de
vraag, in hoeverre hier schadevergoeding van de kant
van de Gemeente zou kunnen worden gegeven. Daar
voor bestaat geen bron, waaruit we zouden kunnen
putten. Verder is er nog de kwestie van de financie
ring. Kan deze geschieden in het kader van de wo
ningverbetering, dan zou dat gemakkelijker gaan, maar
zou deze rechtstreeks van rijkswege moeten worden
geregeld, dan wordt het ook weer een dubieuze zaak.
Kortom, de moeilijkheden om hiertoe te geraken zijn
niet gering. Daarom leek het ons beter eens te begin
nen met een enquêtering in de blokken, die hiervoor in
aanmerking komen. De opdracht tot het houden van
die enquête is verstrekt. Het wachten is nu op de
uitslag daarvan.
Het is ons bekend, dat de verwarming in de flats aan
het Vrijheidsplein een moeilijke zaak is. We hebben
daarover een brief van de directeur van het Woning
bedrijf gekregen. Deze pleitte aanvankelijk voor olie
verwarming, omdat dat naar zijn mening misschien iets
goedkoper zou zijn. De directeur Energiebedrijven
pleitte echter voor aardgasverwarming. Wij staan op
het standpunt, dat dit in ieder geval goed moet worden
uitgezocht. Op zichzelf zou het ook voor de Gemeente
aantrekkelijker zijn op aardgasverwarming over te
gaan. Aardgas kunnen we nl. zelf leveren. Wij hebben
daarom meer belang bij aardgasverwarming dan bij
olieverwarming. Ik kan de heer Venema wel toezeggen,
dat deze zaak zo spoedig mogelijk zal worden uitge
zocht en dat hierover binnen enkele weken een advies
aan het College zal worden uitgebracht.
Op de vraag van de heer Visser zou ik willen ant
woorden, dat wij ernaar streven om die gevallen, die
nu nog via de kasincasseerder worden ontvangen, bin
nen afzienbare tijd grotendeels ook onder te brengen
in de groep bank-girobetalingen. In de gevallen, waar
in tot deze wijze van betalen is overgegaan, is wel
gebleken, dat dit heeft geleid tot een vermindering van
de discipline t.a.v. de betaling. De gelden komen daar
door wat onregelmatiger binnen en al naar gelang dit
systeem meer ingang vindt, zullen de huurachterstan
den waarschijnlijk iets groter worden. Deze wijze van
betalen vraagt ook meer controle, waardoor de bespa
ring wat tegenvalt. Anderzijds valt het incassowerk,
dat eigenlijk in deze tijd ook niet meer past, weg.
De heer C. de Vries: M.b.t. de c.v. heb ik op zichzelf
geen bezwaar tegen een enquête. Het antwoord van de
bewoners zal echter mede afhangen van de vraag,
welke huurverhoging c.v. met zich meebrengt. Daarom
zal aan de mensen duidelijk moeten worden gemaakt,
tot welke huurverhoging c.v. leidt. Mijn vraag is dus of
dat bekend is en of dat bij die enquête wordt vermeld.
De heer Visser: De Wethouder heeft hier het woord
„discipline" te berde gebracht en daar heb ik wel
begrip voor. Daarom heb ik eigenlijk willen pleiten
voor een acceptgirokaart. Die kan men zien als een
herinneringskaartje, dat het weer tijd is om de huur te
betalen.
De heer De Jong (weth.): Het gaat hier om blokver-
warming, die per blok moet worden aangelegd. Wij
weten dus niet direct, wat dat gaat kosten. We zouden
pas verder kunnen gaan, wanneer wij wisten, dat de
mensen in principe hiertoe genegen waren. Ik wil nog
wel eens even bekijken of we die enquête op dit punt
nog wat kunnen toespitsen, als dat tenminste nog niet
is geschied. Onze indruk is echter, dat hier weinig
animo voor is, juist omdat hier al zoveel op het gebied
van individuele verwarming is gebeurd. We zullen deze
zaak echter onderzoeken en we zullen daarbij ook
aandacht schenken aan de door de heer De Vries
gemaakte opmerkingen.
De opmerking over de accept-girokaart wil ik wel
doorgeven, maar dit vraagt wéér meer werk van de
kant van het Woningbedrijf. Het is dus de vraag, in
hoeverre dit voordeel oplevert. Wanneer wij hier als
bedrijf inderdaad mee gebaat zijn, zullen we de invoe
ring van accept-girokaarten ongetwijfeld overwegen.
De begroting van het Woningbedrijf wordt z.h.st.
overeenkomstig het voorstel van B. en W. vastgesteld.
De Voorzitter schorst hierna de vergadering tot 19.30
uur.