2
Sub C.
Deze rapporten worden voor kennisgeving aangenomen.
Sub D.
Deze brieven worden in handen van B. en W. gesteld
om preadvies.
Sub E.
Deze brieven worden voor kennisgeving aangenomen.
Sub F.
Dit beroepschrift wordt in handen van B. en W. gesteld
om preadvies.
Sub G.
Deze brief wordt voor kennisgeving aangenomen en
aan de Raad van de gemeente Rheden dient hiervan
mededeling te worden gedaan.
Sub H.
Mevr. Visser-Van den Bos: Misschien is dat ook wel de
bedoeling, maar ik zou gaarne zien, dat de Raad van
Krommenie onder mededeling van de door U genoemde
motieven werd medegedeeld, dat de Raad van Leeuwarden
dit besluit voor kennisgeving heeft aangenomen.
De Voorzitter: Daar zijn wij zeker toe bereid. Het besluit
wordt voor kennisgeving aangenomen en aan de Raad van
Krommenie dient hiervan, onder kennisgeving van de
motieven, die hiertoe hebben geleid, mededeling te worden
gedaan.
Sub I.
Mevr. Visser-Van den Bos: Kan ook in de mededeling
aan de Raad van Delfzijl de argumentatie worden opge
nomen?
De Voorzitter: Daartegen is m.i. geen bezwaar. Het besluit
wordt voor kennisgeving aangenomen en aan de Raad van
Delfzijl dient hiervan, onder kennisgeving van de motieven,
die hiertoe hebben geleid, mededeling te worden gedaan.
Sub
Dit adres wordt voor kennisgeving aangenomen. Adres
sant dient te worden ingelicht zoals door B. en W. voor
gesteld.
Sub K.
De heer De Leeuw: Naar aanleiding van dit adres zouden
we willen vragen of dit deel bestemmingsplan, met voor
rang in behandeling kan worden genomen. De heer Heidinga
heeft bij de behandeling van de nota over de bestemmings
plannen dit verzoek al gedaan en eerder eveneens in de
Commissie Openbare Werken. O.i. een mooie eerste taak
voor de structuurcommissie. Als wij het goed hebben is dit
terrein in het structuurplan aangegeven als parkeerterrein.
Als dat zo is, moeten wij dan aan die bestemming wel
zo stringent vasthouden? En zou, bij spoedige uitwerking
van dit plan, tevens de gedaclite verbinding in noordelijke
richting, in dit plan kunnen worden meegenomen? Wij zijn
overigens van mening, dat we er op bedacht moeten zijn
bij het projecteren van woongelegenheid voor onze oudere
stadgenoten, daar geen getto nieuwe stijl te scheppen. Wan
neer wij op die plaats mogelijkheden openen voor bejaarden
woningen, zullen daar ook jonge gezinnen een plaats moeten
kunnen vinden om zo te voorkomen, dat de bejaarden
afgezonderd komen te leven i.p.v. tussen de anderen.
De heer Schönfeld: Bij de begrotingsbehandeling heb ik
reeds naar voren gebracht, dat ik de suggestie van de be
zoekers van het dienstencentrum om op het vrijkomende
terrein van Werkmanslust bejaardenwoningen te bouwen
volledig kan onderschrijven, voorzover ik de situatie althans
kan overzien. Uit de lijst met een groot aantal handtekenin
gen blijkt wel, dat het hier niet gaat om de wens van een
enkeling, maar van velen. Zij behoren tot een groep, die
heden ten dage bijzondere aandacht behoeft. Het aantal
bejaarden tussen 65 en 80 jaar vormt momenteel 13 van
de totale bevolking van Leeuwarden. Het C.B.S. verwacht
dat het in 1980 18 zal zijn, terwijl de groep bejaarden
boven die leeftijd zelfs met 33 zal toenemen.
Voor al deze mensen zal een passend onderdak gevonden
moeten worden. Ik vind het prijzenswaardig, dat de be
zoekers van het dienstencentrum zelf met dit initiatief ge
komen zijn, en ik zou het bijzonder jammer vinden als deze
mensen zullen moeten wachten tot bij het ontwerpen van
een bestemmingsplan voor dit gebied zal worden nagegaan
of met de door hen geuite wens rekening kan worden ge
houden. Gezien de tijd welke het voorbereiden en realiseren
van de bestemmingsplannen thans vergt, ben ik van mening,
dat een antwoord, zoals hier wordt voorgesteld, eerder be
stemd kan zijn voor mensen van middelbare leeftijd dan
voor de groep, die dit verzoek heeft ingediend. Daarom
kan dit antwoord me niet bevredigen. Mijn gedachten gaan
dan ook in de richting van het op korte termijn ontwerpen
van een bestemmingsplan voor dit gebied, hetzij door de
stedebouwkundige dienst, hetzij door een particulier bureau,
in overleg met de Commissie voor Ruimtelijke Ordening.
Ik geloof wel, dat we op deze wijze zo snel mogelijk iets
kunnen bereiken, waarbij ik er nog op wijs, dat dit zelfs
een factor zou kunnen zijn welke een bijdrage kan leveren
aan de zo noodzakelijke doorstroming. Aangezien dit geen
bijzonder groot bestemmingsplan betreft ben ik van mening,
dat er wel voorrang aan zou kunnen worden verleend. Op
deze manier bereiken we tenminste iets waarvan de meeste
bezoekers van het dienstencentrum dan nog zullen kunnen
profiteren. Anders zou realistisch bekeken het antwoord
beter afwijzend kunnen zijn.
Ik zou dan ook graag zien, dat het voorstel wordt terug
genomen en het één en ander opnieuw wordt bekeken,
waarbij, na een principe-besluit van het College aangaande
de ontwerper van een plan, de Commissie voor de Ruimte
lijke Ordening kan worden ingeschakeld. Indien het College
hierover een andere gedachte heeft, zal ik gaarne vernemen
wanneer er voor dit gebied dan een bestemmingsplan zal
worden ontworpen, en of er, behalve aan deze plaats, ook
nog aan andere mogelijkheden in de naaste omgeving is
gedacht.
De heer Tiekstra (weth.): Op verzoek van de Raad zijn
we bezig een volledig programma te maken t.a.v. het gereed
maken van de bestemmingsplannen. Daaronder valt uiteraard
ook dit bestemmingsplan. Ik verwacht dat de nota daar
omtrent de volgende maand de Raad bereikt, en het lijkt
me dus prematuur daar op dit ogenblik één bestemmings
plan uit te lichten zoals de heer Schönfeld dat nu vraagt.
Wat de opmerkingen van de heren De Leeuw en Schön
feld betreft dacht ik, dat dc heren zelf wel in staat zijn,
hun gedachten in het beraad van de Commissie voor Ruim
telijke Ordening duidelijk naar voren te brengen. Als ik me
niet vergis is op dit moment op het stadhuis al een ontwerp
plan voor dit gebied aanwezig. En ik verwacht dus, dat
ook dat besproken kan worden in de door de heer Schönfeld
bedoelde Commissie. Overigens acht ik de opmerkingen wat
prematuur.
De Voorzitter: Ik stel voor dat we deze discussie uitstel
len tot de vergadering waarin de nota over de bestemmings
plannen aan de orde komt.
Het adres wordt voor kennisgeving aangenomen.
Adressanten ontvangen een mededeling, als aan B. en W.
is voorgesteld.
Sub L.
Het verzoek wordt in handen van B. en W. gesteld om
preadvies.
Punt 3 (bijlage no. 64).
De heer Van Balen Walter: In het voorstel staat, dat de
geschatte waarde ad 33.000,— van het perceel Lekkumer-
weg 54 is verhoogd met 4.800,— wegens vergoeding van
verhuiskosten en wederbeleggingskosten.
Is het normaal dat wij beleggingskosten aan een verkoper
van een door ons te kopen pand geven; is dit zonder meer
een gecamoufleerde verhoging van de geschatte waarde? Ik
zou hierover graag worden ingelicht.
De heer Tiekstra (weth.): De hier in het geding zijnde
onroerende goederen vallen onder de werking van een des
tijds door de Raad genomen onteigeningsbesluit. Dat ont-
eigeningsbesluit is inmiddels door de Kroon goedgekeurd
en dat betekent, dat de verwerving van het onroerend goed
plaats vindt als ware het op basis van onteigening. Bij ont
eigening spelen zowel de kosten van verhuizing als kosten
van wederbelegging van onroerend goed op basis van ont
eigening, de marktwaarde van het goed zelf speelt en de
schadevergoeding wordt betaald aan de mensen die hun
eigendom moeten afstaan. Die schadevergoedingselementen
worden afzonderlijk genoemd en ook bij onteigeningsproce
dure afzonderlijk gewaardeerd. Zo komen ze thans ook als
vergoeding naar voren.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van
B. en W.
Punt 4 (bijlage no. 63).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van
B. en W.
Punt 5 (bijlage no. 58).
De heer Van Balen Walter: Ik zou graag willen weten
of het id nodig is bij de verwerving van gronden in dit
„Groene Ster-plan", dat toch nog wel de nodige jaren zal
moeten wachten op verwerkelijking, nu al een vergoeding
te geven voor het pachtvrij maken. Er is alle kans, dat
tegen de tijd dat wij deze grond werkelijk nodig zijn, de
pachter de pacht al lang heeft opgezegd. Het lijkt mij dus
rijkelijk vroeg, nu al vast een bedrag uit te geven voor het
pachtvrij maken. Ik zou daarover graag nader willen wor
den ingelicht.
De heer Tiekstra (weth.): Pachtvrij maken van percelen
in het Groene Ster-gebied hangt samen met de vraag of
deze terreinen binnen een reeks jaren nodig zullen zijn voor
het ontwikkelen van deelplannen. Voor de zuidelijke oever
rv, rswitp Wielen" is OD het ogenblik al een deelplan
ERRATUM
vestigd, aangekocht. De panden Snekerkade 7 en 9 zijn
provisioneel geveild op 4 februari 1969. Op de provisionele
veiling werd een bedrag van 46.469,— bereikt. De panden
zijn finaal geveild op 18 februari j.l. en zijn door de
Gemeente aangekocht, voor een 1,— hoger bedrag. Destijds
zijn de panden door de Commissie Feddema getaxeerd op
42.000,—. Het is duidelijk dat deze publieke verkoop van
invloed is op de prijs. Op dit moment zijn de panden vrij
te aanvaarden en dat heeft natuurlijk ook zijn waarde t.a.v.
verwerving op dit ogenblik.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van
B. en W.
Punt 7 (bijlage no. 68).
De heer Weide: Vele erfpachters hebben van de gelegen
heid gebruik gemaakt erfpachtsgronden aan te kopen. Wij
zijn hier bijzonder gelukkig mee. Het is nu echter het laatste
jaar, dat de erfpachters hiertoe in de gelegenheid worden
gesteld. Ik geloof dat het nuttig zou zijn al degene, die nog
niet van deze gelegenheid gebruik hebben gemaakt, er per
circulaire alsnog attent op te maken dat dit jaar het laatste
jaar is, waarin zij deze gronden kunnen kopen. Ik geloof
dat wij de burgers hiermede een goede dienst zullen be
wijzen ook met het oog op de vele eigendomsoverdrachten,
die de laatste jaren hebben plaats gevonden.
De heer Tiekstra (weth.): Ik ben altijd bijzonder erken
telijk voor de gelegenheid uie U mij biedt misverstanden
weg te nemen in deze Raad en deze gelegenheid laat ik
me nu ook niet ontgaan. De erfpachters van de terreinen,
die destijds als te verkopen zijn aangemerkt, blijven nl. het
p behouden. Het zou wel kunnen zijn, dat men
:nde, dat moet doen tegen de dan vast te stel-
irde van die terreinen. Alleen de prijs kan dus
In het verslag van de vergadering van 4 juni 1968
leze men op bladzijde 5, 2e kolom, de 20e regel
van onder als volgt„meter wetter, as der net mealle
wurdt."
jn.
rdt besloten overeenkomstig het voorstel van
ERRATUM
In het verslag van de vergadering van 23 december
1968 leze men op bladzijde 15, le kolom, de 29e
en 30e regel van boven als volgt„principeschets
en voor een deel daarvan zelfs met een bouwplan."
uii5ia.il uwaun rui tuwr
saek, hwant oars koe de Gemeente it net keapje. Hjir is
dochs it paehtfrij-meitsjen net oan 'e oarder. Ik bigryp
dizze hiele diskusje net.
De heer Tiekstra (weth.): De heer Miedema heeft inder
daad gelijk maar ik heb dit rustig laten passeren, omdat in
het volgende agendapunt de pachtontbinding wel aan de
orde komt.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van
B. en W.
Punt 6 (bijlage no. 62).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van
B. en W.
Punt 6a (bijlage no. 91).
De Voorzitter: Dit is een nagekomen punt dat zojuist aan
U is uitgereikt.
De heer Tiekstra (weth.): Het betreffende pand is ge
legen aan de Snekerkade, tussen de Willemskade en de
Lange-Marktstraat, direct om de hoek bij café Siderius.
Nu ligt dit pand in een gebied, waarvoor het binnenstads
plan een andere bestemming aangeeft. Daar is nl. de west
tangent van het wegenvierkant geprojecteerd. De Gemeente
heeft enige jaren geleden de twee hoek-panden, waarin des
tijds een sigarenwinkel en een modevakschool waren ge
.ge no. 75).
Te Leeuw: Wc hebben een beetje moeite met
Niet omdat we ook maar iets op Praktische
hebben, integendeel! We hebben het grootste
wat zij doet en we zijn dan ook blij, dat de
bestaat, deze prachtige instelling aan een
moderne huisvesting te helpen. Het probleem
nu weer een beslissing nemen, zonder dat we
het geheel straks in dit stadsdeel zal passen en
graag voorkomen, dat we naderhand moeten
ik dat nu vooraf bad kunnen overzien, zou mijn
lit anders zijn uitgevallen. Art. 14, lid 2, onder b
:palingen t.a.v. het bestemmingsplan Bijenhof,
1. en W. de bevoegdheid, nadere eisen te stellen
e hoogte. Nu hebben wij gehoord, dat hier aan
r bouwlagen is gedacht. Dat lijkt ons toch wel
wat bezwaarlijk als wij denken aan de omgeving en aan
de flats aan de overkant. We kunnen ons voorstellen, dat
het College met het zelfde probleem heeft gezeten. Wij
vinden het eigenlijk wel jammer, dat we bij de stukken
geen tekeningen of een maquette hebben gezien, die ons
zouden hebben kunnen informeren. Wat vindt o.a. onze
stedebouwkundige er van? Wat is de mening van de
schoonheidscommissie en is er gezocht naar mogelijke alter
natieven? Uw antwoord op deze vragen is toch wel van
belang om straks een zinvol besluit te kunnen nemen, zeker
waar het hier gaat om een voortreffelijke organisatie, die
wij zo graag een voor haar en voor de stad zo goed moge
lijke plaats zouden willen geven.
De heer Tiekstra (weth.): Er wordt hier gebouwd op
voet van een rechtskracht bezittend bestemmingsplan, dat
is niet uniek in Leeuwarden, maar ik vind het toch wel van
belang, dat even te onderstrepen. Inderdaad geven de be
bouwingsvoorschriften het College een zekere bevoegdheid
tot het stellen van nadere eisen i.v.m. de bestemming van
dit terrein, zijnde een bestemming voor bijzondere bebou
wing. Dit zo zijnde geloof ik, dat men er ook vanuit heeft
te gaan, dat het College bij de hantering van deze bevoegd
heid een zekere mate van redelijkheid heeft betracht tegen
over degene, die op die bevoegdheden een beroep doet. Het
plan, dat hier gerealiseerd moet worden geeft dat moet
ik de heer De Leeuw onmiddellijk toegeven op dit terrein
inderdaad nogal wat moeilijkheden. Dit stedebouwkundig