7
al vast een dusdanige opzet krijgt, dat het mogelijk is
voor deze evenementen een groter publiek te bereiken
dan tot nu toe het geval is geweest. We kunnen wel
stellen, dat tot op heden i.v.m. de toegangsprijzen een
bepaald publiek werd bereikt. Willen we Leeuwarden
op dit gebied een aanzien geven, dan zal er niet alleen
wat moeten worden gedaan aan de accommodatie, maar
ook aan de toegangsprijzen. Ik geloof n.l., dat het niet
alleen de t.v. of de minder goede accommodatie
is, die het publiek weghoudt. Velen voelen de toegangs
prijs als een bezwaar. Wanneer er in een gezin van
enige omvang belangstelling voor deze voorstellingen
bestaat en de hoge toegangsprijs er de oorzaak van is,
dat slechts öf de ouders öf de kinderen deze voorstel
lingen kunnen bijwonen, dan mist men in zo'n gezin
de mogelijkheid tot een goede conversatie over deze
evenementen. Daardoor gaat een stuk van de opvoe
ding binnen het gezin teloor. Het aantal voorstellingen
zal worden teruggebracht tot plm. 20, waarbij men re
kent op een gemiddeld bezoekersaantal van 400 en uit
gaat van een gemiddelde entreeprijs van f 5,50. Er
komt dan een halve zaal met mensen, voor wie die
entreeprijs m.i. beslist geen beletsel is. Om zelfs dit te
bereiken zou er een intensieve propaganda moeten wor
den gevoerd, hetgeen betekent, dat de verwachtingen
niet erg hoog gespannen zijn. De vraag rijst dan ook
of het niet mogelijk is van de aangekondigde series
voorstellingen er één te nemen en op de toegangsprijs
daarvan een zodanige reductie te geven, dat deze prijs
niet hoger wordt dan f 2,50. Ten eerste zouden we daar
mee een groter publiek kunnen bereiken. In de tweede
plaats zouden we aldus aan de weet kunnen komen, of
dit publiek werkelijk in Leeuwarden en omgeving aan
wezig is. Het reductiebedrag op de toegangsprijs voor
deze serie zouden we in de vorm van een eenmalig
subsidie kunnen dekken. Als dit experiment slaagt, zou
in de toekomst een beroep kunnen worden gedaan op
bedrijven, instellingen en verenigingen hun personeel
met een zekere reductie toegang tot deze evenementen
mogelijk te maken.
T.a.v. het voeren van een intensieve propaganda voor
deze evenementen zou ik willen voorstellen dit te doen
in het blad dat uitgaat van de Leeuwarden Gemeen
schap. Het lijkt mij zeer dienstig in dat blad tevens de
tarieven te vermelden voor de zwembaden, sportac
commodaties etc., hetgeen niet alleen de gezinnen, maar
ook de bedrijven, instellingen en verenigingen op prijs
zullen stellen.
De heer Kingma: Wat de intensivering van de pro
paganda aangaat, sluiten wij ons gaarne aan bij het
geen de heer Stigter daarover reeds gezegd heeft.
Nu de Gemeente inspraak in dit soort zaken krijgt,
zou het misschien ook mogelijk zijn b.v. de jeugdcon-
certen niet meer in de Harmonie te doen plaatsvinden,
maar in de aula, de kantine of een soortgelijk lokaal
van de scholen. Alle leraren in Leeuwarden doen hun
best de belangstelling van de jeugd voor deze con
certen te wekken, maar het heeft héél weinig uitwer
king. Meestal gaan slechts één of twee leerlingen per
klas erheen. Daarom zou ik graag; zien, dat deze jeugd-
concerten en -toneelvoorstellingen naar de jeugd wer
den gebracht, indien dit maar enigszins mogelijk is.
Dan worden de jongelui er met de neus op gedrukt en
zullen ze zich misschien meer aangetrokken gaan voe
len tot dit soort cultuur.
De heer Schönfeld: In grote lijnen kan ik wel met
dit voorstel akkoord gaan. De intensivering van de
wijze van propaganda maken, zoals de heer Wiersma
zoéven heeft aangehaald, lijkt me wel aantrekkelijk. Het
maken van propaganda in het blad van de Leeuwarder
Gemeenschap kost de Gemeente niets, werkt in ieder
geval niet kostenverhogend. Ik kan me dan ook wel
bij deze suggestie van de heer Wiersma aansluiten.
De heer Ten Brug (weth.): Er zijn m.b.t. dit voor
stel een aantal opmerkingen gemaakt, die m.n. nogal
de toekomst betroffen. Het is natuurlijk goed in het
heden ook de toekomst in beschouwing te nemen, maar
in dit geval zou dat toch wel wat rijkelijk vroeg zijn.
Ik zou de Raad dan ook willen verzoeken dit echt te
zien als een overgangssituatie. Na half januari hebben
wij over allerlei zaken een bespreking gehad met het
bestuur van de Harmonie. Daarbij deelde dat bestuur
mede, dat het om financiële redenen niet meer moge
lijk was de tot nu toe door deze vereniging georgani
seerde toneelvoorstellingen in het komende seizoen
voort te zetten. Wij moesten dus op een zeer korte ter
mijn naar een oplossing zoeken. Wij hebben toen con
tact opgenomen met Kunst aan Allen, ten einde die
vereniging samen te brengen met de Harmonie en heb
ben gemeend er goed aan te doen het Frysk Orkest
ook in het overleg te betrekken i.v.m. de planning.
Reeds in februari moesten voor het komende seizoen
afspraken met de gezelschappen worden gemaakt, het
geen ook is gebeurd. Een gelukkige omstandigheid
daarbij was, dat de donkere bui m.b.t. de toneelsprei
ding, die al een aantal jaren dreigt, vóór het seizoen
19691970 nog niet zal losbarsten. Er kon dus nog
worden voortgeborduurd op hetzelfde stramien.
Gezien de subsidiebedragen voor de schouwburgvoor
stellingen, die wij gewend zijn te voteren (het laatste
subsidie aan Kunst aan Allen was een maximum be
drag van f17.000,is het naar de f90.000,van dit
voorstel natuurlijk wel een grote sprong, maar eigen
lijk is het nog een bescheiden bijdrage vergeleken bij
wat andere gemeenten op dit terrein genoodzaakt zijn
te doen. Persoonlijk vind ik de opzet voor het komende
seizoen vrij bescheiden, maar wel verstandig. De com
missie zal immers de nodige ervaring moeten opdoen,
waarbij zij, dank zij de gelukkige samenwerking van
de vereniging Kunst aan Allen en de vereniging de
Harmonie, van de ervaringen van deze verenigingen
kan profiteren. Ik geloof inderdaad, dat we hiermee de
eerste stappen hebben gedaan, die kunnen leiden tot
een „cultureel pak". Maar veel verder zijn we nog niet.
Ook reeds tijdens de begrotingsbehandeling heeft de
heer Stigter gezegd het wenselijk te achten, dat er
een sociologisch onderzoek werd ingesteld naar de wen
sen en de belangstelling van het publiek in Leeuwarden.
Ik meen hem toen te hebben toegezegd, dat wij dit
zouden overwegen. Ook in andere gemeenten is men
op deze wijze te werk gegaan. Een dergelijk onderzoek
is volgens de heer Stigter des te noodzakelijker, omdat
z.i. het door ons geraamde bezoekersaantal van 400
per voorstelling te laag is. Dat ben ik zonder meer
met hem eens. Voorzichtigheidshalve was deze ra
ming laag gehouden. Ook al zou dit cijfer iets hoger
komen te liggen, dan nog zouden we, dacht ik, mogen
constateren, dat het schouwburgbezoek in Leeuwarden
relatief aan de lage kant is, geheel in tegenstelling tot
het concertbezoek, dat hier relatief aan de hoge kant
ligt. We hadden echter hier ter stede te maken met
een ongunstige situatie, doordat een en ander vrij on
overzichtelijk was georganiseerd en ook niet centraal
kon worden aangepakt. De gemiddelde Leeuwarder is
van mening, dat er hier eigenlijk nooit wat te doen is,
maar dat er in omliggende plaatsen wel van alles ge
beurt. Dat eerste blijkt beslist niet waar te zijn, als
we even kijken naar de ter inzage gelegde fotocopie
van een advertentie, van wat er in de Harmonie in een
jaar allemaal te doen is. Het nare is echter, dat we
hier niet voldoende „brengen", noch in Leeuwarden, noch
in de omringende plaatsen. Daar zullen we bij het ma
ken van propaganda voldoende rekening mee moeten
houden. T.a.v. de vraag, hoe deze propaganda nu pre
cies zal worden opgezet, moet ik vrij vaag zijn, omdat
het hierbij om een inderhaast opgezette regeling voor
één, seizoen gaat. In elk geval is het de bedoeling een
aantrekkelijke folder uit te brengen, waarin alle eve
nementen in Leeuwarden op het gebied van het toneel,
de muziek en de beeldende kunsten aan het publiek
zullen worden bekend gemaakt. Ik dacht, dat dat op
gezette tijden moest gebeuren. Verder is het, dacht ik,
de bedoeling een zodanige regeling te treffen, dat de
plaatskaarten ook in de omgeving van Leeuwarden ver
krijgbaar zijn.
In antwoord op de vraag van de heer Stigter kan
ik zeggen, dat de Gemeente niet alleen de Zwarte Pie
ten trekt. Niet op deze voorstellingen op zichzelf werd
verlies geleden, maar de exploitatie van de Harmonie
in haar geheel leverde verlies op. Het overleg hierover
tussen het bestuur van de Harmonie en de Gemeente
is vrij open geweest en ik zou daarvoor dat bestuur
namens de Gemeente dank willen zeggen.
Inderdaad kan deze regeling leiden tot de instelling
van een Culturele Raad. Dat was toch al de bedoeling,
maar we komen daarmee, wanneer de nota over de
commissies wordt aangeboden.
De prijzende woorden van mevr. Veder aan het adres
van het bestuur van de Harmonie onderschrijf ik vol
komen. Wij zijn ook zeer ingenomen met de wijze,
waarop de vereniging Kunst aan Allen en de vereni
ging Het Frysk Orkest samen met ons deze zaak heb
ben willen aanpakken. Vanwege de haast zijn de con
tracten nog afgesloten door de Harmonie en Kunst
aan Allen, maar inderdaad is het de vraag, of het geen
aanbeveling verdient deze haastig ingestelde commissie
rechtspersoonlijkheid te geven. Of deze commissie nu
echter al dan niet rechtspersoonlijkheid heeft, de Ge
meente draait voor de tekorten op. Halen we het niet
met deze f 90.000,dan zullen we de Raad moeten
vragen om een grotere uitgave op dit gebied.
Het is inderdaad mogelijk, dat de Harmonie evenals
vroeger nog een aantal vrije voorstellingen zal geven.
De Harmonie heeft zich echter verplicht in dat geval
overleg te plegen met de commissie, opdat het pro
gramma van de commissie niet in de war wordt ge
stuurd en de financiële uitkomsten van deze abonne
mentsvoorstellingen daardoor niet ongunstig worden be-
invloed. Het is zeker niet de bedoeling van de Harmonie
alleen de Zwarte Pieten weg te geven en de financieel
fleurige voorstellingen zelf te houden. In de begroting
is een bedrag van f 11.000,opgenomen voor bijzon
dere evenementen. Het is dus niet zo, dat deze com
missie geen andere voorstellingen kan geven. Dat zul
len dan echter geen abonnementsvoorstellingen zijn.
De heer Wiersma is van mening, dat het geringe
schouwburgbezoek niet wordt veroorzaakt door een
verkeerd gevoerde propaganda of door de zaalaccom
modatie, maar door een te hoge toegangsprijs. Ik weet
niet, of het wel helemaal opgaat te stellen, dat het
schouwburgbezoek aanmerkelijk zal toenemen, wan
neer de toegangsprijs bij wijze van proef wordt
verlaagd. Ik persoonlijk althans kan een toegangsprijs
van f2,50 (nog lager dan wat je voor twee pakjes
sigaretten betaalt!) niet met een schouwburgvoorstel
ling rijmen. Daarmee zouden we voor het publiek een
dergelijke voorstelling ook te laag waarderen. Boven
dien kan een dergelijke regeling nogal belangrijke con
sequenties voor de gemeentelijke uitgaven op dit ge
bied hebben. (De heer Rijpma: 1000 x f 2,50 is altijd
nog meer dan 400 x die f 5,50.) Dat is een berekening,
waarmee ik mij volledig kan verenigen. Maar het is
nu juist de vraag, of we wel 1000 bezoekers zouden
trekken met een zodanige lage toegangsprijs. Men kan
de prijs ook te laag maken; dan gaat de hele waar
dering verloren. Met de door ons voorgestelde prijzen
zijn wij en dat hebben wij vergeleken met andere
plaatsen gemiddeld nog aan de goedkope kant.
Eigenlijk hebben wij reeds een zij het zeer beschei
den stap gedaan in de richting van de heer Wier
sma. In feite lagen de prijzen tot nu toe ongeveer
tussen de door ons voorgestelde prijzen voor 1ste en
2de rang. 1ste en 2de rang kende men trouwens bij
de schouwburgvoorstellingen niet, maar wij hebben
wel gemeend dit erin te moeten brengen. (De heer
Rijpma: De heer Wiersma heeft het gevraagd voor
één serie, niet voor alle vier.) Nee dat maakt prin
cipieel natuurlijk geen enkel verschil. (De heer Rijpma:
Maar als proef wel! De gegevens kan men dan uit
werken.) Als proef wel, maar in feite niet. Het gaat
m.i. niet aan, een programma, zoals dat hier wordt
gebracht, aan te bieden voor een dergelijk lage prijs.
Ik geloof beslist, dat de moeilijkheid hierin ligt, dat
we het publiek schouwburg-minded moeten maken. (De
heer Rijpma Met Studio gaat het wel tegen lage
prijs.) Ja, maar dat zijn jeugdvoorstellingen. Dat is ook
een argument, dat helemaal niet opgaat, want bij de
niet-jeugdvoorstellingen trekt Studio bitter weinig pu
bliek. Dat spijt mij persoonlijk wel bijzonder, omdat
ik de avant-gardistische instellingen van Studio zeer
waardeer. Maar de jeugd gaat daar niet in grote ge
tale heen vanwege de lage prijs. Maar de jeugd kan
op het Cultureel Jongeren Paspoort de door ons ge
plande voorstellingen voor halve prijs bezoeken, dus
ook voor f2,50 (2,75 voor losse kaarten).
Een kwestie, die nog niet is geregeld, is, dat er con
tact met bedrijven zou moeten worden gezocht. Uiter
aard hebben de bedrijven zelf een taak t.o.v. het per
soneel, maar men zou ook kunnen trachten in het ge
heel van de bedrijven te komen tot een soort spaar
systeem voor deze abonnementsvoorstellingen. In een
aantal plaatsen buiten Leeuwarden loopt dit reeds vrij
gunstig.
Inderdaad wordt erover gedacht voor de propaganda
voor deze culturele evenementen ook het blad van de
Leeuwarder Gemeenschap in te schakelen, maar dat
zal niet voldoende zijn. Om de nodige belangstelling te
kweken zal er m.i. een algemene folder huis-aan-huis
moeten worden bezorgd.
T.a.v. de propaganda schaart de heer Kingma zich
achter de heer Stigter. Ik kan mij daarbij aansluiten.
Verder suggereert de heer Kingma, nu de Gemeente
toch inspraak heeft in de Harmonie, de jeugdconcerten
van de Harmonie naar de jeugd en de scholen te bren
gen. Maar op dit punt heerst een kleine begripsver
warring. De jeugdconcerten worden wel gehouden in
de Harmonie, maar gaan uit van een aparte stichting.
Wel weet ik, dat deze stichting de mogelijkheden on
derzoekt bij de jeugd grotere belangstelling voor deze
concerten te wekken. In een andere zaal b.v. zou men
door een moderne opstelling (theater en ronde) een
wat modernere sfeer kunnen scheppen. Hetzelfde geldt
voor de toneelvoorstellingen, hoewel ik moet zeggen,
dat de in de Harmonie gegeven toneelvoorstellingen,
m.n. die van Studio, tot nu toe grote belangstelling
trokken. Daaruit blijkt, dat de Harmonie op zichzelf
voor de jeugd geen probleem is. Overigens zal het ook
de heer Kingma wel bekend zijn, dat er toch al in over
leg met schoolclubs een aantal voorstellingen van o.m.
De Noorder Compagne buiten de Harmonie is gegeven.
Er wordt ook overwogen dit zo mogelijk voort te zet
ten.
De Voorzitter: Ik zou de heer Wiersma nog willen
mededelen, dat het voeren van propaganda via het
blad van de Leeuwarder Gemeenschap op het ogenblik
weinig resultaat zal kunnen hebben, doordat het aan
tal abonnementen op dit overigens bijzonder fraaie
blad zeer drastisch is teruggelopen. Wij zijn reeds in
onderhandeling met de uitgever om na te gaan, op
welke wijze het aanzienlijk hoger aantal abonnemen
ten van enkele jaren geleden weer zou kunnen wor
den bereikt. In dit verband hopen wij dan in te kun
nen passen het doen van allerlei mededelingen op het
terrein van cultuur, sport e.d.
De Voorzitter schorst de vergadering voor de koffie
pauze.
De Voorziter heropent de vergadering.
De heer Stigter: M.b.t. de hoge toegangsprijzen ben
ik het geheel met de Wethouder eens. Wel hebben wij
gesproken over jeugdpaspoorten, maar zou het ook
niet overweging verdienen b.v. bejaardenpaspoorten in
te voeren? Dan zouden mensen, die van een klein pen
sioen, aangevuld met A.O.W., moeten leven, ook van
bepaalde dingen kunnen profiteren.
De propaganda zullen wij vooral ook moeten gaan
richten op de buitengemeenten, omdat wij, dacht ik,
met de Harmonie een gebied gaan bestrijken tot een
straal van plm. 15 km om Leeuwarden heen. Of voor
het voeren van een betere propaganda het blad van
de Leeuwarder Gemeenschap het geëigende blad is, is
de vraag. Ik zie hier wel een gecombineerde mogelijk
heid. Men zou n.l. aan het begin van het seizoen een
boekje kunnen uitgeven, waarin precies worden vermeld
de data, de te brengen stukken en een toelichting op
de inhoud van de series en de stukken. Bij de extra
uitvoeringen zou men daar nog eens nader op kunnen
terugkomen in het blad van de Leeuwarder Gemeen
schap. M.b.t. die propaganda zouden we, geloof ik,
ons oor eens te luisteren moeten leggen bij die ge
meenten, waar een en ander op dit moment wel goed
loopt. Enkele weken geleden las ik, dat in Maastricht
reeds half februari de 100.000ste bezoeker de schouw
burg had bezocht. De hele zaak blijkt daar echter te
staan of te vallen met één man, n.l. de heer Bary, een
geboren Leeuwarder. Die heeft datzelfde ook al ge
presteerd in Tilburg, waar het ook een enorm goed
lopend geheel was. Ik zou willen vragen, of het niet
mogelijk is, dat wij eens wat gegevens te pakken krij
gen over de gehele opzet, ook over de opzet van de
propaganda aan de buitengemeenten, en ik denk hier
bij dan eigenlijk in de eerste plaats aan gemeenten