2-/8 A mmaXOtm UgSSSKK XJ9 ,o! r- gaat brengen. We zouden veel liever zien, dat we een en ander in een goed gereglementeerde bezoldigings- schaal konden onderbrengen. De heer Wiersma: Ik wil mij graag bij de woorden van de heer De Vries aansluiten. Een toelagebeleid moesten we, dacht ik, beslist niet hebben. Ik wil ech ter nog wijzen op het volgende. Nu zijn we bezig, ook in de commissie voor de inrichting van het ziekenhuis en het verpleeghuis, iets op te zetten, dat allure heeft en dat voor Leeuwarden in het kader van de gehele gezondheidszorg bijzonder belangrijk is. Ik hoop van harte, dat U, wanneer U er niet in slaagt directeuren voor deze instellingen aan te trekken, beslist met deze zaak weer bij de Raad terugkomt. De heer De Jong (weth.): Alleen wanneer wij door de nood worden gedreven, zouden we een toelage kun nen geven, waartoe wij de bevoegdheid hebben. Dit zal beter zijn dan een besluit tot hogere bezoldiging te nemen met alle gevolgen van dien. Wij zijn het met de heer De Vries eens, dat het geen beleid moet worden. Wij hopen mèt de heer De Vries, dat wij een zieken huis van allure krijgen en dat wij de daarbij passende functionarissen kunnen aantrekken. Zo niet, dan kun nen wij t.z.t. contact opnemen met onze commissie voor het ziekenhuis en het verpleegtehuis. Mocht het een noch het ander slagen, dan zullen wij wel bij de Raad terugkomen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punten 21 en 22 (bijlagen nos. 94 en 122). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van B. en W. Punt 23 (bijlage no. 124). De heer Schönfeld: Ik wil niet nalaten mijn waar dering uit te spreken voor het feit, dat het College deze kans heeft aangegrepen om de walmuren in onze binnenstad te herstellen. Indien er zich weer eens mo gelijkheden voordoen, zal ik het bijzonder op prijs stel len, indien de binnenstad als het centrum van Leeu warden hiervan kan meeprofiteren, aangezien hier nog wel het een en ander zal moeten gebeuren, teneinde dit centrum levendig te houden. Ik zou nog graag ver nemen, wanneer met de herstelwerkzaamheden op de Nieuwestad en de Tuinen zal worden begonnen. De heer Hogendijk: De heer Van Egeraat heeft des tijds een serie boekjes geschreven over verschillende Nederlandse steden. Sprekende over Leeuwarden was hij zeer enthousiast en hij heeft haar een van de schoon ste steden van Nederland genoemd. Door de schoon heid van de bruggen, grachten en pijpen vindt hij zelfs, dat na Amsterdam Leeuwarden het eerst genoemd moet worden. Helaas wordt de stad door de Friezen, de Leeu warders incluis, ondergewaardeerd. Gelukkig schreef de heer Van Egeraat zijn beschouwing een aantal jaren geleden en heeft hij daarin niet kunnen betrekken, hoe de walmuren op de Tuinen en de Nieuwestad er nu uit zien en hoe slordig ze worden gestut om ze te behoe den voor nog verdere instorting. Eigenlijk is het erger lijk, dat deze toestand zoveel jaren heeft moeten voort bestaan. Het is wel begrijpelijk, omdat de beschikbaar komende gelden steeds moesten worden gebruikt voor de bouw van nieuwe scholen voor projecten om de eco nomische toestand van onze stad te verbeteren enz. Gelukkig heeft U nu een mogelijkheid gevonden om geldmiddelen vrij te maken voor deze herstelwerkzaam heden. Onze fractie gaat gaarne akkoord met dit voorstel. De heer Kingma: Wij zijn uiteraard ook blij, dat met het herstel van de walmuren kan worden begon nen. Uit de raadsbrief maak ik op, dat dat inderdaad op korte termijn kan gebeuren, omdat de middelen daartoe zijn aangegeven. Zou de Wethouder kunnen mededelen, wanneer ten naaste bij een aanvang met dit werk kan worden gemaakt? De heer De Jong (weth.)Ik kan wel zeggen, dat zo gauw mogelijk met dit werk zal worden begonnen. Het wachten is op de toestemming van G.S., maar dat zal o.i. niet zoveel bezwaren hoeven op te leveren. Dit is immers een investering in één keer, die direct wordt afgeschreven en waaruit geen kapitaalslasten voort vloeien. Wel is het de bedoeling dit werk af te stem men op de restauratie van de Waag. Ik heb het idee, dat ook dat werk binnenkort een aanvang zal kunnen nemen. In ieder geval hopen we in de loop van dit jaar dit vraagstuk tot een oplossing te brengen. De heer Tiekstra (weth.)In het beeld blijvend van de heer Hogendijk, zou ik willen opmerken, dat het door hem aangehaalde spel uiteraard een teamsport is en dat het daarbij altijd van groot belang is, dat men een snelle en fantasierijke voorhoede heeft. Zowel de linker als de rechtervleugel moeten bereid zijn zeer snel in te grijpen om uit een bepaalde situatie het grootst mogelijke profijt te trekken. Dat is dan in dit geval bereikt met een zeer redelijke scoringskans voor dit doel. Technisch zullen de aan de Waag uit te voeren her stelwerkzaamheden geen beletsel opleveren voor het herstel van de walmuren ter plaatse. Een heel andere vraag is of bij de beide werken dezelfde funderings methoden kunnen worden toegepast, i.e. of men gewoon kan gaan heien of kan gaan pulsen. Wanneer wij na aanbesteding deze werken gezamenlijk opdragen, be staat er een redelijke kans, dat over een jaar de heer Van Egeraat in zijn bundel dezelfde juichtoon kan aan heffen als enige jaren geleden. De heer Schönfeld: Kan de Wethouder mededelen, wanneer zal worden overgegaan tot aanbesteding van deze werken en ook van die op de Tuinen? De heer Tiekstra (weth.)Beide projecten zullen tegelijk en vermoedelijk tezamen worden aanbesteed. Onmiddellijk na het verlenen van machtiging door G.S. kan tot aanbesteding worden overgegaan. De aan nemer, aan wie dit werk wordt gegund, kan dan on geveer 8 weken daarna met de werkzaamheden be ginnen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van B. en W. Punt 24 (bijlage no. 123). De heer De Leeuw: Indien mevr. Visser de gelegen heid had gehad hier te zijn, had ze ongetwijfeld een paar vragen gesteld. In de eerste plaats wilde ze graag weten of het gerucht juist is, dat de mensen soms een jaar of nog langer moeten wachten, voordat ze volgens de schooladviesdienst aan de beurt zijn. Dikwijls is het gevolg daarvan, dat de mensen zich genoodzaakt zien contact op te nemen met een M.O.B. met vaak daaruit voortvloeiende betalingsmoeilijkheden voor het gezin. Betekent dat, dat de dienst nog onvoldoende is bemand In de tweede plaats staat er in de statuten, dat de dienst er is ter bescherming van de geestelijke en licha melijke gezondheid van de schoolkinderen het is dus een vorm van schoolmaatschappelijk werk. Is er voldoende overleg met de andere instituten voor maat schappelijk werk, is dat er m.n. in het verleden ook wel geweest en hoe ligt het contact met de sociaal- pedagogische dienst? Bovendien is er nog een vraag van financiële aard. In de raadsbrief worden bij het hoofdstuk G.G.D. de kosten, genoemd onder de punten 1. en 2., bij twee ver schillende posten ondergebracht. Kunt U ook aangeven, waarom dit geschiedt? De heer Hogendijk: De afdeling Schooladviesdienst heeft een goed plan opgesteld voor het systematisch klassikaal onderzoek van de leerlingen van de open bare kleuter- en lagere scholen. Onze fractie heeft er dan ook geen moeite mee de hierdoor noodzakelijk ge worden personeelsuitbreiding goed te keuren. Toch blijft er nog een vraag. In het personeelsblad van de Leeuwarder gemeenteambtenaren lees ik in een artikel van de heer Van Zutfen, pedagogisch-didaktisch advi seur van de schooladviesdienst: „Momenteel heeft de schooladviesdienst te kampen met een aantal vacatures. Jammer genoeg kan hierdoor niet alle werk gereali seerd worden." Ik meen te weten, dat nog steeds niet is voorzien in de vacature van een tweede schoolpsy choloog. Dat zal ook wel erg moeilijk zijn, want deze heren zijn op dit moment praktisch niet te vinden. Er staat wel een post op de begroting. Nu zou ik graag vernemen of het juist is, dat er geen tweede psycholoog aanwezig is en, zo ja, of het College het waarschijnlijk acht, dat deze psycholoog nog in de loop van dit jaar kan worden aangesteld. Daarbij zou ik willen opmer ken, dat onze fractie er geen principieel bezwaar tegen heeft, dat het College met een voorstel bij de Raad komt om de pedagogische medewerker, die waarschijn lijk het volgende jaar zal moeten worden aangetrokken en die op dit moment al hoogst noodzakelijk is, reeds nu van dit geld aan te stellen. De heer Heidinga: In aansluiting op de vraag van de heer Hogendijk m.b.t. de tweede schoolpsycholoog zou ik willen vragen, of het waar is, dat de eerste ook weg gaat. De heer Ten Brug (weth.): Met het antwoord op de vraag van de heer Heidinga kan ik heel kort zijn. De eerste schoolpsycholoog, die wij in Leeuwarden had den, is inmiddels vertrokken, maar gelukkig is in die vacature weer voorzien sedert, dunkt mij, juli of augus tus van het vorige jaar. De heer De Leeuw is begonnen met het doorgeven van een aantal vragen van Mevr. Visser. Het schijnt in die fractie gewoonte te worden, dat de een namens de ander spreekt op zichzelf een zaak van goede samenwerking. De vraag van Mevr. Visser, via de heer De Leeuw hier in de raadszaal neergelegd, was, of het waar was, dat men soms meer dan een jaar moet wach ten op de hulp van de schoolpsychologische dienst. In derdaad is dat waar. Dit was m.n. het geval, toen de vorige eerste schoolpsycholoog hier werkte. Men richtte zich toen n.l. vooral op het individuele werk. Er is een belangrijke verandering in de opzet van het werk van deze adviesdienst tot stand gebracht. Men houdt zich thans bezig met klassikaal onderzoek. De moeilijke ge vallen, die eigenlijk klassikaal niet op te lossen zijn, behandelt men, voor zover de personeelsbezetting dat toelaat, zelf of verwijst men naar een M.O.B., wanneer het bijzondere gevallen zijn. Dat is ook zeer normaal. Een schoolpsychologische dienst dient zich bezig te hou den met schoolsituaties en met leer- en opvoedings moeilijkheden, die in schoolverband kunnen worden op gelost. In andere gevallen zal een M.O.B. moeten wor den ingeschakeld. Een dergelijk bureau houdt zich n.l. vooral bezig met de gezinssituatie, waarin het kind verkeert. Er groeit een eerste contact met de sociaal-pedago gische dienst. Dat is ook noodzakelijk. Er bestaat ook behoefte aan contact tussen de schooladviesdienst, de sociaal pedagogische dienst en de Provinciale Psychiatrische Dienst. Bij de sociaal-pedagogische dienst ligt het zwaartepunt op de bemoeienissen met het kind na het verlaten van de b.l.o.-school, uiteraard nadat de eerste contacten reeds in de sfeer van de school gelegd zijn. Het zwaartepunt van de werk zaamheden van de schooladviesdienst ligt echter op het zonodig verwijzen van het kind naar de diverse typen van b.l.o. Er zal een zekere vorm van samenwerking moeten komen tussen het schoolmaatschappelijk werk en het algemeen maatschappelijk werk. Dat is een vorm van samenwerking, die uiteraard op allerlei terreinen aanwezig moet zijn, ook tussen het maatschappelijk werk van de psychiatrische diensten, het maatschap pelijk werk van de sociaal-pedagogische dienst en het maatschappelijk werk van de instellingen voor gezins zorg. Inderdaad bestaan er, zoals de heer Van Zutfen in het personeelsorgaan „PAL" schrijft, een bepaald aan tal vacatures. Dat is een bijzonder trieste zaak. Het is ons nog steeds niet gelukt een tweede psycholoog aan te trekken. Inmiddels zijn er vacatures bij geko men voor de logopediste en de remedial teacher, krach ten, die wij in Leeuwarden al lang hadden, voordat we eigenlijk met een schoolpsychologische dienst waren be gonnen. Het ontbreken van de tweede schoolpsycholoog wreekt zich echter in het werk het meest. Contacten met universiteiten hebben voor het aantrekken van een dergelijke kracht ook weinig resultaat, doordat vele psychologie-studenten, die aanvankelijk de pedagogi sche richting kozen, overgaan op de klinische psycho logie. Door een tekort aan psychiaters wordt het werk van deze specialisten en daarmee hun niet al te karig salaris voor een belangrijk deel overgenomen door de klinische psychologen. Mochten we er niet in slagen een tweede psycholoog aan te trekken, dan zou den we kunnen overwegen of het mogelijk is de werk zaamheden iets te verschuiven, zodat het zwaartepunt enigszins in de pedagogische sfeer komt te liggen, en een tweede pedagoog aan te trekken. Mede i.v.m. de ontwikkeling van en de voorbereiding voor de speel- leer-klassen zou het op zichzelf aanbeveling verdienen in de pedagogische sfeer enige versterking te hebben, al behoeft dit niet een full-time kracht te zijn. Bij het ontbreken van een tweede psycholoog zou dat echter wel een full-time kracht kunnen worden. Natuurlijk zullen wij dan eerst met een daartoe strekkend voor stel bij de Raad komen. Alleen zitten we dan enigszins met de moeilijkheid van de salariëring. Natuurlijk is het dit jaar wel mogelijk een tweede pedagoog te be talen van het geld, dat voor de salariëring van een tweede psycholoog is uitgetrokken, maar in 1970 zou de Raad dan een beetje voor het blok zitten, omdat er dan extra gelden zouden moeten worden uitgetrokken voor die meerdere kracht, die er thans in de bezetting niet is. De heer De Jong (weth.)De onderhavige telefoon installatie heeft betrekking op de post schooladvies dienst op de begroting. De schooladviesdienst is orga nisatorisch wel ingedeeld bij de G.G.D.maar staat be grotingstechnisch wel apart onder het hoofdstuk van de volksgezondheid. De heer Rijpma: Het is mij bekend, dat psychologen slechts dun gezaaid zijn. Ik geloof bovendien, dat de gemeentelijke schooladviesdienst nog bijzonder wordt gehandicapt door het feit, dat jonge psychologen zich liever verbinden aan een bureau, waar een zodanige 3-jarige begeleiding is, dat zij na 3 jaar een erkenn- ning kunnen krijgen van het Nederlands Instituut van Praktiserende Psychologen. Een jonge psycholoog zal dus niet bij de Gemeente solliciteren, omdat hij die be geleiding hier niet kan krijgen. Nu is mijn vraag of het niet aanbeveling verdient, dat de Gemeente eens contact zoekt met een ander orgaan in Friesland met gelijke intentie om te proberen o.a. dit punt mogelijker wijze tot een oplossing te brengen. De heer Ten Brug (weth.)Een aantal jaren terug waren de contacten van onze dienst met het N.I.P. niet al te gemakkelijk en het N.I.P. wilde ook niet meewer ken aan een opleidingsmogelijkheid. De laatste tijd ech ter hebben wij niets gemerkt van moeilijkheden. Er solliciteren op zichzelf heel weinig psychologen, (ook weinig jonge psychologen) en ik heb opgemerkt, dat ook het andere orgaan van gelijke intentie, zoals de heer Rijpma het omschrijft, even veelvuldig adverteert als de Gemeente. Ondanks de minder plezierige con tacten, mede veroorzaakt door de concurrentiesituatie, ben ik best bereid met deze instelling te praten over de mogelijkheid gezamenlijk een psycholoog aan te trekken. Met de Psychiatrische Dienst voor Friesland heb ik op grond van een bestuursfunctie gemakkelijker contacten en van die zijde verkrijgen wij op psycholo gisch gebied wel de nodige noodhulp. De heer Weide: Ik wil het College dank brengen voor het goede idee om de gemeentelijke zwembaden op deze manier onder de aandacht van de bevolking te brengen. Aangezien echter reeds de advertenties zijn geplaatst en de voorverkoop al vrij spoedig zal beginnen, zou ik nog graag vernemen, wanneer deze folder zal worden verspreid. De heer Faber: Het is een goede zaak, dat de Ge meente propaganda voor de gemeentelijke zwembaden gaat voeren. In de folder van de gemeentelijke zwem baden in Rheden staat: „Zwemmen, gezond voor het lichaam, ontspannend voor de geest." Wanneer een in tensiever propaganda dan ook nog leidt tot een groter bezoekersaantal, zijn er meer zaken mee gediend. Het lijkt mij echter toe, dat men met deze folder rijkelijk laat komt. Ik zou nog graag een paar punten willen noemen, die in zo'n folder zouden kunnen staan. In de folder van Rheden is o.a. opgenomen een invulstrook voor

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1969 | | pagina 2